Jan Grave

Jan Grave

Mannelijk 1711 - na 1781  (~ 71 jaar)

Persoonlijke informatie    |    Media    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Jan Grave 
    Gedoopt 20 aug 1711  Vriezenveen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  [1
    Geslacht Mannelijk 
    Alias Jan Jansen Graave, Graeve, de Graaf, de Graaff 
    Permanent recordnummer 21704 
    Patroniem Jansen 
    Overleden na 1781  [2
    Persoon-ID I21704  Vriezenveners.nl
    Laatst gewijzigd op 1 aug 2022 

    Vader Jan Grave,   geb. ( ca. 1685),   ovl. vóór 1726 
    Moeder Aaltjen Jansen,   geb. ( ca. 1692),   ovl. na 1746 
    Getrouwd ( ca. 1710) 
    Gezins-ID F13294  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Harmtjen Egberts,   geb. ( ca. 1723),   ovl. tussen 1749 en 1780 
    Getrouwd ( ca. 1748) 
    Type: Reli 
    Permanent recordnummer 7936 
    Kinderen 
     1. Jan Grave,   ged. 17 aug 1749, Vriezenveen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie
    Laatst gewijzigd op 29 nov 1999 
    Gezins-ID F7936  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsGedoopt - 20 aug 1711 - Vriezenveen Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 
    Pin Legenda  : Adres       : Locatie       : Stad/Dorp       : Gemeente/Graafschap       : Staat/Provincie       : Land       : Nog niet ingesteld

  • Westeinde
    Westeinde 384(a) te Vriezenveen
    Westeinde 384(a) te Vriezenveen
    Westeinde 384(a) te Vriezenveen
    Leggernrs: 189, 1001, 1405
    Perceelnrs: A1679, A3384
    Huisnrs: Westeinde (384a; nr verzonnen ter herkenning locatie)
    Opm: Dit huis stnd achter, ten noorden van, het huis aan het Westeinde 384.
    1e huis
    1817: huis eigendom van Hermina van Dijk [10169]
    1842: overdracht huis aan Gerhardus Johannes Engberts…
    Westeinde 384 te Vriezenveen
    Westeinde 384 te Vriezenveen
    Westeinde 384 te Vriezenveen - Harmsenhuis
    Leggernrs: 838, 2054, 1771, 4248, 7634, 7980, 8404, 12683, 17822, 18111
    Perceelnrs: A1678, A3383, A4239, A5746, A6899, A7936, G698
    Huisnrs: 5-320, 5-347 (vanaf 1851), 5-351 (vanaf 1853), 5-375 (vanaf 1866), 5-383 (vanaf 1870), 5-546 (vanaf 1880), 5-556 (vanaf 1890), 5-594 (vanaf 1900), 5-508 (vanaf…

  • Aantekeningen 
    • Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223-224.

      1729-03-15: Testament, opgemaakt ten huize van Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Grerik Pauwels van der Aa, van Jan Janssen Graave, gezond van lichaam, waarin genoemd:
      - zijn zus Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Frerik Pauwels van der Aa, bijgestaan met Berend Hinrixen Schuijrman en Luicas Jansen Schoemaaker als haar voogden, enig en universele erfgenaam, met beging dat zij haar broer zal verplegen zijn
      leven lang, in linnen en wollen kost en drank, en met alle nooddrifte van wat aard of natuur het ook nodig was zelfs vrij te houden in toe back (?), en bij aldien zij nalatig van te blijven zal gehouden zijn jaarlijks aan hem uit te keren 15
      guldens in ziekten en alle behulpzame handreikingen te doen, en of het kwam te gebeuren dat zij eerder kwam te sterven als testator, zo zullen voornoemde erfgenamen van Eesse Jansen Graave verplicht zijn het bovengenoemde uit lieft te volbrengen,
      en degene daar testator het alderliefs te wilde bij wonen van hare kinderen zal testator vijr staan zijn keur daarin te hebben, en die andere 3 zullen elk verplicht zijn 15 guldens aan testator alle jaren uitkeren tot zijn testators onderhoud,
      alsmede de 4e daar hij dan bij woont ook 15 guldens uitmakende dan een som van 60 guldens;
      - aan zijn overleden broer Jan Jansen Graave zijn zoon, genaamd Jan Janssen Graave, 10 guldens, aan de 2 nagelaten onmondige kinderen van wijlen Harmen Jansen Graave, ook elke 10 guldens, en bij aldien deze bovenstaande kinderen ene van alle
      eerder kwam te sterven als testator zo zal de 10 guldens wederom komen aan handen van Eessse Jansen Graave of deszelfs erfgenamen;
      - aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV4_p505].

      1743-01-10: Ad Henr Harwig en zijn vrouw Berentjen Waanders, tutore marito en als vader en voogd van zijn minderjarige dochter Stientjen, voorts Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, Grietjen Jansen, wed Nicol Harwig, bijgestaan met Ad
      Henr Harwig als haar voogd, Egbert Harms en zijn vrouw Hindrikjen Jansen Kleijne, Berent Harms zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms zijn vrouw Hindrikjen Hindriks Bramer, en mede voor haar broer Hindrik Harms, voorts Klaas Hindriks
      Braamer zijn vrouw Harmtjen Jansen, Hindrik Hindriks Braamer zijn vrouw Hindrikjen Engbers, Wolter Hendriks Bramer zijn vrouw Janna Eevers Costers, en Frerick Scholten zijn vrouw Jaspertjen Crol, en Luicas Crol voor zijn broer Hendrik Crol, alles
      bijgestaan met haar man als hare voogden, en erfgenamen van wijlen Jan Crol en Mettjen Jans Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker boverwegesland alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wed Jan Brouwer, cs, westwaarts
      Leenart Wolters, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff {is hij dit?} en zijn vrouw, voor een som van 416 guldens [T0079_INV5_p075].

      1744-09-19: Gerrit ten Caate en zijn vrouw Aaltjen Jansen Dodde, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker, met nog een halve vierendeel, en een zestiende part van een akker woestenland, onverscheiden met Harmannus Smelt, cs,
      gelimiteerd oostwaarts de Rigterije, westwaarts de weduwe Harmen Berents, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff en zijn vrouw, voor een som van 226 guldens, 17 stuivers en 8 penningen [T0079_INV5_p135].

      1747-06-08: Testament van Jan Gerrijts Bramer en Fenneken Berents, bijgestaan met Arent Henriks als haren voogd, de laatste enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
      - testament op langstlevende;
      - hij zijn broer, 200 guldens;
      - zij haar broer Jannes Berens, 200 guldens;
      - beide aan Gods armen alhier, 100 guldens [T0079_INV5_p198].

      Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 29, nr. 2:
      Man : Jan Jansen Graeve.
      Vrouw : Harmtjen Egbers.
      Kinderen >10 jaar : -.
      Kinderen <10 jaar : -.
      Dienstboden : Aaltien Pouwels.
      Inwonenden : -.

      1757-02-19: Berent Gerrits Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbers, welke verklaarden op 19 januari 1756 in erfkoop verkocht te hebben 3 akker land, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Klaas Bramersland,
      westwaarts Jan Smelt, ten profijte van Hindrik Arens voor de halfscheid, Jan de Graaff {is hij dit?} en Jan Gerrits Bramer de andere gerechten halfscheid, en dat alles voor een som van 855 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p621].

      1761-02-02: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Gerrits Bramer en Jan de Graaff, een som van 450 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met
      de brink, met de goorden voor het huis, en de 2 goordens achter het huis, voorts honderd treede roede maat goordenland, gelegen omtrent de Padt (?) in de landerijen van Walter van Uijtert, en 2,5 wand bouwland, gelegen in de landerijen van wijlen
      Berent Otten Koes, en dan nog een halve akker hoevenland op de Westere Hoeve in het zgn Kunnen vierendeel, alle alhier op 't Vriezenveen. [T0079_INV6_p118]

      1761-07-09: Harmen Egbers Meijer en zijn vrouw Aaltjen Gerrits Feijer, welke verklaarden op 9 februari 1761 verkocht te hebben een halve akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de Dijck ende Aa in het zgn Piksensland, ten
      profijte van Jan Bramer, en Jan de Graaff, voor een som van 171 guldens. [T0079_INV6_p140]

      1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
      zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de dijk
      of Aa, onverscheiden met de kopers, cs, in het zgn Piksensland gelegen, ten profijte van Jan Gerrits Bramer en Jan Jansen de Graeff, voor een som van 356 guldens. [T0079_INV6_p427]

      1768-03-12: Jan Wolters en zijn vrouw Grietjen Henderiks, welke verklaarden in maart 1768 verkocht te hebben een vierendeel akker en een zestiende deel akker woestenland, gelegen in de westere woesten, onverscheiden met Jan d Graaff, cs, voor een
      som van 62 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Jan Jansen d Graaff en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p072vo].

      1769-03-03: Gerrit Luicas Huls en zijn vrouw Janna Roelofs Smelt, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan d Graeff, en Jan Gerritsen Braemer, en dezelver erfgenamen, een som van 500 guldens, spruijtende uit hoofde van zekere betekende
      obligatie en handschrift door wijlen des comparants vader en schoonvader Lucas Geertsen Huls op 19 februari 1756 eigenhandig betekend, met de interest vandien aan Jan d Graaff en Jan Braemer verschuldigd geworden, comparanten stellen hypotheek
      met onderpand op gras, hooi en zaailand, beginnende van de zgn Oldenweg en gaande tot aan de A Kamp, met het bouw of zaailand hetwelke Jan Aelderink van comparanten in huur is gebruikende, gelegen alhier op het Vriezenveen, oostwaarts Henr
      Jaspers Bramer, cs, en westwaarts de St. Annen Vicarie [T0079_INV7_p098].

      1771-10-21: Roeloff Tijhof en zijn vrouw Mettjen Jansen Bolk, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan d Graeff en comp.., een som van 150 guldens, aan Jan Luicas Brouwer een som van 150 guldens, tezamen een som van 300 guldens, wegens
      genegotieerde penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de goorden daarachter gelegen, en huisplaatse van dier, benevens een koeweide en 4 wanden bouwland, op het zgn Jan Tuenis Gesenland, en de overige percelen op
      het zgn Henderik Coers Henderixland [T0079_INV7_p166].

      1773-04-09: Albert Menderink en zijn vrouw Fenneken Jaspers Braemhaer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff en zijn erfgenamen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3
      en 3/8 deel akkers lands opgaans, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, exempt het huis en goordens van Henrik d Groot en Aleijda Smelt behorende, gelimiteerd oostwaarts de weedw van wijlen Frederik Braemer en westwaarts Jan
      Henderik Wiegers [T0079_INV7_p213vo].

      1773-10-02: Jannes Berents Hollander en zijn vrouw Henderikjen Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens verstrekte penningen, aan Jan d Graeff een som van 250 guldens, aan Henderik Arentsen, een som van 250 guldens, en aan Gerrit
      Braemer, een som van 250 guldens, tezamen een som van 750 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gelimiteerd oostwaarts en voor een gedeelte onverscheiden met Wolter
      van Uitert, en westwaarts Jan Broens, cs, mitsgaders 4 wanden roede maat bouwland op Wolter Van Uitersland, en 3/4 akker woestenland, waarvan een half akker onverscheiden is met Berent Engbers Smit, cs, en het vierendeel akker woestenland met
      Egbert Schuirman, cs, en dan nog een akker turfland, op de westere hoeve onverscheiden met Jan Jansen en dan nog 2 akkeren hoevenland naast het Pastorijenland [T0079_INV7_p226].

      1776-12-26: Gerrit Geerdink, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijne kinderen, verklaarde schuldig te zijn aan zijn zwager Brenardus d Boer een som van 1135 guldens, herkomstig en uit hoofde van de ouderlijken boedel en
      voor hem comparant verschotene penningen, voorts aan Jan de Graeff, wegens van de zelve genegotieerde en ontvangen penningen een som van 600 guldens, en dan aan comparants beide zusters, genaamd Frederica en Maria Geerdink, een som van 200
      guldens, ...tende uit hoofde van hunnen ouderlijken boedel, alsmede aan Egbert Jonkman een som van 100 guldens, wegens aan hem compt verstrekte penningen en aan Aaltjen Berents een som van 200 guldens, en dan ook nog aan Jannes Claesen een som
      van 200 guldens, en aan de kinderen van wijlen Gerrit de Ruijter een som van 350 guldens, alsmede aan dezelfs knecht Bartus Heethuijs wegens verdient loon een som van 150 guldens, en aan de Pastoor Meijer te Geesteren een som van 48 guldens, en
      aan de weedw Jasper Bramer een som van 80 guldens, alsmede aan Jan Boerman, wegens gehaalde winkelwaren een som van 70 guldens, alsmede aan Gerrit van der Aa, wegens geleend geld, een som van 60 guldens, dus tezamen een som van 3193 guldens,
      comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 4 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, alsmede 1,5 akker woestenland in de wester woesten, mitsgaders een akker boverweegesland, een goorden op het zgn Hols Jans
      Derksland, 1,5 wand bouwland op 't voorschr Hols Jans Derksland, en dan nog een akker turfland op de oosterhoeve, alles alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p062].

      1777-04-30: Henderik Arentsen Smit en zijn vrouw Fenekien Berents, welke verklaarde schuldig te zijn, wegens verstrekte penningen, herkomstig uit de boedel van wijlen Pieter Willem Harwig en wijlen zijn vrouw Jannes Schol, en aan het kind van
      wijlen Jan Schol, genaamd Johanna Freedrica Schol, als erfgenamen van de eerste genoemden, een som van 170 guldens, alsmede aan Henderik Arents en Jan d Graeff wegens aan hun comparanten verstrekte penningen, een som van 200 guldens, en dan nog
      aan Bernardus Spijker, wegens verstrekte penningen, een som van 25 guldens, dus te samen een som van 395 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar huizen, verder timmeragie, met de halve brink, mitsgaders 5 wand bouwland met de
      opsl..en 2 koeweiden, op het zgn Jan Luijerinkland, alle alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p072].

      1779-04-17: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesjen Harms, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff, Gerrit en Aaltien Braemer, wegens van dezelve verstrekte penningen, een som van 146 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
      2 wanden roede maat bouwland met de opslag gelegen op het zgn Koesesland [T0079_INV8_p122vo].

      1779-06-05: Claas Jansen Auken en Gerrit Luicas Keppeling, als voogden over Aaltien Evers Costers, weduwe van wijlen Gerrit Scholten, benevens Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, Henderik Arents en zijn vrouw Jenneken Berents, Aeltien
      Arents, wedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents Smit als haar voogd, benevens Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt, Albt Broertien en zijn vrouw Janna Hinderiks Hoff en Derk Broertien, te samen erfgenamen van wijlen Gerrit
      Gerritsen Scholten junior, welke verklaarden verkocht te hebben op 28 januari 1779 van 8 wanden bouwland of grasland, zijnde de 1e wanden alle op voornoemde Gerrit Scholtensland, hen booven en onder dezen gerigte gelegen, gelimiteerd westwaarts
      Wieger Gerritsen en oostwaarts Scharphoff, en met het recht om hunne beesten te drijven over de brink dagelijks heen en weder, op gelijke wijk als Wieger Gerrits en Freedk Roelofs, ten profijte van Gerrit Braemer en Jan de Graeff, voor een som
      van 420 guldens [T0079_INV8_p132].

      1780-02-26: Testament, opgemaakt ten huize of woning van, van Jan de Graaff, enigszins ziek van lichaam, waarin genoemd:
      - aan zijn neef en nicht Gerrit Braamer en Aaltien Braamer, als enige en universele erfgenamen;
      - aan Berend Winter, 1500 guldens;
      - aan Harmen Winter en Jan Winter, ieder 400 guldens;
      - aan de vrouw van Gerrit ter Brugge, genaamd Eesje van der Aa, 400 guldens;
      - aan Janna van der Aa, getrouwd met ... [puntjes], woonachtig te Almelo, 400 guldens
      - aan Ehelisabet van der Aa, getrouwd met Gradus ten Oever, 400 guldens;
      - aan Janna de Ruijter, wedw van wijlen Gerrit van der Aa, 400 guldens;
      - aan de 2 dochters van de wedw Coert Harms, genaamd Jenneken en Janna, ieder 200 guldens;
      - aan Godsarmen alhier, 300 guldens;
      - aan de kerk alhier, 400 guldens, benevens alsnog zo aan 200 guldens als tot opbouw der kerk door hem beloofd is;
      - aan zijn 2 meiden, genaamd Janna Harmsen en Kenera Willems, tot een rouw ieder 150 guldens [T0079_INV8_p159vo].

      Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).

  • Bronnen 
    1. DTB 506, blz. 051.
      Den 20 augustus 1711: Jan Jansen Graave en Aeltjen Jansen; Jan.

    2. Testament/Ken uw dorp, blz. 224.