|
|
|
|
Treffers 901 t/m 950 van 88,655
# |
Aantekeningen |
Verbonden met |
901 |
1720-02-19: Aaltien ten Caate, bijgestaan met Jan Harmsen Vetteker en Jan Bartels Dodde als haar voogd, mede tezamen de rato caverende voor haar man Berend Hinrixen, en dezelve aangenomen te hebben als haar eigen propre schuld voor welke som van
penningen de voornde voogden daarvoor staan ..ijden of morgen wachten en wachten, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, staande en gelegen op de westere Richterije, gelimiteerd oostwaarts Evert Mooijers en aan de westere zijde Pauwel
Hinrixen, met de put daarachter staande, voor een som van 380 guldens, aan handen van Gerrit Gerritsen Ruijter en zijn vrouw Geesien Hinrixen [T0079_INV4_p175].
Woonde te Vriezenveen. | Buter, Gerrit (I21583)
|
902 |
1720-02-19: Anneken Hinrixen, weduwe van wijlen Hinrik Roeleffs, bijgestaan met Frerik Janssen Tuttertien als haar voogd, voorts Jan Pauwels en Lambert Harms als voogden over de onmondige kinderen van wijlen Hinrik Roeleffs, welke verklaarden
verkocht te hebben 3 akkeren lands, beginnende van de weg van de Waterleijdik hen buijten in, of tot aan de Aa, alsmede de stege in delen dier daarin tegen liggen, gelimiteerd oostwaarts Berend ten Caate, westwaarts Cromneusenland, voor een som
van 1600 guldens, voorts koper hebben bescheiden de opweg naar woestenland gerechtigdheid te varen en te drijven, alsmede in een bekwame tijd, aan handen van Egbert ten Caate en zijn vrouw Jenneken Janssen, Berend ten Caate en zijn vrouw Aaltien
Berends, en Arend Bartels Dodde en zijn vrouw Jenneken Wolters [T0079_INV4_p173].
Woonde te Vriezenveen (17-09-1684). | Tutertjen, Berend (I11864)
|
903 |
1720-02-26: Ottho Luicas Koster, de rato caverende voor zijn absente broer Henrik Luicas Koster, welke verklaarde te heben verkocht een akker hooiland, gelegen in Pixenland, beginnende van de buijteren doorgravenen weg tot hem buijten in, voor
een som van 435 guldens, gelimiteerd oostwaarts Wicher Roeleffs en Jan Roeleffs Doctor, westwaarts Gerrit Hinrixen Braemhaer, en onverscheiden met comparants zus Janna Luicas Koster, aan handen van Hinrikjen Pauls, weduwe van wijlen Wolter
Levelts [T0079_INV4_p177].
1720-02-26: Ottho Luicas Koster, de rato caverende voor zijn absente broer Henrik Luicas Koster, welke verklaarde te heben verkocht een akker lands gelegen in Pixensland, beginnende van de buijteren doorgravenen weg tot hen buijten in, voor een
som van 440 guldens, gelimiteerd oostwaarts Wicher Roeleffs en Jan Roeleffs Doctor, westwaarts Gerrit Hinrixen Braemhaar, en onverscheiden met comparants zus Janna Luicas Koster, aan handen van Jan Pauwels en zijn vrouw Hinrickjen Janssen
Huijsman [T0079_INV4_p180].
1720-06-08: Frerik Janssen en Evert Harms Coster, als eerste als wettige gestelden voogden over de onnozele Janna Luicas Coster, en als 2e als volmrs van Henrik Costers, luid volmacht voor dezen Ed Gerecht op 29 maart 1719 gepasseerd, gelezen en
in waarden erkend, alsmede verschenen Hermen Costers en zijn vrouw Fenneken Schol, en ook gecompareerd Otto Coster zelfs, welke comparanten samen en bijzonder bekenden verkocht te hebben haar welgelegen huis, met de grond voor het huis tot aan
deze nieuwe kerkweg, en het goordenland achter het huis hen buijten tot aan de paal met hetgeen daarop staande, vrijland zonder bezwaar met de gehelen opworp van de sloot met de vrijen opweg te varen gins en weer bij de goorden in, en omtrent het
huis te varen en te drijven hetgene te doen hebben, zulks onverhinderd met een varkensgank in het gras en ekkelen alsmede hoender en eendengang onverhinderd te laten gaan, kopers zal het vrij staan achter aan het huis hen buijten iets wil
timmeren zal dezelve breedte aan de westzijde met het huis gelijk hen buijten tot op de sloot mogen betimmeren, nemende Hermen Kosters of de bezitter zijnes lands aan om aan de koper zoveel land als voor zijn huishouding gebruik nodig heeft, op
de aanvraag op bekwame tijd te zullen schieten om door koper daar af te mogen laten halen, voornde huis en goorden land voor en achter het huis gelegen tussen bepalinge, oostert de kerkstege, westwaarts Henrik Wolters en Hermen Costers, aan
handen en ten profijte van Henrik Spijker en zijn vrouw Grietien ten Caate, voor een som van kooppenningen [T0079_INV4_p191].
Woonde te Vriezenveen. | Koster, Janna (I34025)
|
904 |
1720-03-18: Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Luicas Kosters en zijn vrouw Fenneken Schol, alsmede Procurator Nicolaas Harrewich en zijn vrouw Janna Schol, voorts Jan Gerritsen ten Caate en zijn vrouw Aaltien Schol, nevens
Frederik Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonkman, als alle gezamenlijke kinderen en erfgenamen van wijlen kerkmeester Jan Schol en Jenneken Willemsen, welke verklaarden verkocht te hebben 3 akker tot buijten de Olden kerkweg en van daar
hen buijten wat meer zo het omgraven leijdt, gelimiteerd oostwaarts weduwe Waender Roeleffs, westwaarts Berendt Jansen Olijslaeger, met het huis en 2 schuren te veene, te velde, te heijde, te weijde, te top en te twiegh, met een akker hoevenland,
genaamd Patersland, onverscheiden met verkoper, en dat alle ingevolg opgerichten koopcedel van 13 januari 1719, hetgene daaruit bescheiden is, verkopers hebben bedongen de halve bomen in de plantage of genaamd de Horst aan de dijk zowel hard als
week niets uitgezonderd en zo de vader of de moeder die van nooden hadden tot zijn profijt zal mogen verkopen en anders zullen de 6 andere kinderen de voornoemenden halfscheid tezamen delen naar de grond en de eikels (?) al na de ouders dood bij
koper blijven, voorts heeft vader en moeder bescheiden voor eeuwig en altijd het huis buijten de kerkweg, en zo het mocht gebeuren dat verkopers of de zijne het huis wilden vertimmeren het aan de westkant, 2 voet mogen uitzetten en hen buijten
tot aan de glindt en van voren zo verre dat de weg onbeschadigd blijft, voor een som van 1800 guldens, aan handen van Jan Janssen Scholl en zijn vrouw Jenneken Hinrixen [T0079_INV4_p182].
Woonde te Vriezenveen (27-12-1685). | Willems, Jenneken (I14539)
|
905 |
1720-06-12: Jan Leuirink, bijgestaan met procurator Nicolaas Harwich als voogd en nevens Jan Pauwels en Jochem Adolph Bonthe als voogden over de 4 onmondige kinderen van wijlen Jan Leujrink, met approbatie van zijn Hoogh Graaff Excellentie van
Rechteren en zulks tot stuijr van hare creditoren ingevolge gerechtelijken en opgerichtigen voorwaarden en condities gepasseerd op 6 oktober 1719, welke verklaarden verkohct te hebben 2 wand bouwland, gelimiteerd oostwaarts Luicas Hols {is hij
dit?}, westwaarts Arendt Hinrixen, ten profijte van Albert Freriksen Jonker en zijn vrouw Jenneken Luicas Smidt, voor een som van 117 guldens en een stuiver, alsmede een goordentien, genaamd de Huisstede, gelimiteerd oostwaarts Jan Roeleffs,
westwaarts Arendt Hinricksen, voor een som van 51 guldens, 5 stuivers en 8 penningen, benevens een grasgoorden liggende achter de buijteren doorgravenen weg en dat voor een som van 85 guldens en 10 stuivers, aan handen van Albert Freriksen
Jonker, welke voornde huisstede en grasgoorden liggende achter de doorgegravenen weg, bekende hij Albert Freriksen Jonker voor zijn zus Frerikjen Freriksen, weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager gekocht te hebben [T0079_INV4_p196].
Woonde te Vriezenveen (03-01-1692). | Huls, Lucas (I20713)
|
906 |
1720-06-12: Jan Leuirink, bijgestaan met procurator Nicolaas Harwich als voogd en nevens Jan Pauwels en Jochem Adolph Bonthe als voogden over de 4 onmondige kinderen van wijlen Jan Leujrink, met approbatie van zijn Hoogh Graaff Excellentie van
Rechteren en zulks tot stuijr van hare creditoren ingevolge gerechtelijken en opgerichtigen voorwaarden en condities gepasseerd op 6 oktober 1719, welke verklaarden verkohct te hebben 2 wand bouwland, gelimiteerd oostwaarts Luicas Hols,
westwaarts Arendt Hinrixen, ten profijte van Albert Freriksen Jonker en zijn vrouw Jenneken Luicas Smidt, voor een som van 117 guldens en een stuiver, alsmede een goordentien, genaamd de Huisstede, gelimiteerd oostwaarts Jan Roeleffs, westwaarts
Arendt Hinricksen {is hij dit?}, voor een som van 51 guldens, 5 stuivers en 8 penningen, benevens een grasgoorden liggende achter de buijteren doorgravenen weg en dat voor een som van 85 guldens en 10 stuivers, aan handen van Albert Freriksen
Jonker, welke voornde huisstede en grasgoorden liggende achter de doorgegravenen weg, bekende hij Albert Freriksen Jonker voor zijn zus Frerikjen Freriksen, weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager gekocht te hebben [T0079_INV4_p196].
1726-12-30: Harmen Everts Koster, bijgestaan met Jan Prinsen en Arent Hinrixen als voogden, welke verklaarde schuldig te zijn en in goeden gereden gelde ontvangen te hebben van de tijdelijke kerkmeesters van het Vriezenveen, als met namen Jan
Hinrixen Post, Wijcher Braamhaar, Jan Hinrixen Geurts en Harmen Berckhoff, een som van 300 guldens, en aan Procurator Nicolaas Harwig, Adolph Henrick Harwigh en Harmen Luicas Koster, een som van 300 guldens, tezamen 600 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op het huis, met het goordentien daarachter gelegen in de landerijen van Arent Hinrixen, gelimiteerd oostwaarts de steeg van Arent Hinriksen, westwaarts de weduwe van Frerik Janssen, zo en als Adolph Henrik Harwigh
hetzelve gerechtelijk voor gemelde Harmen Everts Koster heeft aangekocht [T0079_INV4_p408].
Woonde te Vriezenveen. | Schuurman, Arend (I7090)
|
907 |
1720-06-12: Jan Leuirink, bijgestaan met procurator Nicolaas Harwich als voogd en nevens Jan Pauwels en Jochem Adolph Bonthe als voogden over de 4 onmondige kinderen van wijlen Jan Leujrink, met approbatie van zijn Hoogh Graaff Excellentie van
Rechteren en zulks tot stuijr van hare creditoren ingevolge gerechtelijken en opgerichtigen voorwaarden en condities gepasseerd op 6 oktober 1719, welke verklaarden verkohct te hebben 2 wand bouwland, gelimiteerd oostwaarts Luicas Hols,
westwaarts Arendt Hinrixen, ten profijte van Albert Freriksen Jonker en zijn vrouw Jenneken Luicas Smidt, voor een som van 117 guldens en een stuiver, alsmede een goordentien, genaamd de Huisstede, gelimiteerd oostwaarts Jan Roeleffs, westwaarts
Arendt Hinricksen, voor een som van 51 guldens, 5 stuivers en 8 penningen, benevens een grasgoorden liggende achter de buijteren doorgravenen weg en dat voor een som van 85 guldens en 10 stuivers, aan handen van Albert Freriksen Jonker, welke
voornde huisstede en grasgoorden liggende achter de doorgegravenen weg, bekende hij Albert Freriksen Jonker voor zijn zus Frerikjen Freriksen, weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager gekocht te hebben [T0079_INV4_p196].
1720-09-21: Procurator Nicolaas Harwig en zijn vrouw Janna Schol, Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Costers en zijn vrouw Fennigien Schol, Jan Gerritsen ten Caathe en zijn vrouw Aaltien Schol en Jan Schol, de rato caverende
voor zijn absente vrouw Jennigien Hinrixen, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, staande aan de buijtere zijde van deze nieuwen kerkweg op de landerijen van Jan Schol, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Waander Roeleffs,
westwaarts de weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager, en dan nog 400 tret roede maat bouwland en 1,5 koeweide gelegen in de landerijen van Albert Raphuijs, gelimiteerd aan de oostzijde Jan Bartels Dodde, westwaarts de Richterije, aan
handen van Frerik Janssen Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonckman, voor een som geld met de inboedel van 780 guldens [T0079_INV4_p211].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Jonker, Fredrikjen (I11575)
|
908 |
1720-06-12: Jan Leuirink, bijgestaan met procurator Nicolaas Harwich als voogd en nevens Jan Pauwels en Jochem Adolph Bonthe als voogden over de 4 onmondige kinderen van wijlen Jan Leujrink, met approbatie van zijn Hoogh Graaff Excellentie van
Rechteren en zulks tot stuijr van hare creditoren ingevolge gerechtelijken en opgerichtigen voorwaarden en condities gepasseerd op 6 oktober 1719, welke verklaarden verkohct te hebben 2 wand bouwland, gelimiteerd oostwaarts Luicas Hols,
westwaarts Arendt Hinrixen, ten profijte van Albert Freriksen Jonker en zijn vrouw Jenneken Luicas Smidt, voor een som van 117 guldens en een stuiver, alsmede een goordentien, genaamd de Huisstede, gelimiteerd oostwaarts Jan Roeleffs, westwaarts
Arendt Hinricksen, voor een som van 51 guldens, 5 stuivers en 8 penningen, benevens een grasgoorden liggende achter de buijteren doorgravenen weg en dat voor een som van 85 guldens en 10 stuivers, aan handen van Albert Freriksen Jonker, welke
voornde huisstede en grasgoorden liggende achter de doorgegravenen weg, bekende hij Albert Freriksen Jonker voor zijn zus Frerikjen Freriksen, weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager gekocht te hebben [T0079_INV4_p196].
1726-07-26: Jan Pauwels, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Scholtes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 187 guldens, 11 stuivers en 14 penningen, en aan Berend Engberts Klooster en zijn vrouw, een som van 170
guldens en 19 stuivers, en aan Frerick Henriks en zijn erfgenamen, een somv an 200 guldens, en aan Jochem Adolph Bonthe als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Jan Leuijrink, een som van 275 guldens en 15 stuivers, aan Henrik Faaijer en
zijn vrouw, een som van 111 guldens en 8 stuivers, aan Jan ten Caathe, koopman tot Almelo, een som van 74 guldens en 14 stuivers, aan Willem Braamer en zijn vrouw, een som van 156 guldens, aan Adolph Henrik Harwig, een som van 14 guldens, en aan
Procr Nicolaes Harwich, een som van 17 guldens en 2 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en goorden, daarachter liggende, gelimiteerd oostwaarts Henrik Wolters, westwaarts Jan Roeleffs Linkert, en dan nog een akker
hooiland in Pixenland gelegen, beginnende van de buijteren weg, onverscheiden met Leenert Wolters, westwaarts Gerrit Braemhaer, nog een half dagwerk geerenland, en ... [puntjes] wanden bouwland met een goorden gelegen op Jan Leuijrinckland
[T0079_INV4_p402].
Woonde te Almelo (30-10-1698); Vriezenveen. | Luijerink, Jan (I21132)
|
909 |
1720-09-02: Trine Janssen, weduwe van wijlen Jan Leuirink, bijgestaan met kerkmeester Bartelt Hinrixen als voogd, en nevens Jochem Adolph Bonthe en Jan Pauwels als voogden over de 4 onmondige kinderen van wijlen Jan Leuirink, met toestemming van
de Heer van Almelo volgens akte van 8 oktober 1719, welke verklaarden verkocht te hebben een koeweide buijten de goordens en die van de goordens hebben, den opweg na .uota zullen helpen maken, beginnende van deze weg tot aan de Aadijk, of met de
Aa, alsmede de stegen delen te maken dijk te maken de Aa te raijmen (?), en de opweg helpen maken, voor een som van 492 guldens, 10 stuivers en 8 penningen, aan handen van de kerkmeester Jan Prinssen en zijn vrouw Mettien Hinrixen
[T0079_INV4_p208].
Woonde te Vriezenveen (30-10-1698). | Broenemans, Trijntjen Jansen (I21134)
|
910 |
1720-09-21: Procurator Nicolaas Harwig en zijn vrouw Janna Schol, Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Costers en zijn vrouw Fennigien Schol, Jan Gerritsen ten Caathe en zijn vrouw Aaltien Schol en Jan Schol, de rato caverende
voor zijn absente vrouw Jennigien Hinrixen, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, staande aan de buijtere zijde van deze nieuwen kerkweg op de landerijen van Jan Schol, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Waander Roeleffs,
westwaarts de weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager, en dan nog 400 tret roede maat bouwland en 1,5 koeweide gelegen in de landerijen van Albert Raphuijs {is hij dit?}, gelimiteerd aan de oostzijde Jan Bartels Dodde, westwaarts de
Richterije, aan handen van Frerik Janssen Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonckman, voor een som geld met de inboedel van 780 guldens [T0079_INV4_p211].
Woonde te Vriezenveen (26-12-1686). | Raphuijs, Albert (I20803)
|
911 |
1720-09-21: Procurator Nicolaas Harwig en zijn vrouw Janna Schol, Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Costers en zijn vrouw Fennigien Schol, Jan Gerritsen ten Caathe en zijn vrouw Aaltien Schol en Jan Schol, de rato caverende
voor zijn absente vrouw Jennigien Hinrixen, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, staande aan de buijtere zijde van deze nieuwen kerkweg op de landerijen van Jan Schol, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Waander Roeleffs,
westwaarts de weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager, en dan nog 400 tret roede maat bouwland en 1,5 koeweide gelegen in de landerijen van Albert Raphuijs, gelimiteerd aan de oostzijde Jan Bartels Dodde, westwaarts de Richterije, aan
handen van Frerik Janssen Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonckman, voor een som geld met de inboedel van 780 guldens [T0079_INV4_p211].
Woonde te Vriezenveen (03-07-1698). | Fronten, Aaltjen (I19953)
|
912 |
1720-10-21: Testament van Herman Waanders en zijn vrouw Geertien Blenken, woonachtig tot Almelo, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Henrik Baavinck als haar voogd, op langst levende [T0079_INV4_p220].
Woonde te Almelo. | Werners, Hermen (I5709)
|
913 |
1720-10-21: Testament van Herman Waanders en zijn vrouw Geertien Blenken, woonachtig tot Almelo, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Henrik Baavinck als haar voogd, op langst levende [T0079_INV4_p220]. | Blenken, Geertjen (I5710)
|
914 |
1720-11-17: Aaltien Jansen Dodde, weduwe van wijlen Berendt Engberts, bijgestaan met Jan Hinriks van Olde, met de rato caverende voor zijn absente voogd Gerrit Roeleffs, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akkeren lands, met zijn breedte en de
geeren zo daar buijten bij zijn, met daarop staande huis en schuur met het boomgewas, zo top en twijg, te heide, te weide, te vene, te velde, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Roeleffs, westwaarts de weduwe wijlen Wiecher Janssen Dodde, voor een som
van 750 guldens, nevens de inboedel ingevolge koopcedule voor een som van 600 guldens, tezamen 1350 guldens, aan handen van Jan Janssen Nieuwbour en zijn vrouw Hinrikjen Wiechers Dodde [T0079_INV4_p226].
1727-09-07: Jan Brouwer en Arent Bartels als door de Hooch Graafflijk Excellentie aangestelde voogden van Jan Wolters Smidt, en Jan Hinriksen van Olde en Koort Hinrixen van Olde als voogden van Henrikien Berendsen, vrouw van gemelde Jan Wolters
Smidt, welke verklaarden verkocht te hebben een akker hooiland in Voss Willemsland gelegen, met het houtgewas daarop is staande, beginnende van de waterleijdik en eindigende tot aan de dijk of Aa, onverscheiden met Jan Grobben, Henrik Gerridts en
Leennart Wolters, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van Engbert Smelt, westwaarts de weduwe van Jan Harmssen Kluppels, ten profijte van Egbert ten Kaathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 583 guldens en 3 stuivers [T0079_INV4_p450].
1728-08-13: Jan Henriks van Olde en zijn vrouw Berendien Hinrixen Hejnemans, bijgestaan met secretaris Ritter als hun voogd, welke verklaarden schuldig te zijn aan haar Hooch Graafflijk Excellentien de Hooch Gebooren Heere Adolph Henrik Grave van
Rechteren en vrouw Sophia Juliana Gebooren Rijx Gravin van Castell, vrij Heere en de vrouw van Almelo en Vriezenveene, etc, etc, etc, 1e een som van 300 guldens, met 1,5 jaar interest van 18 guldens, welke mij Scholtus Klaas Kruis en zijn vrouw
uit gragte van een obligatie van 13 februari 1727 van comparanten deugdelijk waren competerende, en door Hooggemelde zijn excellentie voor rekening en op het verzoek van hem Jan Henriks van Olde en zijn vrouw aan mij Scholtus op heden volgens
quitantie onder de ingetrokkene obligatie ten genoegen voldaan zijn, geijk ik daar van voor mij en namens mijn vrouw alsnog ten overvloed bij deze quitere, en dan nog hij comparant Jan Hinriksen van Olde een som van 150 guldens, procederende
wegesn door hem gekoste en op mei laatstleden ontvangen varkens van enige Meijer luijden des huizes Almelo als de boer Schutteman Aalderink Vrijlink en Tijhoff en welke gekoste varkens vermits hij comparant dezelve met de onkosten over het
retardement van betalinge aangewent met kwam te voldoen door Hooggemelde zijn Excellentie voor rekening van comparant en op deszelfs verzoek tot proeventie van verdere kosten aan voornde Meijer luijden op haare restante pachten zijn gevalideerd
geworden en verklaarden vervolgens comparante Berendien Hinrixen Hejneman voor deze gementioneerde 150 guldens haar man in het particulier rakende zich te constitueren als borg en principaal onder expresse renuntiatie van het beneficium ...
Vellejani en de authontica si qua Mulier cod ad Sctum Vellejanum houdende zich van de kracht van beide voorschreven beneficien ten vollen onderricht belovende verders zij compranten de voorschreven beide sommen zich tezamen bedragende 468
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, gelegen op het Westeinde van het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Jasper Freriksen Smelt, cs, en westwaarts de stege van Harmen Jansen Schoemaaker, en althans door
comparanten bewoond wordende, mitsgaders een akker hooi en weideland, beginnende van de doorgegraven weg en dat hen buijten tot aan de dijk of Aa, gelegen oostwaarts Harmen Jansen Schoemaker en westwaarts Jan Roeleffsen Doctor, onverscheiden met
Geertien Janssen Tout, voorts 3 wand bouwland op Harmen Jansen Schoemaakersland tussen Harmen Schoemaker en Adolph Henrik Harwig, idem 3 wand bouwland op Toutbroersland, tussen de landerijen van Jan Hinriksen Quant en eindelijk haar toebehorende
ROSMOLEN op het land van Arent Waanders, cs, staande [T0079_INV4_p463].
Woonde te Vriezenveen (14-03-1713). | van Olde, Jan (I20887)
|
915 |
1720-11-17: Wybe, woont te Oudehaske, is gedoopt. | Minnes, Wybe (I30197)
|
916 |
1721-01-16: Testament, opgemaakt ten huize van de weduwe van Frerik Janssen Telgencamp, van Geesien Janssen Telgencamp, ziek van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- haar zus Jennigien Janssen Telgencamp, universele erfgenaam [T0079_INV4_p230].
1747-03-25: Jan Harmsen Tuijtertjen, welke uit hoofde van genegotieerde verstrekte en ontvangen penningen, welke zijn geemployeerd tot aflossing en betaling van een gerechtelijke verzegeling, gepasseerd op 4 september 1734 oprecht schuldig is aan
de Ed Bernardus Spijker en zijn vrouw Gesina Kruis, een som van 288 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker en een vierendeel akkerland, met het huis daarop staande, gelimiteerd oostwaarts de wedw Wolter Hendriks,
westwaarts de weduwe Telgenkamp [T0079_INV5_p196].
1748-05-25: Jan Harms en zijn vrouw Aaltjen Klaassen Braamer, welke wegens verschuldigde Heerenlasten en berekende boekschulden schuldig is aan Geertjen Lukas Schol, weduwe van wijlen de Heer Scholtes Klaas Kruis, een som van 300 guldens en 7
stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker en een vierendeel akker land, opgaans met daarop staande huis en timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Garrijt Feijer, westwaarts de wedw Telgenkamp, voorts een akker hoevenland,
gelegen op de oostere hoeve, onverscheiden met Jan Berens [T0079_INV5_p228].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 8, nr. 1:
Man : -.
Vrouw : Weed. Frerik Telgenkamp.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : Maria Jaspers.
1754-09-28: Jan Hendriks Geurs en zijn vrouw Jenneken Roeloff Smijt, Hendrik Eevertman en zijn vrouw Geertjen jansen Smijt, Jan Eevertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmtjen Hendriks Geurs,
weduwe Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar voogd, en Hendrikjen Eevertman, wedw van Jan Broertjen, bijgestaan met Hendrik Eevertman als haar voogd, tezamen erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 24 december
1753 verkocht te hebben de aangeerfde halve akker woestenland, in de wester woesten gelegen, onverscheiden met Hendrik Eevertman en Lukas Fronten, gelimiteerd oostwaarts Hend Eevertman, westwaarts de wedw van Jan Hendriks Post, ten profijte van
Jan Kruis en zijn vrouw, voor een som van 116 guldens [T0079_INV5_p426].
1755-02-01: Jenneken Berens Teur, wedw van wijlen Wolter Hendriks, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke wegens restante verschuldigde Heerenlasten, schuldig te zijn aan Geertjen Brouwer, wedw van wijlen de Scholtus Johannes
Cruis, een som van 138 guldens, en aan de kinderen en erfgenamen van wijlen de Scholtus Claas Cruis en wijlen zijn vrouw, nagelaten mede wegens verschuldigde Heerenlasten, de som van 62 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op de
landerijen opgaans te vene, te velde, met daarop staande huis en timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Garrijt Feijer, westwaarts de wedw Telgenkamp [T0079_INV5_p442].
1756-01-10: Jan Hendrik Geurs en zijn vrouw Jenneken Roelofs Smijt, Jan Evertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmjen Hendriks Geurs, wedw Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar
voogd, en Hendrikjen Eevertman, bijgestaan met Jan Hendrik Dijkkers als haar voogd, tezamen mede erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 29 december 1753 verkocht te hebben het aangeerfde akker hoevenland, gelegen op de
oostere hoeve, onverscheiden met Berent Jansen en de kinderen van Hendrik Hoek, gelimiteerd oostwaarts Jan Cruis, westwaarts Roelof Wilms, ten profijte van Hendrik Eevertman en zijn vrouw, voor een som van 195 guldens [T0079_INV5_p491].
1756-01-10: Jan Hendrik Geurs en zijn vrouw Jenneken Roelofs Smijt, Hendrik Eevertman zijn vrouw Geertjen Jansen Smijt, Jan Evertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Hendrikjen Eevertman,
bijgestaan met Jan Hendrik Dijkkers als haar voogd, tezamen mede erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 27 december 1753 verkocht te hebben de aangeerfde akker turfland, gelegen op de Superplus, gelimiteerd oostwaarts de
wedw Harmen Braamer, westwaarts de wedw Lubbert Olijslager, cs, en onverscheiden met Berent Brouwer, ten profijte van Harmtjen Hendriks Geurs, wedw Telgenkamp, en erfgenamen, voor een som van 150 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p495].
1757-01-29: Testament van Harmtjen Henriks Geurs, gezond van lichaam en bijgestaan met Engbert Henriks als haar voogd, waarin genoemd:
- haar neef Roeloff Warnink en haar nicht Maria Jaspers Bramer, enige en universele erfgenamen;
- haar broer Jan Henriks Geurs, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p606].
1757-01-28: Harmtjen Henriks Geurs, bijgestaan met Engbert Henriks als haar voogd, welke verklaarde op 3 oktober 1746 in erfkoop verkocht te hebben een huis met de brink, 3 wand bouwland, het land in het geheel, zo goordens als anders, gaande tot
aan de zgn Waterleijdick, zijnde gelimiteerd aan de oostzijde Jan Harms, en aan de westzijde Berent Jansen, met nog 2 koeweiden, voorts een dagwerk gorenland, een akker woestenland met nog een anpart van het zgn akkertjen, alles alhier gelegen,
ten profijte van Jasper Jansen Bramer en zijn vrouw Geesjen Telgenkamp, voor een som van penningen, zo de verkoper bekend dat aan haar door de koper voornmd ten vollen zijn voldaan en betaald, blijvende echter hetgeen de verkoper, volgens daarvan
opgerichtende koopcedul van 3 oktober 1746 zo van de inboedel als anderzins voor haar heeft bescheiden en bedongen in zijn volle waarde en kracht [T0079_INV5_p608].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Geurs, Harmtjen (I21358)
|
917 |
1721-01-16: Testament, opgemaakt ten huize van de weduwe van Frerik Janssen Telgencamp, van Geesien Janssen Telgencamp, ziek van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- haar zus Jennigien Janssen Telgencamp, universele erfgenaam [T0079_INV4_p230].
1772-12-22: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Clomp en zijn vrouw Jenneken Telgenkamp, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Gerrit ter Heijne als haar voogd, waarin genoemd:
- beide maken elkaar enige en universele erfgenaam;
- beide aan hun zoon Jannes Clomp, legitieme portie;
- beide aan de kinderen van hun zoon Jannes Clomp, genaamd Janna, Maria Ehelisabeth;
- Jannes Clomp en zijn vrouw, de tijd hares levens het vruchtgebruik daarvan hebben [T0079_INV7_p184vo].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Telgenkamp, Jenneken (I36140)
|
918 |
1721-01-16: Testament, opgemaakt ten huize van de weduwe van Frerik Janssen Telgencamp, van Geesien Janssen Telgencamp, ziek van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- haar zus Jennigien Janssen Telgencamp, universele erfgenaam [T0079_INV4_p230].
Woonde te Vriezenveen. | Telgenkamp, Fredrik (I21357)
|
919 |
1721-01-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Gerrits Schraaper, van Jennigien Egberts {wie is zij?}, ziek van lichaam, bijgestaan met Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- aan Godsarmen, 2 ducaten;
- aan de dochter van Bos Frerik, genaamd Jennigien {is zij dit?}, universeel erfgenaam, haar gehele nalatenschap, mits Jennigien testatrice zal onderhouden, in kost en drank, zo kleren in linnen als wollen, en goede handreikingen daartoe doen.
Kantlijn: Op 10 juni 1721 heeft Jennigien Egbrts, bijgestaan met kerkmeester Bartelt Hinrixen, wordt het gedeelte over de dochter Jennigien doorgehaald en het bedrag aan Godsarmen verhoogd naar 100 guldens [T0079_INV4_p233].
1743-12-07: Janna Freriks, weduwe van wijlen Berent Derks, voor haar zelf, voorts als moeder boedelhouster en wettige voogd van haar minderjarige 2 kinderen, bijgestaan met Derk Jansen als haar voogd, welke verklaarden schuldig te zijn wegens
opgenomen en ontvangen penningen aan de tijdelijke kerkmeesters alhier op het Vriezenveen, met namen Jan Cruis, Hindrik Eevertman, Jan Prinsen en Jan Geeurs, een som van 350 guldens, en aan haar broer Jan Freriks, de som van 100 guldens, en aan
haar zus Jenneken Freriks, een som van 100 guldens, samen 550 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis en timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Coort Claassen, cs, westwaarts Jan Teunis
Geesenland.
Kantlijn akte: Frerik Bramer en Hendrik Berends Bramer, als tijdelijk kerkmeesters van het Vriezenveen, voorts Jan Feriks en zijn zus Jenneken Freriks verklaren dat het bedrag met interest van Janna Freriks is ontvangen en waarmee deze akte wordt
doorgehaald op 29 februari 1759 [T0079_INV5_p100].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar zus Janna]). | Fredriks, Jennegjen (I65131)
|
920 |
1721-01-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Gerrits Schraaper, van Jennigien Egberts {wie is zij?}, ziek van lichaam, bijgestaan met Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- aan Godsarmen, 2 ducaten;
- aan de dochter van Bos Frerik, genaamd Jennigien, universeel erfgenaam, haar gehele nalatenschap, mits Jennigien testatrice zal onderhouden, in kost en drank, zo kleren in linnen als wollen, en goede handreikingen daartoe doen. Kantlijn: Op 10
juni 1721 heeft Jennigien Egbrts, bijgestaan met kerkmeester Bartelt Hinrixen, wordt het gedeelte over de dochter Jennigien doorgehaald en het bedrag aan Godsarmen verhoogd naar 100 guldens [T0079_INV4_p233].
Woonde te Vriezenveen. | Schraper, Jan Gerrits (I20905)
|
921 |
1721-04-15: Hinrikjen Luicas, weduwe van wijlen Jan Janssen Onweer, bijgestaan met Jan Luicas en Fredericus Fronten als haar voogden, welke verklaarde schuldig te zijn aan de tijdelijke kerkmeesters, wegens de Godsarmen, als met namen Bartelt
Hinrixen, Fredericus Fronten, Engebert Janssen en Jan Prinssen, een som van 200 guldens armengeld, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akkeren turfland, gelegen op het Superplus en dan nog een turfakker, gelegen op de oosterhoeve, te
weten 2 akkeren van de Geeke, onverscheiden met Geert Hermsen Hols, mitsgaders het 4e part van het ooster nieuwland. Kantlijn akte: Op 22 februari 1725 hebben Jan Luicas Fronten, Harmen Egberts (?), Arendt Waanders en Henrik Braamhaar verklaarde
dat het bedrag met rente is terug betaald door Luicas Jansen Onweer en waarmee de akte wordt doorgehaald [T0079_INV4_p241].
Woonde te Vriezenveen (22-01-1688). | Fronten, Hendrikjen (I20697)
|
922 |
1721-08-01: Egbert Janssen Reuten verklaarde op 28 september 1715 te hebben verkocht 200 tret roede maat bouwland, dit alles blijft nog onverdeeld, en hetzelve land voor Hinrikjen Pauwels, door de E Claas Cruis, Schultes, is aangekocht, voor een
som van 81 guldens en 10 stuivers en de 50e penning afgetrokken zijnde, blijft dan nog 80 guldens en 6 stuivers, aan handen van Hinrikjen Pauwels en erfgenamen [T0079_INV4_p243]. | Reuten, Egbert (I5711)
|
923 |
1721-08-19: Jan Berendsen Hoffman en zijn vrouw Armken Egberts, hebben wij een publieke veiling, gehouden binnen Zwolle op 8 en 9 februari 1717, aangekocht het halve Hoffmansgoed, groot 2,5 akker, bewoond door de koper Jan Berensen Hoffman,
oostwaarts de weduwe van Berend Claassen, westwaarts Henrik Evertman, voor een som van 955 guldens, betaling van de beloofde kooppenningen gedaan aan handen van de ontvanger van Salland [T0079_INV4_p246].
1727-05-06: Trijntien Klaassen, weduwe van wijlen Henrick Jansen Post, bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan Jan Klaassen Kruis, een som van 70 guldens wegens een obligatie met 8 jaren verlopen
interest, tegen 4 procent, uitmakende tezamen 92 guldens en 9 stuivers, voorts aan Godsarmen alhier in loco 85 guldens tegen 4 procent, en dan nog aan de weduwe van Jan Berendsen Berckhoff, 125 guldens, te verrenten tegen 3 guldens en 10
stuivers, voorts aan Jan Hinrixen Post, 22 guldens, mitsgaders aan Henrikjen Jansen Snijder, 20 guldens, zo ook aan Berend Janssen Berckhoff, 20 guldens, voorts aan Gerrit Janssen Faaijer, 100 guldens, te verrenten tegen 4 vaerd honderd, en aan
verlopen interest 10 guldens, zo ook aan Henrik {is hij dit?} en Jan Evertman, 25 guldens, en dan nog aan haar maget (?) Geertien Freriksen Voss, wegens verdient 106 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land met daarop
staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts Berendt Janssen Braamhaar, westwaarts Engbert Hinrixen en een gedeelte met dezelve onverscheiden [T0079_INV4_p434].
1730-03-03: Testament van Berend Janssen Brouwer en zijn vrouw Jenneken Hinriksen Evertman, de laatste bijgestaan met de E secretaris Jan Derck Ritter als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Jenneken Hinrixen Evertman, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn vader en moeder, legitieme portie;
- hij zijn vader en moeder, alle zijn kleren zo linnen als wollen, en alles wat tot zijn lijf behoort, niets uitgezonderd en na hun dood aan zijn zusters en broeders zullen vervallen;
- zij haar man Berend Janssen Brouwer, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader en moeder, legitieme portie;
- zij haar vader en moeder, alle haar kleren zo linnen als wollen, en alles wat tot haar lijf behoort, of na dood aan haar zus en wijlen haar zusters kinderen, en broers zullen vervallen;
- beide aan de armen van Vriezenveene, 100 keizersgulden [T0079_INV4_p532].
Woonde te Vriezenveen (17-07-1692). | Evertman, Hendrik (I14696)
|
924 |
1721-08-21: Testament, opgemaakt ten huize van, van kerkmeester Bartelt Hinrixen en zijn vrouw Geesien Frerixen, de 1e ziek van lichaam, de laatste bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn zusters kinderen, genaamd Fennigien Hinrixen, met namen Janna Frerix, Hinrik Frerix en Jan Frerix, 300 guldens
- hij aan de zoon [van zijn zuster] Henrick Frerixen, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, wat tot zijn lichaam is behorende;
- hij maakt voorts als de erfenis kwam te vervallen van zijn schoonvader Frerik Albertsen Jonker en zijn vrouw Hinrikjen Dercksen, aan de kinderen van de zwager Albert Frerixen Jonker, met namen Jan, Jannis, Berendjen en Luicas Alberts, en al die
er nog mochten komen de nalatenschap van haar ouders van testatrice;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij aan Jan Berendsen, universeel erfgenaam;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij, mocht komen te gebeuren dat de erfenis van haar vader Frerik Albertsen Joncker en haar moeder Hinrickjen Dercksen, komen te vervallen, maakt zij op de kinderen van Albert Frerixen Jonker, met namen Jan, Jannes, Berendjen en Luicas Albert;
- zij aan haar zusters zoon Jan Berends, universeel erfgenaam;
- zij aan haar ouders, legitieme portie.
Kantlijn akte: Op 26 7ber 1722 heeft Geesien Frerixen Jonker, bijgestaan met Adolph Henrik Harwich als haar voogd, het testament met wijlen haar man Bartolt Hinrixen, doorgehaald [T0079_INV4_p252].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Fredriks, Janna (I15816)
|
925 |
1721-08-21: Testament, opgemaakt ten huize van, van kerkmeester Bartelt Hinrixen en zijn vrouw Geesien Frerixen, de 1e ziek van lichaam, de laatste bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn zusters kinderen, genaamd Fennigien Hinrixen, met namen Janna Frerix, Hinrik Frerix en Jan Frerix, 300 guldens
- hij aan de zoon [van zijn zuster] Henrick Frerixen, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, wat tot zijn lichaam is behorende;
- hij maakt voorts als de erfenis kwam te vervallen van zijn schoonvader Frerik Albertsen Jonker en zijn vrouw Hinrikjen Dercksen, aan de kinderen van de zwager Albert Frerixen Jonker, met namen Jan, Jannis, Berendjen en Luicas Alberts, en al die
er nog mochten komen de nalatenschap van haar ouders van testatrice;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij aan Jan Berendsen, universeel erfgenaam;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij, mocht komen te gebeuren dat de erfenis van haar vader Frerik Albertsen Joncker en haar moeder Hinrickjen Dercksen, komen te vervallen, maakt zij op de kinderen van Albert Frerixen Jonker, met namen Jan, Jannes, Berendjen en Luicas Albert;
- zij aan haar zusters zoon Jan Berends, universeel erfgenaam;
- zij aan haar ouders, legitieme portie.
Kantlijn akte: Op 26 7ber 1722 heeft Geesien Frerixen Jonker, bijgestaan met Adolph Henrik Harwich als haar voogd, het testament met wijlen haar man Bartolt Hinrixen, doorgehaald [T0079_INV4_p252].
1755-02-22: Hendrik ten Caate, voor zich zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, voorts Berent Jansen en zijn vrouw Grietjen ten Caate, welke verklaarden in december 1754 verkocht te hebben een akker land, met haar anpart van
de goordens, gelegen in de landerijen van wijlen Frerick Jansen {is zij dit?}, cs, beginnende van deze Kerkweg, tot aan of met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts de wedw van Hendrik Feijer, westwaarts Garrijt Berents Entjen, aan handen van
Lukas Fronten en zijn vrouw Gesina Cruis, voor een som van 415 guldens [T0079_INV5_p444].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Hendriks, Fennegjen (I21650)
|
926 |
1721-08-21: Testament, opgemaakt ten huize van, van kerkmeester Bartelt Hinrixen en zijn vrouw Geesien Frerixen, de 1e ziek van lichaam, de laatste bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn zusters kinderen, genaamd Fennigien Hinrixen, met namen Janna Frerix, Hinrik Frerix en Jan Frerix, 300 guldens
- hij aan de zoon [van zijn zuster] Henrick Frerixen, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, wat tot zijn lichaam is behorende;
- hij maakt voorts als de erfenis kwam te vervallen van zijn schoonvader Frerik Albertsen Jonker en zijn vrouw Hinrikjen Dercksen, aan de kinderen van de zwager Albert Frerixen Jonker, met namen Jan, Jannis, Berendjen en Luicas Alberts, en al die
er nog mochten komen de nalatenschap van haar ouders van testatrice;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij aan Jan Berendsen, universeel erfgenaam;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij, mocht komen te gebeuren dat de erfenis van haar vader Frerik Albertsen Joncker en haar moeder Hinrickjen Dercksen, komen te vervallen, maakt zij op de kinderen van Albert Frerixen Jonker, met namen Jan, Jannes, Berendjen en Luicas Albert;
- zij aan haar zusters zoon Jan Berends, universeel erfgenaam;
- zij aan haar ouders, legitieme portie.
Kantlijn akte: Op 26 7ber 1722 heeft Geesien Frerixen Jonker, bijgestaan met Adolph Henrik Harwich als haar voogd, het testament met wijlen haar man Bartolt Hinrixen, doorgehaald [T0079_INV4_p252].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Fredriks, Hendrik (I21652)
|
927 |
1721-08-21: Testament, opgemaakt ten huize van, van kerkmeester Bartelt Hinrixen en zijn vrouw Geesien Frerixen, de 1e ziek van lichaam, de laatste bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn zusters kinderen, genaamd Fennigien Hinrixen, met namen Janna Frerix, Hinrik Frerix en Jan Frerix, 300 guldens
- hij aan de zoon [van zijn zuster] Henrick Frerixen, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, wat tot zijn lichaam is behorende;
- hij maakt voorts als de erfenis kwam te vervallen van zijn schoonvader Frerik Albertsen Jonker en zijn vrouw Hinrikjen Dercksen, aan de kinderen van de zwager Albert Frerixen Jonker, met namen Jan, Jannis, Berendjen en Luicas Alberts, en al die
er nog mochten komen de nalatenschap van haar ouders van testatrice;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij aan Jan Berendsen, universeel erfgenaam;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij, mocht komen te gebeuren dat de erfenis van haar vader Frerik Albertsen Joncker en haar moeder Hinrickjen Dercksen, komen te vervallen, maakt zij op de kinderen van Albert Frerixen Jonker, met namen Jan, Jannes, Berendjen en Luicas Albert;
- zij aan haar zusters zoon Jan Berends, universeel erfgenaam;
- zij aan haar ouders, legitieme portie.
Kantlijn akte: Op 26 7ber 1722 heeft Geesien Frerixen Jonker, bijgestaan met Adolph Henrik Harwich als haar voogd, het testament met wijlen haar man Bartolt Hinrixen, doorgehaald [T0079_INV4_p252]. | Fredriks, Jan (I21653)
|
928 |
1721-12-18: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Cruis en zijn vrouw Janna Brouwers, de laatste enig zwakheid van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn halve broers en zusters, met namen Gerrit, Jannes, Janna en Geesien Cruis, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, en de kisten;
- hij zijn vrouw Janna Brouwers, universeel erfgenaam;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij zijn vader Claas Cruis, legitieme portie;
- zij aan haar broers en zusters, met namen Berendt, Gerrit, Wolter, Jenneken en Cunnera, alle haar kleren, zo linnen als wollen, met de kaste;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij haar man Jan Cruis, universeel erfgenaam;
- zij haar vader Jan Brouwer en haar moeder Berendjen Wolters, legitieme portie [T0079_INV4_p257].
1730-03-03: Testament van Berend Janssen Brouwer en zijn vrouw Jenneken Hinriksen Evertman, de laatste bijgestaan met de E secretaris Jan Derck Ritter als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Jenneken Hinrixen Evertman, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn vader en moeder, legitieme portie;
- hij zijn vader en moeder, alle zijn kleren zo linnen als wollen, en alles wat tot zijn lijf behoort, niets uitgezonderd en na hun dood aan zijn zusters en broeders zullen vervallen;
- zij haar man Berend Janssen Brouwer, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader en moeder, legitieme portie;
- zij haar vader en moeder, alle haar kleren zo linnen als wollen, en alles wat tot haar lijf behoort, of na dood aan haar zus en wijlen haar zusters kinderen, en broers zullen vervallen;
- beide aan de armen van Vriezenveene, 100 keizersgulden [T0079_INV4_p532].
1743-11-26: Hindrik Gerrits Coers en zijn vrouw Janna Engbers, welke op 25 februari en 29 augustus 1743 verkocht hebben 4 koeweiden, beginnende van deze kerkweg tot aan de Hollandsen Graaven in verkopers landerijen gelegen, gelimiteerd oostwaarts
Jan Teunis Geesenland, westwaarts Frerik Smelt, voorts de nieuwen grasgoorden, mede in verkopers landerijen aan deze zijde van de buijteren weg gelegen, ruimen de waterstromen en maken van de stegendeel maar het hout op het land staande behoud
verkoper voor hem, ten profijte van Berent Jansen Brouwer en zijn vrouw Jenneken Evertman, voor een som van 456 guldens en 1 stuiver [T0079_INV5_p093].
1754-09-28: Jan Hendriks Geurs en zijn vrouw Jenneken Roeloff Smijt, Hendrik Eevertman en zijn vrouw Geertjen jansen Smijt, Jan Eevertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmtjen Hendriks Geurs,
weduwe Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar voogd, en Hendrikjen Eevertman, wedw van Jan Broertjen, bijgestaan met Hendrik Eevertman als haar voogd, tezamen erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 24 december
1753 verkocht te hebben de aangeerfde halve akker woestenland, in de wester woesten gelegen, onverscheiden met Hendrik Eevertman en Lukas Fronten, gelimiteerd oostwaarts Hend Eevertman, westwaarts de wedw van Jan Hendriks Post, ten profijte van
Jan Kruis en zijn vrouw, voor een som van 116 guldens [T0079_INV5_p426].
1756-01-10: Jan Hendrik Geurs en zijn vrouw Jenneken Roelofs Smijt, Jan Evertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmjen Hendriks Geurs, wedw Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar
voogd, en Hendrikjen Eevertman, bijgestaan met Jan Hendrik Dijkkers als haar voogd, tezamen mede erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 29 december 1753 verkocht te hebben het aangeerfde akker hoevenland, gelegen op de
oostere hoeve, onverscheiden met Berent Jansen en de kinderen van Hendrik Hoek, gelimiteerd oostwaarts Jan Cruis, westwaarts Roelof Wilms, ten profijte van Hendrik Eevertman en zijn vrouw, voor een som van 195 guldens [T0079_INV5_p491].
1761-12-05: Jan Kruis en zijn vrouw Janna Brouwer, Berent Brouwer en zijn vrouw Jennegjen Eevertman, Gerrijt Brouwer en zijn vrouw Grietjen Jansen, en Hend ten Caate en zijn vrouw Jennegjen Brouwer, voorts zij bovengenoemde comparanten, mede de
rato caverende voor haar absente broer en zwager Wolter Brouwer, tezamen erfgenamen van wijlen Kunnera en Jannes Brouwer, welke verklaarden op 13 januari 1761 verkocht te hebben de aangeerfde 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis,
schuur en verder timmeragie, met nog enigszins inboedel, alsmede een akker woestenland, gelegen aan de Stouwe, alles alhier op het Vriezenveen, ten profijte van Klaas Kruis en zijn vrouw Grietjen Otten, voor een som van 1788 guldens en 16
stuivers. [T0079_INV6_p181]
1766-02-22: Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, welke verklaarden in mei 1765 verkocht te hebben 1,5 wand bouwland, gelegen in het zgn Olde Jan Klaassensland, ten profijte van Claas Cruis en zijn vrouw Grietjen Otten, voor een som
van 60 guldens. [T0079_INV6_p459]
1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben 2 wanden bouwland, gelegen op het zgn Hospesland, ten profijte van Berent Brouwer {is hij
dit?} en zijn vrouw, voor een som van 62 guldens en 10 stuivers [T0079_INV7_p010].
1782-09-25: Gerrit Brouwer, broer, is overleden (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 12, nr. 12:
Man : Berent Brouwer.
Vrouw : Jenneken Evertman.
Kinderen >10 jaar : Jan Berents Brouwer, Hendr. Berents Brouwer, Lutgerdina Brouwer.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Brouwer, Berend (I10403)
|
929 |
1721-12-18: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Cruis en zijn vrouw Janna Brouwers, de laatste enig zwakheid van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn halve broers en zusters, met namen Gerrit, Jannes, Janna en Geesien Cruis, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, en de kisten;
- hij zijn vrouw Janna Brouwers, universeel erfgenaam;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij zijn vader Claas Cruis, legitieme portie;
- zij aan haar broers en zusters, met namen Berendt, Gerrit, Wolter, Jenneken en Cunnera, alle haar kleren, zo linnen als wollen, met de kaste;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij haar man Jan Cruis, universeel erfgenaam;
- zij haar vader Jan Brouwer en haar moeder Berendjen Wolters, legitieme portie [T0079_INV4_p257].
1730-03-03: Testament van Berend Janssen Brouwer en zijn vrouw Jenneken Hinriksen Evertman, de laatste bijgestaan met de E secretaris Jan Derck Ritter als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Jenneken Hinrixen Evertman, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn vader en moeder, legitieme portie;
- hij zijn vader en moeder, alle zijn kleren zo linnen als wollen, en alles wat tot zijn lijf behoort, niets uitgezonderd en na hun dood aan zijn zusters en broeders zullen vervallen;
- zij haar man Berend Janssen Brouwer, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader en moeder, legitieme portie;
- zij haar vader en moeder, alle haar kleren zo linnen als wollen, en alles wat tot haar lijf behoort, of na dood aan haar zus en wijlen haar zusters kinderen, en broers zullen vervallen;
- beide aan de armen van Vriezenveene, 100 keizersgulden [T0079_INV4_p532].
1743-01-10: Ad Henr Harwig en zijn vrouw Berentjen Waanders, tutore marito en als vader en voogd van zijn minderjarige dochter Stientjen, voorts Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, Grietjen Jansen, wed Nicol Harwig, bijgestaan met Ad
Henr Harwig als haar voogd, Egbert Harms en zijn vrouw Hindrikjen Jansen Kleijne, Berent Harms zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms zijn vrouw Hindrikjen Hindriks Bramer, en mede voor haar broer Hindrik Harms, voorts Klaas Hindriks
Braamer zijn vrouw Harmtjen Jansen, Hindrik Hindriks Braamer zijn vrouw Hindrikjen Engbers, Wolter Hendriks Bramer zijn vrouw Janna Eevers Costers, en Frerick Scholten zijn vrouw Jaspertjen Crol, en Luicas Crol voor zijn broer Hendrik Crol, alles
bijgestaan met haar man als hare voogden, en erfgenamen van wijlen Jan Crol en Mettjen Jans Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker boverwegesland alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wed Jan Brouwer {is zij dit?},
cs, westwaarts Leenart Wolters, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff en zijn vrouw, voor een som van 416 guldens [T0079_INV5_p075].
1743-12-07: Hindrik Gerrits Coers en zijn vrouw Janna Engbers, welke wegens opgenomen en ontvangen penningen schuldig zijn aan Berentjen Wolters Smit, weduwe van wijlen Jan Brouwer, een som van 239 guldens en 9 stuivers, aan Berent Prinsen en Jan
Jansen als voogden van Geesken Albers, de som van 307 guldens, voorts aan Egbert Freriks, Jan Freriks en Garrit Freriks, de som van 179 guldens, dus samen 725 guldens en 9 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met
daarop staande huis en timmeragie, goorden, en opslag, alhier op het Vriezenveen gelegen, oostwaarts Jan Teunis Geesenland, westwaarts Frerik Smelt, nog een akker hoevenland, gelegen op de oosterhoeve, onverscheiden met Jan Willems, oostwaarts
naast Garrit Berkhoff, westwaarts Egbert Henriks, voorts een vierendeel akker woestenland, onverscheiden met Jan Freriks, oostwaarts Pr. Nicol Harwig, cs, westwaarts Berent Boer, cs.
Kantlijn akte: Op tegenstaande kapitaal heeft Berent Brouwer, cs, van Hind Gerrits Koers ontvangen 189 guldens, B Prinsen 115 guldens, J. Vetteker 115 guldens, Jan freriks, cs, 135 guldens, zo dat bovengenoemde crediteuren de landerijen waar van
H G Koers op 9 augustus 1759 heeft overdracht gedaan uit de verzegelinge komen vrij en ..., op 4 mei 1759 [T0079_INV5_p098].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 13, nr. 9:
Man : -.
Vrouw : Weed. Jan Brouwer.
Kinderen >10 jaar : Gerrit Brouwer, Jannes Brouwer, Cunnera Brouwer.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
Woonde te Vriezenveen (09-12-1694, 27-08-1748). | Smit, Berendjen (I15385)
|
930 |
1721-12-18: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Cruis en zijn vrouw Janna Brouwers, de laatste enig zwakheid van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn halve broers en zusters, met namen Gerrit, Jannes, Janna en Geesien Cruis, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, en de kisten;
- hij zijn vrouw Janna Brouwers, universeel erfgenaam;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij zijn vader Claas Cruis, legitieme portie;
- zij aan haar broers en zusters, met namen Berendt, Gerrit, Wolter, Jenneken en Cunnera, alle haar kleren, zo linnen als wollen, met de kaste;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij haar man Jan Cruis, universeel erfgenaam;
- zij haar vader Jan Brouwer en haar moeder Berendjen Wolters, legitieme portie [T0079_INV4_p257].
1743-12-07: Hindrik Gerrits Coers en zijn vrouw Janna Engbers, welke op 25 februari 1743 verkocht hebben een een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, onverscheiden met Aaltjen Wolters, cs, oostwaarts naest de weduwe Jan Geerts,
westwaarts Jan Cruis, aan handen van Garrit Brouwer en zijn erfgenamen, voor een som van 100 guldens en 5 stuivers, voorts een koeweide, beginnende van deze kerkweg tot aan de Hollandsen Graven in verkopers landerijen gelegen, gelimiteerd
oostwaarts Jan Teunis Geesenland, westwaarts Frerik Smelt, ruimen de waterstromen, en maken van het stegendeel, maar het hout op het land staande behoud verkoper voor hem, aan handen van Wolterus Brouwer en zijn erfgenamen, voor een som van 83
guldens en 13 stuivers [T0079_INV5_p096].
1761-12-05: Jan Kruis en zijn vrouw Janna Brouwer, Berent Brouwer en zijn vrouw Jennegjen Eevertman, Gerrijt Brouwer en zijn vrouw Grietjen Jansen, en Hend ten Caate en zijn vrouw Jennegjen Brouwer, voorts zij bovengenoemde comparanten, mede de
rato caverende voor haar absente broer en zwager Wolter Brouwer, tezamen erfgenamen van wijlen Kunnera en Jannes Brouwer, welke verklaarden op 13 januari 1761 verkocht te hebben de aangeerfde 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis,
schuur en verder timmeragie, met nog enigszins inboedel, alsmede een akker woestenland, gelegen aan de Stouwe, alles alhier op het Vriezenveen, ten profijte van Klaas Kruis en zijn vrouw Grietjen Otten, voor een som van 1788 guldens en 16
stuivers. [T0079_INV6_p181]
1769-02-11: Geertjen Jansen, weduwe van wijlen Henderik Gerrits Coster, als moeder en wettige voogd van haar 2 minderjarige kinderen, bijgestaan met Gerrit Brouwer en Frederik de Jonge als haar voogden, welke verklaarde op 1 februari 1769
verkocht te hebben een opslag achter het bouwland gelegen, op het ooster stuk veen waarts in gaande, gelimiteerd oostwaarts Egbert Geersen, en de verkoper westwaarts, ten profijte van Roelof Jansen en zijn vrouw, voor een som van 51 guldens
[T0079_INV7_p097].
1769-07-27: Geertjen Jansen, weduwe van wijlen Henr Gerrits Coster, voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met Frederik de Jonge als haar voogd, welke op 1 februari 1769 verkocht te hebben 3 wanden land, ieder
wand 100 trat reode maat booven, beginnende achter het hek bovenwaarts ingaande, zijnde het ooster stuk, ten profijte van Gerrit Brouwer en zijn vrouw, voor een som van 155 guldens [T0079_INV7_p112].
1769-07-27: Geertjen Jansen, weduwe van wijlen Henr Gerrits Coster, voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met Gerrit Brouwer en Frederik d Jonge als haar voogden, welke in februari 1769 verkocht te hebben 2
grasgoordens, zulks tussen de Waterleijdink en zgn Buterenweg, ten profijte van Engbert Luicas Hospes en zijn vrouw, voor een som van 135 guldens [T0079_INV7_p113].
1770-05-14: Henderina Jansen, weduwe van wijlen Frederik Feijer, bijgestaan met haar voogd Frederik d Jonge, welke verklaarde op 8 september 1769 verkocht te hebben een akker hooiland, gelegen in het zgn Frontemansland, beginnende van deze
Kerkweg en eindigende tot, aan, en met de Dijk en de Aa, onverscheiden met Gerrit Brouwer, cs, voor een som van 350 guldens, 2 stuivers en 2 penningen, ten profijte van Gerrit Brouwer en zijn vrouw Grietjen Jansen [T0079_INV7_p131].
1782-09-25: Testament, opgemaakt ten huize van Gerrit Brouwer, van Gerrit Brouwer, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- kinders, Henderik en Lutgerdiena Brouwer, van zijn overleden broer Berent Brouwer als universeel erfgenamen;
- kinders, Jan, Klaas en Maggien Brouwer, van zijn overleden broer Wolter Brouwer als universel erfgenamen;
- kinders, Gesiena, Gerridiena, claas en Berendiena Kruijs, van zijn overleden zus Johanna Brouwer als universele erfgenamen;
- kinders, Janna Otten, getrouwd met Jannes Schol, en Grietien Otten, getrouwd met Claas Cruijs, van zijn zus Jenneken Brouwer, getrouwd met Henderik ten Caate, als universele erfgenamen;
- zuster Jenneken Brouwer, getrouwd met Hendr ten Caate;
- neef Gerrit Henderik Kruijs;
- Berent Fronten;
- neef Johannes Kruijs, zijn rok, horloge, alsmede het beste kleed;
- Gerhardus en Bernardus Kruijs, ieder een borstrok met zilveren knopen;
- kinders, Jan en Klaas Brouwer, van zijn overleden broer Wolter Brouwer, ieder een half dozijn van zijn beste hemden;
- zus Marta Brouwer, half stuk onversneden linnen, doch de overige hemden zullen in deze huize (?) verblijven;
- dochtertje, Gesiena Fronten, van zijn schoonzoon, zijn zilveren broekgespen;
- 3 kinders, Johanna, Roeloffdiena en Gesiena Fronten, van Berent Fronten, ieder bijbel met zilveren beslag;
- meisje, Berendiena, van Jan Brouwer, een boek met zilveren beslag, als mede zijn zilveren schoengespen;
- meid, Trientien Braamer, van Klaas Kruijs, een ordentelijk rouw;
- Kunnegien Hoek, een rouw, bestaande in jak en schorteldoek, en een rok;
- Maria Hoek, een dito rouw;
- diaconie alhier, 100 guldens welke onder Gerrit Ceppeling staande zijn [T0079_INV9_p002vo].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Brouwer, Gerrit (I20987)
|
931 |
1721-12-18: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Cruis en zijn vrouw Janna Brouwers, de laatste enig zwakheid van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn halve broers en zusters, met namen Gerrit, Jannes, Janna en Geesien Cruis, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, en de kisten;
- hij zijn vrouw Janna Brouwers, universeel erfgenaam;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij zijn vader Claas Cruis, legitieme portie;
- zij aan haar broers en zusters, met namen Berendt, Gerrit, Wolter, Jenneken en Cunnera, alle haar kleren, zo linnen als wollen, met de kaste;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij haar man Jan Cruis, universeel erfgenaam;
- zij haar vader Jan Brouwer en haar moeder Berendjen Wolters, legitieme portie [T0079_INV4_p257].
1754-09-28: Jan Hendriks Geurs en zijn vrouw Jenneken Roeloff Smijt, Hendrik Eevertman en zijn vrouw Geertjen jansen Smijt, Jan Eevertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmtjen Hendriks Geurs,
weduwe Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar voogd, en Hendrikjen Eevertman, wedw van Jan Broertjen, bijgestaan met Hendrik Eevertman als haar voogd, tezamen erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 27 december
1753 verkocht te hebben de aangeerfde halve erve, zijnde 2 akker opgaans, met daarop staande halve huis, schuur, houtgewas en verdere timmeragie, zo en als zij hetzelve van wijlen Albert Egbers Geurs hebben aangeerfd, gelimiteerd oostwaarts Jan
Hendriks Schuirman, westwaarts Kunnera Brouwer, aan handen van Berent Jansen Berkhoff en Harmen Fick, zo hetzelve wederom hebben verkocht en overgedaan aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Jenneken Engbers, voor een som van 1500 guldens
[T0079_INV5_p428].
1754-09-28: Jan Hendriks Geurs en zijn vrouw Jenneken Roeloff Smijt, Hendrik Eevertman en zijn vrouw Geertjen jansen Smijt, Jan Eevertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmtjen Hendriks Geurs,
weduwe Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar voogd, en Hendrikjen Eevertman, wedw van Jan Broertjen, bijgestaan met Hendrik Eevertman als haar voogd, tezamen erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 27 december
1753 verkocht te hebben de aangeerfde 4e part van het erve en goed, zijnde een akker opgaans, met daarop staande 4e part van het huis, schuur, houtgewas en verder timmeragie, zo en als zij hetzelve van wijlen Albert Egbers Geurs hebben aangeerfd,
gelimiteerd oostwaarts Jan Hendriks Schuirman, westwaarts Kunnera Brouwer, aan handen van Hendrik ten Caate en kinderen, voor een som van 755 guldens, 15 stuivers en 8 penningen [T0079_INV5_p430].
1754-09-28: Jan Hendriks Geurs en zijn vrouw Jenneken Roeloff Smijt, Hendrik Eevertman en zijn vrouw Geertjen jansen Smijt, Jan Eevertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmtjen Hendriks Geurs,
weduwe Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar voogd, en Hendrikjen Eevertman, wedw van Jan Broertjen, bijgestaan met Hendrik Eevertman als haar voogd, tezamen erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 27 december
1753 verkocht te hebben de aangeerfde 4e part van het erve en goed, zijnde een akker opgaans, met het daarop staande 4e part van het huis, schuur, houtgewas en verdere timmeragie, zo en als zij hetzelve van wijlen Albert Egbers Geurs hebben
aangeerfd, gelimiteerd oostwaarts Jan Hendriks Schuirman, westwaarts Kunnera Brouwer, aan handen van Bernardus Spijker, zo hetzelve op 7 januari 1754 wederom heeft overgedaan aan Hendrik Egbers en zijn vrouw Klasina Albers Smelt, voor een som van
755 guldens, 15 stuivers en 8 penningen [T0079_INV5_p432].
1760-07-17: Testament van Kunnera Brouwer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Jasper ten Caate als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Jannes Brouwer als enig en universeel erfgenaam;
- aan de armen op 't Vriezenveen de som van 30 guldens;
- aan haar broer Walter Brouwer 't hangende horlogie en deszelfs zoon Jan Brouwer 't kerkboek met zilveren beslag, en aan de dochter Berendina Brouwer een blaauw zijden lap van angeven vier elle lang. [T0079_INV6_p096]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).
Na overlijden:
1761-12-05: Jan Kruis en zijn vrouw Janna Brouwer, Berent Brouwer en zijn vrouw Jennegjen Eevertman, Gerrijt Brouwer en zijn vrouw Grietjen Jansen, en Hend ten Caate en zijn vrouw Jennegjen Brouwer, voorts zij bovengenoemde comparanten, mede de
rato caverende voor haar absente broer en zwager Wolter Brouwer, tezamen erfgenamen van wijlen Kunnera en Jannes Brouwer, welke verklaarden op 13 januari 1761 verkocht te hebben de aangeerfde 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis,
schuur en verder timmeragie, met nog enigszins inboedel, alsmede een akker woestenland, gelegen aan de Stouwe, alles alhier op het Vriezenveen, ten profijte van Klaas Kruis en zijn vrouw Grietjen Otten, voor een som van 1788 guldens en 16
stuivers. [T0079_INV6_p181]
1761-12-05: Jan Kruis en zijn vrouw Janna Brouwer, Berent Brouwer en zijn vrouw Jennegjen Eevertman, Gerrijt Brouwer en zijn vrouw Grietjen Jansen, en Hend ten Caate en zijn vrouw Jennegjen Brouwer, voorts zij bovengenoemde comparanten, mede de
rato caverende voor haar absente broer en zwager Wolter Brouwer, tezamen erfgenamen van wijlen Kunnera en Jannes Brouwer, welke verklaarden op 13 januari 1761 verkocht te hebben de aangeerfde akker hoevenalnd op de Oostere hoeve, onverscheiden
met Jan Jonkman, ten profijte van Jan Jonkman en zijn vrouw, voor een som van 160 guldens en 11 stuivers. [T0079_INV6_p183] | Brouwer, Cunna (I20991)
|
932 |
1721-12-18: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Cruis en zijn vrouw Janna Brouwers, de laatste enig zwakheid van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn halve broers en zusters, met namen Gerrit, Jannes, Janna en Geesien Cruis, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, en de kisten;
- hij zijn vrouw Janna Brouwers, universeel erfgenaam;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij zijn vader Claas Cruis, legitieme portie;
- zij aan haar broers en zusters, met namen Berendt, Gerrit, Wolter, Jenneken en Cunnera, alle haar kleren, zo linnen als wollen, met de kaste;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij haar man Jan Cruis, universeel erfgenaam;
- zij haar vader Jan Brouwer en haar moeder Berendjen Wolters, legitieme portie [T0079_INV4_p257].
Zie: Nederlands Patriciaat 1980/1981, blz. 217-245. | Kruijs, Gerrit (I15390)
|
933 |
1721-12-18: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Cruis en zijn vrouw Janna Brouwers, de laatste enig zwakheid van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn halve broers en zusters, met namen Gerrit, Jannes, Janna en Geesien Cruis, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, en de kisten;
- hij zijn vrouw Janna Brouwers, universeel erfgenaam;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij zijn vader Claas Cruis, legitieme portie;
- zij aan haar broers en zusters, met namen Berendt, Gerrit, Wolter, Jenneken en Cunnera, alle haar kleren, zo linnen als wollen, met de kaste;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij haar man Jan Cruis, universeel erfgenaam;
- zij haar vader Jan Brouwer en haar moeder Berendjen Wolters, legitieme portie [T0079_INV4_p257]. | Kruijs, Janna (I15392)
|
934 |
1722-01-11: Henrik Jaspers van Olde, de rato caverende voor zijn absente broer Frerik Jaspers van Olde, welke verklaarde verkocht te hebben de weostenakker, gelegen in de westerwoesten, buijten den Olden Kerkweg, gelimiteerd oostwaarts Jan
Janssen Broortjen en de weduwe van wijlen Henrik Janssen Oostert, cs, westwaarts Henrik Gerritsen Winter, cs, en de weduwe Berendt Gerritsen Winters, cs, en onverscheiden met Jan Smelt en Henrik Gerridsen Roeloffs in dier zelve landerijen, voor
een som van 575 guldens, aan handen van Hinrik Hinrixen Evertman de Jonge en zijn erfgenamen [T0079_INV4_p273].
1727-03-20 Sch.: nog genoemd [Archief Kruys, blad Oosteinde 24].
Woonde te Vriezenveen. | Jansen, Eesse (I73315)
|
935 |
1722-01-11: Henrik Jaspers van Olde, de rato caverende voor zijn absente broer Frerik Jaspers van Olde, welke verklaarde verkocht te hebben de weostenakker, gelegen in de westerwoesten, buijten den Olden Kerkweg, gelimiteerd oostwaarts Jan
Janssen Broortjen en de weduwe van wijlen Henrik Janssen Oostert, cs, westwaarts Henrik Gerritsen Winter, cs, en de weduwe Berendt Gerritsen Winters, cs, en onverscheiden met Jan Smelt en Henrik Gerridsen Roeloffs in dier zelve landerijen, voor
een som van 575 guldens, aan handen van Hinrik Hinrixen Evertman de Jonge en zijn erfgenamen [T0079_INV4_p273].
1729-04-11: Jenneken Dercks, weduwe van Gerrit Hinriksen, bijgestaan met Albert Jonker als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Scholtus CLaas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 400 guldens, wegens
boekschulden en verlopen Heren lasten, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts Frederick Henriks van Olde, westwaarts Henrik Braamhaar, mitsgaders 2 akker
Superplusland, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Berendt Winter, westwaarts Henrik Janssen Boeschen [T0079_INV4_p513].
1730-09-25: Gerrit Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettien Freriksen Tuttertien, welke verklaarden schuldig te zijn Jan Janssen Geerts en zijn vrouw Henrikien Gerritsen Graave, alsmede aan Aaltien Jansen, wedw van wijlen Berendt Gerritsen Winter, een
som van 800 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akker land, met daarop staande huis en schuur, te vene, te velde, te heide, te weide, maar de goorden is liggende en door Jan Hinrixen
Gijseler wordt bewoond blijft daar buiten, gelimiteerd oostwaarts Jan Egberts, cs, westwaarts Roeleff Willemsen [T0079_INV4_p576].
1742-01-25: Testament van Garrit Jansen, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- tot zijn enige en universele erfgenamen in de halfscheid van zijn nalatene goederen, zijn wijlen zus Aeltjes 2 kinderen met namen Garrit Winter en Jenneken Winter, vrouw van Frerik Smeld, en in de andere gerechte halfscheid zijn wijlen halve
gewezen broer Jan Jans 4 kinderen met namen Garrit Jansen, Janna Jansen, Jan Jansen en Jenneken Jansen, ten einde om dezelve na zijn en zijn vrouw Jenneken Gerrits Winter overlijden te zullen en mogen erven, trekken en genieten, houdende alzo het
testament tussen hem testator en zijn vrouw Jennegjen Gerrits Winter opgericht en zijn volle waarden en kragt;
- zijn nicht Jenneken Winter, vrouw van Frerik Smelt, 50 guldens;
- zijn nicht Jenneken Jansen, dochter van wijlen des testators halve broer Jan Jansen, 200 guldens [T0079_INV5_p044].
Woonde te Vriezenveen (08-01-1693). | Jansen, Aaltjen (I15735)
|
936 |
1722-01-11: Henrik Jaspers van Olde, de rato caverende voor zijn absente broer Frerik Jaspers van Olde, welke verklaarde verkocht te hebben de weostenakker, gelegen in de westerwoesten, buijten den Olden Kerkweg, gelimiteerd oostwaarts Jan
Janssen Broortjen en de weduwe van wijlen Henrik Janssen Oostert, cs, westwaarts Henrik Gerritsen Winter, cs, en de weduwe Berendt Gerritsen Winters, cs, en onverscheiden met Jan Smelt en Henrik Gerridsen Roeloffs in dier zelve landerijen, voor
een som van 575 guldens, aan handen van Hinrik Hinrixen Evertman de Jonge en zijn erfgenamen [T0079_INV4_p273].
Woonde te Vriezenveen. | van Olde, Hendrik (I34272)
|
937 |
1722-01-11: Henrik Jaspers van Olde, de rato caverende voor zijn absente broer Frerik Jaspers van Olde, welke verklaarde verkocht te hebben de weostenakker, gelegen in de westerwoesten, buijten den Olden Kerkweg, gelimiteerd oostwaarts Jan
Janssen Broortjen en de weduwe van wijlen Henrik Janssen Oostert, cs, westwaarts Henrik Gerritsen Winter, cs, en de weduwe Berendt Gerritsen Winters, cs, en onverscheiden met Jan Smelt en Henrik Gerridsen Roeloffs in dier zelve landerijen, voor
een som van 575 guldens, aan handen van Hinrik Hinrixen Evertman de Jonge en zijn erfgenamen [T0079_INV4_p273].
Woonde te Vriezenveen. | van Olde, Fredrik (I34273)
|
938 |
1722-01-11: Henrik Jaspers van Olde, de rato caverende voor zijn absente broer Frerik Jaspers van Olde, welke verklaarde verkocht te hebben de weostenakker, gelegen in de westerwoesten, buijten den Olden Kerkweg, gelimiteerd oostwaarts Jan
Janssen Broortjen en de weduwe van wijlen Henrik Janssen Oostert, cs, westwaarts Henrik Gerritsen Winter, cs, en de weduwe Berendt Gerritsen Winters, cs, en onverscheiden met Jan Smelt en Henrik Gerridsen Roeloffs in dier zelve landerijen, voor
een som van 575 guldens, aan handen van Hinrik Hinrixen Evertman de Jonge en zijn erfgenamen [T0079_INV4_p273].
Woonde te Vriezenveen. | Broertjen, Jan (I36095)
|
939 |
1722-01-11: Henrik Jaspers van Olde, de rato caverende voor zijn absente broer Frerik Jaspers van Olde, welke verklaarde verkocht te hebben de weostenakker, gelegen in de westerwoesten, buijten den Olden Kerkweg, gelimiteerd oostwaarts Jan
Janssen Broortjen en de weduwe van wijlen Henrik Janssen Oostert, cs, westwaarts Henrik Gerritsen Winter, cs, en de weduwe Berendt Gerritsen Winters, cs, en onverscheiden met Jan Smelt en Henrik Gerridsen Roeloffs in dier zelve landerijen, voor
een som van 575 guldens, aan handen van Hinrik Hinrixen Evertman de Jonge {is hij dit?} en zijn erfgenamen [T0079_INV4_p273].
1741-03-04: Garrit ten Cate en zijn vrouw Aeltjen Jansen Dodde, hebben op 2 februari verkocht een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, onverscheiden met Lucas Brouwer, cs, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Berent Bramer,
westwaarts de koper, cs, ten profijte van Hendrik Evertman en zijn vrouw Geertjen Jansen Smit, voor een som van 140 guldens [T0079_INV5_p022].
1754-09-28: Jan Hendriks Geurs en zijn vrouw Jenneken Roeloff Smijt, Hendrik Eevertman en zijn vrouw Geertjen jansen Smijt, Jan Eevertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmtjen Hendriks Geurs,
weduwe Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar voogd, en Hendrikjen Eevertman, wedw van Jan Broertjen, bijgestaan met Hendrik Eevertman als haar voogd, tezamen erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 24 december
1753 verkocht te hebben de aangeerfde halve akker woestenland, in de wester woesten gelegen, onverscheiden met Hendrik Eevertman en Lukas Fronten, gelimiteerd oostwaarts Hend Eevertman, westwaarts de wedw van Jan Hendriks Post, ten profijte van
Jan Kruis en zijn vrouw, voor een som van 116 guldens [T0079_INV5_p426].
1755-03-08: Testament van Garrijt Hendriks Braamer en zijn vrouw Aaltjen Evertman, de laatste gezond van lichaam en bijgestaan met Jannes Jansen als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar vader Hendrik Braamer, legitieme portie;
- zij haar vader Hendrik Eevertman, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn naaste vrienden, zijn met de dood na te latene kleren, zo linnen als wollen, mocht hij zonder kinderen komen te overlijden;
- zij haar naaste vrienden, haar met de dood na te latene kleren, mocht zij zonder kinderen komen te overlijden;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p453].
1756-01-10: Hendrik Eevertman en zijn vrouw Geertjen Jansen Smijt, Jan Eevertman zijn vrouw Jenneken Jansen Smijt, Berent Brouwer en zijn vrouw Jenneken Eevertman, Harmtjen Hendriks Geurs, wedw Telgenkamp, bijgestaan met Jasper Braamer als haar
voogd, en Hendrikjen Eevertman, bijgestaan met Jan Hendrik Dikkers als haar voogd, tezamen mede erfgenamen van wijlen Albert Egbers Geurs, welke verklaarden op 27 december 1753 verkocht te hebben de aangeerfde halve akker woestenland, gelimiteerd
oostwaarts Bernardus Smelt, westwaarts Frerick Smelt, cs, onverscheiden met de wedw Jan Broertjen, ten profijte van Jan Hindriks Geurs en zijn vrouw, voor een som van 156 guldens en 15 stuivers [T0079_INV5_p493].
1767-07-30: Kunnegien Jansen, weduwe van wijlen Frederik Lubberts, bijgestaan met Hend Evertman {is hij dit?} als haar voogd, welke verklaarde op 14 februari 1767 voor haar en als moeder en wettige voogd van haar 2 minderjarige dochtertjes,
verkocht te hebben een akker boverweegesland, gelegen op de westere hoeve, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Derksen en westwaarts Jan Prinsen, voor een som van 116 guldens en 20 stuivers, ten profijte van Jan Smelt en Gerrit Derksen en dezelver
erfgenamen, ieder voor de gerechten halfscheid [T0079_INV7_p065].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 12, nr. 11:
Man : Hendr. Evertman.
Vrouw : Geertjen Janz Smit.
Kinderen >10 jaar : Aeltien Evertman, Frederica Evertman.
Kinderen <10 jaar : Henderina Evertman, Hend. Evertman, Lena Evertman.
Dienstboden : Henderik Berentsen, Anna Claesen.
Inwonenden : -.
1772-12-29: Geesjen Telgenkamp, weduwe van wijlen Jasper Braemer, bijgestaan met haar zoon Jannes Braemer als haar voogd, voor haar zelfs en als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar meerderjarige kinderen, welke verklaarden in januari
1772 verkocht te hebben een turfakker turfland, gelegen op de oosterhoeve, onverscheiden met Henrik Evertman, voor een som van 116 guldens, ten profijte van Gerrit Braemer en zijn vrouw [T0079_INV7_p195].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Evertman, Hendrik (I21419)
|
940 |
1722-01-24: Jan Harmssen Vetteker en zijn vrouw Cunnera Janssen Kleijne, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 1150 guldens en 17 stuivers, herkomende van verstrekte en geleende
penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Jan Gerridsen Graave, westwaarts de kerkstege, en nog 2 akkeren turfland, gelegen in
Patersland.
Kantlijn akte: De Edele Schultus Klaas Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, verklaarden op 20 juli 1726, dat Jan Harmsen Vetteker en zijn vrouw Kunnera Jansen Kleijn, het bedrag met interest hebben voldaan en daarmee de akte wordt
doorgehaald [T0079_INV4_p262].
1722-04-20: Jan Harmssen Vetteker en zijn vrouw Cunnera Janssen Kleijne, welke verklaarden schuldig te zijn, buiten de verzettinge gepasseerd op 24 januari 1722, aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Scholl, een som van 500
guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, staande en gelegen op Vicarienland, gelimiteerd oostwaarts Jan Pauwels, westwaarts Jochem Adolph Bonthe, en nog een goorden, liggende in de
landerijen van Jan Prinssen en Berendt Klooster en Luicas Hols, en nog verbindende de rentgeveren tot meerdere securiteit van deze schuld haar 2 akkeren lands met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts de wedw van wijlen Jan
Gerritsen Graave, westwaarts de kerkstege, mitsgaders 2 akkeren turfland liggende in Patersland.
Kantlijn akte: De Ed Scholtes Klaas Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol verklaarden op 20 juli 1726 dat door Jan Harmsen Vetteker en zijn vrouw Kunnera Jansen Kleijne het bedrag met rente voldaan is en daarmee de akte doorgehaald is
[T0079_INV4_p265].
Woonde te Vriezenveen. | Grave, Jan (I34037)
|
941 |
1722-01-24: Jan Harmssen Vetteker en zijn vrouw Cunnera Janssen Kleijne, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 1150 guldens en 17 stuivers, herkomende van verstrekte en geleende
penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Jan Gerridsen Graave, westwaarts de kerkstege, en nog 2 akkeren turfland, gelegen in
Patersland.
Kantlijn akte: De Edele Schultus Klaas Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, verklaarden op 20 juli 1726, dat Jan Harmsen Vetteker en zijn vrouw Kunnera Jansen Kleijn, het bedrag met interest hebben voldaan en daarmee de akte wordt
doorgehaald [T0079_INV4_p262].
1730-06-10: Jenneken Gerrits, weduwe van Jan Gerridsen Graave, bijgestaan met Henrik Gerridsen als haar voogd, mitsgaders Adolph Henrick Harwig als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Jan Gerritsen Graave, de rato caverende voor zijn mede
voogd Jan Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben 4 akker land, nemende zijn aanvang met de zgn Oldenweg en eindigende tot aan het maadeken (?), zo Geerd Holst daarachter heeft liggen, zijnde gelimiteerd oostwaarts de kopers en aan de
westzijde Egbert Harmsen Cromneuse, cs, met een behoorlijken opweg welke de kopers na vene infantie zullen moeten helpen maken gelijk mede het stegen deel door de kopers en verkopers te verdelen na vene infantie, aan handen van Jannes Geerdink en
zijn vrouw Harmina van der Aa, nevens Egbert Gerridtsen Jonkkman en zijn vrouw Hendrikien Hinrixen Braamhaar, voor een som van 940 guldens [T0079_INV4_p546].
Woonde te Vriezenveen. | Koster, Jennigjen (I34036)
|
942 |
1722-08-11: Roeleff Engberts Smidt en zijn vrouw Marrie Engberts, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, zijnde groot 4 gebondt, zullen het overige daar worden afgebroken met de grond daar het huis op staat, met de smitte en de
slijpsteen, ook met de grond, met de noodstal met de grond, en ook zoveel het daar koper een nieuwe noodstal van kan maken, daar het vee (?) op staat, met een goorden van 100 tret roede maat, nemende zijn aanvang 25 treden tegens Coert Hinrixen
zijnen goorden hen buijten en dan verders hen booven, in parttjen bewust met een koeweide voor de tijd hares levens, te weten zijn aankomende vourw, mara zal dan wederombij het land komen naar haar beiden dood, voor een som van 250 guldens, nog
ook is bescheiden dat de opwerp uit de helen sloot aan de stege ten profijte zal zijn en blijven aan de kopers, tot zover als de verkochten goorden gaat, verders zo heeft hij Egbert Roeleffs Smit noch gekocht van zijn vader Roeleff Engberts Smidt
het ambelt met de hamers, tangen, schroeven, voorts alle smids gereedschap niet uitgezonderd, voor een som van 250 guldens, tezamen 500 guldens, aan handen van Egbert Roeleffs Smidt en zijn vrouw Jennigien Engberts, verders is bescheiden dat
koper aan zijn zus Geertjen 1,5 jaar de kost zal moeten geven, zo als zijn keuken vermag en zal koper verplicht zijn om aan zijn broer Jan het smeden te leren, zoveel als in zijn vermogen is, verders zzo is nog bescheiden, dat koper voorts hier
zullen bij hebben enig inboedel des huizes of huisraad, verders zo is wel expresselijk bescheiden dat koper voor dezen gooden koop na dood van de ouders niet het minste zal wederom komen te erven, en wijders is nog bescheiden dat koper en
verkoper het ijzerwerk zo tot zijn broeders Gerrids nieuwe huis zal nodig zijn, elk de halfscheid zullen moeten bekostigen, voorts zo is nog bescheiden dat verkoper keur hebben, bij wie (?) van beide bezitten van het land zij willen wonen, voorts
zo heeft de vader voor hem bescheiden om alle 14 dagen een dag voor hem in de smitte te smeden of arbeiden voor zijn profijt van zijn eigen ijzer en kolen, en zal dien dag wezen 's maandags, zal Egbert hem als dan helpen, maar zal de vader hem
dan wederom helpen, wijders zo is nog bescheiden dat Egbert Roeleffs Smit zoveel hout mag houwen van het land dat hij het afgebroken huis wederom kan dicht maken [T0079_INV4_p269].
Trouwboek 1726 te Hardenberg: 22 meert 1726: Gerrit Smit, wed. uijt Hardenbergh met Hendrikje Sweers, mede aldaar. Woonde te Sibculo. | Smit, Gerrit (I19822)
|
943 |
1723-03-22: Testament van Jan Janssen Grobbe en zijn vrouw Mettien Harmssen Schulten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- beide aan Godsarmen alhier, 10 ducaten;
- zij aan haar broer Frerik Harmsen Scholten, 200 guldens;
- zij aan haar zus Aaltien Harmsen Scholten, 200 guldens;
- zij aan haar broer [Frerik Harmsen Scholten] en zus [Aaltien Harmsen Scholten], alle haar kleren, zo linnen als wollen;
- zij aan haar zusters kind, genaamd Jennigien, haar zilveren wijzer;
- zij aan haar man Jan Janssen Grobben, universeel erfgenaam [T0079_INV4_p282].
1750-10-21: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Jansen Grubben en zijn vrouw Mettjen Harmsen Scholten, van Mettjen Harmsen Scholten, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met de onderscholte Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- zij vernietigd alle voorgaande testamenten;
- zij haar man Jan Jansen Grubben, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Frerick Harmsen Scholten, 150 guldens;
- zij haar zus Aaltjen Harmsen Scholten, 150 guldens;
- zij aan Jenneken Jansen Tutertjen, alle haar linnen en wollen kleren, wat tot haar lichaam, wat gehorende dezelve daarin legateerde zij dezen;
- zij aan Godsarmen alhier, 20 guldens [T0079_INV5_p305].
Woonde te Vriezenveen. | Grobben, Jan (I73368)
|
944 |
1723-03-22: Testament van Jan Janssen Grobbe en zijn vrouw Mettien Harmssen Schulten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- beide aan Godsarmen alhier, 10 ducaten;
- zij aan haar broer Frerik Harmsen Scholten, 200 guldens;
- zij aan haar zus Aaltien Harmsen Scholten, 200 guldens;
- zij aan haar broer [Frerik Harmsen Scholten] en zus [Aaltien Harmsen Scholten], alle haar kleren, zo linnen als wollen;
- zij aan haar zusters kind, genaamd Jennigien, haar zilveren wijzer;
- zij aan haar man Jan Janssen Grobben, universeel erfgenaam [T0079_INV4_p282].
1750-10-21: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Jansen Grubben en zijn vrouw Mettjen Harmsen Scholten, van Mettjen Harmsen Scholten, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met de onderscholte Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- zij vernietigd alle voorgaande testamenten;
- zij haar man Jan Jansen Grubben, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Frerick Harmsen Scholten, 150 guldens;
- zij haar zus Aaltjen Harmsen Scholten, 150 guldens;
- zij aan Jenneken Jansen Tutertjen {wie is dit?}, alle haar linnen en wollen kleren, wat tot haar lichaam, wat gehorende dezelve daarin legateerde zij dezen;
- zij aan Godsarmen alhier, 20 guldens [T0079_INV5_p305].
Woonde te Vriezenveen. | Scholten, Metjen (I73369)
|
945 |
1723-03-22: Testament van Jan Janssen Grobbe en zijn vrouw Mettien Harmssen Schulten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- beide aan Godsarmen alhier, 10 ducaten;
- zij aan haar broer Frerik Harmsen Scholten, 200 guldens;
- zij aan haar zus Aaltien Harmsen Scholten, 200 guldens;
- zij aan haar broer [Frerik Harmsen Scholten] en zus [Aaltien Harmsen Scholten], alle haar kleren, zo linnen als wollen;
- zij aan haar zusters kind, genaamd Jennigien, haar zilveren wijzer;
- zij aan haar man Jan Janssen Grobben, universeel erfgenaam [T0079_INV4_p282]. | Grobben, Jenneken (I21299)
|
946 |
1723-04-30: Francke, woont te Haskerhorne, is gedoopt. | Minnes, Francke (I30198)
|
947 |
1723-12-04 Cont. [bron: Archief Kruys, Oosteinde 13]
1726-07-26: Jan Pauwels, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Scholtes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 187 guldens, 11 stuivers en 14 penningen, en aan Berend Engberts Klooster en zijn vrouw, een som van 170
guldens en 19 stuivers, en aan Frerick Henriks en zijn erfgenamen, een somv an 200 guldens, en aan Jochem Adolph Bonthe als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Jan Leuijrink, een som van 275 guldens en 15 stuivers, aan Henrik Faaijer en
zijn vrouw, een som van 111 guldens en 8 stuivers, aan Jan ten Caathe, koopman tot Almelo, een som van 74 guldens en 14 stuivers, aan Willem Braamer en zijn vrouw, een som van 156 guldens, aan Adolph Henrik Harwig, een som van 14 guldens, en aan
Procr Nicolaes Harwich, een som van 17 guldens en 2 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en goorden, daarachter liggende, gelimiteerd oostwaarts Henrik Wolters, westwaarts Jan Roeleffs Linkert, en dan nog een akker
hooiland in Pixenland gelegen, beginnende van de buijteren weg, onverscheiden met Leenert Wolters, westwaarts Gerrit Braemhaer, nog een half dagwerk geerenland, en ... [puntjes] wanden bouwland met een goorden gelegen op Jan Leuijrinckland
[T0079_INV4_p402].
1729-03-05: Rutger Berendsen, voor hem zelf, alsmede Jan Gerritsen en Jan Berendsen Hoffman als voogden over de 3 nagelaten dochters van haar overleden moeder Grietien Claasen, nevens Henrikien Engberts, weduwe van wijlen Luicas Hospis,
bijgestaan met secretaris Joan Derck Ritter, en Derck Koops en Berend Engberts Klooster als voogden over de nagelaten onmondige kinderen van wijlen haar vader Luicas Harms Hospis, welke verklaarden verkocht te hebben een hooiland, de 1e Rutger
Berends zijn hooiland, begint van de Oldenweg tot aan de dijk of Aa, maar het broekland behoud verkoper voor hem, met een opweg daaruit, om zijn hooi daaruit op een bekwame tijd vrij te halen, zonder de minste verhindering van kopers en mag
verkoper Rutger Berends een maal in het jaar zijn beesten daardoor drijven en wederom halen, de 2e verkoopster de weduwe van wijlen Luicas Hospis haar hooiland, bestaande samen in 5 akker, begint van de Oldenweg tot aan de Oldengraaven,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de weduwe van Berendt Claasen, tezamen voor een som van 700 guldens, en dat de kopers naar woestenland gerechtigd mogen drijven, varen en halen, ten profijte van kopers, met namen Jan
Cruis, Gerrit Feijer en Roeleff Willemsen, derzelver vrouwen [T0079_INV4_p500].
Woonde te Vriezenveen. | Klooster, Berend (I65304)
|
948 |
1724-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, van Lambert Harms (Harmssen) en zijn vrouw Hinrikjen Alberts, de laatste enigszins ziek van lichaam en bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Henrikjen Alberts, universeel erfgenaam;
- hij zijn moeder Geesien Janssen, legitieme portie;
- zij haar broer Jan Alberts zijn kinderen, en aan haar zuster Geesien Alberts haar kinderen, haar kleren zo wollen en linnen, uitgezonderd zal Henrikjen Harms daaruit hebben een blauw lakens lieffien (?) en een zwart gebloemde kroplappen (?);
- zij haar man, uit hare kleren de zwarten rok en een zwarte schorte;
- zij haar man Lambert Harmssen, universeel erfgenaam;
- beide aan Godsarmen alhier, zijn guldens [T0079_INV4_p301].
1726-01-07: Testament, opgemaakt ten huize van, van Ottho Gerridsen Pill en zijn vrouw Aaltien Harmssen, de laatste bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Aaltien Harms, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Ottho Gerridts Pill, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar moeder Geesien Janssen, legitieme portie [T0079_INV4_p368].
Woonde te Vriezenveen. | Jansen, Geesjen (I34297)
|
949 |
1724-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, van Lambert Harms (Harmssen) en zijn vrouw Hinrikjen Alberts, de laatste enigszins ziek van lichaam en bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Henrikjen Alberts, universeel erfgenaam;
- hij zijn moeder Geesien Janssen, legitieme portie;
- zij haar broer Jan Alberts zijn kinderen, en aan haar zuster Geesien Alberts haar kinderen, haar kleren zo wollen en linnen, uitgezonderd zal Henrikjen Harms daaruit hebben een blauw lakens lieffien (?) en een zwart gebloemde kroplappen (?);
- zij haar man, uit hare kleren de zwarten rok en een zwarte schorte;
- zij haar man Lambert Harmssen, universeel erfgenaam;
- beide aan Godsarmen alhier, zijn guldens [T0079_INV4_p301].
Woonde te Vriezenveen. | Hermsen, Hendrikjen (I36043)
|
950 |
1724-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, van Lambert Harms (Harmssen) en zijn vrouw Hinrikjen Alberts, de laatste enigszins ziek van lichaam en bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Henrikjen Alberts, universeel erfgenaam;
- hij zijn moeder Geesien Janssen, legitieme portie;
- zij haar broer Jan Alberts zijn kinderen, en aan haar zuster Geesien Alberts haar kinderen, haar kleren zo wollen en linnen, uitgezonderd zal Henrikjen Harms daaruit hebben een blauw lakens lieffien (?) en een zwart gebloemde kroplappen (?);
- zij haar man, uit hare kleren de zwarten rok en een zwarte schorte;
- zij haar man Lambert Harmssen, universeel erfgenaam;
- beide aan Godsarmen alhier, zijn guldens [T0079_INV4_p301]. | Alberts, Hendrikjen (I66642)
|
|
|
|