|
|
|
|
( ca. 1680) - 1752
-
Naam |
Jan Dodde |
Geboren |
( ca. 1680) |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Jan Bartelds, Bart |
Permanent recordnummer |
21618 |
Patroniem |
Bartels |
Overleden |
tussen 1748 en 1752 |
Vriezenveen [1] |
Persoon-ID |
I21618 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
13 jul 2021 |
Gezin |
Jennigjen ten Cate, geb. ( ca. 1680), Vriezenveen , ovl. tussen 1722 en 1748, Vriezenveen |
Getrouwd |
( ca. 1704) |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
7922 |
Kinderen |
| 1. Aaltjen Dodde, ged. 23 aug 1705, Vriezenveen , ovl. na 1763, Vriezenveen (Leeftijd ~ 59 jaar) |
| 2. Jan Dodde, ged. 29 mei 1707, Vriezenveen , begr. 13 mei 1753, Karthuizer Kerkhof, Amsterdam (Leeftijd ~ 45 jaar) |
| 3. Fredrik Dodde, ged. 16 jun 1709, Vriezenveen , ovl. tussen 1782 en 1790 (Leeftijd ~ 72 jaar) |
| 4. Jannes Dodde, ged. 01 mrt 1711, Vriezenveen , ovl. 17 dec 1715 (Leeftijd ~ 4 jaar) |
| 5. Gerrit Dodde, ged. 04 dec 1712, Vriezenveen , begr. 27 mei 1750, Westerkerkhof, Amsterdam (Leeftijd ~ 37 jaar) |
| 6. Jannes Dodde, ged. 25 aug 1715, Vriezenveen , ovl. tussen 1715 en 1720 |
| 7. Trijntjen Dodde, ged. 30 okt 1718, Vriezenveen , ovl. tussen 1718 en 1722 |
| 8. Jannes Dodde, ged. 27 nov 1720, Vriezenveen |
| 9. Trijntjen Dodde, ged. 03 apr 1722, Vriezenveen , ovl. na 1790 (Leeftijd ~ 69 jaar) |
|
Laatst gewijzigd op |
27 nov 1999 |
Gezins-ID |
F7922 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Geboren - ( ca. 1680) - Vriezenveen |
|
| Overleden - tussen 1748 en 1752 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Westeinde |
| Westeinde 108 te Vriezenveen Westeinde 108 te Vriezenveen
Leggernrs: 270, 1310, 1399, 4471, 10246, 10133, 14764
Perceelnrs: A2052, A7053, A9565, G821
Huisnrs: 4-496 (tot 1957), Westeinde 108
Opm: Oostzijde van dubbelhuis met Westeinde 110.
1e huis
1817: huis eigendom van Wed. Jannes Fijneman [9901]
1854: overdracht huis aan Gerhardus Tijhoff [9657]
1856: overdracht… |
-
Aantekeningen |
- 1720-02-19: Aaltien ten Caate, bijgestaan met Jan Harmsen Vetteker en Jan Bartels Dodde als haar voogd, mede tezamen de rato caverende voor haar man Berend Hinrixen, en dezelve aangenomen te hebben als haar eigen propre schuld voor welke som van
penningen de voornde voogden daarvoor staan ..ijden of morgen wachten en wachten, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, staande en gelegen op de westere Richterije, gelimiteerd oostwaarts Evert Mooijers en aan de westere zijde Pauwel
Hinrixen, met de put daarachter staande, voor een som van 380 guldens, aan handen van Gerrit Gerritsen Ruijter en zijn vrouw Geesien Hinrixen [T0079_INV4_p175].
1720-09-21: Procurator Nicolaas Harwig en zijn vrouw Janna Schol, Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Costers en zijn vrouw Fennigien Schol, Jan Gerritsen ten Caathe en zijn vrouw Aaltien Schol en Jan Schol, de rato caverende
voor zijn absente vrouw Jennigien Hinrixen, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, staande aan de buijtere zijde van deze nieuwen kerkweg op de landerijen van Jan Schol, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Waander Roeleffs,
westwaarts de weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager, en dan nog 400 tret roede maat bouwland en 1,5 koeweide gelegen in de landerijen van Albert Raphuijs, gelimiteerd aan de oostzijde Jan Bartels Dodde, westwaarts de Richterije, aan
handen van Frerik Janssen Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonckman, voor een som geld met de inboedel van 780 guldens [T0079_INV4_p211].
1743-01-10: Berent Garritsen en zijn vrouw Swenneken Harms van der Aa, verklaarden wegens aan haar verkochte en geleverde linnens schuldig te zijn aan de Ed Garrit Coster, een som van 120 guldens, aan de Ed Othmar ten Cate, een som van 228
guldens, aan de Ed Lambert Coster, een som van 138 guldens en 15 stuivers, en aan de Ed Jan Harmsen Coster, de som van 120 guldens, samen de som van 606 guldens en 15 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de
halve goorden daarachter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Engbert Jansen Smid, voorts een koeweide en 2,5 wand bouwland, gelegen in de landerijen van Jan Bartels Dodde, oostwaarts Roelof Smelt, westwaarts St. Cruicen Viccarie, en
de halve grasgoorden aan deze kant van de waterleijdick, in het zgn Pihsensland [Pixensland] gelegen, en een vierendeel akker woestenland, onverscheiden met de weduwe Broertjen.
Kantlijn akte: Mij is gebeleken dat deze verzegeling door Berent Gerriijts is ... ... wordt dezelve kracht dezes geroyeerd [T0079_INV5_p073].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn zoon Frerick]).
1757-12-10: Berent Gerrits en zijn vrouw Mechelina van Olde, welke verklaarden wegens een oude verzegeling, van 10 januari 1743 (!), en daar deze wordt vernietigd en geroyeerd, en wegens aan dezelve verpande (?) penningen schuldig te zijn aan
Pieter Wilh Harwig en zijn voruw, een som van 330 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de halve goorden daarachter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Berent Engbers Smijt, voorts een koeweide, en 2,5
wand bouwland, gelegen in de landerijen van Jan Bartels Dodde {is hij dit?}, oostwaarts Berent Engbers, oostwaarts St Crucen Vicarie, en de halve grasgoorden aan deze kant van de waterleiding, in het zgn Piksensland gelegen, onverscheiden met de
wedw Jan Broertjen.
Kantlijn akte: Deze wordt door het passeren van en nieuwe verzegelinge geroyeerd en vernieting [T0079_INV5_p659].
1757-12-15: Berent Gerrits en zijn vrouw Mechelina van Olde, welke verklaarden wegens bij hem Berent Gerrits gekochte en ontvangen linnens oprecht schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate Jansz, de som van 421 guldens en 6 stuivers, en aan de Ed
Lambertus ten Caate Abrahamsz, de som van 225 guldens en 17 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de halve goorden daarachter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Berent Engbers Smijt, voorts een
koeweide en 2,5 wand bouwland, gelegen in de landerijen van Jan Bartels Dodde, oostwaarts Berent Engbers, westwaarts St Crucen Vicarie, en de halve grub (?) goorden aan deze kant van de waterleiding, in het zgn Piksensland gelegen, en een
vierendeel akker woestenland, onverscheiden met de wedw Jan Broertjen.
Akte: is doorgehaald met een x [kruis], zonder opmerking in de kantlijn van de akte [T0079_INV5_p661].
|
-
|
|
|