Aantekeningen


Treffers 1,551 t/m 1,600 van 87,707

      «Vorige «1 ... 28 29 30 31 32 33 34 35 36 ... 1755» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1551 1772-04-11: Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, de laatste bijgestaan met Jan Brouwer als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zij maken elkander erfgenaam, 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie daarop staande en de goordens in Wolter van Uitersland, zo achter als voor het huis van Wolter van Uitert gelegen, en dan nog een anpart in
dezelve goordens zo testatoren van Jannes Holland hebben aangekocht, alsmede nog een goorden gelegen in Pillenland, voor heen aangekocht van wijlen Berent Vos, en een hoekjen grond of goorenland, aangekocht van de weduwe Frederik Feijer, voorts
enige bouwgereedschap, zo van wagens, ploeg, eegeden, daarbij de paarden of paard, zo bij het bouwgereedschap behoord, alsmed de krabben zo paarden als koekrubben, exempt de jacht waege en chaize, voorts de bedden puelwen en kussens;
- beide aan de zoon van Claes Cruijs, genaamd Gerrit Henderik, een som van 300 guldens;
- beide aan de diaconie of armenstaat alhier, 300 guldens;
- beide aan Jan Wolters Brouwer, 200 guldens;
- hij zijn neven Berent Berentsen ten Cate en Bernardus Gerrits ten Cate, enige en universele erfgenamen, mobile als inmobile goederen, linnen en wollen kleren, goud of zilver, en al wat tot zijn lichaam mocht behoren, Berent Berents ten Cate, 2
portien, en Bernardus Gerritsen ten Cate een portie of een gedeelte tegens als Berent Berents ten Cate 2 gedeeltens of portien;
- hij aan de dochter van wijlen Jan Frederix Fronten, genaamd Frederica, tot Amsterdam woonachtig, 150 guldens;
- hij aan het kind van wijlen Egbert Vik, genaamd Lena, 150 guldens, aan het meisje Janna 200 guldens;
- hij aan de kinderen van wijlen Jan Jonker, genaamd Luicas en Armke Jonker, ieder 100 guldens;
- hij aan de dochter van Melchert Brinkman, Aeltien genaamd, 300 guldens;
- hij aan de vrouw van Claas Cruijs, genaamd Grietjen Otten en aan haar 3 kinderen, genaamd Jan, Johannes en Gradus Cruijs, ieder 50 guldens, tezamen 200 guldens;
- hij aan Aeltien Gerrits Feijer, wedw van wijlen Harmen Egbers Meijer, en aan haren zoon Claas Claesen, ieder 75 guldens, tezamen 150 guldens;
- hij aan zijn zus Frederica ten Cate, vrouw van Gradus Rhee, 150 guldens;
- hij aan de vrouw van Jannes Scholl, genaamd Janna Otten, 50 guldens;
- zij aan haar beide dochters, met namen Janna Otten, getrouwd met Jannes Scholl, en Grietjen Otten, getrouwd met Claas Cruijs, enige en universele erfgenamen, vaste en mobile goederen, linnen en wollen kleren, en wat verder tot haar lijf mocht
hebben behoord, alsmede het zilver of goud van haar testatrice. Kantlijn akte: Bij niet vermelde datum wordt dit testament doorgehaald [T0079_INV7_p171]. 
Fik, Lena (I3645)
 
1552 1772-04-11: Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, de laatste bijgestaan met Jan Brouwer als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zij maken elkander erfgenaam, 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie daarop staande en de goordens in Wolter van Uitersland, zo achter als voor het huis van Wolter van Uitert gelegen, en dan nog een anpart in
dezelve goordens zo testatoren van Jannes Holland hebben aangekocht, alsmede nog een goorden gelegen in Pillenland, voor heen aangekocht van wijlen Berent Vos, en een hoekjen grond of goorenland, aangekocht van de weduwe Frederik Feijer, voorts
enige bouwgereedschap, zo van wagens, ploeg, eegeden, daarbij de paarden of paard, zo bij het bouwgereedschap behoord, alsmed de krabben zo paarden als koekrubben, exempt de jacht waege en chaize, voorts de bedden puelwen en kussens;
- beide aan de zoon van Claes Cruijs, genaamd Gerrit Henderik, een som van 300 guldens;
- beide aan de diaconie of armenstaat alhier, 300 guldens;
- beide aan Jan Wolters Brouwer, 200 guldens;
- hij zijn neven Berent Berentsen ten Cate en Bernardus Gerrits ten Cate, enige en universele erfgenamen, mobile als inmobile goederen, linnen en wollen kleren, goud of zilver, en al wat tot zijn lichaam mocht behoren, Berent Berents ten Cate, 2
portien, en Bernardus Gerritsen ten Cate een portie of een gedeelte tegens als Berent Berents ten Cate 2 gedeeltens of portien;
- hij aan de dochter van wijlen Jan Frederix Fronten, genaamd Frederica, tot Amsterdam woonachtig, 150 guldens;
- hij aan het kind van wijlen Egbert Vik, genaamd Lena, 150 guldens, aan het meisje Janna 200 guldens;
- hij aan de kinderen van wijlen Jan Jonker, genaamd Luicas en Armke Jonker, ieder 100 guldens;
- hij aan de dochter van Melchert Brinkman, Aeltien genaamd, 300 guldens;
- hij aan de vrouw van Claas Cruijs, genaamd Grietjen Otten en aan haar 3 kinderen, genaamd Jan, Johannes en Gradus Cruijs, ieder 50 guldens, tezamen 200 guldens;
- hij aan Aeltien Gerrits Feijer, wedw van wijlen Harmen Egbers Meijer, en aan haren zoon Claas Claesen, ieder 75 guldens, tezamen 150 guldens;
- hij aan zijn zus Frederica ten Cate, vrouw van Gradus Rhee, 150 guldens;
- hij aan de vrouw van Jannes Scholl, genaamd Janna Otten, 50 guldens;
- zij aan haar beide dochters, met namen Janna Otten, getrouwd met Jannes Scholl, en Grietjen Otten, getrouwd met Claas Cruijs, enige en universele erfgenamen, vaste en mobile goederen, linnen en wollen kleren, en wat verder tot haar lijf mocht
hebben behoord, alsmede het zilver of goud van haar testatrice. Kantlijn akte: Bij niet vermelde datum wordt dit testament doorgehaald [T0079_INV7_p171].

1779-07-17: Gerrit Luicas Keppeling en zijn vrouw Janna Arents, welke verklaarden in juni 1779 verkocht te hebben een halve akker booverweegsland, gaande opgaans en benedenwaarts tot aan Buiterenweg, onverscheiden met Jan Willems Schipper, ten
profijte van Claas Claassen en zijn vrouw, voor een som van 74 guldens [T0079_INV8_p139vo].

1781: Testament te Almelo.

1789-02-27: Aaltjen Gerrits Faijijer, weduwe van wijlen Harm Egberts, geasssisteerd met haar zoon Gerrit Harms als voogd, verklaard schuldig te wezen aan haar zoon Klaas Klaasen een som van 100 guldens [T0079_INV10_p039].

1790-02-16: Testament van Hendrik ten Cate, waarin genoemd Berent ten Cate, de dochter van Melhert Brinkman, de dochter van Egbert Fik, Aaltien Feijijer, kinderen van Aaltien Feijijer, Klaas Klaasen, het zoontjen Berend van Harmanus Hof, zoon
Bernardus van Klaas Kruijs, de vrouw van Jannes Schol [T0079_INV10_p059].

1794-01-06: Testament van Aaltjen Feijers, wedwe van wijlen Harmen Egbers Meijer, geassisteerd met Gerrit Henderiks als haar voogd:
- ten tweeden zo stelt zij tot hare enigen universele erfgenamen haar 2 zonen Gerrit en Hendrik Harms Meijjers, en alle hare met de dood ontruimende goederen, actien en crediten waar het ook mocht staande of gelegen wezen niets exemt;
- ten tweeden zullen voorn zoons Gert en Hendk Harms hiervan uitkeren aan haren halfbroer Klaas Klaasen en zuster Henderika Harmsen Meijjer, getroud aan Hendrik Rierink, ieder een som van 20 guldens, die een jaar na het overlijden van haar zullen
moet worden voldaan, en het meisje of dochter Egberdina Harms Meijjer zal hebben 50 guldens, die zij ook zal kunnen vorderen een jaar na haar moeders overlijden als zij die mocht van noden hebben anders met 2 jaar en niet eerder, de kleer die tot
haar moeders lichaam versneden is zo van linnen als wollen zullen door de 2 voorn dochters in eengale delen gedeeld worden [T0079_INV10_p149vo].

1797-11-17: Op 17 november 1797 heeft de wedw van Klaas Klasen in de 50sten penning aangegeven de erfenis van wijlen haar man op haar gedevolveerd op 13 juli dezes jaar, bestaande in een half huis met de halve goorden, daar achter gelegen, een
halve koeweide in het zelfde land, een en een half wand bouwland, een halve grasgoorden op Jan Lubbersland, 1/4 akker woestenland en een vierde akker turfland [T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 22-11-1772). 
Claassen, Claas (I7309)
 
1553 1772-04-11: Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, de laatste bijgestaan met Jan Brouwer als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zij maken elkander erfgenaam, 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie daarop staande en de goordens in Wolter van Uitersland, zo achter als voor het huis van Wolter van Uitert gelegen, en dan nog een anpart in
dezelve goordens zo testatoren van Jannes Holland hebben aangekocht, alsmede nog een goorden gelegen in Pillenland, voor heen aangekocht van wijlen Berent Vos, en een hoekjen grond of goorenland, aangekocht van de weduwe Frederik Feijer, voorts
enige bouwgereedschap, zo van wagens, ploeg, eegeden, daarbij de paarden of paard, zo bij het bouwgereedschap behoord, alsmed de krabben zo paarden als koekrubben, exempt de jacht waege en chaize, voorts de bedden puelwen en kussens;
- beide aan de zoon van Claes Cruijs, genaamd Gerrit Henderik, een som van 300 guldens;
- beide aan de diaconie of armenstaat alhier, 300 guldens;
- beide aan Jan Wolters Brouwer, 200 guldens;
- hij zijn neven Berent Berentsen ten Cate en Bernardus Gerrits ten Cate, enige en universele erfgenamen, mobile als inmobile goederen, linnen en wollen kleren, goud of zilver, en al wat tot zijn lichaam mocht behoren, Berent Berents ten Cate, 2
portien, en Bernardus Gerritsen ten Cate een portie of een gedeelte tegens als Berent Berents ten Cate 2 gedeeltens of portien;
- hij aan de dochter van wijlen Jan Frederix Fronten, genaamd Frederica, tot Amsterdam woonachtig, 150 guldens;
- hij aan het kind van wijlen Egbert Vik, genaamd Lena, 150 guldens, aan het meisje Janna 200 guldens;
- hij aan de kinderen van wijlen Jan Jonker, genaamd Luicas en Armke Jonker, ieder 100 guldens;
- hij aan de dochter van Melchert Brinkman, Aeltien genaamd, 300 guldens;
- hij aan de vrouw van Claas Cruijs, genaamd Grietjen Otten en aan haar 3 kinderen, genaamd Jan, Johannes en Gradus Cruijs, ieder 50 guldens, tezamen 200 guldens;
- hij aan Aeltien Gerrits Feijer, wedw van wijlen Harmen Egbers Meijer, en aan haren zoon Claas Claesen, ieder 75 guldens, tezamen 150 guldens;
- hij aan zijn zus Frederica ten Cate, vrouw van Gradus Rhee, 150 guldens;
- hij aan de vrouw van Jannes Scholl, genaamd Janna Otten, 50 guldens;
- zij aan haar beide dochters, met namen Janna Otten, getrouwd met Jannes Scholl, en Grietjen Otten, getrouwd met Claas Cruijs, enige en universele erfgenamen, vaste en mobile goederen, linnen en wollen kleren, en wat verder tot haar lijf mocht
hebben behoord, alsmede het zilver of goud van haar testatrice. Kantlijn akte: Bij niet vermelde datum wordt dit testament doorgehaald [T0079_INV7_p171].

1816-05-26: Notaris Warnaars, 1816, nr. 244, volmacht.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748); Amsterdam. 
Fronten, Fredrika (I9254)
 
1554 1772-04-11: Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, de laatste bijgestaan met Jan Brouwer als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zij maken elkander erfgenaam, 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie daarop staande en de goordens in Wolter van Uitersland, zo achter als voor het huis van Wolter van Uitert gelegen, en dan nog een anpart in
dezelve goordens zo testatoren van Jannes Holland hebben aangekocht, alsmede nog een goorden gelegen in Pillenland, voor heen aangekocht van wijlen Berent Vos, en een hoekjen grond of goorenland, aangekocht van de weduwe Frederik Feijer, voorts
enige bouwgereedschap, zo van wagens, ploeg, eegeden, daarbij de paarden of paard, zo bij het bouwgereedschap behoord, alsmed de krabben zo paarden als koekrubben, exempt de jacht waege en chaize, voorts de bedden puelwen en kussens;
- beide aan de zoon van Claes Cruijs, genaamd Gerrit Henderik, een som van 300 guldens;
- beide aan de diaconie of armenstaat alhier, 300 guldens;
- beide aan Jan Wolters Brouwer, 200 guldens;
- hij zijn neven Berent Berentsen ten Cate en Bernardus Gerrits ten Cate, enige en universele erfgenamen, mobile als inmobile goederen, linnen en wollen kleren, goud of zilver, en al wat tot zijn lichaam mocht behoren, Berent Berents ten Cate, 2
portien, en Bernardus Gerritsen ten Cate een portie of een gedeelte tegens als Berent Berents ten Cate 2 gedeeltens of portien;
- hij aan de dochter van wijlen Jan Frederix Fronten, genaamd Frederica, tot Amsterdam woonachtig, 150 guldens;
- hij aan het kind van wijlen Egbert Vik, genaamd Lena, 150 guldens, aan het meisje Janna 200 guldens;
- hij aan de kinderen van wijlen Jan Jonker, genaamd Luicas en Armke Jonker, ieder 100 guldens;
- hij aan de dochter van Melchert Brinkman, Aeltien genaamd, 300 guldens;
- hij aan de vrouw van Claas Cruijs, genaamd Grietjen Otten en aan haar 3 kinderen, genaamd Jan, Johannes en Gradus Cruijs, ieder 50 guldens, tezamen 200 guldens;
- hij aan Aeltien Gerrits Feijer, wedw van wijlen Harmen Egbers Meijer, en aan haren zoon Claas Claesen, ieder 75 guldens, tezamen 150 guldens;
- hij aan zijn zus Frederica ten Cate, vrouw van Gradus Rhee, 150 guldens;
- hij aan de vrouw van Jannes Scholl, genaamd Janna Otten, 50 guldens;
- zij aan haar beide dochters, met namen Janna Otten, getrouwd met Jannes Scholl, en Grietjen Otten, getrouwd met Claas Cruijs, enige en universele erfgenamen, vaste en mobile goederen, linnen en wollen kleren, en wat verder tot haar lijf mocht
hebben behoord, alsmede het zilver of goud van haar testatrice. Kantlijn akte: Bij niet vermelde datum wordt dit testament doorgehaald [T0079_INV7_p171].

1782-09-25: Gerrit Henderik Kruijs, neef (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9].

1783-06-28: Gerrit Henderik Cruijs, zoon van Claas Cruijs (Testament Jan Engbers en Johanna Schol) [Toeg079_Inv9].

1789-09-19: Testament, opgemaakt ten huize van Klaas Kruijs, van Jenneken Brouwer, vrouw van Hendrik ten Cate, geassisteerd met haar man Hendr ten Cate als haar voogd, waarin genoemd haar 2 dochters Janna, vrouw van Jannes Schol, en Grietjen
Otten, vrouw van Klaas Kruis, uit haar huwelijk met wijlen haar man Gerrit Otten, kinderen van haar dochter Grietjen Otten, waaronder Gerrit Hendrik en Gesiena Julijana Kruis [T0079_INV10_p050vo].

1807-11-26: Op 26 november 1807 is verschenen Fennegien Jansen Olijslager, wedw van Wolter Bramer, geadsisteert met Jan Harms, als haaren verkooren en toegelatene momber in dezen, welke verklaarden op heden, 26 november 1807, te hebben verkocht
aan de kinderen en erfgenamen van wijlen Claas Kruijs en zijn vrouw Grietjen Otten haar huis en erven met alle deszelfs opgaande hoge en lage landerijen, zo veen als goorden gronden, met alle de daarop staande houtgewassen of verdere getimmerden,
en zulks voor een som van 7 gulden [T0079_INV15]. 
Kruijs, Gerrit Hendrik (I10090)
 
1555 1772-04-11: Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, de laatste bijgestaan met Jan Brouwer als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zij maken elkander erfgenaam, 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie daarop staande en de goordens in Wolter van Uitersland, zo achter als voor het huis van Wolter van Uitert gelegen, en dan nog een anpart in
dezelve goordens zo testatoren van Jannes Holland hebben aangekocht, alsmede nog een goorden gelegen in Pillenland, voor heen aangekocht van wijlen Berent Vos, en een hoekjen grond of goorenland, aangekocht van de weduwe Frederik Feijer, voorts
enige bouwgereedschap, zo van wagens, ploeg, eegeden, daarbij de paarden of paard, zo bij het bouwgereedschap behoord, alsmed de krabben zo paarden als koekrubben, exempt de jacht waege en chaize, voorts de bedden puelwen en kussens;
- beide aan de zoon van Claes Cruijs, genaamd Gerrit Henderik, een som van 300 guldens;
- beide aan de diaconie of armenstaat alhier, 300 guldens;
- beide aan Jan Wolters Brouwer, 200 guldens;
- hij zijn neven Berent Berentsen ten Cate en Bernardus Gerrits ten Cate, enige en universele erfgenamen, mobile als inmobile goederen, linnen en wollen kleren, goud of zilver, en al wat tot zijn lichaam mocht behoren, Berent Berents ten Cate, 2
portien, en Bernardus Gerritsen ten Cate een portie of een gedeelte tegens als Berent Berents ten Cate 2 gedeeltens of portien;
- hij aan de dochter van wijlen Jan Frederix Fronten, genaamd Frederica, tot Amsterdam woonachtig, 150 guldens;
- hij aan het kind van wijlen Egbert Vik, genaamd Lena, 150 guldens, aan het meisje Janna 200 guldens;
- hij aan de kinderen van wijlen Jan Jonker, genaamd Luicas en Armke Jonker, ieder 100 guldens;
- hij aan de dochter van Melchert Brinkman, Aeltien genaamd, 300 guldens;
- hij aan de vrouw van Claas Cruijs, genaamd Grietjen Otten en aan haar 3 kinderen, genaamd Jan, Johannes en Gradus Cruijs, ieder 50 guldens, tezamen 200 guldens;
- hij aan Aeltien Gerrits Feijer, wedw van wijlen Harmen Egbers Meijer, en aan haren zoon Claas Claesen, ieder 75 guldens, tezamen 150 guldens;
- hij aan zijn zus Frederica ten Cate, vrouw van Gradus Rhee, 150 guldens;
- hij aan de vrouw van Jannes Scholl, genaamd Janna Otten, 50 guldens;
- zij aan haar beide dochters, met namen Janna Otten, getrouwd met Jannes Scholl, en Grietjen Otten, getrouwd met Claas Cruijs, enige en universele erfgenamen, vaste en mobile goederen, linnen en wollen kleren, en wat verder tot haar lijf mocht
hebben behoord, alsmede het zilver of goud van haar testatrice. Kantlijn akte: Bij niet vermelde datum wordt dit testament doorgehaald [T0079_INV7_p171].

1773-01-20: Roelof Wiegers, noie uxous zijn vrouw Grieten ten Cate, en Harmannus Boesschen en zijn vrouw Jana ten Cate, mitsgaders Jannes Derksen Feijer, en als vader en wettige voogd van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Henderikjen ten Cate
in echte geprocerreerd, benevens Hinderik ten Cate, de rato caverende voor Grehardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate bij wijlen zijn vrouw Frederica ten Cate in echte verwekt, tezamen kinderen
en erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, welke verklaarden op 28 maart 1772 verkocht te hebben het zgn Busscherland, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, en eindigende tot aan de buiteren doorgravenen weg of anders aan Henderik Schoemakersland toe,
exempt de goordens of land, zo voorheen daaruit verkocht zijn, zo en als het wijlen Jan ten Cate in zijn gebruik gehad heeft, gelimiteerd oostwaarts het zgn Paesschensland en westwaarts het zgn Krikken Berentsland, voor een som van 437 guldens,
ten profijte van de koopman Jan Gerritsen en zijn vrouw Magdalena Herwig [T0079_INV7_p197].

1774-08-30: Gerhardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, nagelaten en minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate en wijlen zijn vrouw Frederica ten cate, welke verklaarde op 3 maart 1774 verkocht te hebben een goorden gelegen op het zgn
Jan Smitsland, met de zgn Huijs Steede, welke met eiken bomen beplant is, naast en westwaarts Derk Arents d Smit, is daarbij verkocht een pretensie ten laste van Henderik Prinsen staande, groot 28 guldens en 10 stuivers, die de koper daarbij zal
profiteren, ten profijte van Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, voor een som van 260 guldens [T0079_INV8_p010vo].

1774-08-30: Gerhardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, nagelaten en minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate en wijlen zijn vrouw Frederica ten cate, welke verklaarde op 3 maart 1774 verkocht te hebben ongeveer 3 wand roede maat
bouwland, achter het grasland op het wester stukke bovenwaarts in, op en in de landerijen van wijlen Jan ten Cate, en zulks met zijn oude nieuwe recht en gerechtigdheden, lusten en lasten, raad en onraad ende bezwaren, daarop liggende, welke
bezwaar als nog onverdeeld, en thans niet gespecificeert kan wordne, na contingent zal verdeeld en betaald worden, met alle de verdere lasten, wat op zodane landerijen als bovenland zijnde mochten liggen, doch den voorheen verkochten brink van
het land van wijlen Jan ten Cate is vrij van alle bezwaar, ten profijte van Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Browuer, voor een som van 64 guldens [T0079_INV8_p011vo].

1774-08-30: Gerhardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, nagelaten en minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate en wijlen zijn vrouw Frederica ten cate, welke verklaarde op 3 maart 1774 verkocht te hebben 250 trat (?) roede maat en
ongeveer 5 roede grasland, gelegen hen boven op en in de landerijen van wijlen Jan ten Cate op beide stukken tegen melkander bovenwaarts in, ten profijte van Roeloff Wiegers, Harmannus Boeschen en Jannes Derksen, dezelver huisvrouw en kinderen,
voor een som van 154 guldens [T0079_INV8_p012vo].

1774-08-30: Gerhardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, nagelaten en minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate en wijlen zijn vrouw Frederica ten cate, welke verklaarde op 3 maart 1774 verkocht te hebben 3 vierendeel akker
boverweegesland, gelegen op de westerhoeve, onverscheiden met Claas Jansen, waarvan het Veene land thans gecultifeerd wordt, en zal door de gebruiker mogen uitgeboekweit worden, eer het de koper van dat aangaande zal kunnen of mogen gebruiken,
ten profijte van Abraham Mokkelenkate en zijn vrouw, voor een som van 104 guldens [T0079_INV8_p013vo].

De volgende schaarse gegevens heb ik van Bernardus (te vinden in het VOC archief in het ARA te Den Haag, inv.nr. VOC 14.496): Bernardus ten Cate, van Vriezenveen, vaart uit als opperchirurgijn (eerste chirurgijn aan boord) met een maandelijkse
gagie van NLG 36,- voor de kamer Hoorn. Hij blijft in de Oost. Ik moet thuis opzoeken hoe het schip heette, en wat hij doet na aankomst in Batavia. Hij staat niet vermeld als repatrierend, dus hij blijft daar. Bernardus ten Cate vaart op 12 juni
1773 als opperchirurgijn met de IJsselmonde. Hij sterft 2 maanden en 8 dagen later aan boord, ongeveer halverwege richting Kaap de Goede Hoop [Zuid-Afrika] op 20 augustus 1773. Hij heeft dan 81,12 verdiend [I. Bruyn].

Mogelijk is nog te vinden waar hij zijn meestertitel voor chirurgijn behaalde. Op de datum van uitvaren moet hij toch wel ruim 25 jaar geweest zijn e.e.a. i.v.m. het behalen van zijn chirurgijnschap. Ik heb mij echter ook laten vertellen dat de
scheepschirurgijn van de V.O.C. niet tot de beste gekwalificeerden behoorden [H. ten Cate].

Voer met het schip IJsselmond op 10 juni 1773 uit naar Batavia en overleed op 20 augustus 1773 aan boord [bron: voc.websilon.nl]. 
ten Cate, Bernardus (I21727)
 
1556 1772-05-14: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jaccomina Herwig, wedw van wijlen Jan Muller, bijgestaan met Jannes Schol als haar voogd, zijnde zij ziekelijk, waarin genoemd:
- haar kinderen Piteronella, Piter Willem, Maria, Johanan, Nicolaas en Albertus Muller, enige en universele erfgenamen, te ontruimen en na te laten goederen, zo mobile als immobile, geen van dien uitgezonderd, van wat name en nature dezelve ook
mochten wezen of waar ter plaatse ook gelegen zijn, met uitsluiting van haar zoon Coenraad Muller, woonachtig te St. Petersburg, de welke, zij testatrice bij deze alleen komt te institueren in de blote ligitieme portie, zo hem na rechten en niet
verder komt te competeren [T0079_INV7_p176].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 03-10-1789). 
Mulder, Maria (I11406)
 
1557 1772-05-14: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jaccomina Herwig, wedw van wijlen Jan Muller, bijgestaan met Jannes Schol als haar voogd, zijnde zij ziekelijk, waarin genoemd:
- haar kinderen Piteronella, Piter Willem, Maria, Johanan, Nicolaas en Albertus Muller, enige en universele erfgenamen, te ontruimen en na te laten goederen, zo mobile als immobile, geen van dien uitgezonderd, van wat name en nature dezelve ook
mochten wezen of waar ter plaatse ook gelegen zijn, met uitsluiting van haar zoon Coenraad Muller, woonachtig te St. Petersburg, de welke, zij testatrice bij deze alleen komt te institueren in de blote ligitieme portie, zo hem na rechten en niet
verder komt te competeren [T0079_INV7_p176]. 
Mulder, Johanna (I11407)
 
1558 1772-05-14: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jaccomina Herwig, wedw van wijlen Jan Muller, bijgestaan met Jannes Schol als haar voogd, zijnde zij ziekelijk, waarin genoemd:
- haar kinderen Piteronella, Piter Willem, Maria, Johanan, Nicolaas en Albertus Muller, enige en universele erfgenamen, te ontruimen en na te laten goederen, zo mobile als immobile, geen van dien uitgezonderd, van wat name en nature dezelve ook
mochten wezen of waar ter plaatse ook gelegen zijn, met uitsluiting van haar zoon Coenraad Muller, woonachtig te St. Petersburg, de welke, zij testatrice bij deze alleen komt te institueren in de blote ligitieme portie, zo hem na rechten en niet
verder komt te competeren [T0079_INV7_p176]. 
Mulder, Pieter Willem (I11408)
 
1559 1772-06-17: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemaker, welke verklaarden in januari 1772 verkocht te hebben de opslag, gelegen achter het bouwland op het wester stuk, nevens ruim 40 trad bouwland, daar annex gaande
benedenwaarts, tot aan het verkochte bouwland, voor een som van 129 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Jan Hend Wiegers en zijn kinderen [T0079_INV7_p177].

1772-12-19: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemakers, welke verklaarden op 31 januari 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, op het wester stuk, naast dat van Frederik Jonker, bovenwarts in, alles na contigent
te verdelen wordende, doch de brink en goorden daaronder niet begrepen, voor een som van 57 guldens en 17 stuivers, ten profijte van Harmen Mannessen en zijn vrouw [T0079_INV7_p187].

1772-12-19: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemakers, welke verklaarden op 31 januari 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, op het wester stuk, beginnende naast dat van Harmen Mannessen bovenwaarts in, voor
een som van 72 guldens, ten profijte van Berent Berentsen Hollander en zijn vrouw [T0079_INV7_p188].

1772-12-19: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemakers, welke verklaarden op 31 januari 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, op het wester stuk, beginnende naast dat van Derk Jansen, boverwaarts in, voor een
som van 76 guldens, ten profijte van Frederik Jansen en Mannes Berendsen, doch het eerste wand Frederik Jansen, en het 2e wand Mannes Berents en hare erfgenamen [T0079_INV7_p190].

1772-12-19: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemakers, welke verklaarden op 31 januari 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, op het wester stuk, beginnende naast dat van Mannes Berents en Frederik Jansen,
bovenwaarts in, voor een som van 67 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Hermen Vrilink en Henderik Lohuijs, doch het 1e wand aan Hermen Vrilink en het 2e aan Henrik Lohuijs, en derzelver erfgenamen [T0079_INV7_p191].

1772-12-19: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemakers, welke verklaarden op 31 januari 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, op het wester stuk, beginnende naast dat van Harmen Vrilink en Henderik Lohuijs,
bovenwaarts in, voor een som van 55 guldens, ten profijte van Frederik Jansen en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p192].

1779-11-15: Berent Coersen en zijn vrouw Jennegien Schoemaker, welke verklaarden in 1779 verkocht te hebben aan Lambertus Puever en zijn vrouw een stuk hooiland, genaamd den Plaij, groot 3 dagwerk gemaai, zijnde gelegen naast de zgn blanke meer,
onverscheiden met Gerrit Braamer en de weedw Willem van Dijk, Gerrit Henderiks en Jan Braamer, voor een som van 180 guldens [T0079_INV8_p146vo].

1783-01-03: Berent Coerts en zijn vrouw Jenneken Schoemaaker, verklaarden verkocht te hebben in gepasseerden jare, 1782, 6 koeweiden in en op de landerijen van Berent Coerts gelegen, beginnende van dezen Kerkweg en eindigende tot aan de
zogenaamde Olden Graaven, ten profijte van Harmen Schipper en zijn vrouw, voor een som van 250 guldens, doch echter onder deze condities dat verkoperen de oostzijde en de koperen de westzijde zo met sloten plagge mooijen hooi en als vrijen op weg
benvens het houtgewas daar opstaande in vollen eigendom behouden, om te mogen houwen en poten op de westzijde, mits dat voor het overige de verkopere, de afgegravene goorden in gemelde land gelegen in vollen eigendom zullen zijn en blijven en
voor haar behoudens [T0079_INV9_p008vo].

1784-08-03: Berent Koerts, neef (Testament Jan Costers en Aaltien Braamer) [Toeg079_Inv9].

1785-03-30: Barent Coors en zijn vrouw Jennegien Schoemaker, verklaren in dezen jaar 1785 verkocht te hebben 3 vierendeel akkers hoevenland, gelegen op de oostere hoeve, zijnde onverscheiden met Derk Janzen, bezwaar daarop liggende doende in
verpondinge 9 penningen in contributie 12 penningen, ten profijte van Jannes Bramer, voor de som van 78 guldens [T0079_INV9_p074].

1785-03-30: Barent Coors en zijn vrouw Jennegien Schoemaker, verklaren in dezen jaar 1785 verkocht te hebben een grasgaarden gelegen op Barent Coorsland, zijnde de tweeden achter den Waterleijdik, en zo ver die begraven is, bezwaar daarop
liggende voorts een vrijen opweg vrij van dammen en bruggge maken, doende in verpondinge 1 stuiver, in de schattinge 8 penningen, ten profijte van Derk Jansen, voor een som van 98 guldens en 10 stuivers [T0079_INV9_p076].

1785-03-30: Barent Coors en zijn vrouw Jennegien Schoemaker, verklaren in dezen jaar 1785 verkocht te hebben een dagwerk hooiland, gelegen in het zogenaamde Bagijneland, daarop liggende doende in verpondinge int enkele deel 2 stuivers en 10
penningen, doende in de schattinge 8 penningen, aan Egbert Raphuis, voor een som van 60 guldens [T0079_INV9_p078].

1785-03-30: Barent Coors en zijn vrouw Jennegien Schoemaker, verklaren in dezen jaar 1785 verkocht te hebben een gaarden, gelegen op Barent Koorsland, beginnende van de Waterleijdik en zo ver die begraven is, bezwaar daarop liggende voorts een
vrijen opweg, vrij van dammen en brugge maken, doende in verpondinge 1 stuiver, in de schattinge 8 penningen, aan Jannes Loohuijs, voor een som van 125 guldens [T0079_INV9_p080].

1791-06-24: Barend Hof en Baren Holland, als voogden over de kinderen van wijlen Harmen Schipper, op 22 januari 1791 door voorz wijlen Harmen Schipper, verkocht 9 dagwerken hooiland, gelegen op Rutgersland, beginnende van de Kerkweg tot aan de
Oldenweg, aan Jan Nijboer en Berend Koers {is hij dit?}, ieder voor de gerechte halfscheid samen voor een som van 515 guldens [T0079_INV10_p111].

Zie: Verkoopakte van 19 december 1772 door Ad. Henr. Bartelink en Jannes Henderixen van 2 wanden bouwland op 31 januari 1772 aan Barent Jannessen Hollander en Jenneken Schoemakers (ook in de akte genoemd: Harmen Vrilink en Henderik Lohuijs)
[bron: Archief Vereniging Oud Vriezenveen].

Zie: Verkoopakte van 22 augustus 1780 door Berent Koors en Jenneken Schoemaker van een gorijtien aan Jannes Loehuijs (getuigen: Lambert IJansen en IJan Albets Burkhoff) [bron: Archief Vereniging Oud Vriezenveen].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 24-03-1771). 
Coerts, Berend (I2984)
 
1560 1772-06-21: Testament van Albert Jansen, wonende te Bruinehaar, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- de kinderen van zijn nicht Geese Gerritsen Smit, in echte verwekt bij haar man Geert Jansen, genaamd Gerridina {is zij dit?}, Jenneken en Jan Geerts, mitsgaders zijn neef Henderik Gerritsen Smit, als enige en universele erfgenamen;
- zijn neef Henderik Gerritsen Smit, 250 guldens;
- zijn nichten dochter, genaamd Jenneken Geerts, zijn kerkboek met zilveren crappen;
- de zoon van Geert Jansen, genaamd Jan Geerts, zijn kist;
- zijn neef Engbert Gerritsen Smit, 50 guldens;
- Jan Gerritsen Smit, zijnde zijn neef, 100 guldens;
- zijn neef Frerik Gerritsen Smit, 100 guldens;
- zijn nicht Maria Gerritsen Smit, 50 guldens;
- zijn nicht Aeltien Gerritsen Smit, 50 guldens;
- aan Brinks Wieger, tot Egede, 2 ducaten;
- aan Godsarmen alhier, 50 guldens [T0079_INV7_p178].

1781-04-28: Dienaa Gerrits, ev Frederik Jan Jansen, nicht testator (Testament Henderik Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1781-05-30: Dina Gerrits, ev Fredrik Jan Jansen, nicht testator (Testament Hendrik Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Dina Gerrits heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Gerrit Jansen (haar zoon) en Gerritdina Meijer.

Woonde te Bruinehaar (01-02-1777); Vriezenveen (20-05-1817); Bruinehaar (29-08-1817, tot 26-12-1826). 
Gerrits, Dina (I12044)
 
1561 1772-06-21: Testament van Albert Jansen, wonende te Bruinehaar, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- de kinderen van zijn nicht Geese Gerritsen Smit, in echte verwekt bij haar man Geert Jansen, genaamd Gerridina, Jenneken en Jan Geerts, mitsgaders zijn neef Henderik Gerritsen Smit, als enige en universele erfgenamen;
- zijn neef Henderik Gerritsen Smit, 250 guldens;
- zijn nichten dochter, genaamd Jenneken Geerts {is zij dit?}, zijn kerkboek met zilveren crappen;
- de zoon van Geert Jansen, genaamd Jan Geerts, zijn kist;
- zijn neef Engbert Gerritsen Smit, 50 guldens;
- Jan Gerritsen Smit, zijnde zijn neef, 100 guldens;
- zijn neef Frerik Gerritsen Smit, 100 guldens;
- zijn nicht Maria Gerritsen Smit, 50 guldens;
- zijn nicht Aeltien Gerritsen Smit, 50 guldens;
- aan Brinks Wieger, tot Egede, 2 ducaten;
- aan Godsarmen alhier, 50 guldens [T0079_INV7_p178]. 
Geerts, Jenneken (I65138)
 
1562 1772-06-21: Testament van Albert Jansen, wonende te Bruinehaar, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- de kinderen van zijn nicht Geese Gerritsen Smit, in echte verwekt bij haar man Geert Jansen, genaamd Gerridina, Jenneken en Jan Geerts, mitsgaders zijn neef Henderik Gerritsen Smit, als enige en universele erfgenamen;
- zijn neef Henderik Gerritsen Smit, 250 guldens;
- zijn nichten dochter, genaamd Jenneken Geerts, zijn kerkboek met zilveren crappen;
- de zoon van Geert Jansen, genaamd Jan Geerts, zijn kist;
- zijn neef Engbert Gerritsen Smit, 50 guldens;
- Jan Gerritsen Smit, zijnde zijn neef, 100 guldens;
- zijn neef Frerik Gerritsen Smit, 100 guldens;
- zijn nicht Maria Gerritsen Smit, 50 guldens;
- zijn nicht Aeltien Gerritsen Smit, 50 guldens;
- aan Brinks Wieger, tot Egede, 2 ducaten;
- aan Godsarmen alhier, 50 guldens [T0079_INV7_p178].

1781-04-28: Engbert Gerrits, broer testator, benoemd tot legataris van 20 gulden (Testament Henderik Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1781-05-30: Engbert Gerrits, broer testator, benoemd als legataris van 20 gulden (Testament Hendrik Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Bruinehaar (25-05-1764). 
Smit, Engbert (I13151)
 
1563 1772-06-21: Testament van Albert Jansen, wonende te Bruinehaar, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- de kinderen van zijn nicht Geese Gerritsen Smit, in echte verwekt bij haar man Geert Jansen, genaamd Gerridina, Jenneken en Jan Geerts, mitsgaders zijn neef Henderik Gerritsen Smit, als enige en universele erfgenamen;
- zijn neef Henderik Gerritsen Smit, 250 guldens;
- zijn nichten dochter, genaamd Jenneken Geerts, zijn kerkboek met zilveren crappen;
- de zoon van Geert Jansen, genaamd Jan Geerts, zijn kist;
- zijn neef Engbert Gerritsen Smit, 50 guldens;
- Jan Gerritsen Smit, zijnde zijn neef, 100 guldens;
- zijn neef Frerik Gerritsen Smit, 100 guldens;
- zijn nicht Maria Gerritsen Smit, 50 guldens;
- zijn nicht Aeltien Gerritsen Smit, 50 guldens;
- aan Brinks Wieger, tot Egede, 2 ducaten;
- aan Godsarmen alhier, 50 guldens [T0079_INV7_p178].

1781-04-28: Freederik Gerrits, woont te Sibculo, broer testator, benoemd tot legataris van 200 gulden (Testament Henderik Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1781-05-30: Freederik Gerrits, woont te Sibculo, broer testator, benoemd als legataris van 150 gulden (Testament Hendrik Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1818-06-26: Notaris Warnaars, 1818, nr. 175, publieke verkoop van mobilia, enz.
1818-11-03: Notaris Warnaars, 1818, nr. 242, publieke verkoop van vast goed (huis).
1819-04-29: Notaris Warnaars, 1819, nr. 076, gecollationneerde kopij van een exploit.
1819-04-29: Notaris Warnaars, 1819, nr. 077, gecollationneerde kopij van een brief.
1819-04-29: Notaris Warnaars, 1819, nr. 078, gecollationneerde kopij van een brief.

Woonde te Bruinehaar (12-01-1771); Sibculo (24-01-1775, 04-02-1775); Vriezenveen. 
Smit, Fredrik (I37161)
 
1564 1772-06-21: Testament van Albert Jansen, wonende te Bruinehaar, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- de kinderen van zijn nicht Geese Gerritsen Smit, in echte verwekt bij haar man Geert Jansen, genaamd Gerridina, Jenneken en Jan Geerts, mitsgaders zijn neef Henderik Gerritsen Smit, als enige en universele erfgenamen;
- zijn neef Henderik Gerritsen Smit, 250 guldens;
- zijn nichten dochter, genaamd Jenneken Geerts, zijn kerkboek met zilveren crappen;
- de zoon van Geert Jansen, genaamd Jan Geerts, zijn kist;
- zijn neef Engbert Gerritsen Smit, 50 guldens;
- Jan Gerritsen Smit, zijnde zijn neef, 100 guldens;
- zijn neef Frerik Gerritsen Smit, 100 guldens;
- zijn nicht Maria Gerritsen Smit, 50 guldens;
- zijn nicht Aeltien Gerritsen Smit, 50 guldens;
- aan Brinks Wieger, tot Egede, 2 ducaten;
- aan Godsarmen alhier, 50 guldens [T0079_INV7_p178].

1781-04-28: Jan Gerrits, broer testator, benoemd tot legataris van 20 gulden (Testament Henderik Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1781-05-30: Jan Gerrits, broer testator, benoemd als legataris van 20 gulden (Testament Hendrik Gerrits). [Toeg0079_Inv8] 
Smit, Jan (I66432)
 
1565 1772-06-21: Testament van Albert Jansen, wonende te Bruinehaar, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- de kinderen van zijn nicht Geese Gerritsen Smit, in echte verwekt bij haar man Geert Jansen, genaamd Gerridina, Jenneken en Jan Geerts, mitsgaders zijn neef Henderik Gerritsen Smit, als enige en universele erfgenamen;
- zijn neef Henderik Gerritsen Smit, 250 guldens;
- zijn nichten dochter, genaamd Jenneken Geerts, zijn kerkboek met zilveren crappen;
- de zoon van Geert Jansen, genaamd Jan Geerts, zijn kist;
- zijn neef Engbert Gerritsen Smit, 50 guldens;
- Jan Gerritsen Smit, zijnde zijn neef, 100 guldens;
- zijn neef Frerik Gerritsen Smit, 100 guldens;
- zijn nicht Maria Gerritsen Smit, 50 guldens;
- zijn nicht Aeltien Gerritsen Smit, 50 guldens;
- aan Brinks Wieger, tot Egede, 2 ducaten;
- aan Godsarmen alhier, 50 guldens [T0079_INV7_p178].

1781-04-28: Maria Gerrits, woont te Erm, onder het Drostambt van Drenthe, zus testator, benoemd tot legataris van 20 gulden (Testament Henderik Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Erm. 
Smit, Maria (I73254)
 
1566 1772-06-23: Jannes Frederixen Tuitertien, welke verklaarde in 1772 verkocht te hebben een goorden, beginnende achter Coopmans goorden, zover als dezelve omgraven leijd, daar benevens nog een goordentien, liggende achter de Waterleijdink, in zover
als omgraven leijd, alsmede nog een goordentjen, gelegen achter die van de erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, met een vrije op welke daar heen, en van dan, te varen en te drijven, tussen de landerijen van de wedw Henrik Gerrits Coster en
Henderik Hinderixen, en Derk Arens d Smit, cs, ten profijte van Frederik Gerritsen {is hij dit?} en zijn erfgenamen, voor een som van 75 guldens [T0079_INV7_p179].

1793-05-22: Op 22 mei 1793 geeft Fredk Gerrits aan het sterfgeval van zijn zuster Trijntjen bestaande in een half huis en onderhorige landerijen [T0003.1_INV2668].
9567

1793-06-01: Op 1 juni 1793 geeft Janna Harms aan dat zij gekocht heeft van Fredk Gerrits een huis met land voor 300 [T0003.1_INV2668].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Gerrits, Fredrik (I21767)
 
1567 1772-09-13: Rinke, woont te Haskerhorne, is gedoopt.
1812-12-02: Rinke, 39, woont te Oosterzee, krijgt bij de naamsaanneming de naam 'Hornstra'. 
Hornstra, Rinke (I3026)
 
1568 1772-11-05: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jenneken Egberts, weduwe van wijlen Berent Alberts Roelofs, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Hermannus Braemer als haar voogd, waarin genoemd:
- haar stiefzoon Berent Berents Roelofs, nagelaten zoon van wijlen Berent Alberts Roelofs, als enige en universele erfgenaam;
- de kinderen van haar broer Gerrit Egberts, alle hare na te laten kleren, en al wat tot haar lijf is of mocht behoren, zijnde de kinderen genaamd Berent, Egbert, Janna en Jan [T0079_INV7_p182].

1820-06-07: Notaris Warnaars, 1820, nr. 089, borgtocht (tbv het Rijk). 
Ente, Berend (I12569)
 
1569 1772-11-05: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jenneken Egberts, weduwe van wijlen Berent Alberts Roelofs, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Hermannus Braemer als haar voogd, waarin genoemd:
- haar stiefzoon Berent Berents Roelofs, nagelaten zoon van wijlen Berent Alberts Roelofs, als enige en universele erfgenaam;
- de kinderen van haar broer Gerrit Egberts, alle hare na te laten kleren, en al wat tot haar lijf is of mocht behoren, zijnde de kinderen genaamd Berent, Egbert, Janna en Jan [T0079_INV7_p182].

Omstreeks 1788 vertrok hij op 25-jarige leeftijd van Vriezenveen naar Amsterdam. Hij heeft in 1793 samen met zijn zwager Gerrit Seppenwolde, gehuwd met Aaltje Luttinkhuijs, een huis, met huisnaam 'Tamme', met erf aan de Goudsbloemstraat, zuidhoek
Eerste Goudsbloemdwarsstraat (Kerkdwarsstraat) gekocht [bron: E-mail Cor Enter, d.d. 03-10-2009].

1811-02-03 te Amsterdam: Jan Ente, getuige bij doop van zijn neefje Gerret Coffrie.

1820-06-07: Notaris Warnaars, 1820, nr. 089, borgtocht (tbv het Rijk).

Woonde te Vriezenveen; Amsterdam, Goudsbloemstraat. 
Ente, Jan (I12566)
 
1570 1772-11-05: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jenneken Egberts, weduwe van wijlen Berent Alberts Roelofs, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Hermannus Braemer als haar voogd, waarin genoemd:
- haar stiefzoon Berent Berents Roelofs, nagelaten zoon van wijlen Berent Alberts Roelofs, als enige en universele erfgenaam;
- de kinderen van haar broer Gerrit Egberts, alle hare na te laten kleren, en al wat tot haar lijf is of mocht behoren, zijnde de kinderen genaamd Berent, Egbert, Janna en Jan [T0079_INV7_p182]. 
Gerrits, Egbert (I12565)
 
1571 1772-11-14: Geertjen Egberts, weduwe van wijlen Guert Wolters Schuirman, voor haar zelfs en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met haar voogd Jannes Hinderix, benevens Albertus Schuirman en zijn vrouw Janna
Egberts, welke verklaarden in 1772 verkocht te hebben een goorden, zelven omgraven leijd, liggende in de landerijen van Henderik Spijker, tussen de Waterleijdink en de Buteren doorgegravenen weg, ten profijte van haar broer Jan Egberts en zijn
erfgenamen, voor een som van 205 guldens [T0079_INV7_p183vo]. 
Schuurman, Albertus (I34049)
 
1572 1772-12-22: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Clomp en zijn vrouw Jenneken Telgenkamp, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Gerrit ter Heijne als haar voogd, waarin genoemd:
- beide maken elkaar enige en universele erfgenaam;
- beide aan hun zoon Jannes Clomp, legitieme portie;
- beide aan de kinderen van hun zoon Jannes Clomp, genaamd Janna, Maria Ehelisabeth;
- Jannes Clomp en zijn vrouw, de tijd hares levens het vruchtgebruik daarvan hebben [T0079_INV7_p184vo].

1793-09-07: Jannes Reinders en zijn vrouw Maria Klomp, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerrit Reinershuis en Leida Gesina Reinershuis, woonende te Geesteren een som van 550 guldens, zij comparanten tot een speciaal hypotheek en onderpand
stellen haar huis en daaronder horend landerijen, alles zo en als zij het op 20 februari 1793 gerechtelijk hebben aangekocht van Engbert Koersen [T0079_INV10_p146].

1817-09-11: Notaris Warnaars, 1817, nr. 184, testament Jannes Reijnders.
1817-09-11: Notaris Warnaars, 1817, nr. 185, testament Maria Klomp.
1818-12-09: Notaris Warnaars, 1818, nr. 266, gifte onder de levenden.

Maria Klomp heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Joannes Reiners (haar zoon) en Maria Oude Voshaar en tussen Joannes Reiners (haar zoon) en Aleida Ruhof.

Maria Klomp verklaarde niet te kunnen schrijven bij het huwelijk tussen Bernardus Reinders (haar zoon) en Joanna Hoofman (onverwant), op 27 november 1829 te Vriezenveen afgesloten.

Woonde te Vriezenveen (27-02-1791, 17-04-1819); Vriezenveen, Westeinde 160 (09-08-1819); Vriezenveen (26-05-1821, 27-11-1829); Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde (tot 03-06-1846). 
Klomp, Maria Elisabeth (I11369)
 
1573 1772-12-22: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Clomp en zijn vrouw Jenneken Telgenkamp, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Gerrit ter Heijne als haar voogd, waarin genoemd:
- beide maken elkaar enige en universele erfgenaam;
- beide aan hun zoon Jannes Clomp, legitieme portie;
- beide aan de kinderen van hun zoon Jannes Clomp, genaamd Janna, Maria Ehelisabeth;
- Jannes Clomp en zijn vrouw, de tijd hares levens het vruchtgebruik daarvan hebben [T0079_INV7_p184vo].

1818-12-06: Notaris Warnaars, 1818, nr. 263, borgsom.

Woonde te Vriezenveen (15-02-1789). 
Klomper, Janna (I14741)
 
1574 1772: Lidmaat te Uelsen [bron: Website Online-ofb.de].
Gerrit Schuurman (60 jaar, landbouwer te Bruinehaar) was getuige bij het overlijden van Egbert Engbers (zijn buurjongetje), overleden op 12 januari 1812 te Vriezenveen, waarbij hij verklaarde niet te kunnen schrijven. Woonde te Bruinehaar
(13-09-1750, 12-01-1812); Vriezenveen (tot 09-02-1814). 
Schuurman, Gerrit (I12099)
 
1575 1772: Lidmaat te Uelsen [bron: Website Online-ofb.de]. Woonde te Vriezenveen. Jansen, Aaltjen (I10692)
 
1576 1773-01-20: Berent Gerritsen Pijp, welke verklaarde in september 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, gelegen in de landerijen van het zgn Olde Scholsland, zijnde de beide bovere wanden met 50 treden roede maat veengrond
daarachter, gelimiteerd oostwaarts Jan Gerritsen en westwaarts het zgn Sijmensland, ten profijte van Jan Egberts en zijn vrouw Grietjen Berents Smelt, voor een som van 190 guldens [T0079_INV7_p200].

1777-01-20: Berend Gerrits Pijper, welke verklaarde in 1776 verkocht te hebben zijn gras of hooigoorden, gelegen en beginnende aan deze kant van de Waterleijdink achter of voor het grooste (?) gedeelte in de landerijen van Derk Aerentsen Smit, zo
verre aldien om graevin (?), alhier op het Vriezenveen gelegen, en dat vrij van verpondinge en contributien, en aangaande den op weg daarin en met hooi uit te varen zal moeten en kunnen geschieden ingevolge decreet van het Scholtengericht van
Vriezenveen op authorisatie en approbatie van wijlen zijn Excellentie, den Heere Ad P Z Graeff van Rechteren, etc, Hoog Zalr gedachtenisse op 24 en 27 meij 1740 afgegeven, dat 3 jaren den opweg zal gaan op en over het land van de wed Jan Evertman
ofte nu Lutgerdina Eevertman ende 2 jaren op en over het land van wijlen Jan Wolters Smit en dat van Jannes Freederiks Tuitertien, zgn cs en dat aan handen en ten profijte van Gerrit Schipper en zijn vrouw, voor een som van 170 guldens
[T0079_INV8_p064]. 
Pijper, Berend (I5645)
 
1577 1773-01-20: Berent Gerritsen Pijp, welke verklaarde in september 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, gelegen in de landerijen van het zgn Olde Scholsland, zijnde de beide bovere wanden met 50 treden roede maat veengrond
daarachter, gelimiteerd oostwaarts Jan Gerritsen en westwaarts het zgn Sijmensland, ten profijte van Jan Egberts en zijn vrouw Grietjen Berents Smelt, voor een som van 190 guldens [T0079_INV7_p200].

1780-09-xx: Berent Luicas en Berent ten Caete, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Claas Jansen en zijn vrouw Janna Luicas Schoemaker, welke verklaarden op 5 februari 1780 verkocht te hebben het huis met ruim 300 treden goorden
land op Olde Scholsland gelegen, zijnde gelimiteerd oostwaarts de weedw Jan Gerritsen en westwaarts Sijmesland, ten profijte van Jan Egbers Pleij en zijn vrouw, voor een som van 330 guldens [T0079_INV8_p181].

Woonde te Vriezenveen (01-08-1767). 
Pleij, Jan (I758)
 
1578 1773-01-20: Roelof Wiegers, noie uxous zijn vrouw Grieten ten Cate, en Harmannus Boesschen en zijn vrouw Jana ten Cate, mitsgaders Jannes Derksen Feijer, en als vader en wettige voogd van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Henderikjen ten Cate
in echte geprocerreerd, benevens Hinderik ten Cate, de rato caverende voor Grehardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate bij wijlen zijn vrouw Frederica ten Cate in echte verwekt, tezamen kinderen
en erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, welke verklaarden op 28 maart 1772 verkocht te hebben het zgn Busscherland, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, en eindigende tot aan de buiteren doorgravenen weg of anders aan Henderik Schoemakersland toe,
exempt de goordens of land, zo voorheen daaruit verkocht zijn, zo en als het wijlen Jan ten Cate in zijn gebruik gehad heeft, gelimiteerd oostwaarts het zgn Paesschensland en westwaarts het zgn Krikken Berentsland, voor een som van 437 guldens,
ten profijte van de koopman Jan Gerritsen en zijn vrouw Magdalena Herwig [T0079_INV7_p197].

1780-11-18: De erfgenamen van Janna Luicas, met namen Henderik ten Caate, Jan Jansen, Claas Jansen, Grietien en Janna ten Caate, benevens Jan Jansen, wier woonachtig te Amsterdam, voor welke beide laatst genoemde Henderik ten Caate in deze
caveert, welke verklaarden in 1780 verkocht te hebben
een akker lands in Bongersland gelegen, beginnende met de Dijk of de Aa, ten profijte van Gerhardus Rhee en zijn vrouw, voor een som van 75 guldens en 1 stuiver [T0079_INV8_p185].

Woonde te Almelo (29-07-1748, 11-05-1749). 
Rhee, Gerhardus (I27117)
 
1579 1773-02-12: Berent Henderix en zijn vrouw Janna Gerritsen, welke verklaarden in 1772 verkocht te hebben huis, staande aan deze nieuwe Kerkweg, zuidzijde, op het westere vierendeel van de zgn Snt Cruccens Viccarie [=Kruisvicarie], voor een som van
200 guldens, ten profijte van Albertus Rierink en zijn vrouw Berentdina Boom [T0079_INV7_p204].

1773-03-06: De kerkmeesters Henderik Braemer en Derk jansen, als provisoren van de armenstaat, welke verklaarden op 4 februari 1772 verkocht te hebben de vaste goederen van Jan Jansen ten Cate, alias Wevers Pol, bestaande in het overschot van het
huis, zo voor de verkoop voor enige tijd verbrand is, alsmede de halve brink, benevens 3 a 4 wand bouwland met het zaadgewas waaronder enige goorenland, en een koeweide, oa bezwaard met een jaarlijksen uitgang van enige viccarien rogge, aan de 2e
predikant van Almelo an contingent te moeten verdeeld en betaald worden, ten profije van Berent Henderix Kuijper en zijn vrouw Janna Gerritsen, alhier, voor een som van 280 guldens [T0079_INV7_p208vo].

1773-03-06: Berent Henderix en zijn vrouw Janna Gerritsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan Albert Santboer, als voogd van het nagelaten kind of meisjen van Jan Jansen ten Cate, alias Wevers Pol, bij wijlen zijn 1e vrouw in echte verwekt,
genaamd Janna Jansen, een som van 100 guldens, spruijtende uit zekere maegscheijdinge van data ... [puntjes] tussen hem Wevers Pol en de voogden opgericht, welke in de vaste goederen van voors Pol gevestigd was, en nu door gemelde Berent
Hinderixen op 4 februari 1772 gerechtelijk aangekocht zijn, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en de 3 a 4 wanden bouwland en goordenland, alsmede een koeweide, in het zgn Wevers Polsland [T0079_INV7_p209vo].

1781-06-01: Harmen Schijpper en zijn vrouw Fenneken Hoff, Harmannus Hof en zijn vrouw Janna Egbers, benevens Berent Jansen Hoff, voor hem zelfs en als vader en wettige voogd van zijn onmondige kinderen, welke verklaarden op 9 januari 1781
verkocht te hebben een akker booverweegsland, onverscheiden met Derk Drosten, ten profijte van Albt ten Oever en Beerent Bos, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p207].

1781-06-01: H Schipper en zijn vrouw Fenneken Hoff, Harmannus Hoff en zijn vrouw Janna Egbers, benevens Berent Jansen Hoff, voor hem zelf en als vader en wettige voogd van zijn onmondige kinderen, welke verklaarden op 9 januari 1781 verkocht te
hebben een akker booverweegsland, recht opgaans, onverscheiden met Derk Drosten, ten profijte van Albt ten Oever en Berent Bos, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p210].

1802-09-22: Op 22 september 1802 heeft Jan Schoenmaker in de 50e penning aangegeven een aankoop van 7 wand bouwland, liggende op het zgn Hendrik ten Caate zijn land, aangekocht van Berent van den Bos voor 320 guldens [T0003.1_INV6012_p09].

1802-12-28: Op 28 december 1802 heeft Berent van den Bosch in den 50sten pennink aangegeven een aankoop van een huis met den brink en daar aan volgende grasland met 3 wanden bouwland van voren aan tegen melkanderen met 2 koeweiden beginnende van
het buijtene hekke en zijn eigende aan den olden graven alles liggende in de landerijen van wijlen Jannes Post, aangekocht van Fredrik Harms voor 950 guldens [T003_1-INV6012/T0079_INV45].

1808-05-15: Op 15 mei 1808 zijn verschenen Berend Bosch en zijn vrouw Janna Gerrits, welke verklaarden kort geleden te hebben verkocht aan Hendrikus Gerrits en zijn vrouw Aaltien Kobes & Albert Berends en zijn vrouw Janna Harmsen, hun huis en
erve, gelegen in het Oosteinde, met alle de daaraan horige landerijen bestaande in enige wanden bouwland en 2 koeweiden, opgaands het erve, als zij lieden het zelve huis en landerijen voor enige jaren van Fredrik Harms en vrouw hebben aangekocht
en sedert in eigendom bezeten en zulks voor een som van 500 guldens [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (03-12-1763, tot 25-07-1814). 
Bos, Berend (I11917)
 
1580 1773-02-12: Berent Henderix en zijn vrouw Janna Gerritsen, welke verklaarden in 1772 verkocht te hebben huis, staande aan deze nieuwe Kerkweg, zuidzijde, op het westere vierendeel van de zgn Snt Cruccens Viccarie [=Kruisvicarie], voor een som van
200 guldens, ten profijte van Albertus Rierink en zijn vrouw Berentdina Boom [T0079_INV7_p204].

Woonde te Almelo (11-04-1756). 
Boom, Berendina (I12858)
 
1581 1773-02-12: Berent Henderix en zijn vrouw Janna Gerritsen, welke verklaarden in 1772 verkocht te hebben huis, staande aan deze nieuwe Kerkweg, zuidzijde, op het westere vierendeel van de zgn Snt Cruccens Viccarie [=Kruisvicarie], voor een som van
200 guldens, ten profijte van Albertus Rierink en zijn vrouw Berentdina Boom [T0079_INV7_p204].

Woonde te Hengelo (11-04-1756). 
Rievink, Barthold (I12854)
 
1582 1773-02-16: Koert Heijdeman en zijn vrouw Aleijda ten Cate, welke verklaarde schuldig te zijn aan Claas Cruijs en zijn vrouw, eens deels wegens restante penningen, zo hij Koert Heijdeman voornt van de West Indische reijse tot Almelo schuldig was,
welke penningen hij Claes Cruijs aanneemt, als zijn eigen schuld te zullen voldoen, de som van 957 guldens, alsmed dat hij Claas Cruijs aanneemt, voor rekeningen van voors Coert Heijdeman en zijn vrouw aan de Scholtus Dikkers wegens verschuldigde
's landsmiddelen en geleverde bieren, een som van 143 guldens, tezamen een som van 1100 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op een akker lands opgaans met het daarop staande huis, voor een gedeelte onverscheiden met Albert
Wolters Costers en Egbert Jonkman, gelimiteerd oostwaarts het zgn Jan Luijerinksland en westwaarts Gerrit Heethuijs, mitsgaders een halve akker land in Croemenland westert, met een akker woestenland in de westere woestene, alsmede in Scholten
Harmsland, het bovereland een akker, en daar benevens in het zelve land heen buiten 2 koeweiden, en 2 goordenties [T0079_INV7_p205].

1773-02-19: Koert Heijdeman en zijn vrouw Aleijda ten Cate, welke verklaarden schuldig te zijn Jasper ten Cate en zijn vrouw, wegens ontvangen en verstrekte penningen, ingevolge obbligatie en handschrift van 18 maart 1769 is mede aan verlopene
interest 12 guldens, een som van 462 guldens, en wegens aangenomen en betaalde penningen aan Egbert Hufkes te Almelo, een som van 100 guldens, tezamen een som van 562 guldens, alsmede aan Henderikjen Willems, wegens verdient meijde loon, een som
van 188 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, met een akker lands, daar het huis op staat, opgaans voor een gedeelte onverscheiden met Egbert Jonkman en Albert Wolters, gelimiteerd westwaarts Gerrit Heethuijs en
oostwaarts het zgn Jan Luijerinksland, cs, voorts een halve akker in Croemenland, westert, met een akker woestenland in de westere woestene, voorts inhet zgn Scholten Hermesland, 2 koeweiden, en 2 goordenties [T0079_INV7_p206].

1785-02-05 (?): Gerrit Heethuijs en zijn vrouw Cunnegien Fredriks Waanders, verklaarden schuldig te zijn aan Albert Prinsen en zijn vrouw Geertjen Smelt, een som van 120 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar hooimaat van de
Weeteringe tot aan de Aa, gelimiteerd oostwaarts Egbert Jonkman en Albert Coster en westwaarts Albert Prinsen [T0079_INV9_p067vo].

1790-08-05: Schuldbekentenis van Gerrit Heethuis en zijn vrouw Kunne Freriks Waanders, wegens opgenomen en ontvangen penningen, schuldig te wezen aan Albert Prinsen en zijn vrouw, een som van 132 guldens, bij dezen gerechtelijk komen te
verhypothiceren en veronderpanden haar personen en goederen, en in specie haar eigen toe behorende 4 akkeren hooiland, van den zogenaamde Oldenweg tot en met de dijk of de Aa, gelegen in eerste gevers landerijen [T0079_INV10_p085].

1794-08-12: Gerrit Heethuis en zijn vrouw Cunne Freriks, verklaarden schuldig te wezen aan Geertjen Smelt, wedw van Albert Prinsen, een som van 515 guldens, compten verhypothiceren en veronderpanden haar buijterland van de Kerkweg tot aan de Dijk
[T0079_INV10_p165vo].

Woonde te Vriezenveen (14-09-1766). 
Heethuijs, Gerrit (I11651)
 
1583 1773-03-06: Berent Henderix en zijn vrouw Janna Gerritsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan Albert Santboer, als voogd van het nagelaten kind of meisjen van Jan Jansen ten Cate, alias Wevers Pol, bij wijlen zijn 1e vrouw in echte verwekt,
genaamd Janna Jansen, een som van 100 guldens, spruijtende uit zekere maegscheijdinge van data ... [puntjes] tussen hem Wevers Pol en de voogden opgericht, welke in de vaste goederen van voors Pol gevestigd was, en nu door gemelde Berent
Hinderixen op 4 februari 1772 gerechtelijk aangekocht zijn, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en de 3 a 4 wanden bouwland en goordenland, alsmede een koeweide, in het zgn Wevers Polsland [T0079_INV7_p209vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
ten Cate, Johanna (I21519)
 
1584 1773-04-08: Jan Berends Kenkhuijs en zijn vrouw Henderica Jansen Aman, welke verklaarden schuldig te zijn, uithoofde van zekere obligatie en daarop verlopen interest van 3 februari 1755 door wijlen hun schoonvader en vader Jan Aman en zijn vrouw
Metjen Claesen eigenhandig betekend, een som van 258 guldens en 18 stuivers, ten profijte van de kinderen en erfgenamen van wijlen d Scholte Gerrit Henderik Hesselink en wijlen zijn vrouw Janna Cruijs, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op het huis met de brink, zo en als hetzelve gebruiken, gelegen op het zgn Geerdinkmansland, tussen de behuizinge van Jan Coops en Gerrit Derksen, cs, met nog 2 wanden bouwland, benevens de stege met het houtgewas daarop staande, binnen de
Waterleijdink, alsmede nog 2 goordenties, gelegen op het zgn Jan Freriks of Missesland, mitsgaders een akker turfland op de oosterhoeve, mitsgaders nog 3 dagwerken hooiland in de deele gelegen [T0079_INV7_p212vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 04-03-1770). 
Kenkhuis, Jan (I13087)
 
1585 1773-04-08: Jan Berends Kenkhuijs en zijn vrouw Henderica Jansen Aman, welke verklaarden schuldig te zijn, uithoofde van zekere obligatie en daarop verlopen interest van 3 februari 1755 door wijlen hun schoonvader en vader Jan Aman en zijn vrouw
Metjen Claesen eigenhandig betekend, een som van 258 guldens en 18 stuivers, ten profijte van de kinderen en erfgenamen van wijlen d Scholte Gerrit Henderik Hesselink en wijlen zijn vrouw Janna Cruijs, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op het huis met de brink, zo en als hetzelve gebruiken, gelegen op het zgn Geerdinkmansland, tussen de behuizinge van Jan Coops en Gerrit Derksen, cs, met nog 2 wanden bouwland, benevens de stege met het houtgewas daarop staande, binnen de
Waterleijdink, alsmede nog 2 goordenties, gelegen op het zgn Jan Freriks of Missesland, mitsgaders een akker turfland op de oosterhoeve, mitsgaders nog 3 dagwerken hooiland in de deele gelegen [T0079_INV7_p212vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 23-02-1760). 
Smit, Gerrit (I15857)
 
1586 1773-04-09: Albert Menderink en zijn vrouw Fenneken Jaspers Braemhaer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff en zijn erfgenamen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3
en 3/8 deel akkers lands opgaans, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, exempt het huis en goordens van Henrik d Groot en Aleijda Smelt behorende, gelimiteerd oostwaarts de weedw van wijlen Frederik Braemer en westwaarts Jan
Henderik Wiegers [T0079_INV7_p213vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [dienstbode bij haar oom Harmen Berkhoff], 06-09-1755). 
Berkhof, Fennegjen (I10532)
 
1587 1773-05-22: Jenneken Jansen Smit, weduwe van wijlen Coert van Olde, als massarisse en boedelhoudster, en de rato caverende voor haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Henderik van Olde als haar voogd, welke verklaarde op 21 januari 1773 verkocht
te hebben 3 akkeren lands, beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot aan en met de Oldenweg, exempt de goordens zo daaruit voorheen verkocht zijn en thans behoren aan Jan Henderik Prinsen, Bernardus Stok en Gerrit Peppels, noie uxous,
gelimiteerd oostwaarts het zgn Roelof Smitsland en westwaarts het zgn Huijsmansland, mede het broekland achter de A gelegen tot aan en met de zgn Oldengraven, gelimiteerd oostwaarts het voorn Huijsmansland, voor een som van 514 guldens, ten
profije van Frederik Claesen d Jonge en zijn vrouw Jenneken Jansen [T0079_INV7_p214vo].

1798-05-18 Sch. [Archief Kruys, blad Oosteinde 19].

Woonde te Almelo (26-01-1770); St. Petersburg [Rusland] (1785). 
Peppels, Gerrit (I14649)
 
1588 1773-05-22: Testament, opgemaakt ten huize van, van Willem Henderiks, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn kinderen, met namen Coert Willemsen, mitsgaders het kind van zijn overleden zoon, genaamd Jenneken Henderiks, benevens de vrouw van Coert Albers, genaamd Janna Willems, als enige en universele erfgenamen;
- zijn dochter Henderica Willems, getrouwd aan Henderrik Berents Berkhof, legitieme portie;
- zijn overleden zoons kind, genaamd Jenneken, en aan het kind van Coert Wilemsen, genaamd Jenneken Coers, ieder 50 guldens;
- dochter Janna Willems, 80 guldens;
- diaconie alhier, 10 guldens [T0079_INV7_p215vo].

1788-08-26: Op 26 augustus 1788 zijn verschenen Berend Hendriks, Jan Hendrik Vossebeen en Jan Koerts, als voogden over het onmondige kind van wijlen Koert Albers en Janna Willems, welke verklaarden op 18 januari 1788 te hebben verkocht een huis
en gaarden, alhier op Vriezenveen gelegen hebbende aan de westkant Jan Nijboer en aan de oostkant Berend Vossebeen, koper is geworden Frerik Klumper voor een som van 234 guldens [T0079_INV10_p032vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748); Koekange (04-05-1766). 
Willems, Janna (I9827)
 
1589 1773-05-22: Testament, opgemaakt ten huize van, van Willem Henderiks, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn kinderen, met namen Coert Willemsen, mitsgaders het kind van zijn overleden zoon, genaamd Jenneken Henderiks, benevens de vrouw van Coert Albers, genaamd Janna Willems, als enige en universele erfgenamen;
- zijn dochter Henderica Willems, getrouwd aan Henderrik Berents Berkhof, legitieme portie;
- zijn overleden zoons kind, genaamd Jenneken, en aan het kind van Coert Wilemsen, genaamd Jenneken Coers, ieder 50 guldens;
- dochter Janna Willems, 80 guldens;
- diaconie alhier, 10 guldens [T0079_INV7_p215vo].

1805-11-25: Op 25 november 1805 zijn verschenen Johannes Engberts en zijn vrouw Hermina van Dijk, welke verklaarden te hebben verkocht aan Jan Hendk Nijkamp en zijn vrouw Jennegien Koerssen, in het jaar 1789 een huis en schuur, 2 akkeren lands
opgaans, met daarop stande houtgewas, staande en gelegen in het Westeinde, uitgezonderd 3 van de beste eikenbomen, de welke verkopers aan zicht hebben gehouden, en zijnde voorts nog van voorgemelde 2 akkeren lands opgaans, uitgezonderd de helft
van Jan Reutenland gelegen tussen dezen kerkweg en de waterleiding, hetgeen dus beide in dezen koop niet is begrepen, voor de som van 1100 guldens [T0079_INV15].

1805-11-25: Op 25 november 1805 zijn verschenen Jan Hendk Nijkamp en zijn vrouw Jennegien Koerssen, welke verklaarden te hebben verkocht aan Berend Smelt Jz en zijn vrouw Leijda Hendriks, in de maand april 1805 de helft van hun huis, aan de
westzijde, alsmede de helft van 2 akkeren lands opgaans, met het daarbij behorende houtgewas, zijnde 2 van de daarop staande beste eikenbomen, alsmede de helft van Jan Reutenland, tussen deze Kerkweg en de Waterleiding, in deze koop niet
begrepen, als mede hebben dverkopers uitbedongen, om het hofje aan de oostzijde van het huis strekkende zich zuidwaards, tot aan de Storksboom, de welke daarmede in wordt begrepen, voor zich te behouden, als zo comparanten het zelve van Johannes
Engberts en vrouw in zijn geheel hebben aangekocht, voor een som van 900 gulden [T0079_INV15].

Jenneken Koors heeft niet geleerd en verklaarde het schrijven niet te hebben geleerd bij het huwelijk tussen Gerrit Abbink en Hanna Nijkamp (haar dochter), op 9 december 1820 te Vriezenveen afgesloten.

Bouwvrouw in 1820, landbouwster in 1822.

Woonde te Vriezenveen (13-04-1789, 05-09-1790, 18-01-1812, 06-05-1820, 09-12-1820, 26-05-1822); Vriezenveen, Westeinde 340 (tot 01-09-1822). 
Coerts, Jenneken (I866)
 
1590 1773-05-22: Testament, opgemaakt ten huize van, van Willem Henderiks, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn kinderen, met namen Coert Willemsen, mitsgaders het kind van zijn overleden zoon, genaamd Jenneken Henderiks, benevens de vrouw van Coert Albers, genaamd Janna Willems, als enige en universele erfgenamen;
- zijn dochter Henderica Willems, getrouwd aan Henderrik Berents Berkhof, legitieme portie;
- zijn overleden zoons kind, genaamd Jenneken, en aan het kind van Coert Wilemsen, genaamd Jenneken Coers, ieder 50 guldens;
- dochter Janna Willems, 80 guldens;
- diaconie alhier, 10 guldens [T0079_INV7_p215vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 09-01-1768). 
Willems, Hendrika (I12198)
 
1591 1773-06-28: Jan Gerrisen en Jannes Derksen Feijer, als voogden van de nagelatene kinderen van wijlen Jannes Lamberts en wijlen zijn vrouw Berendina Feijer, welke op 12 januari 1773 verkocht hebben het huis van wijlen Jannes Lambers voornt, met
een hofjen, daarvoor, aan deze nieuwe Kerkweg, in de landerijen van Hendericus Brink, tussen de landerijen van Hend Brouwer en het huis van Cuijper Jan, met zijnen vrijen opweg, en het recht om in en uit het huis te gaan en te varen, wanneer het
de koper zal gelieven, mitsgaders een goorden, gelegen aan de zuidkant van de Kerkweg, achter het huis van wijlen Harmen Joost, beginnende daar de paal staat, of daar de breete (?) op houd en zo buiten ingaande zover dien omgraven is, ten
profijte van Benjamin ten Bruggenkate en zijn erfgenamen, voor een som van 1000 guldens [T0079_INV7_p218].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Willems, Jenneken (I21235)
 
1592 1773-09-20: Jan Wolterus Boerman en zijn vrouw Henderica Jansen, welke verklaarden schuldig te zijn aan Berent Haegedoorn en zijn vrouw Christina Roos, woonachtig binnen Almelo, wegens van dezelve ontvangene en aan hun afgeleverde winkelwaren,
een som van 320 guldens en 15 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, schuur en goorden, zover dien afgegraven of afgescheiden is, staande en gelegen aan deze nieuwe Kerkweg op en in de landerijen van Gerrit Henderixen,
oostzijde de kinderen van wijlen Jan Clompemaker, en westzijde de steeg van voorn Gerrit Hinderixen, mitsgaders 3 wanen roede maat bouwland, gelegen op de landerijen van het zgn Huijsmansland [T0079_INV7_p222].

1790-12-06: Jan Wolters de Boer en zijn vrouw Henderica Jansen verklaren schuldig te zijn aan de koopman Barend Hagedoren en zijn vrouw Christina Rost te Almelo, een som van 1900 guldens, stellende een hypotheek met als onderpand hun huis, thans
door haar bewoond wordenen, met alle de landerijen daarbij, of daaronder horende, als een gaarden daarachter gelegen, 3 wanden bouwland, zo van de weduwe De Ruiter aangekocht, 3 koeweiden, en 8 wand bouwland, alsmede een gaarden, alle op Gerrit
Hendriksland gelegen [T0079_INV10_p093].

1793-05-27: Jan Wolters de Boer en zijn vrouw Henderika Jansen, verklaarden schuldig te zijn aan de koopman Berent Hagedoren, woonende te Almelo, een som van 260 guldens, te passeren vrij willig verwin of condemnatie op alle hunnen ganzen
inboedel des huizes, paarde, beesten, varkens of ander vee, gereedschappen, wagens, ploeg, van wat naam of aard het ook mocht zijn, daarvan niets uitgezonderd, alsmede het zaadgewas op het land, en een halve akker turfland [T0079_INV10_p144]. 
Hagedoorn, Berend (I36252)
 
1593 1773-12-14: Harmannus Boesschen en zijn vrouw Janna ten Cate, welke verklaarden in 1773 verkocht te hebben een gedeelte boverland of bouwland, met de opslag, daarachter gelegen op het ooster stuk, bovenwaarts in, beginnende van dat van voors
Harmns Boesschen, op het zgn Jan ten Catenland, oostwaarts Jan Boom en westwaarts het wester stuk van wijlen Jan ten Catenland, ten profijte van Jan Boom en zijn vrouw Berentjen Hermsen, voor een som van 190 guldens [T0079_INV7_p233].

Woonde te Rijssen, Grimberg (25-12-1762); Rijssen (30-05-1772); Notter (31-05-1772). 
Boom, Jan (I12885)
 
1594 1773-12-24: Testament, opgemaakt ten huize van, van Henderik Holland en zijn vrouw Janna Berkhof, de 1e enigszins zwak van lichaam, de 2e gezond van lichaam en bijgestaan met Jan Jonkman als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Berentjen Jonker, legitieme portie;
- hij zijn innocenten broer Bernardus Berents Holland, al hetgeen hij testator thans aan zijn moeder Berentjen Jonker voorschr te goede heeft, en onder haar berustende is, om hetzelve, na zijnen testators dood, ten zijne voordele te kunnen
profiteren;
- hij aan zijn innocenten broer, 50 guldens;
- hij aan Berend Jansen Brink, zoon van wijlen Jan Brink, bij Janna Berkhof in echte verwekt, zijn beste bruine kleed;
- hij zijn vrouw Janna Berkhof, enige en universele erfgenaam, alle verder na te latene goederen, zo roerende als onroerende, mobiele en immobiele, gene vandien uitgezonderd, van wat noeme en nature die ook zouden mogen wezen, edog de kleren, zo
linnen als ollen van hem door zijn voors erfgenamen van testators moeder voornt worden uitge..erd en overgegeven;
- zij aan haar man, een kinds gedeelte;
- beide aan de armen alhier, 25 guldens;
- beide aan de kerk alhier, 25 guldens [T0079_INV7_p234].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Holland, Bernardus (I10457)
 
1595 1773-12-29: Hendericus Berentsen en zijn vrouw Jenneken Willems Schipper, welke verklaarden schuldig te wezen aan hunnen zuster en schoonzuster Harmina Berentsen, wegens van haar in contanten en gereden gelde te hebben ontvangen, een som van 300
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar halve huis met het 4e part van de brink, onverscheiden met Henrik Claezen, cs, benevens 4 wanden bouwland, roede maat, en een goordentjen gelegen op het zgn Crols Claesland, ende een
halve akker turfland op de westerhoeve [T0079_INV8_p001].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Berends, Hermina (I15548)
 
1596 1774-01-17: Bernardus Geerdink, kleinkind van testator, wordt benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Berent Boer) [Toeg0079_Inv8]. Geerdink, Bernardus (I66608)
 
1597 1774-01-17: Bernardus Geerdink, zoon van testator, wordt benoemd tot legataris van zijn legiNOTE Tijd: portie (Testament Berent Boer) [Toeg0079_Inv8].

1776-12-26: Gerrit Geerdink, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijne kinderen, verklaarde schuldig te zijn aan zijn zwager Brenardus d Boer een som van 1135 guldens, herkomstig en uit hoofde van de ouderlijken boedel en
voor hem comparant verschotene penningen, voorts aan Jan de Graeff, wegens van de zelve genegotieerde en ontvangen penningen een som van 600 guldens, en dan aan comparants beide zusters, genaamd Frederica en Maria Geerdink, een som van 200
guldens, ...tende uit hoofde van hunnen ouderlijken boedel, alsmede aan Egbert Jonkman een som van 100 guldens, wegens aan hem compt verstrekte penningen en aan Aaltjen Berents een som van 200 guldens, en dan ook nog aan Jannes Claesen een som
van 200 guldens, en aan de kinderen van wijlen Gerrit de Ruijter een som van 350 guldens, alsmede aan dezelfs knecht Bartus Heethuijs wegens verdient loon een som van 150 guldens, en aan de Pastoor Meijer te Geesteren een som van 48 guldens, en
aan de weedw Jasper Bramer een som van 80 guldens, alsmede aan Jan Boerman, wegens gehaalde winkelwaren een som van 70 guldens, alsmede aan Gerrit van der Aa, wegens geleend geld, een som van 60 guldens, dus tezamen een som van 3193 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 4 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, alsmede 1,5 akker woestenland in de wester woesten, mitsgaders een akker boverweegesland, een goorden op het zgn Hols Jans
Derksland, 1,5 wand bouwland op 't voorschr Hols Jans Derksland, en dan nog een akker turfland op de oosterhoeve, alles alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p062].

Woonde te Vriezenveen (07-04-1759). 
de Boer, Bernardus (I66681)
 
1598 1774-01-17: Harmina Geerdink, kleinkind van testator, wordt benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Berent Boer) [Toeg0079_Inv8].

Volgens dr. Jonker gehuwd met Claas Horben. 
Geerdink, Harmina (I66607)
 
1599 1774-01-17: Janna Geerdink, kleinkind van testator, wordt benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Berent Boer) [Toeg0079_Inv8].

Volgens dr. Jonker gehuwd met Joh. Carl Horn. 
Geerdink, Janna (I66611)
 
1600 1774-01-17: Jannes Geerdink, kleinkind van testator, wordt benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Berent Boer) [Toeg0079_Inv8].

Woont te Amsterdam. 
Geerdink, Jannes (I66610)
 

      «Vorige «1 ... 28 29 30 31 32 33 34 35 36 ... 1755» Volgende»