|
|
|
|
Treffers 84,751 t/m 84,800 van 88,655
# |
Aantekeningen |
Verbonden met |
84751 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220.
Ca. 1881 [tussen 1880-07-12 en 1882-06-01] tot 1890: Albertus Wichers, NH, schippersknecht, woont als [in dienst] bij ? te Vriezenveen. Gekomen van ? [BR1880-DB44]
1890 tot ?: Albertus Wichers, NH, boerenknecht, woont als [in dienst] bij B. Jansen te Vriezenveen, 6-706. Vertrokken naar blad 1048 Vriezenveen. [BR1890-DB44]
1910-1915: Vriezenveen, 5-500. Vertrokken naar Wierden. [BR1910-VV1405]
Landbouwer in 1898, pakhuisknecht in 1900, landbouwer in 1900, fabrieksarbeider in 1901-1904/1906/1909, landbouwer in 1909/1934.
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 11-06-1864); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 552 (23-11-1895); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 553 (26-11-1898); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 588 (04-03-1900, 16-07-1900); Vriezenveen (27-02-1901); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 588
(02-11-1901); Vriezenveen (24-04-1902); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 588 (07-02-1903, 23-12-1909, 19-05-1934); Wierden (07-12-1934, tot 04-03-1949). | Wichers, Albertus (I19471)
|
84752 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220.
Landbouwer in 1854-1856/1858-1859/1861/1864/1866-1868/1871/1874/1880.
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 23-09-1825, 21-01-1854, 14-04-1854); Vriezenveen, 2-nvm, Oosteinde (03-02-1855); Vriezenveen (29-04-1856); Vriezenveen, 2-nvm (07-10-1858); Vriezenveen, Wijk 2, Oosteinde (29-12-1858); Vriezenveen, 2-nvm (13-01-1859,
26-02-1861); Vriezenveen (11-06-1864, 31-12-1866); Vriezenveen, 2-nvm (28-04-1867); Vriezenveen (06-05-1868, 27-08-1871); Vriezenveen, 5-379 (05-04-1874, 02-07-1874); Vriezenveen, 5-542 (tot 18-06-1880). | Wichers, Johannes (I15225)
|
84753 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220.
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 28, nr. 6:
Man : Jan Jansen.
Vrouw : Jenneken Jansen.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Janna Jansen, Jan Jansen, Harmen Jansen.
Dienstboden : -.
Inwonenden : D. weed. Jan Jansen Bruer, Roeloff Jansen.
1751-07-31: Frerick Hermsen Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, welke verklaren schuldig te zijn aan de E Geertjen Schol, wedw van wijlen de Scholtus Claas Cruis, een som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
3 akker land, beginnende van deze nieuwe Kerkweg en gaande tot aan de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts Jan Jansen Bruer [T0079_INV5_p331].
1758-09-22: Egbert Jansen Toet, bijgestaan met Egbert Jansen als zijn voogd, ten eerste, voorts zijn schoonzoon Roeloff Jansen, ter andere zijde, welke verklaarden deze minzame conventie en accoord met melkanderen te hebben ingegaan, getroffen en
gelaten, namelijk en voor eerst, zo cedeert hij Egbert Jansen Toet, in vollen eigendom over aan zijn schoonzoon Roeloff Jansen, zijn eigen toebehorende halve huis, en verdere halve timmeragie, met een akker lands opgaans, onverscheiden met de
kinderen van Roeloff Jansen, gelimiteerd oostwaarts Jan Jansen, en aan de westzijde Egbert Schuirman, alsmede zijn gerechte halfscheid van het uijtland, zo hem Egbert Jansen is toebehorende, en bij hem in eigendom is bezittende, het hooiland de
halfscheid van 5/4 akker boverwegesland, 1 en 1/4 dagwerk in het wester vierendeel, en 1/4 akker in het ooster vierendeel, alles in gemeenschap met de kinderen van Roeloff Jansen voornoemd, mitsgaders alle de inboedel des huizes, zover hem Egbert
Jansen Toet voernoemd dezelven is competerende (?) en toebehorende, en alsnog met de kinderen van Roeloff Jansen onverscheiden is bezittende, niets daarvan uitgezonderd van wat naam of nature dezelve moesten wezen. Waarvoor en tegens hij Roeloff
Jansen of de bezitter des lands belooft, en aanneemt, om zijn schoonvader Egbert Jansen Toet, voornoemd, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen, te zullen, moeten en willen geven, voor de tijd zijnes levens, te weten een wand hart en wak
koren, van 100 tret roede maat, tegen melkanderen af te nemen, als het koren aan garsten staat, waar het hun belieft, met een wand koren (?) in den trekkeltijd (?), ook af te nemen waar het hem belieft, benevens 6 schepel rogge, en een mudde
haver in den zak op St Martini te betalen en dat zo goed als op het land verbouwd wordt, nog heeft de schoonvader Egbert Jansen Toet, voor hem bescheiden 70 treden goordenland achter het bovere hek, tegen de stege, af te nemen waar het hem
belieft, nog zal de schoonvader mogen nemen, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen een goorden, zijnde het 4e part, gelegen achter de weg hen buiten, onverscheiden met Jan Jansen, en de kinderen van voornd Roeloff Jansen, nog heeft de vader
bescheiden voor hem een koeweide om met bezitter des lands zijne beesten, zo boven als buiten geweidet te worden, met een varkens gank in gras en akkeren, zowel gelegen als ongelegen, met 2 hoender gangen, om met bezitter des lands zijne hoenders
ongejaagt te mogen gaan, nog voor hem aan stede bij de haard, licht en brandvrij, benevens zijn slaapplaatse te behouden, daar hij die heeft, voorts zoveel plaatse in het huis, alwaar het hem belieft, daar hij zijn hooi en stro of andere voeragie
droog en onbeschadigd kan liggen, voorts heeft de schoonvader bescheiden, dat de bezitter des lands voor hem zijn gras zal maaien, en droog maken, droog zijnde invaderen, edog gras maaiende wil de vader behoorlijk kost en drank verschaffen,
voorts voor hem te varen op het vene, en daar af, wat hij te varen heeft, voorts zijn koe te voeren, ... halen en hakken, karnen en melken, en alles te doen wat de vader te doen heeft, als hij niet wel kan, voorts zijn hart en week koren te
malen, zijn brood bakken, en op de beste plaatse in de oven te zetten, voorts behoud de schoonvader de tijd zijnes levens het anpart van alle bedden, lakens en kussen, slopen, zo thans nog tussen hem, en de kinderen van Roeloff Jansen
onverscheiden zijn, voorts zal de bezitter des lands, verplicht en gehouden wezen, hem Egbert Jansen Toet, daar en boven te onderhouden zo lange in leven is, in alle het linnen en wollen kleren, zo aan zijn lichaam is, of zal moeten dragen,
hetzelve te wassen en te naaien, voorts ziek of zugtig wordende, dezelven goede handreikingen te doen, dat het voor God en goeden luiden kan worden verantwoord en als de vader, zijn kost alleen komt te nemen, dan mag hij op een na beste koe
afnemen, nog heeft de vader bescheiden om zijn koe te mogen zetten in de sietstal (?)of in de groten stal, nog heeft de vader bescheiden voor hem als hij zijn kost alleen neemt het halve boverwegesland westert het halve hooi achter de weteringe
en dan een voor hooi uit de goorden, nog heeft de vader voor hem bescheiden dat zo wanneer het kwam te gebeuren, dat hij zijn kost alleen kwam te nemen, dat hij dan het spek en vlees met bezitter des lands wil delen, dat gene, dat er dan is
vervolgens heeft de schoonvader bescheiden, dat bezitter des lands zal uitkeren aan hem als hij het van nadere (?) heeft, de som van 400 guldens, die anders in het land zullen blijven staan, maar na dood zullen dezelve aan de bezitter des huizes
en land verblijven, uitgezonderd 100 guldens die de bezitter des lands als aan de kinderen van Roelof Jansen met namen Wijcher en Janna Jansen zullen moeten uitkeren en betalen, voorts is tussen contractanten goed gevonden dat Roelof Jansen, of
de bezitter des lands aan voornoemde Egbert Jansen Toet jaarlijks aan interest daarvan zal geven de som van 7 guldens en 10 stuivers, en als Egbert Jansen Toet, of zijn schoonvader, de kost niet alleen komt te nemen, dat aldan de vader met geen
enigerhande lasten te doen zal hebben, maar zo zijn kost alleen kwam te nemen, en de bedongene metinge trekt, alsdan zal de vader zijn haustgeld (?), geslagt en gemaal zelfs betalen, en verder niets [T0079_INV5_p711].
1763-02-19: Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een akker woestenland, gelegen in de wester woesten, onverscheiden met Frerick Smelt cs, ten profijte van Jan Jansen Broer, voor een som van 220 guldens.
[T0079_INV6_p238]
1767-02-12: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de kinderjarige kinderen van wijlen Luicas Brouwer en wijlen Trientjen Jansen Broer, wegen
verstrekte penningen, de som van 100 guldens, behalve de reeds verlopen interest, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gelegen alhier op het Vriezenveen. Kantlijn akte: Op
27 juli 1768 zijn verscheen Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen L Brouwer, welke verklaarden door Jannes Joost en zijn vrouw voldaan zijn de genoemde schuld met interest, waarbij deze akte
geroyeerd wordt [T0079_INV7_p049].
1767-06-03: Frederik Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Croll, welke verklaarden verkocht te hebben een stukjen bouwland, beginnende op de hoogte alsmede de opslag daaraan volgende, zo ver zich dezelven uitstrekt, ten profijte van Jan Jansen Broer
en zijn erfgenamen, voor een som van 94 guldens [T0079_INV7_p057].
1772-12-29: Geesjen Telgenkamp, weduwe van wijlen Jasper Braemer, bijgestaan met haar zoon Jannes Braemer als haar voogd, voor haar zelfs en als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar meerderjarige kinderen, welke verklaarden op 30
januari 1772 verkocht te hebben 2 akkeren woestenland, gelegen in de westere woesten, namelijk de ene akker gelegen omtrent het wuesten (?) hek, naast dat van het Pastorijenland, en aan de ene kant Alb Bruertjen, cs, en dan een halve akker,
gelegen tusen de halve hoeve en Bol, ingeland, met de weedw Coop Derksen, cs, en de overigen halve akker, gelegen aan de Stuwwe (Stuwe?) onverscheiden met Henrik Egbers d Groot, en zulks voor de som, als te weten de akker voor 135 guldens en 10
stuivers, en de 2e, de halve akker, voor een som van 20 guldens en 11 stuivers, en de 3e, de halve akker bij de Stueuwe, voor een som van 85 guldens en 10 stuivers, dus tezamen een som van 241 guldens en 11 stuivers, ten proftije van Jan Jansen
Bruer {is hij dit?} en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p193].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Broer, Jan (I10035)
|
84754 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [als d. weed. Jan Jansen Bruer inwonend bij haar zoon Jan]). | Jansen, Hermtjen (I21283)
|
84755 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Jansen, Jenneken (I26291)
|
84756 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220. Woonde te Vriezenveen. | Broer, Jan (I21282)
|
84757 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220/239.
1818-10-21: Notaris Warnaars, 1818, nr. 233, publieke verkoop van vast goed (huis).
1819-06-11: Notaris Warnaars, 1819, nr. 108, scheiding.
1821-04-21: Notaris Warnaars, 1821, nr. 073, huwelijksconsent.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 28-05-1787, 29-09-1793). | Jansen, Hermannus (I10032)
|
84758 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221-222.
1719-08-27: Harmen Luicas Koster, en zulks per ordre alsmede de rato caverende voor zijn absente broer Henrick Luicas Koster, zo ook mede caverende de rato voor zijn broer Otto Luicas Koster, en zo en als den voornden Henrik Koster heeft verkocht
en voor zijn broer Otto Luicas Koster, mede caverende, verklarende verkocht te hebben de huisplaatse, met de brink, nevens 2 goordenties, zijnde gelegen aan de boovere kant deze Kerkweg tussen de limieten oostwaarts Wiecher Roeleffs, westwaarts
Gerrit Hinrixen Braamhaar, voor een som van 160 guldens, met het bezwaar van het 9e part te betalen wegens Pastoors koren, kosters koren, ..fferen haver, ..ollen holdens, de Heer van Almeloos haver, armen jaegers, koren en de boveren weg te maken
en het gezaai het geene Harmtjen Hinrixen daarop mocht kunnen opleggen en de opweg moet daarovergaan naar het booverland te varen en te drijven, en dat aan handen van Jan Janssen Tijhoff en zijn vrouw Fennigien Janssen [T0079_INV4_p153].
1719-08-28: Jan Janssen Tijhoff en zijn vrouw Fennigien Janssen, welek verklaarden schuldig te zijn aan de tijdelijke kerkmeesters wegens de Godsarmen, met namen Bartelt Hinrixen, Fredericus Fronten, Engbert Janssen en Jan Prinssen, een som van
170 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en huisplaatse met de brink, nevens 2 goordentiens zijnde gelegen aan de boovere kant deze Kerkweg tussen limieten oostwaarts Wiecher Roeleffs, westwaarts Gerrit Hinrixen
Braamer [T0079_INV4_p156].
1729-01-14: Harmen Luicas Koster en zijn vrouw Fenneken Janssen Schol, welke verklaarden verkocht te hebben 3 akker land, Picksenland genaamd, beginnende van deze nieuwe kerkweg en eindigende tot aan de buijteren doorgravenen weg, gelimiteerd
oostwaarts Wijcher Roeleffs, westwaarts Gerrit Braamhaar, ten profijte van Procurator Nicolaas Harwig en zijn vrouw en Jan Schol en zijn vrouw, voor een som van 500 guldens, mits dat moeten betalen aan Jan Hinrixen Post, waarvoor zich hebben
verbonden als borgen een som van 300 guldens over zulks kopers daaraan erven en ons daarvan ontervende bij dezen [T0079_INV4_p480].
1741-11-11: Geertjen Berens, weduwe van wijlen Jan Broertjen, voor haar zelf, mede als boedelhoudster van haar wijlen mans nalatenschap, voorts als moeder en voogd van haar beide kinderen bij haar man voornoemd geprocureert, bijgestaan met Pr
Nicol Harwig als haar voogd, welke wegens gekochte linnens schuldig is aan de Ed Oothmar ten Caate, koopman tot Almelo, de som van 231 guldens en 15 stuivers, en aan de Ed Egbert Costers, de som van 155 guldens, voorts aan de Ed Garrit Costers,
de som van 55 guldens en 7 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op aan de 1e te weten de Ed Oothmar ten Caate een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, onverscheiden met Jan Geurs, gelimiteerd oostwaarts Jan
Smeld en westwaarts Hendrik Winter, en dan nog een vierendeel akker woestenland, onverscheiden met Berent Gerrits, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Jan Geers, westwaarts Hendrik Roelofs Huisman, voorts een halve grasgoorden gelegen in het zgn
Piksensland, onverscheiden met Berent Gerrits, oostwaarts Wicher Roelof, westwaarts de stege, en aan de 2e de Ed Egbert Costers, haar 400 treden roede maat bouwland gelegen in Albert Raphuisland, oostwaarts Jan Bartelsland, westwaarts St Cruis
Viccarie, en aan de 3e de Ed Garrit Costers, haar koeweide mede in Albert Raphuisland gelegen, beginnende van deze weg tot aan de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Engbert Smid, westwaarts St Crucen Vicarie [T0079_INV5_p040].
1746-09-15: Wicher Roeloffs, als vader, voogd en boedelhouder wegens zijn onmondige kinderen, voorts Roeloff Wichers, welke verkocht hebben een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Piksensland, aanvang nemende van de buiterenweg tot aan of
met de dijk en de Aa, gelimiteerd oostwaarts verkoper, westwaarts Jan Krol, en onverscheiden met de koper en Jan Krol, cs, ten profijte van Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw, voor een som van 185 guldens [T0079_INV5_p183].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 28, nr. 9:
Man : Wieger Roelofs, weeduwenaer.
Vrouw : -.
Kinderen >10 jaar : Waander Wiegers, Aeltien Wiegers, Berent Wiegers.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1753-04-13: Testament van Roeloff Wijchers en zijn vrouw Grietjen ten Caate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Herwig als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Wijcher Roelofs, legitieme portie;
- zij haar vader Jan ten Caate en haar moeder Aaltjen Jansen Schol, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam, doch zo het gebeurde dat een van begin in val geen kind of kinderen mochten verwekken komen te overlijden, en de langstlevende zich wederom in een 2e huwelijk willende begeven, in zonderen val
gehouden zal wezen aan zijn of haar erfgenamen te zullen uitkeren en betalen de som van 150 guldens en de linnen en wollen kleren tot dat overledens lichaam gehorende en zij aldim (?) de langste levende zich in geen (?) 2e huwelijk mochte
begeven, en als zonder kind of kinderen te overlijden willen en begeven hij testator, en zij testatrice dat in zodanen val, hetgene aldaar mocht komen over te schieten, des testator naaste bloedverwanten, en die van de testatrice ieder voor de
halfscheid zullen erven, trekken en genieten;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 15 guldens [T0079_INV5_p401].
1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Roelofs, Wicher (I10009)
|
84759 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221.
1719-11-24: Testament, opgemaakt ten huize van Berend Willemsen Glas, van Geesien Wiechers, ziek van lichaam, bijgestaan met Gerrit Braamer en Wiecher Bramer als haar voogden, waarin genoemd:
- aan Godsarmen alhier, 30 guldens;
- aan haar broer Jan Wiechers de Olste, aan haar zus Aaltien Wiechers en aan haar zus Geertien Wiechers, en stellen alle deze 3 gezamenlijk tot universeel erfgenaam [T0079_INV4_p164].
Woonde te Vriezenveen (09-07-1682). | Wichers, Aaltjen (I15729)
|
84760 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221. Woonde te St. Petersburg [Rusland]. | Zwerner, Wilhelmina Emilie (I11274)
|
84761 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221. Woonde te Vriezenveen (09-07-1682). | Berends, Roelof (I15728)
|
84762 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 03-03-1854); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 540 (01-06-1882, 09-04-1885, 17-02-1886); Vriezenveen (tot 18-06-1903). | Fikkert, Johanna (I18354)
|
84763 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 23-07-1833); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 540 (01-06-1882, tot 09-04-1885). | Companje, Albartus (I18353)
|
84764 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221. Woonde te Vriezenveen (Vanaf ca. 1887); Vriezenveen, Wijk 3, nr. 290 (tot 23-02-1899). | Companjen, Albertus (I13130)
|
84765 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221. Woonde te Vriezenveen. | Waanders, Jennigjen (I14450)
|
84766 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221; Nederlands Patriciaat 1980/1981, blz. 217-245; Geboorte-advertentie; Overlijdensadvertentie.
Luitenant ter zee in 1897.
BR: Woonde te Ned. Indiče (tot 06-11-1894); Vriezenveen, Wijk 3, nr. 291/287 (06-11-1894 [ambthalve ingeschr.] t/m 16-04-1895); Hellevoetsluis [Ned. Indiče] (Vanaf 16-04-1895).
Woonde te Vriezenveen (13-05-1897); 's-Gravenhage, Stephensonstraat 30 (23-07-1914, 03-09-1914). | Kruijs, Pieter (I22485)
|
84767 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 32/128.
Dienstmeid in 1825, landbouwster in 1854/1857/1859/1866-1868/1870.
Woonde te Vriezenveen (09-04-1825, 13-03-1826, 22-02-1828, 19-09-1830, 23-07-1833, 23-08-1835, 07-03-1838); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 316 (30-12-1839) Vriezenveen (21-01-1854, 05-09-1857, 03-06-1859, 12-01-1866, 25-05-1867, 25-03-1868);
Vriezenveen, 5-nvm (tot 23-08-1870). | Berkhof, Aaltjen (I12482)
|
84768 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 55/86/91/97/128-130/135/140-141. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 06-04-1814); St. Petersburg [Rusland] (Vanaf 1832). | Companje, Cornelis (I11273)
|
84769 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222.
1719-08-27: Harmen Luicas Koster, en zulks per ordre alsmede de rato caverende voor zijn absente broer Henrick Luicas Koster, zo ook mede caverende de rato voor zijn broer Otto Luicas Koster, en zo en als den voornden Henrik Koster heeft verkocht
en voor zijn broer Otto Luicas Koster, mede caverende, verklarende verkocht te hebben de huisplaatse, met de brink, nevens 2 goordenties, zijnde gelegen aan de boovere kant deze Kerkweg tussen de limieten oostwaarts Wiecher Roeleffs, westwaarts
Gerrit Hinrixen Braamhaar, voor een som van 160 guldens, met het bezwaar van het 9e part te betalen wegens Pastoors koren, kosters koren, ..fferen haver, ..ollen holdens, de Heer van Almeloos haver, armen jaegers, koren en de boveren weg te maken
en het gezaai het geene Harmtjen Hinrixen daarop mocht kunnen opleggen en de opweg moet daarovergaan naar het booverland te varen en te drijven, en dat aan handen van Jan Janssen Tijhoff en zijn vrouw Fennigien Janssen [T0079_INV4_p153].
1719-08-28: Jan Janssen Tijhoff en zijn vrouw Fennigien Janssen, welek verklaarden schuldig te zijn aan de tijdelijke kerkmeesters wegens de Godsarmen, met namen Bartelt Hinrixen, Fredericus Fronten, Engbert Janssen en Jan Prinssen, een som van
170 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en huisplaatse met de brink, nevens 2 goordentiens zijnde gelegen aan de boovere kant deze Kerkweg tussen limieten oostwaarts Wiecher Roeleffs, westwaarts Gerrit Hinrixen
Braamer [T0079_INV4_p156].
Woonde te Vriezenveen (23-11-1690). | Tijhof, Jan (I15519)
|
84770 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222.
1751-08-18: Berent Gerrits Koster en Willem Post, als voogden over het onmondige kind van wijlen Garrijt Garritsen Koster en Aaltjen Jansen Snijder nagelaten, met namen Jan Garrits, voor Jan Hulshoff en Hindrik Gerrits als voogden over de 2
onmondige door wijlen Harmen Berens en Geertjen Gerrits nagelaten, welke verklaarden op 1 mei 1751 gerechtelijk verkocht te hebben haar pupillen eigen toebehorende 2 wanden bouwland in het land van wijlen Jan Egbers, alsmede een koeweide in het
zgn Jan Spikkes Hamenland (?) gelegen, aan handen van Albert Feijer en zijn vrouw, voor een som van 127 guldens, 13 stuivers en 12 penningen [T0079_INV5_p339].
1751-08-18: Berent Gerrits Koster en Willem Post, als voogden over het onmondige kind van wijlen Gerrijt Gerritsen Koster en Aaltjen Jansen Snijder nagelaten, met namen Jan Gerrits, voorts Jan Hulshoff en Hindrik Gerrits als voogden over de 2
onmondige door wijlen Harmen Berens en Geertjen Gerrits nagelaten, welke verklaarden op 1 mei 1751 gerechtelijk verkocht te hebben haar pupillen eigen toebehorende wand bouwland in zgn Jan Spikkes Hamenland (?), aan handen van Maria Jasper
Braamer en erfgenamen, voor een som van 61 guldens en 8 penningen [T0079_INV5_p341].
1752-10-28: Berent Gerrits Koster en Willem Post, als voogden over het onmondige kind van wijlen Gerrijt Gerritsen Koster en Aaltjen Jansen Snijder nagelaten, met namen Jan Gerrits, voorts Jan Hulshoff en Hindrik Gerrits, als voogden over het
onmondige kind van wijlen Harmen Berens en Geertjen Gerrits nagelaten, en Janna Derks, weduwe van Garrijt Harms, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke op 22 april 1752 verkocht hebben een huis met een goorden en houtgewas daarop
staande, staande en gelegen in de landerijen van de koper Berent Jansen Berkhoff, voorts haar anpart van de Barkoven, zijnde het goordentjen in de huisplaatse, ten profijte van Berent Jansen Berkhoff en zijn vrouw, voor een som van 108 guldens
[T0079_INV5_p382].
1752-10-28: Berent Gerrits Koster en Willem Post, als voogden over het onmondige kind van wijlen Gerrijt Gerritsen Koster en Aaltjen Jansen Snijder nagelaten, met namen Jan Gerrits, voorts Jan Hulshoff en Hindrik Gerrits, als voogden over het
onmondige kind van wijlen Harmen Berens en Geertjen Gerrits nagelaten, en Janna Derks, weduwe van Garrijt Harms, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke op 22 april 1752 verkocht hebben een bouwgoorden in de landerijen van Jan
Harms Tutertjesland gelegen, lang omtrent 160 treden, ten profijte van Jan Gerrits Hospes en zijn vrouw, voor een som van 130 guldens [T0079_INV5_p383].
1761-02-02: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Gerrits Bramer en Jan de Graaff, een som van 450 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met
de brink, met de goorden voor het huis, en de 2 goordens achter het huis, voorts honderd treede roede maat goordenland, gelegen omtrent de Padt (?) in de landerijen van Walter van Uijtert, en 2,5 wand bouwland, gelegen in de landerijen van wijlen
Berent Otten Koes, en dan nog een halve akker hoevenland op de Westere Hoeve in het zgn Kunnen vierendeel, alle alhier op 't Vriezenveen. [T0079_INV6_p118]
1782-10-18: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesiena Harms, verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stientien Fronten, de som van 200 guldens, comparanten verpanden 2 wand bouwland op het zogenaamde Coersland, alsmede 2
koeweiden op het zogenaamde Jan Bruijnsland, alsmede een halve akker woestenland in de westere woeste, onverscheiden met Hindrikes Boeschen [T0079_INV9_p015].
Woonde te Vriezenveen (07-08-1756). | Hermsen, Geesjen (I9882)
|
84771 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222.
1759-01-13: Testament van Berent Gerrijts Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbres, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn naaste bloedverwanten, alsdan in leven zijnde, alle zijn metterdaad na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zuster Lena Lukas 2 kinderen, zo heeft verwekt bij Wijcher Jansen, met namen Jan en Gerhardus Wijchers, haar bijbel met zilver beslag, alsmede haar kist, en aan het kind van haar halve zus Jenneken Harwig, vrouw van Waander Wijchers,
met namen Jennegjen Waanders, haar tuigdas (?), met alle haar mussen (?) en neusdoeken, en haar overige linnen en wollen kleren, zullen door haar broer Frerick en Leena Lukas, benevens haar halve zus Jenneken Harwig en haar stiefmoeder Grietjen
Jansen verdeeld en egalijk genoten worden;
- beide aan de armen alhier ophet Vriezenveen, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p736].
1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]
1762-11-21: Frerick Lukas, welke verklaarde op 7 december 1761 verkocht te hebben een halve akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de dijk of Aa in Olde Scholsland gelegen, onverscheiden met Berent Engbers, cs, en dan nog
zijn gerechte anpart van een halve akker hooiland in de westere, onverscheiden met Jannes Kroemneuse gelegen, ten profijte van Waander Wijchers en zijn vrouw, voor een som van 180 guldens. [T0079_INV6_p223]
1763-07-14: Waander Wichers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Ootman ten Caate, koopman tot Almelo, een som van 1443 guldens en 16 stuivers, wegens een betekende handschrift van 16 augustus 1760 en aan de
E Harmannus ten Caate, koopman tot Almelo en zijn vrouw, een som van 727 guldens en 10 stuivers wegens betekende handschrift van 20 augustus 1760, alsmede aan Henrikus Schoemaker en zijn vrouw een som van 222 guldens wegens een obligatie van 17
juni 1758 met de rechts verschenen interest, en aan compts zus Grietjen Wiegers, wedw van Roeloff Gerritsen en som van 53 guldens, wegens een verkocht stuk linnen, en nog aan Hinrikjen Gerrits Schuirman een som van 50 guldens wegens verdient
meide loon, een kapitaal samen van 2496 guldens en 6 stuivers. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis, schuur en verder timmeragie, met dezelver 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Schuirman, en alhier
op 't Vriezenveen, een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Olde Scholsland, beginnende van de buiterenweg, en ongeveer een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, en een halve akker turfland, gelegen op de westere hoeve, met
nog een vierendeel akker turfland, mede op de westere hoeve gelegen, alle alhier op 't Vriezenveen. De akte is doorgehaald, zonder vermelding van een opmerking in de kantlijn van de akte. [T0079_INV6_p251]
1764-05-11: Waander Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Jan Schol en zijn vrouw Garrijtdina Kruis een som van 1200 guldens, wegens aan de comparanten verstrekte en betaalde penningen, tot ... en
betaling van de verzegeling zo Oortman ten Cate, en Harmannes ten Caate, voorts Henrikus Schoemaker, Grietjen Wijchers, wedw van Roeloff Gerritsen, en Hendrikjesn Gerrits Schuurman, op 14 juli 1763 tot on... laste waren hebbende. Comparanten
stellen hypotheek met onderpand op het huis en schuur, met derzelver 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Schuirman, en ongeveer een halve akker woestenland in de wester woesten, en dan nog een halve akker turfland, en
een vierendeel akker turfland op de westere hoeve, alles alhier op 't Vriezenveen, voorts alle haren inboedel des huizes, zo van paard, beesten, als anderzins, niets uitgezonderd. [T0079_INV6_p320]
1764-05-11: Waander Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hooiland, gelegen in Olde Scholsland, beginnende van de buiteren doorgravenen weg tot aan of met de dijk of Aa, onverscheiden met
Berent Engbers Smit, cs, gelimiteerd oostwaarts Jan Garrits, westwaarts Simensland, ten profijte van Jan Koers en zijn vrouw Geertjen Jansen Bom, voor een som van 132 guldens. [T0079_INV6_p323]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 10-03-1754). | Wichers, Waander (I10002)
|
84772 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222.
1759-01-13: Testament van Berent Gerrijts Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbres, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn naaste bloedverwanten, alsdan in leven zijnde, alle zijn metterdaad na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zuster Lena Lukas 2 kinderen, zo heeft verwekt bij Wijcher Jansen, met namen Jan en Gerhardus Wijchers, haar bijbel met zilver beslag, alsmede haar kist, en aan het kind van haar halve zus Jenneken Harwig, vrouw van Waander Wijchers,
met namen Jennegjen Waanders, haar tuigdas (?), met alle haar mussen (?) en neusdoeken, en haar overige linnen en wollen kleren, zullen door haar broer Frerick en Leena Lukas, benevens haar halve zus Jenneken Harwig en haar stiefmoeder Grietjen
Jansen verdeeld en egalijk genoten worden;
- beide aan de armen alhier ophet Vriezenveen, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p736].
1763-07-14: Waander Wichers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Ootman ten Caate, koopman tot Almelo, een som van 1443 guldens en 16 stuivers, wegens een betekende handschrift van 16 augustus 1760 en aan de
E Harmannus ten Caate, koopman tot Almelo en zijn vrouw, een som van 727 guldens en 10 stuivers wegens betekende handschrift van 20 augustus 1760, alsmede aan Henrikus Schoemaker en zijn vrouw een som van 222 guldens wegens een obligatie van 17
juni 1758 met de rechts verschenen interest, en aan compts zus Grietjen Wiegers, wedw van Roeloff Gerritsen en som van 53 guldens, wegens een verkocht stuk linnen, en nog aan Hinrikjen Gerrits Schuirman een som van 50 guldens wegens verdient
meide loon, een kapitaal samen van 2496 guldens en 6 stuivers. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis, schuur en verder timmeragie, met dezelver 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Schuirman, en alhier
op 't Vriezenveen, een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Olde Scholsland, beginnende van de buiterenweg, en ongeveer een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, en een halve akker turfland, gelegen op de westere hoeve, met
nog een vierendeel akker turfland, mede op de westere hoeve gelegen, alle alhier op 't Vriezenveen. De akte is doorgehaald, zonder vermelding van een opmerking in de kantlijn van de akte. [T0079_INV6_p251]
1764-05-11: Waander Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Jan Schol en zijn vrouw Garrijtdina Kruis een som van 1200 guldens, wegens aan de comparanten verstrekte en betaalde penningen, tot ... en
betaling van de verzegeling zo Oortman ten Cate, en Harmannes ten Caate, voorts Henrikus Schoemaker, Grietjen Wijchers, wedw van Roeloff Gerritsen, en Hendrikjesn Gerrits Schuurman, op 14 juli 1763 tot on... laste waren hebbende. Comparanten
stellen hypotheek met onderpand op het huis en schuur, met derzelver 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Schuirman, en ongeveer een halve akker woestenland in de wester woesten, en dan nog een halve akker turfland, en
een vierendeel akker turfland op de westere hoeve, alles alhier op 't Vriezenveen, voorts alle haren inboedel des huizes, zo van paard, beesten, als anderzins, niets uitgezonderd. [T0079_INV6_p320]
1764-05-11: Waander Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hooiland, gelegen in Olde Scholsland, beginnende van de buiteren doorgravenen weg tot aan of met de dijk of Aa, onverscheiden met
Berent Engbers Smit, cs, gelimiteerd oostwaarts Jan Garrits, westwaarts Simensland, ten profijte van Jan Koers en zijn vrouw Geertjen Jansen Bom, voor een som van 132 guldens. [T0079_INV6_p323]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 10-03-1754). | Harwig, Jenneken (I10003)
|
84773 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222.
1761-02-02: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Gerrits Bramer en Jan de Graaff, een som van 450 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met
de brink, met de goorden voor het huis, en de 2 goordens achter het huis, voorts honderd treede roede maat goordenland, gelegen omtrent de Padt (?) in de landerijen van Walter van Uijtert, en 2,5 wand bouwland, gelegen in de landerijen van wijlen
Berent Otten Koes, en dan nog een halve akker hoevenland op de Westere Hoeve in het zgn Kunnen vierendeel, alle alhier op 't Vriezenveen. [T0079_INV6_p118]
1771-02-02: Frederik Claasen d Jong, als voogd van Henderina Jansen, weduwe van wijlen Frederik Feijer, waarvoor dezelven is caverende, alsmede caverende voor zijn mede voogd Henrik Arentsen, welke verklaarden op 26 september 1770 verkocht te
hebben ruim 2 wanden bouwland me de opslag, gelegen in en op de landerijen, het zgn Coesesland, voor een som van 146 guldens, ten profijte van Jan Tijhof en zijn vrouw [T0079_INV7_p143].
1772-01-04: Fenneken Roelofs, weduwe van wijlen Wolter Gerrits Costers, bijgestaan met Jan Jansen als haar voogd, welke verklaarden in oktober 1771 verkocht te hebben de landerijen, bestaande in 1,5 akker buterland, zijnde weide en hoogland met
de anparten van de goordens, gelegen in de landerije van Jan Broens, cs, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Dijk en de Aa, gedeeltelijk onverscheiden met Jan Broens, cs, en in zover als hetzelve haar is competerende, gelimiteerd
oostwaarts Wolter van Uitert en westwaarts Frerik Scholten, cs, zo en als verkoper het zelve heeft geprossideert en de leisecten (?), namelijk 2,5 koeweide, met het anpart van voorn goordens en dat aan handen en ten profijte van Roelof Jansen en
zijn vrouw, alsmede 2 koeweiden met het anpart van voorn goordens en dat aan handen van Jan Tijhof en zijn vrouw, tezamen onverscheiden, de 1e voor een som van 195 guldens, en aan de 2e Jan Tijhoff voor een som van 156 guldens, tezamen een som
van 350 guldens [T0079_INV7_p167].
1779-04-17: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan Luicas Brouwer en zijn vrouw, wegens van dezelven geleende en verstrekte penningen, een som van 250 guldens, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op 2 koeweiden, gelegen in het zgn Jan Broensland, alsmede 2 wanden roede maat bouwland op het zgn Jan Pillenland [T0079_INV8_p121vo].
1779-04-17: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff, Gerrit en Aaltien Braemer, wegens van dezelve verstrekte penningen, een som van 146 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
2 wanden roede maat bouwland met de opslag gelegen op het zgn Koesesland [T0079_INV8_p122vo].
1780-03-04: Jan Tijhof en zijn vrouw Geesien Haarmsen, als erfgenamen van wijlen Jan Berentsen, welke verklaarden in februari 1780 verkocht te hebben, van hunne aangeerfde en door wijlen Jan Berents nagelatene goederen, bestaande in een huis met
de plaatse en de goorden daarachter gelegen in en op de landerijen van Wieger Jansen, aan de Suit Karke (?) van dezen Kerkweg, zo en als denzelven omgraven leijd, mitsgaders een 4e part van het zgn Haloversland, beginnende van het hekke heen
buiten tot aan de oldenweg, mitsgaders ongeveer 4 wand bouwen zaailand (?), op het ene stuk gelegen op de landerijen van gemelde Halooversland, alsmede ongeveer 2 Ziele (?) wanden bouwland, gelegen op het zgn Catboersland, zo en als wijlen Jan
Berents die langerijen in het gebruik gehad heeft, ten profijte van Wieger Jansen en zijn vrouw Lena Lubbers, voor een som van 670 guldens [T0079_INV8_p162vo].
1782-10-18: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesiena Harms, verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stientien Fronten, de som van 200 guldens, comparanten verpanden 2 wand bouwland op het zogenaamde Coersland, alsmede 2
koeweiden op het zogenaamde Jan Bruijnsland, alsmede een halve akker woestenland in de westere woeste, onverscheiden met Hindrikes Boeschen [T0079_INV9_p015].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 07-08-1756). | Tijhof, Jan (I9881)
|
84774 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222.
1816-04-02: Notaris Warnaars, 1816, nr. 196, borgsom.
Gerrit Tijhof was getuige bij het huwelijk tussen Albertus Alberts (onverwant) en Fijna Jaspers (onverwant) en tussen Roelof Bos (zijn neefje) en Gesijna Tijhoff (zijn nichtje), beide op 6 april 1822 te Vriezenveen afgesloten.
Gerrit Tijhof was getuige bij het huwelijk tussen Gerhardus Doornbos(ch) (onverwant) en Roelofdina Tijhoff (zijn nichtje), op 21 mei 1825 te Vriezenveen afgesloten.
Gerrit Tijhof was getuige bij het huwelijk tussen Johannes Zomer (onverwant) en Wicherdina Schoenmaker (zijn nichtje), op 10 augustus 1833 te Vriezenveen afgesloten.
Gerrit Tijhof (65 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Hendrik Kobes (onverwant) en Catharina Gesina Wichers (onverwant), op 25 maart 1837 te Vriezenveen afgesloten.
Landbouwer in 1813/1817/1822/1825/1829/1833/1836-1837/1841.
Woonde te Vriezenveen (03-05-1795, 05-09-1813, 28-03-1817, 06-04-1822, 21-05-1825, 01-08-1829, 10-08-1833, 07-05-1836); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde 319 (18-10-1836); Vriezenveen (27-05-1837); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (tot 28-05-1841). | Tijhof, Gerrit (I10769)
|
84775 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222.
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 28, nr. 10:
Man : Jannes Tijhoff.
Vrouw : Janna Roelofsen.
Kinderen >10 jaar : Jan Tijhoff, Roelof Tijhoff, Frerik Tijhoff.
Kinderen <10 jaar : Aeltien Tijhoff, Geertjen Tijhoff en Janna Tijhoff.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1748-09-28: Wolter van Uijttert en zijn vrouw Jenneken Berens, welke schuldig zijn aan de E Jan de Graeff en Jan Braamhaar en derzelven vrouwen, een som van 475 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land met daarop
staande huis en timmeragie, uitgezonderd hetgeen bereets (?) aan wijlen Garrijt Otten, Otto Jansen en Jannes Tijhoff is verkocht, zijnde gelimiteerd oostwaarts Hindrik ten Caate, westwaarts de kinderen van Jasper Braamhaar [T0079_INV5_p236].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Tijhof, Jannes (I11418)
|
84776 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222.
Erik Berkhof heeft haar gekoppeld aan deze ouders ('Indien de ouderrelatie klopt, dan is Janna gedoopt als Jannaegjen'). Gerard Jansen zegt: 'Gezien de doopnamen van haar kinderen lijkt mij dat ook wel zeker.' Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Roelofs, Janna (I21005)
|
84777 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222. Woonde te Vriezenveen (01-07-1696). | Jansen, Fenneken (I15520)
|
84778 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222. Woonde te Vriezenveen (03-05-1795, 05-09-1813, 28-03-1817, 01-08-1829, 07-05-1836); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde 319 (tot 18-10-1836). | Waanders, Gerhardina (I10768)
|
84779 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222. Woonde te Vriezenveen (23-11-1690). | Fredriks, Jennegjen (I15521)
|
84780 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222. Woonde te Vriezenveen. | Tijhof, Jan (I15527)
|
84781 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222. Woonde te Vriezenveen. | Tijhof, Derk (I26302)
|
84782 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 127.
1759-01-13: Testament van Berent Gerrijts Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbres, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn naaste bloedverwanten, alsdan in leven zijnde, alle zijn metterdaad na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zuster Lena Lukas 2 kinderen, zo heeft verwekt bij Wijcher Jansen, met namen Jan en Gerhardus Wijchers, haar bijbel met zilver beslag, alsmede haar kist, en aan het kind van haar halve zus Jenneken Harwig, vrouw van Waander Wijchers,
met namen Jennegjen Waanders, haar tuigdas (?), met alle haar mussen (?) en neusdoeken, en haar overige linnen en wollen kleren, zullen door haar broer Frerick en Leena Lukas, benevens haar halve zus Jenneken Harwig en haar stiefmoeder Grietjen
Jansen verdeeld en egalijk genoten worden;
- beide aan de armen alhier ophet Vriezenveen, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p736].
1775-04-27: Berent Gerrits Kremer en zijn vrouw Janna Lubbers, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- aan Jenneken Waenders, dochter van Waender Wiegers en Jenneken Harwig;
- de diaconie of armenstaat alhier, 4 ducaten;
- aan Jan Egbers Schoemaker en aan Aeltien Egbers schoemaker, beide 25 guldens [T0079_INV8_p024].
1789-05-16: Op 16 mei 1789 zijn verschenen Derk Harmsen en zijn vrouw Jenneken Waanders, Albert Harmsen en zijn vrouw Henderika Faijer, Gradus Gerrits en zijn vrouw Janna Harmsen, Esse Jansen en zijn vrouw Berendina Harmsen, Lambert Veldhuis en
zijn vrouw Siena Harmsen en Hendrik Harmsen, welke verklaarden op 10 oktober 1788 verkocht te hebben haar toebehorende halve huis, zijnde nog onverdeeld met de wedw van Harmen Berends, met 1/4 pand van de brink en daarop staande houtgewas,
uitgezonderd dat Esse Jansen achter zijn huis van de brink alleen toebehoord, alsmede de volgende landerijen, anderhalf wand op Hoffenmansland, voordat van Hendrik de Groot, nog een en een half wand op dito land in 't Laage, waaronder de gaarden
en de halve telgen die reeds verdeeld zijn, mede moeten gerekend worden, als ook het aan part van de stege een wand op Huismansland, naast dat van Jan Krol, den halven gaarden het boven en de mede op Huismansland gelegen, den halven gaarden op
Hospesland, zijnde het boveneinde, vrij van boswaaren (?) met het aan part van de stege, zijnde vrij van jaaren (?) lasten, nog een half gaardentjen op dito land gelegen in den Buiterweg, en ongeveer een en een half wand bouwland met de opslag,
mede gelegen op Hospesland, voor een som van 282 guldens, ten profijte van Hendrik Leeman en zijn vrouw [T0079_INV10_p048].
1797-10-05: Genoemd in testament Janna Lubbers, wed. Beent Creemer.
1813-05-02: Notaris Warnaars, 1813, nr. 69, huren.
Jenneken Waanders heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Jan Harmsen (haar zoon) en Johanna Hendriks Aman en tussen Wicher Harmsen (haar zoon) en Leena Derks en tussen Gerhardus Abbink en Johanna Harms (haar dochter) en tussen tussen Hendrik
Jansen en Josijna Harmsen (haar dochter).
1815-09-08: Notaris Warnaars, 1815, nr. 122, gifte onder de levenden.
Landbouwster in 1815/1817.
Woonde te Vriezenveen (01-05-1785, 04-11-1815, 25-11-1815, 05-04-1817, 03-11-1817); Vriezenveen, Westeinde 317 (tot 10-12-1831). | Waanders, Jennegjen (I10001)
|
84783 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 222; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 127.
1789-05-16: Op 16 mei 1789 zijn verschenen Derk Harmsen en zijn vrouw Jenneken Waanders, Albert Harmsen en zijn vrouw Henderika Faijer, Gradus Gerrits en zijn vrouw Janna Harmsen, Esse Jansen en zijn vrouw Berendina Harmsen, Lambert Veldhuis en
zijn vrouw Siena Harmsen en Hendrik Harmsen, welke verklaarden op 10 oktober 1788 verkocht te hebben haar toebehorende halve huis, zijnde nog onverdeeld met de wedw van Harmen Berends, met 1/4 pand van de brink en daarop staande houtgewas,
uitgezonderd dat Esse Jansen achter zijn huis van de brink alleen toebehoord, alsmede de volgende landerijen, anderhalf wand op Hoffenmansland, voordat van Hendrik de Groot, nog een en een half wand op dito land in 't Laage, waaronder de gaarden
en de halve telgen die reeds verdeeld zijn, mede moeten gerekend worden, als ook het aan part van de stege een wand op Huismansland, naast dat van Jan Krol, den halven gaarden het boven en de mede op Huismansland gelegen, den halven gaarden op
Hospesland, zijnde het boveneinde, vrij van boswaaren (?) met het aan part van de stege, zijnde vrij van jaaren (?) lasten, nog een half gaardentjen op dito land gelegen in den Buiterweg, en ongeveer een en een half wand bouwland met de opslag,
mede gelegen op Hospesland, voor een som van 282 guldens, ten profijte van Hendrik Leeman en zijn vrouw [T0079_INV10_p048].
1797-10-05: Genoemd in testament Janna Lubbers, wed. Beent Creemer.
1798-12-05: Op 5 december 1798 heeft Derk Harms in de 50sten penning aangegeven de erfenis van zijn moeie de wedw Berent Kremer, bestaande in 3 akker bouwland buiten de brink, een en een haf akker weideland, liggende op het land van wijlen Berent
Kremer, een en een vierde akker turfland op de wester hoeve, op hem gedevolveerd in het jaar 1797, deze past schoon in de voorleden jaar vervallen is thans volgens opgave van de aangeven buiten verpachtingen gebleven [T0079_INV45].
1798-12-05: Op 5 december 1798 geeft Derk Harms de 50e penning aan i.v.m. de erfenis van zijn moeie (= tante) de weduwe Berent Cremer wijlen haarman, bestaande uit diverse landerijen, aan hem gelegateerd bij testament opgemaakt op 5 oktober 1797
[bron: HCO, toeg. 3.1, inv. 2668/Website Erik Berkhof].
Keurnoot te Vriezenveen in 1789.
Woonde te Vriezenveen (01-05-1785). | Harmsen, Derk (I9998)
|
84784 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223-224.
1729-03-15: Testament, opgemaakt ten huize van Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Grerik Pauwels van der Aa, van Jan Janssen Graave, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn zus Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Frerik Pauwels van der Aa, bijgestaan met Berend Hinrixen Schuijrman en Luicas Jansen Schoemaaker als haar voogden, enig en universele erfgenaam, met beging dat zij haar broer zal verplegen zijn
leven lang, in linnen en wollen kost en drank, en met alle nooddrifte van wat aard of natuur het ook nodig was zelfs vrij te houden in toe back (?), en bij aldien zij nalatig van te blijven zal gehouden zijn jaarlijks aan hem uit te keren 15
guldens in ziekten en alle behulpzame handreikingen te doen, en of het kwam te gebeuren dat zij eerder kwam te sterven als testator, zo zullen voornoemde erfgenamen van Eesse Jansen Graave verplicht zijn het bovengenoemde uit lieft te volbrengen,
en degene daar testator het alderliefs te wilde bij wonen van hare kinderen zal testator vijr staan zijn keur daarin te hebben, en die andere 3 zullen elk verplicht zijn 15 guldens aan testator alle jaren uitkeren tot zijn testators onderhoud,
alsmede de 4e daar hij dan bij woont ook 15 guldens uitmakende dan een som van 60 guldens;
- aan zijn overleden broer Jan Jansen Graave zijn zoon, genaamd Jan Janssen Graave, 10 guldens, aan de 2 nagelaten onmondige kinderen van wijlen Harmen Jansen Graave, ook elke 10 guldens, en bij aldien deze bovenstaande kinderen ene van alle
eerder kwam te sterven als testator zo zal de 10 guldens wederom komen aan handen van Eessse Jansen Graave of deszelfs erfgenamen;
- aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV4_p505].
1743-01-10: Ad Henr Harwig en zijn vrouw Berentjen Waanders, tutore marito en als vader en voogd van zijn minderjarige dochter Stientjen, voorts Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, Grietjen Jansen, wed Nicol Harwig, bijgestaan met Ad
Henr Harwig als haar voogd, Egbert Harms en zijn vrouw Hindrikjen Jansen Kleijne, Berent Harms zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms zijn vrouw Hindrikjen Hindriks Bramer, en mede voor haar broer Hindrik Harms, voorts Klaas Hindriks
Braamer zijn vrouw Harmtjen Jansen, Hindrik Hindriks Braamer zijn vrouw Hindrikjen Engbers, Wolter Hendriks Bramer zijn vrouw Janna Eevers Costers, en Frerick Scholten zijn vrouw Jaspertjen Crol, en Luicas Crol voor zijn broer Hendrik Crol, alles
bijgestaan met haar man als hare voogden, en erfgenamen van wijlen Jan Crol en Mettjen Jans Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker boverwegesland alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wed Jan Brouwer, cs, westwaarts
Leenart Wolters, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff {is hij dit?} en zijn vrouw, voor een som van 416 guldens [T0079_INV5_p075].
1744-09-19: Gerrit ten Caate en zijn vrouw Aaltjen Jansen Dodde, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker, met nog een halve vierendeel, en een zestiende part van een akker woestenland, onverscheiden met Harmannus Smelt, cs,
gelimiteerd oostwaarts de Rigterije, westwaarts de weduwe Harmen Berents, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff en zijn vrouw, voor een som van 226 guldens, 17 stuivers en 8 penningen [T0079_INV5_p135].
1747-06-08: Testament van Jan Gerrijts Bramer en Fenneken Berents, bijgestaan met Arent Henriks als haren voogd, de laatste enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- testament op langstlevende;
- hij zijn broer, 200 guldens;
- zij haar broer Jannes Berens, 200 guldens;
- beide aan Gods armen alhier, 100 guldens [T0079_INV5_p198].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 29, nr. 2:
Man : Jan Jansen Graeve.
Vrouw : Harmtjen Egbers.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : Aaltien Pouwels.
Inwonenden : -.
1757-02-19: Berent Gerrits Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbers, welke verklaarden op 19 januari 1756 in erfkoop verkocht te hebben 3 akker land, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Klaas Bramersland,
westwaarts Jan Smelt, ten profijte van Hindrik Arens voor de halfscheid, Jan de Graaff {is hij dit?} en Jan Gerrits Bramer de andere gerechten halfscheid, en dat alles voor een som van 855 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p621].
1761-02-02: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Gerrits Bramer en Jan de Graaff, een som van 450 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met
de brink, met de goorden voor het huis, en de 2 goordens achter het huis, voorts honderd treede roede maat goordenland, gelegen omtrent de Padt (?) in de landerijen van Walter van Uijtert, en 2,5 wand bouwland, gelegen in de landerijen van wijlen
Berent Otten Koes, en dan nog een halve akker hoevenland op de Westere Hoeve in het zgn Kunnen vierendeel, alle alhier op 't Vriezenveen. [T0079_INV6_p118]
1761-07-09: Harmen Egbers Meijer en zijn vrouw Aaltjen Gerrits Feijer, welke verklaarden op 9 februari 1761 verkocht te hebben een halve akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de Dijck ende Aa in het zgn Piksensland, ten
profijte van Jan Bramer, en Jan de Graaff, voor een som van 171 guldens. [T0079_INV6_p140]
1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de dijk
of Aa, onverscheiden met de kopers, cs, in het zgn Piksensland gelegen, ten profijte van Jan Gerrits Bramer en Jan Jansen de Graeff, voor een som van 356 guldens. [T0079_INV6_p427]
1768-03-12: Jan Wolters en zijn vrouw Grietjen Henderiks, welke verklaarden in maart 1768 verkocht te hebben een vierendeel akker en een zestiende deel akker woestenland, gelegen in de westere woesten, onverscheiden met Jan d Graaff, cs, voor een
som van 62 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Jan Jansen d Graaff en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p072vo].
1769-03-03: Gerrit Luicas Huls en zijn vrouw Janna Roelofs Smelt, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan d Graeff, en Jan Gerritsen Braemer, en dezelver erfgenamen, een som van 500 guldens, spruijtende uit hoofde van zekere betekende
obligatie en handschrift door wijlen des comparants vader en schoonvader Lucas Geertsen Huls op 19 februari 1756 eigenhandig betekend, met de interest vandien aan Jan d Graaff en Jan Braemer verschuldigd geworden, comparanten stellen hypotheek
met onderpand op gras, hooi en zaailand, beginnende van de zgn Oldenweg en gaande tot aan de A Kamp, met het bouw of zaailand hetwelke Jan Aelderink van comparanten in huur is gebruikende, gelegen alhier op het Vriezenveen, oostwaarts Henr
Jaspers Bramer, cs, en westwaarts de St. Annen Vicarie [T0079_INV7_p098].
1771-10-21: Roeloff Tijhof en zijn vrouw Mettjen Jansen Bolk, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan d Graeff en comp.., een som van 150 guldens, aan Jan Luicas Brouwer een som van 150 guldens, tezamen een som van 300 guldens, wegens
genegotieerde penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de goorden daarachter gelegen, en huisplaatse van dier, benevens een koeweide en 4 wanden bouwland, op het zgn Jan Tuenis Gesenland, en de overige percelen op
het zgn Henderik Coers Henderixland [T0079_INV7_p166].
1773-04-09: Albert Menderink en zijn vrouw Fenneken Jaspers Braemhaer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff en zijn erfgenamen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3
en 3/8 deel akkers lands opgaans, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, exempt het huis en goordens van Henrik d Groot en Aleijda Smelt behorende, gelimiteerd oostwaarts de weedw van wijlen Frederik Braemer en westwaarts Jan
Henderik Wiegers [T0079_INV7_p213vo].
1773-10-02: Jannes Berents Hollander en zijn vrouw Henderikjen Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens verstrekte penningen, aan Jan d Graeff een som van 250 guldens, aan Henderik Arentsen, een som van 250 guldens, en aan Gerrit
Braemer, een som van 250 guldens, tezamen een som van 750 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gelimiteerd oostwaarts en voor een gedeelte onverscheiden met Wolter
van Uitert, en westwaarts Jan Broens, cs, mitsgaders 4 wanden roede maat bouwland op Wolter Van Uitersland, en 3/4 akker woestenland, waarvan een half akker onverscheiden is met Berent Engbers Smit, cs, en het vierendeel akker woestenland met
Egbert Schuirman, cs, en dan nog een akker turfland, op de westere hoeve onverscheiden met Jan Jansen en dan nog 2 akkeren hoevenland naast het Pastorijenland [T0079_INV7_p226].
1776-12-26: Gerrit Geerdink, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijne kinderen, verklaarde schuldig te zijn aan zijn zwager Brenardus d Boer een som van 1135 guldens, herkomstig en uit hoofde van de ouderlijken boedel en
voor hem comparant verschotene penningen, voorts aan Jan de Graeff, wegens van de zelve genegotieerde en ontvangen penningen een som van 600 guldens, en dan aan comparants beide zusters, genaamd Frederica en Maria Geerdink, een som van 200
guldens, ...tende uit hoofde van hunnen ouderlijken boedel, alsmede aan Egbert Jonkman een som van 100 guldens, wegens aan hem compt verstrekte penningen en aan Aaltjen Berents een som van 200 guldens, en dan ook nog aan Jannes Claesen een som
van 200 guldens, en aan de kinderen van wijlen Gerrit de Ruijter een som van 350 guldens, alsmede aan dezelfs knecht Bartus Heethuijs wegens verdient loon een som van 150 guldens, en aan de Pastoor Meijer te Geesteren een som van 48 guldens, en
aan de weedw Jasper Bramer een som van 80 guldens, alsmede aan Jan Boerman, wegens gehaalde winkelwaren een som van 70 guldens, alsmede aan Gerrit van der Aa, wegens geleend geld, een som van 60 guldens, dus tezamen een som van 3193 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 4 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, alsmede 1,5 akker woestenland in de wester woesten, mitsgaders een akker boverweegesland, een goorden op het zgn Hols Jans
Derksland, 1,5 wand bouwland op 't voorschr Hols Jans Derksland, en dan nog een akker turfland op de oosterhoeve, alles alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p062].
1777-04-30: Henderik Arentsen Smit en zijn vrouw Fenekien Berents, welke verklaarde schuldig te zijn, wegens verstrekte penningen, herkomstig uit de boedel van wijlen Pieter Willem Harwig en wijlen zijn vrouw Jannes Schol, en aan het kind van
wijlen Jan Schol, genaamd Johanna Freedrica Schol, als erfgenamen van de eerste genoemden, een som van 170 guldens, alsmede aan Henderik Arents en Jan d Graeff wegens aan hun comparanten verstrekte penningen, een som van 200 guldens, en dan nog
aan Bernardus Spijker, wegens verstrekte penningen, een som van 25 guldens, dus te samen een som van 395 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar huizen, verder timmeragie, met de halve brink, mitsgaders 5 wand bouwland met de
opsl..en 2 koeweiden, op het zgn Jan Luijerinkland, alle alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p072].
1779-04-17: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff, Gerrit en Aaltien Braemer, wegens van dezelve verstrekte penningen, een som van 146 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
2 wanden roede maat bouwland met de opslag gelegen op het zgn Koesesland [T0079_INV8_p122vo].
1779-06-05: Claas Jansen Auken en Gerrit Luicas Keppeling, als voogden over Aaltien Evers Costers, weduwe van wijlen Gerrit Scholten, benevens Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, Henderik Arents en zijn vrouw Jenneken Berents, Aeltien
Arents, wedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents Smit als haar voogd, benevens Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt, Albt Broertien en zijn vrouw Janna Hinderiks Hoff en Derk Broertien, te samen erfgenamen van wijlen Gerrit
Gerritsen Scholten junior, welke verklaarden verkocht te hebben op 28 januari 1779 van 8 wanden bouwland of grasland, zijnde de 1e wanden alle op voornoemde Gerrit Scholtensland, hen booven en onder dezen gerigte gelegen, gelimiteerd westwaarts
Wieger Gerritsen en oostwaarts Scharphoff, en met het recht om hunne beesten te drijven over de brink dagelijks heen en weder, op gelijke wijk als Wieger Gerrits en Freedk Roelofs, ten profijte van Gerrit Braemer en Jan de Graeff, voor een som
van 420 guldens [T0079_INV8_p132].
1780-02-26: Testament, opgemaakt ten huize of woning van, van Jan de Graaff, enigszins ziek van lichaam, waarin genoemd:
- aan zijn neef en nicht Gerrit Braamer en Aaltien Braamer, als enige en universele erfgenamen;
- aan Berend Winter, 1500 guldens;
- aan Harmen Winter en Jan Winter, ieder 400 guldens;
- aan de vrouw van Gerrit ter Brugge, genaamd Eesje van der Aa, 400 guldens;
- aan Janna van der Aa, getrouwd met ... [puntjes], woonachtig te Almelo, 400 guldens
- aan Ehelisabet van der Aa, getrouwd met Gradus ten Oever, 400 guldens;
- aan Janna de Ruijter, wedw van wijlen Gerrit van der Aa, 400 guldens;
- aan de 2 dochters van de wedw Coert Harms, genaamd Jenneken en Janna, ieder 200 guldens;
- aan Godsarmen alhier, 300 guldens;
- aan de kerk alhier, 400 guldens, benevens alsnog zo aan 200 guldens als tot opbouw der kerk door hem beloofd is;
- aan zijn 2 meiden, genaamd Janna Harmsen en Kenera Willems, tot een rouw ieder 150 guldens [T0079_INV8_p159vo].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Grave, Jan (I21704)
|
84785 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223-224.
1779-04-17: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff, Gerrit en Aaltien Braemer {is zij dit?}, wegens van dezelve verstrekte penningen, een som van 146 guldens, comparanten stellen hypotheek
met onderpand op 2 wanden roede maat bouwland met de opslag gelegen op het zgn Koesesland [T0079_INV8_p122vo].
1780-02-26: Aaltien Braamer, nicht testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]
1784-08-03: Jan Costers en zijn vrouw Aaltien Bramer, bijgestaan met C A Bartelink als haren voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn moeder Fredrieca Jansen, een som van 3000 guldens;
- zijn 2 broers en zuster, linnen en wollen klederen, en al wat tot lijf van hem versneden is;
- hij aan de kerke en armenstaat, 400 guldens;
- gezamenteljk kinderen van haar neef Berent Koerts, 5000 guldens;
- kinderen van Jenneken Koerts, wedw van wijlen Lucas de Vries, 5000 guldens;
- Jenneken Coerts, wedw Lucas de Vries, hare linnen en wollen klederen en haet gene wat tothare lijf mochte versneeden zijn;
- zij aan de kerk en armenstaat, 100 guldens [T0079_INV9_p050].
Woonde te Vriezenveen (20-04-1783). | Bramer, Aaltjen (I10827)
|
84786 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223-224. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Egberts, Harmtjen (I21705)
|
84787 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223-224/237.
1779-04-17: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff, Gerrit {is hij dit?} en Aaltien Braemer, wegens van dezelve verstrekte penningen, een som van 146 guldens, comparanten stellen hypotheek
met onderpand op 2 wanden roede maat bouwland met de opslag gelegen op het zgn Koesesland [T0079_INV8_p122vo].
1780-02-26: Gerrit Braamer, neef testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 05-05-1781). | Bramer, Gerrit (I10807)
|
84788 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223-224/237.
1779-08-14: Harmina van Dijk, nichtje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]
1785-10-18: Jannes Scherphoff en zijn vrouw Geertien Jansen Prinsen, verklaren wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan Harmina van Dijk, weduwe van wijlen Gt Bramer en aan Gerrit van Dijk, te samen een som van 430 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op haar huis met 2 akkeren lands opgaande, uitgezonderd een dagwerk hooiland, beginnende van dezen Kerkweg en eindigt aan de Waterleijdik, zoals deels aan Jan van Dijk verkocht is, gelimiteerd oostwaarts de weduwe
Van Dijk en kinderen, westwaarts Fredrik Roelofs [T0079_INV9_p103].
1789-09-19: Schuldbekentenis van 25 juli 1789 van Coert Willems en zijn vrouw Geesjen Hendriks, met hypotheek op huis en 2 akkeren lands opgaans gelimitteerd, oostwaards Berend Tuitertien en westwaards Frerik Jansen, gevestiging bij Jannes
Engbers en zijn vrouw Harmina van Dijk [T0079_INV10_p053].
1794-07-05: Berend Schipper en zijn vrouw Aaltjen Winter, welke verklaarden schuldig te wezen aan Jannes Engbers en zijn vrouw Harmina van Dijk, een som van 300 guldens, stellende zijn comprten tot een hypotheek en onderpand 3 akkeren bovenland
of bouwland gaande tot aan de brink [T0079_INV10_p163].
1801-02-21: Harmiena van Dijk. Derk Nollen en Jenneken Dakhorst verklaren 1.500 gulden schuldig te zijn aan Johannes Engberts en Harmiena van Dijk. Hypotheek of onderpand wordt gesteld op een huis, door haar zelf bewoond, met de daarbij zijnde 2
akkeren lands opgaans met daarop staande houten verdere timmeragien, 4 wanden bouwland op de weduwen wijlen Hans van Uijtert Laar land, ongeveer 1 akker houwenland op de westere hoeve, een halven akker woestenland, een dito quart akkere
woestenland. [VZ1795-472/473]
1805-11-25: Op 25 november 1805 zijn verschenen Johannes Engberts en zijn vrouw Hermina van Dijk, welke verklaarden te hebben verkocht aan Jan Hendk Nijkamp en zijn vrouw Jennegien Koerssen, in het jaar 1789 een huis en schuur, 2 akkeren lands
opgaans, met daarop stande houtgewas, staande en gelegen in het Westeinde, uitgezonderd 3 van de beste eikenbomen, de welke verkopers aan zicht hebben gehouden, en zijnde voorts nog van voorgemelde 2 akkeren lands opgaans, uitgezonderd de helft
van Jan Reutenland gelegen tussen dezen kerkweg en de waterleiding, hetgeen dus beide in dezen koop niet is begrepen, voor de som van 1100 guldens [T0079_INV15].
1813-03-09: Notaris Warnaars, 1813, nr. 38, borgsom.
1818-06-26: Notaris Warnaars, 1818, nr. 176, publieke verpachting.
1818-10-30: Notaris Van Riemsdijk, 1818, nr. 542, hypotheek.
1819-05-29: Notaris Warnaars, 1819, nr. 091, borgsom.
1819-07-06: Notaris Warnaars, 1819, nr. 123, kwitantie en royement.
1819-07-06: Notaris Warnaars, 1819, nr. 124, kwitantie en royement.
1819-11-29: Notaris Warnaars, 1819, nr. 203, borgsom.
1819-11-29: Notaris Warnaars, 1819, nr. 204, kwitantie en consent tot royement.
1820-03-25: Notaris Warnaars, 1820, nr. 035, royement.
1820-03-25: Notaris Warnaars, 1820, nr. 036, royement.
1821-01-23: Notaris Warnaars, 1821, nr. 017, consent tot royement.
1821-01-27: Notaris Warnaars, 1821, nr. 022, consent.
1821-07-03: Notaris Warnaars, 1821, nr. 125, volmacht.
1822-10-11: Notaris Warnaars, 1822, nr. 135, cessie van onbetaalde kooppenningen.
1825-05-20: Notaris Warnaars, 1825, nr. 045, borgsom met hypotheek.
1830-09-06: Notaris Van Riemsdijk, 1830, nr. 1640, hypotheek.
1830-09-06: Notaris Van Riemsdijk, 1830, nr. 1641, hypotheek.
Woonde te Vriezenveen (05-05-1781, 16-12-1785); Almelo. | van Dijk, Harmina (I10169)
|
84789 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223.
1719-08-27: Harmen Luicas Koster, en zulks per ordre alsmede de rato caverende voor zijn absente broer Henrick Luicas Koster, zo ook mede caverende de rato voor zijn broer Otto Luicas Koster, en zo en als den voornden Henrik Koster heeft verkocht
en voor zijn broer Otto Luicas Koster, mede caverende, verklarende verkocht te hebben de huisplaatse, met de brink, nevens 2 goordenties, zijnde gelegen aan de boovere kant deze Kerkweg tussen de limieten oostwaarts Wiecher Roeleffs, westwaarts
Gerrit Hinrixen Braamhaar, voor een som van 160 guldens, met het bezwaar van het 9e part te betalen wegens Pastoors koren, kosters koren, ..fferen haver, ..ollen holdens, de Heer van Almeloos haver, armen jaegers, koren en de boveren weg te maken
en het gezaai het geene Harmtjen Hinrixen daarop mocht kunnen opleggen en de opweg moet daarovergaan naar het booverland te varen en te drijven, en dat aan handen van Jan Janssen Tijhoff en zijn vrouw Fennigien Janssen [T0079_INV4_p153].
1719-08-28: Jan Janssen Tijhoff en zijn vrouw Fennigien Janssen, welek verklaarden schuldig te zijn aan de tijdelijke kerkmeesters wegens de Godsarmen, met namen Bartelt Hinrixen, Fredericus Fronten, Engbert Janssen en Jan Prinssen, een som van
170 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en huisplaatse met de brink, nevens 2 goordentiens zijnde gelegen aan de boovere kant deze Kerkweg tussen limieten oostwaarts Wiecher Roeleffs, westwaarts Gerrit Hinrixen
Braamer [T0079_INV4_p156].
1720-02-26: Ottho Luicas Koster, de rato caverende voor zijn absente broer Henrik Luicas Koster, welke verklaarde te heben verkocht een akker hooiland, gelegen in Pixenland, beginnende van de buijteren doorgravenen weg tot hem buijten in, voor
een som van 435 guldens, gelimiteerd oostwaarts Wicher Roeleffs en Jan Roeleffs Doctor, westwaarts Gerrit Hinrixen Braemhaer, en onverscheiden met comparants zus Janna Luicas Koster, aan handen van Hinrikjen Pauls, weduwe van wijlen Wolter
Levelts [T0079_INV4_p177].
1720-02-26: Ottho Luicas Koster, de rato caverende voor zijn absente broer Henrik Luicas Koster, welke verklaarde te heben verkocht een akker lands gelegen in Pixensland, beginnende van de buijteren doorgravenen weg tot hen buijten in, voor een
som van 440 guldens, gelimiteerd oostwaarts Wicher Roeleffs en Jan Roeleffs Doctor, westwaarts Gerrit Hinrixen Braemhaar, en onverscheiden met comparants zus Janna Luicas Koster, aan handen van Jan Pauwels en zijn vrouw Hinrickjen Janssen
Huijsman [T0079_INV4_p180].
Woonde te Vriezenveen. | Bramer, Gerrit (I25470)
|
84790 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223.
1745-05-14: Berent Berentsen Hollander en zijn vrouw Berentjen Albers Jonker, welke wegens opgenomen en bij haar ontvangen penningen, en gekochte en geleverde linnens schuldig zijn aan Jan Freriks Fronten en zijn broer Hendrik Freriks Fronten,
een som van 261 guldens en 12 stuivers, aan de Ed Gerrit Costers tot Almelo de som van 141 guldens, 17 stuivers en 3 pennignen, aan de Ed Lambert Costers de som van 58 guldens en 2 stuivers, aan Jan Derks de som van 188 guldens en 2 stuivers, aan
Jan Albers Jonker de som van 50 guldens, aan Gerrit Fronten de som van 52 guldens, en aan de kinderen van Berent Koors met namen Jannes Berens Koors en Jan Braamer de som van 165 guldens, samen de som van 916 guldens, 13 stuivers en 3 penningen,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis en timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Jan Freriks Fronten, westwaarts de weduwe Garrijt Braamer, voorts 2 akker hoevenland op de oostere hoeve gelegen, 3 dagwerk
hooiland, het Slagland genaamd, met de halve Ball, onverscheiden met Lukas Jonker, en dan nog 200 treden roede maat bouwland, gelegen in Kintmansland, oostwaarts Willem Post, westwaarts Jannes Berens Koors.
Kantlijn akte: Volgens comparitie en vertoningen van kwitanties zijn de hierin genoemde crediteuren d..h Berentjen Albers JOnker voldaan en vetaald de halven ... deze verzegelnge geroyeerd en ge... op 29 oktober 1759 [T0079_INV5_p148].
1747-06-08: Testament van Jan Gerrijts Bramer en Fenneken Berents, bijgestaan met Arent Henriks als haren voogd, de laatste enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- testament op langstlevende;
- hij zijn broer, 200 guldens;
- zij haar broer Jannes Berens, 200 guldens;
- beide aan Gods armen alhier, 100 guldens [T0079_INV5_p198].
1748-01-20: Anneken Henriks Hinnevent, bijgestaan met Arent Hendriks als haar voogd, welke verklaarde op 7 maart 1747 verkocht te hebben 3 akker land, met alle deszelfs timmeragie, met top en twijg, te vene, te velde, te heide, te weide,
gelimiteerd Arent Hendriks, westwaarts wijlen Egbert Henriks, met een halve akker woestenland, voorts een akker boverwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Gerrits Braamer {is hij dit?}, westwaarts Gerrit Henriks ten Caate, voorts de gehelen
inboedel, volgens koopcedul vermeld, ten profijte van Henrik Roelofs Schuirman en zijn aankomende vrouw, voor een som van penningen [T0079_INV5_p219].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 29, nr. 1:
Man : Jan Gerritsen Braamer.
Vrouw : Fenneken Berents.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Gerrit Jansen.
Dienstboden : Woltertjen Coes.
Inwonenden : -.
1761-02-02: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Gerrits Bramer en Jan de Graaff, een som van 450 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met
de brink, met de goorden voor het huis, en de 2 goordens achter het huis, voorts honderd treede roede maat goordenland, gelegen omtrent de Padt (?) in de landerijen van Walter van Uijtert, en 2,5 wand bouwland, gelegen in de landerijen van wijlen
Berent Otten Koes, en dan nog een halve akker hoevenland op de Westere Hoeve in het zgn Kunnen vierendeel, alle alhier op 't Vriezenveen. [T0079_INV6_p118]
1769-03-03: Gerrit Luicas Huls en zijn vrouw Janna Roelofs Smelt, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan d Graeff, en Jan Gerritsen Braemer, en dezelver erfgenamen, een som van 500 guldens, spruijtende uit hoofde van zekere betekende
obligatie en handschrift door wijlen des comparants vader en schoonvader Lucas Geertsen Huls op 19 februari 1756 eigenhandig betekend, met de interest vandien aan Jan d Graaff en Jan Braemer verschuldigd geworden, comparanten stellen hypotheek
met onderpand op gras, hooi en zaailand, beginnende van de zgn Oldenweg en gaande tot aan de A Kamp, met het bouw of zaailand hetwelke Jan Aelderink van comparanten in huur is gebruikende, gelegen alhier op het Vriezenveen, oostwaarts Henr
Jaspers Bramer, cs, en westwaarts de St. Annen Vicarie [T0079_INV7_p098].
1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de dijk
of Aa, onverscheiden met de kopers, cs, in het zgn Piksensland gelegen, ten profijte van Jan Gerrits Bramer en Jan Jansen de Graeff, voor een som van 356 guldens. [T0079_INV6_p427]
1772-04-06: Jan Broens en zijn vrouw Berentjen Willemsen Schipper, welke verklaarden schuldig te zijn wegens opgenomen en verstrekte penningen, aan Jan de Graeff, een som van 250 guldens, aan Jan Gerrits Braemer of derzelve kinderen een som van
250 guldens, en aan Henrik Arentsen een som van 200 guldens, dus tezamen een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 1,5akker lands, beginnende van deze Kerkweg heen buiten, en dan nog van deze Kerkweg heen boven, 3
akkeren land, met daarop staande huis en timmeragie en dat tot aan het pad, en dan van het pad hen boven, exempt 2,5 wand bouwland, zijnde 1,5 akker breed opgaans, alsmede een half akker en een half vierendeel turfland, gelegen op de westerhoeve
naast dat van Henr Arentsen en Jan Jansen [T0079_INV7_p169].
1825-07-07: Notaris Warnaars, 1825, nr. 066, royement [is hij dit?].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Bramer, Jan (I10167)
|
84791 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223.
1910-1920: Vriezenveen, 5-507. [BR1910-VV1325]
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 03-09-1851); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 545 (11-11-1887); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 525 (tot 12-04-1927). | Hopster, Klazina (I18667)
|
84792 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223. Woonde te Gietmen (Vanaf 20-01-1812); Eelen (27-05-1837 [sedert 2 jaren]); Vriezenveen (27-05-1837, 17-03-1838, 26-03-1840, 12-12-1841); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (28-11-1843);
Vriezenveen (25-08-1844); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (10-09-18470; Vriezenveen (14-01-1848); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (27-02-1848); Vriezenveen (19-01-1849, 11-08-1851); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (16-05-1853); Vriezenveen
(20-09-1854); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (18-06-1856); Vriezenveen (02-09-1856, 24-12-1870, 08-04-1871, 06-04-1872, 21-04-1876); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 505 (11-05-1884); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 555 (tot 30-01-1893). | Poortman, Hendrika (I2102)
|
84793 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223. Woonde te Vriezenveen (12-02-1682). | Ruijter, Gerrit (I10554)
|
84794 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223. Woonde te Vriezenveen (12-02-1682, 16-08-1696). | Hermsen, Swaantjen (I12925)
|
84795 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223. Woonde te Vriezenveen. | Grave, Hermen (I15518)
|
84796 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223/237; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 38/53-54/81/101-102/104-105/115.
1783-06-28: Jannes Engbers, broer (Testament Jan Engbers en Johanna Schol) [Toeg079_Inv9].
1786-06-19: Koopakte [T0079_INV10].
1789-09-19: Schuldbekentenis van 25 juli 1789 van Coert Willems en zijn vrouw Geesjen Hendriks, met hypotheek op huis en 2 akkeren lands opgaans gelimitteerd, oostwaards Berend Tuitertien en westwaards Frerik Jansen, gevestiging bij Jannes
Engbers en zijn vrouw Harmina van Dijk [T0079_INV10_p053].
1794-07-05: Berend Schipper en zijn vrouw Aaltjen Winter, welke verklaarden schuldig te wezen aan Jannes Engbers en zijn vrouw Harmina van Dijk, een som van 300 guldens, stellende zijn comprten tot een hypotheek en onderpand 3 akkeren bovenland
of bouwland gaande tot aan de brink [T0079_INV10_p163].
1794-07-26: Berend Gerrits en zijn vrouw Geertruit de Groot, verklaarden schuldig te zijn aan Jannes Engbers {is hij dit?} en zijn vrouw, een som van 300 gulden, compten verhypothiceren en veronderpanden haar huis, 2 koeweiden en gaarden, 8 wand
bouwland en een gaarden op Koesesland [T0079_INV10_p164].
1794-08-11: Op 11 augustus 1794 geven Hendk Arents, Jan en Jannes Engbers {is hij dit?} en Jan Costers aan dat zij gekocht hebben van de curatoren over de insolventen boedel van Hendrik Boesschen een huis, oliemolen en landerijen voor 2650
[T0003.1_INV2668].
1794-08-18: Janna Harms, weduwe van Grardus Keep, bijgestaan met F R Heek als haar voogd, verklaart schuldig te zijn aan Jannes Engbers en zijn vrouw de som van 500 guldens, compt stellen hypotheek met onderpand op haar huis met de gaarden, en 4
wand bouwland, alsmede 4 wanden land op Simonsland, met de halve opslag, en een en een halve akker turfland op de westerhoeve [T0079_INV10_p166vo].
1795-09-04: Jan Otten Holland en zijn vrouw Altijen Alberts Scheeper, verklaarden wegens opgenomen en bij haar te danke ontvangen penningen, schuldig te zijn aan Jannes Engberts en zijn vrouw Mina van Dijk, een som van 700 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op haar halve huis, met het 4e part van de brink, gelegen op het zgn Jan Feijijersland, alsmede het 4e part booven van de stege, met het hout daarop, 6,5 wand bouwland met de opslag, nog een half wand boverland, en
een half wand goorenland, voorts een gaarden beginnende ongeveer 20 schreden aan de Buijterkant van dezen Kerkweg tot aan de zgn huijsstee, dan nog 3 koeweiden, met het aandeel van het hooiland, gelegen in rent geverens landerijen. Kantlijn akte:
Op verzoek van Jan Otten Holland wordt op deze akte geroyeerd [datum niet genoemd] [T0079_INV11_p009].
1801-02-21: Johannes Egnberts. Derk Nollen en Jenneken Dakhorst verklaren 1.500 gulden schuldig te zijn aan Johannes Engberts en Harmiena van Dijk. Hypotheek of onderpand wordt gesteld op een huis, door haar zelf bewoond, met de daarbij zijnde 2
akkeren lands opgaans met daarop staande houten verdere timmeragien, 4 wanden bouwland op de weduwen wijlen Hans van Uijtert Laar land, ongeveer 1 akker houwenland op de westere hoeve, een halven akker woestenland, een dito quart akkere
woestenland. [VZ1795-472/473]
1805-11-25: Op 25 november 1805 zijn verschenen Johannes Engberts en zijn vrouw Hermina van Dijk, welke verklaarden te hebben verkocht aan Jan Hendk Nijkamp en zijn vrouw Jennegien Koerssen, in het jaar 1789 een huis en schuur, 2 akkeren lands
opgaans, met daarop stande houtgewas, staande en gelegen in het Westeinde, uitgezonderd 3 van de beste eikenbomen, de welke verkopers aan zicht hebben gehouden, en zijnde voorts nog van voorgemelde 2 akkeren lands opgaans, uitgezonderd de helft
van Jan Reutenland gelegen tussen dezen kerkweg en de waterleiding, hetgeen dus beide in dezen koop niet is begrepen, voor de som van 1100 guldens [T0079_INV15].
1810-12-13: Hendrik Wiggers en zijn vrouw Hendrika Jansen Pleij, welke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan de Heer Johannes Engbers, huisvrouw en kinderen een som van 550 gulden. Comparanten stellen hypotheek met onderpand
op haar eigendommelijk woonhuis, zijnde no 379 alhier te Vriezenveen, met de schuur en 2 akker lands opgaans het erve. [T0079_INV19_p004]
1813-03-09: Notaris Warnaars, 1813, nr. 38, borgsom.
1814-08-30: Notaris Warnaars, 1814, nr. 413, borgsom.
Woonde te Vriezenveen; St. Petersburg [Rusland] (01-04-1772 [lidmaat], 24-04-1774 [lidmaat]); Vriezenveen (16-12-1785); Almelo, Grotestraat 250 (tot 15-04-1817). | Engberts, Jannes (I10176)
|
84797 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 224. | Grave, Jan (I21706)
|
84798 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 225-226.
1744-06-22: Otto Jansen en zijn vrouw Aeltjen Harms Schol, welke verklaarden verkocht te hebben een grasgoorden, beginnende van de dwarssloot tot hen buijten zover dezelven omgraven is, gelegen in de landerijen van Berent Roelofsen, gelimiteerd
oostwaarts Pr Nicol Harwig, cs, westwaarts de stege, met een vrije opweg over de stege, zover de goorden gaat, alsmede een halve akker woestenland, gelegen in de westere Schipperije, onverscheiden met Jan Berents, cs, oostwaarts naast de weduwe
Scholtinne Cruis, westwaarts Garrijt Jansen, ten profijte van de beide broers Hindrik Arentsen Senior en Junior {is hij dit?}, en dezelver erfgenamen, voor een som tezamen van 400 guldens [T0079_INV5_p115].
1745-08-22: Hendrik Jansen Boer, welke wegens genegotieerde en bij hem te danke ontvangen penningen boven en behalven die 900 guldens waarvoor wijlen zijn moeder en deszelfs volmachtiger Albert Santboer een gerechtelijk verband hebben gedaan, nog
schuldig te zijn aan Egbert Hendriks en zijn vrouw, een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 akker land, met daarop staande huis en timmeragie, beginnende van de buiterenweg en dat bovenwaarts in, te vene, te
velde, met top en twijg daarop staande, gelimiteerd oostwaarts Arent Hendriks, westwaarts Egbert Hendriks, voorts een halve akker woestenland, onverscheiden met de weduwe Frerik Jansen en Jan Derks [T0079_INV5_p151].
1750-02-17: Testament, opgemaakt ten huize van, van Arent Henriks en zijn vrouw Fenneken Berens, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Hindrik Roelofs als haar voogd, waarin genoemd:
- dat de huwelijke voorwaarde, tussen haar, en de voogd over de danmatige (?) 2 kinderen, zo hij testator bij wijlen zijn 1e vrouw Hindrikjen Jansen verwerkt, op 19 maart 1726 opgericht en betekent, in zijn vaste waarde en kracht zal blijven,
zonder dat dezelve voor dit ons testament ot uiterste wil zal worden vernietigd of benadeeld.
- beide benoemen als enig en universeel erfgenaam zoon Henrik Arends, zo testator bij wijlen zijn 1e vrouw Henrikjen Jansen had verwekt, en door testatrice als haar eigen kind aangenomen, en bij vooraf livigheid (?0 van hem Henrik Arens deszelfs
kind Jan Berents bij wijlen zijn vrouw Geertruit Kruis heeft verwekt;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 150 guldens [T0079_INV5_p281].
Ca. 1760-06 [tussen 1760-05-21 en 1760-06-28]: Jan Freriks en Jan Egbers Smijt, als voogden van Jenneken Berens, voorts Jan Lukas Kamp en zijn vrouw Aaltjen Berens, en Hendrik Arens namens deszelfs moeder Fenneken Berens, tezamen erfgenamen van
wijlen Frerick Berens, welke verklaarden op 26 januari 1759 verkocht te hebben de aangeerfde 3 akkers en 1,5 vierendeel akker lands opgaans, met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Fredrick Bramer, westwaarts
Berent Harms, zo als wijlen Frerick Berens hetzelve in het gebruik heeft gehad, ten profijte van Albert Meijnerink, voor een som van 2225 guldens. [T0079_INV6_p085]
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 29, nr. 3:
Man : Henr. Arentsen.
Vrouw : Geertruijt Cruis.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : Stijntjen Coes.
Inwonenden : Arent Henderix en vrouw Fenneken Berents.
1772-04-06: Jan Broens en zijn vrouw Berentjen Willemsen Schipper, welke verklaarden schuldig te zijn wegens opgenomen en verstrekte penningen, aan Jan de Graeff, een som van 250 guldens, aan Jan Gerrits Braemer of derzelve kinderen een som van
250 guldens, en aan Henrik Arentsen {is hij dit?} een som van 200 guldens, dus tezamen een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 1,5akker lands, beginnende van deze Kerkweg heen buiten, en dan nog van deze Kerkweg
heen boven, 3 akkeren land, met daarop staande huis en timmeragie en dat tot aan het pad, en dan van het pad hen boven, exempt 2,5 wand bouwland, zijnde 1,5 akker breed opgaans, alsmede een half akker en een half vierendeel turfland, gelegen op
de westerhoeve naast dat van Henr Arentsen en Jan Jansen [T0079_INV7_p169].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Arends, Hendrik (I10432)
|
84799 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 226.
1741-10-13: Gerrit Gerritsen en zijn vrouw Aaltjen Berens, wegens gekocht en geleverd hout aan Engbert Mensink tot Ommen schuldig te zijn, een som van 196 guldens, 6 stuivers en 12 penningen, voorts aan Berent Jansen, een som van 50 guldens en
aan de wedw van Derk Harms, een som van 43 guldens, aan de erfgenamen van wijlen Aaltjen Lubbers, de som van 100 guldens, aan de kerkmeesters alhier, een som van 100 guldens, aan Garrit Otten, 20 guldens, aan Garrit Schipper, 60 guldens, aan
Egbert en Harmen Jansen, 28 guldens, aan Frerik Feijer, 107 guldens, en dan aan Lubbert Smid, 27 guldens, samen een som van 756 guldens, 6 stuivers en 12 penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de goorden daarachter
gelegen en staande op de landerijen van Lambert Glas en Garrit Berens, gelimiteerd oostwaarts de stege, westwaarts Pr Nicolaas Harwig zijn land, voorts haar landerijen gelegen in het zgn Paaschensland, zo en als zij hetzelve van Jan Derks, cs,
hebben aangekocht [T0079_INV5_p037].
1756-06-19: Hoe dat Jan Fangharsen en zijn vrouw Femmina Zegerink, ingevolge opgerichten koopbrief van 16 april 1756 en daar haar eigenhandig benevens getuigen betekend, bekende verkocht te hebben haar eigen toebehorende 1,5 dagwerk hooiland,
liggende in de Geen (?) alhier, onverscheiden met Jan Jansen, en Hendrik Hendriks Braamer, aan handen van Garrijt Schipper en zijn vrouw, voor een som van 150 guldens [T0079_INV5_p574].
1761-06-26: Harmen Egbers Meijer en en zijn vrouw Aaltjen Gerrits Feijer, welke verklaarden op 9 februari 1761 verkocht te hebben een akker hoevenland op de Westere Hoeve, onverscheiden met Hendrik ten Caate, ten profijte van Gerrijt Schipper en
zijn vrouw, voor een som van 216 guldens. [T0079_INV6_p137]
1761-06-26: Hendrik Hendriks Braamer, welke verklaarde in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een half dagwerk hooiland in de Oostere Gedu (?), onverscheiden met Jan Jansen, cs, ten profijte van Gerrijt Schipper en zijn vrouw, voor een
som van 83 guldens. [T0079_INV6_p138]
1765-06-22: Albert Gerrits en zijn vrouw Hindrikjen Jansen, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan Gerrijt Schipper, zijn vrouw Engberdina Hendriks en kinderen, een som van 500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met
onderpand op 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis en timmeragie, door haar thans wordende bewoond en bezeten. Kantlijn akte: Berent Schipper, namens deszelfs vader Gerrit Schipper, op 21 maart 1780 bekende dat hij het kapitaal met
interest ten vollen voldaan was, en waarmee de akte geroyeerd wordt. [T0079_INV6_p425]
1766-06-28: Jannes Lamberts en zijn vrouw Berendina Feijer, welke verklaarden op 11 maart 1766 verkocht te hebben een dagwerk geerenland, gelegen in de oostere geere, onverscheiden met hetm verkoper, cs, ten profijte van Gerrit Schipper en zijn
vrouw, voor een som van 143 guldens [T0079_INV7_p023].
1777-01-20: Berend Gerrits Pijper, welke verklaarde in 1776 verkocht te hebben zijn gras of hooigoorden, gelegen en beginnende aan deze kant van de Waterleijdink achter of voor het grooste (?) gedeelte in de landerijen van Derk Aerentsen Smit, zo
verre aldien om graevin (?), alhier op het Vriezenveen gelegen, en dat vrij van verpondinge en contributien, en aangaande den op weg daarin en met hooi uit te varen zal moeten en kunnen geschieden ingevolge decreet van het Scholtengericht van
Vriezenveen op authorisatie en approbatie van wijlen zijn Excellentie, den Heere Ad P Z Graeff van Rechteren, etc, Hoog Zalr gedachtenisse op 24 en 27 meij 1740 afgegeven, dat 3 jaren den opweg zal gaan op en over het land van de wed Jan Evertman
ofte nu Lutgerdina Eevertman ende 2 jaren op en over het land van wijlen Jan Wolters Smit en dat van Jannes Freederiks Tuitertien, zgn cs en dat aan handen en ten profijte van Gerrit Schipper {is hij dit?} en zijn vrouw, voor een som van 170
guldens [T0079_INV8_p064].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 29, nr. 6:
Man : Gerrit Schipper.
Vrouw : Engberdina Henderix.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Hend. Gerritsen, Berent Gerritsen, Frerik Gerritsen, Jan Gerritsen.
Dienstboden : -.
Inwonenden : De weed. Henr. Boer.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Schipper, Gerrit (I10590)
|
84800 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 226.
1747-06-26: Testament van Koort Harms en zijn vrouw Aaltjen Egbers, de eerste enigszins zwak van lichaam, de laatste bijgestaan met Garrijt Schipper als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar vader Egbert Hindriks en moeder Jenneken Gerrits Costers, legitieme portie;
- hij aan wijlen zijn zusters Geertjen Harms kinderen, met namen Engbert en Jenneken Jansen Smelt, ieder 200 guldens;
- hij aan zijn halve broer en zuster, met namen Hindrik Jaspers Braamer en Eesse Jaspers Braamer, samen zijn geregte anpart van ht land zo op Jaspers Braamersland zijn hebbende, en dan 200 guldens aan geld;
- maken elkaar enige en unverseel erfgenaam;
- beide aan de Armen alhier, 150 guldens [T0079_INV5_p200].
1780-02-26: Weduwe van Coert Harms (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]
1789-11-20: Testament, opgesteld ten huize van Wichger Roelofs, van Wichger Roelofs en zijn vrouw Jenneken Koers, geassiteerd met Jan Dikkers als hun voogd, waarin genoemd hun beider moeders, Janna ten Cate en Aaltien Egbers [T0079_INV10_p056].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Egberts, Aaltjen (I12558)
|
|
|
|