Aantekeningen


Treffers 1,651 t/m 1,700 van 87,707

      «Vorige «1 ... 30 31 32 33 34 35 36 37 38 ... 1755» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1651 1778-02-28: Grietien Hinderix, wedw van wijlen Jan Wolters, bijgestaan met Wolter Braemer als haar voogd, welke verklaarde op 27 november 1776 verkocht te hebben haar huis met de goorden daar het huis op staat, begint van dezen nieuwen Kerkweg en
gaat tot zo verre als de zelven om graeven leijd, in en op de landerijen van Coert Willemsen, zijnde de goorden vrij zonder bezwaar van verpondinge en contributie, en de koper heeft daarbij een veerkens ganzen (?) hoeder gangen met de opweg
darbij behorende, voorts is door de verkoopster daarin en uitbedongen, dat zo lange zij leeft zal mogen gebruiken van de goorden 20 trad van voren aan daar de om gelechten grond is, vervolgens heeft de verkoopster bescheiden, dat zij de tijd
hares levens zal mogen gebruiken de kamer, zo aan de oostkante vooruit steekt, en dat zo verre heen buijten als het 1e gebord gaat, en de verkoopster zal dezelve doen repareren en onderhouden zo lang zij daar is, en de deur zal zij moeten maken,
dat zij daarvan buitenuit en in gaan kan, voorts is verkocht 5 wand bouwland, waarvan 3 wand gelegen zijn op het zgn Graeven Jennenland, en 2 wand op Jannes Joostesland, mitgarders een halve akker woestenland, alsmede een halve akker turfland op
de oostere hoeve, welke waarvan de koper voor haar verkoopster jaarlijks en alle jaren daarop groeven en door de koper droog maken 6 goede voer bente turf en op het bouw kan de verkoopster van het jaar 1777 een half wand bepoten of bezaaien en
langer niet, mitsgaders is daarbij verkocht een koeweide gelegen in de landerijen van het zgn Hols Jans Derksland, alle alhier op het Vriezenveen gelegen, en zijn de voorschreven huis en landerijen te samen verkocht aan handen van Jan Gerritsen
van den Soepenberg en zijn vrouw Aeltien Jansen, voor een som van 630 guldens [T0079_INV8_p087vo].

1791-03-16: Testament van Fenneken Jansen Olijslager, weduwe van Wolter Bramer, geassisteert met Jan Engbers als haar voogd, waarin genoemd haar voogd Jan Engbers, haar zuster Jennegien/Jenneken, vrouw van Gerrit Jansen, en hun kinderen Albert,
Jannes, Jan, Janna, Hendrikje en Aleijda, Jenneken Harms Bom, vrouw van Gerrit Jansen Hospers, Grietjen Willems, wedw van wijlen Jan Wolters, Klaas Kruis, zijn vrouw en kinderen [T0079_INV10_p101].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Willems, Grietjen (I21487)
 
1652 1778-02-28: Grietien Hinderix, wedw van wijlen Jan Wolters, bijgestaan met Wolter Braemer als haar voogd, welke verklaarde op 27 november 1776 verkocht te hebben haar huis met de goorden daar het huis op staat, begint van dezen nieuwen Kerkweg en
gaat tot zo verre als de zelven om graeven leijd, in en op de landerijen van Coert Willemsen, zijnde de goorden vrij zonder bezwaar van verpondinge en contributie, en de koper heeft daarbij een veerkens ganzen (?) hoeder gangen met de opweg
darbij behorende, voorts is door de verkoopster daarin en uitbedongen, dat zo lange zij leeft zal mogen gebruiken van de goorden 20 trad van voren aan daar de om gelechten grond is, vervolgens heeft de verkoopster bescheiden, dat zij de tijd
hares levens zal mogen gebruiken de kamer, zo aan de oostkante vooruit steekt, en dat zo verre heen buijten als het 1e gebord gaat, en de verkoopster zal dezelve doen repareren en onderhouden zo lang zij daar is, en de deur zal zij moeten maken,
dat zij daarvan buitenuit en in gaan kan, voorts is verkocht 5 wand bouwland, waarvan 3 wand gelegen zijn op het zgn Graeven Jennenland, en 2 wand op Jannes Joostesland, mitgarders een halve akker woestenland, alsmede een halve akker turfland op
de oostere hoeve, welke waarvan de koper voor haar verkoopster jaarlijks en alle jaren daarop groeven en door de koper droog maken 6 goede voer bente turf en op het bouw kan de verkoopster van het jaar 1777 een half wand bepoten of bezaaien en
langer niet, mitsgaders is daarbij verkocht een koeweide gelegen in de landerijen van het zgn Hols Jans Derksland, alle alhier op het Vriezenveen gelegen, en zijn de voorschreven huis en landerijen te samen verkocht aan handen van Jan Gerritsen
van den Soepenberg en zijn vrouw Aeltien Jansen, voor een som van 630 guldens [T0079_INV8_p087vo].

1778-02-28: Jan Gerritsen van den Soepenberg en zijn vrouw Aeltien Jansen, welke verklaarden schuldig te zijn wegens verstrekte penningen van en aan de tijdelijken kerkmeesters als provisoren van de armenstaat alhier, en de diaconie een gerechte
som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op hun huis met de goorden daarachter gelegen mitsgaders 5 wand bouwland, waarvan 3 wand gelegen zijn op het zgn Graeven Jennenland, en 2 wand op Jannes Joostesland, een halve akker
woestenland, alsmede een halve akker turfland op de oostere hoeve en dan nog een koeweide gelegen in en op de landerijen van het zgn Hols Jans Derksland, alle alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p089].

1781-06-14: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Gerrits(en) en zijn vrouw Altien Jansen, de 1e enigszins zwak van lichaam bevonden, de laatste bijgestaan met Antonie Bruijns als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn lieve vrouw Altjen Jansen, enige en universele erfgenaam;
- zij haar lieve man Jan Gerrits, enige en universele erfgenaam [T0079_INV8_p208vo].

Woonde Hellendoorn, 't Soupenberg (03-05-1777). 
Soepenberg, Jan (I58808)
 
1653 1778-03-01: Klaas Cornelis, is bruidegom.
1782-11-03: Claas Cornelis, woont te Idskenhuizen, is vader bij doop Antje.
1814-09-01: Klaas Kornelis Huisman, boer, woont te Luinjeberd, is vader van bruid Wiggeltje Klazes Huisman (tegenstrijdige gegevens in dezelfde akte als huwelijksgetuige).
1814-09-01: Klaas Kornelis Huisman, 60, boerenarbeider, woont te Idsegahuizum, is als vader huwelijksgetuige van Wiggeltje Klazes Huisman. 
Huisman, Klaas (I134)
 
1654 1778-03-01: Ymkjen Wigles, is bruid.
1782-11-03: Imkjen Wigles, woont te Idskenhuizen, is moeder. 
Wigles, Ymkjen (I135)
 
1655 1778-03-09: Roelof Wolters Costers en zijn vrouw Jenneken Berents Berkhof, welke verklaarden schuldig te zijn wegens verstrekte penningen aan Johan Julius Diederik mr Chirurgijn alhier, een som van 225 guldens, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op hun bouwland, op de zgn landerijen van Jan Waanders Freriksland, zo voorheen hebben aangekocht, beginnende, achter de bouwgoorden van Gerrit Heethuijs, zijnde de 2 westeren akker met de opslag daar achter gelegen, bovenwaarts in, en
alhier op 't Vriezenveen gelegen, naast het land van Albert Prinsen, en oostwaarts Gerrit Heethuijs. Kantlijn akte: Op 7 juli 1785 verklaart de heer Dr Johan Julius Driedricks dat op 7 mei 1785 deze akte geroyeerd is [T0079_INV8_p094vo]. 
Diederik, Johan Julius (I5646)
 
1656 1778-05-11: Harmina van der Aa, weduwe van wijlen Lambertus Scholten, bijgestaan met haar zoon Bernardus Scholten als haar voogd, welke verklaarde op 1 mei 1774 verkocht te hebben hunne halve mate hooiland, gelegen in het zgn Pillenland,
beginnende achter de Oldenweg, en eindigende met de Dijk en de Aa, waarvan de ene helft behoord aan Gerrit ter Brugge, gelimiteerd oostwaarts Gerrit ter Brugge voornt, en westwaarts Henderik Leenders en alhier op 't Vriezenveen gelegen, en in
diervoegen zij verkoopster, en wijlen haren vader Berent van der Aa, dezelve in het gebruik hebben gehad, en dat aan handen van Gerrit ter Brugge en zijn vrouw Eva de Ruiter, voor een som van 255 guldens [T0079_INV8_p096vo].

1778-05-11: Harmina van der Aa, weduwe van wijlen Lambertus Scholten, bijgestaan met haar zoon Bernardus Scholten als haar voogd, welke verklaarde op 1 mei 1774 verkocht te hebben hunne halve mate hooiland, gelegen in het zgn Pillenland,
beginnende achter de Oldenweg, en eindigende met de Dijk en de Aa, waarvan de ene helft behoord aan Gerrit ter Brugge, gelimiteerd oostwaarts Gerrit ter Brugge voornt, en westwaarts Henderik Leenders en alhier op 't Vriezenveen gelegen, en in
diervoegen zij verkoopster, en wijlen haren vader Berent van der Aa, dezelve in het gebruik hebben gehad, en dat aan handen van Gerrit ter Brugge en zijn vrouw Eva de Ruiter, voor een som van 255 guldens [T0079_INV8_p096vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar broer Gerrit], 21-10-1750 [gewoond hebbende te Borne]). 
van der Aa, Hermina (I21673)
 
1657 1778-06-23: Aeltien Berents, wv Gerrit Gerritsen, moeder testator, benoemd als erfgenaam van haar legitieme portie (Testament Gradus Gerritsen en Aaltien Hinderiks). [Toeg0079_Inv8]

1798-11-05: Op 5 november 1798 de wedw van Gerrit Gerritsen Keep in de 50sten penning aangegeven de erfenis van wijlen haar man, bestaande in een half huis, en een halve bouwgaarden achter het huis, een koeweide in Siemtiesland, 3 wand zo gras
als bouwland met de halve opslag op Jan Klasen zijn land, een vierde akker turfland op de wester hoeve [T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen. 
Berends, Aaltjen (I12492)
 
1658 1778-06-23: Testament, opgemaakt ten huize van, van Gradus Gerritsen en zijn vrouw Aaltien Hinderiks, de 1e enigszins ziek van lichaam, de 2e gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn moeder Aeltien Berents, wedw van wijlen Gerrit Gerritsen, enige en universele erfgenaam;
- zijn moeder en zijn lieve vrouw Aeltien Hinderix, enige en universele erfgenamen;
- zijn broers zoon, genaamd Hinderik Wiegers, zijn timmerkiste met alle timmermans gereedschap;
- haar lieve man Gradus Gerritsen, enig en universeel erfgenaam [T0079_INV8_p097Avo].

Woonde te Vriezenveen (08-02-1761). 
Strumer, Aaltjen (I9946)
 
1659 1778-07-13: Gerrit ter Brugge en zijn vrouw Eva van der Aa, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Hr Abraham Hanterman en zijn vrouw, woonachtig te Almelo, alsmede aan de Hr Henrick Evertman Junior, wonende thans te Vriezenveen, ieder voor de
gerechten halfscheid, en zulks tezamen een som van 1300 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar 4 akkeren lands met 't daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Jan Hopman en westwaarts het zgn
Pillenland, alsmede de halve mate hooiland, gelegen op het zgn Pillenland, achter de olden oldenweg of daaromtrent beginnende tot aan en met dijk en de A, alsmede een akker hoevenland en boovenweegsland westert, alle alhier op het Vriezenveen
gelegen. Kantlijn akte: Op 28 mei 1779, met ondertekenignen van Abr Hanterman en Henr Evertman, waarbij dezelve verklaarden, dat dit kapitaal met interest door Gerrit ter Brugge aan hun lieden was voldaan en betaald, waarbij deze akte werd
geroyeerd [T0079_INV8_p103].

05-01-1786: Hendrik Timmerman en Johanna Hoekman verklaren 600 schuldig te zijn, wegens verstrekte penningen alsmede verkogte hoffzaden, aan Abraham Hanterman en Swaantje de Ruijter. Voor de terugbetaling dient als onderpand het huis met 2
akkeren land opgaans gelegen tussen het zgn Alberts Jennenland (?) en Papenland te Vriezenveen, op een halve akkter Bove Weegsland Westert onverscheiden met Jan Schipper cs en op een akker woestenland in de Wester woeste onverscheiden met de wed
Jaspar ten Caate cs te Vriezenveen. Op 22 februari 1788 wordt de akte doorgehaald, na betaling van de schuld. [Toeg0079_Inv8/001]

1791-10-03: De wedw van wijlen Jan Roelof Smeld en deszelfs dochter Josina Smelt, de eerste geassisteerd met Hendrik Jansen Bramer en de laatste met F R Heek als hun voogden, welke samen en ieder afzonderlijk verklaren schuldig te zijn aan
Abraham Hanterman te Almelo een som van 300 guldens, aan de weduwe van Jasper ten Cate 150 guldens en aan de kinderen van wijlen P W Harwig 50 guldens, te samen 500 guldens, zij comparanten gesterkt als voren tot een speciaal hypotheek en
onderpand stellen, haar huis en landerijen opgaans met het houtgewas daarop staande [T0079_INV10_p112vo]. 
Hanterman, Abraham (I4590)
 
1660 1778-10-01: Berendina Jansen, nichtje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Jenneken Jansen). [Toeg0079_Inv8] Jansen, Berendina (I11685)
 
1661 1778-10-01: Hanna Jansen, nichtje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam en tot legattaris van 200 gulden (Testament Jenneken Jansen). [Toeg0079_Inv8] Jansen, Johanna (I11691)
 
1662 1778-10-01: Hendrica Jansen, nichtje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Jenneken Jansen). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (15-04-1792). 
Jansen, Hendrika (I11678)
 
1663 1778-10-01: Jan Jansen, neefje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Jenneken Jansen). [Toeg0079_Inv8] Jansen, Jan (I26130)
 
1664 1778-10-01: Janna Jansen, nichtje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Jenneken Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1811-09-16: Akte van testament. Janna Jansen, bouwvrouw, wonende te Vriezenveen, nr.327. [NL-ZIHCO_0122_2_nr073]

Woonde te Vriezenveen, Westeinde 327 (tot 04-04-1833). 
Jansen, Janna (I26131)
 
1665 1778-11-10: Hendrica Willems, tegenwoordige meid bij testatrice, benoemd tot legataris van 7 gulden tot een rouw (Testament Tijgien Lubbers, wv B. Fronten). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (19-03-1780). 
Willems, Hendrika (I12297)
 
1666 1778-11-10: Testament, opgemaakt ten huizen van, van Tijgien Lubbers, wedv B Fronten, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar 2 dochters Geesien Fronten, getrouwd met Henderik Brouwer, en Stijntjen Fronten, getrouwd met Jasper ten Caete, als enige en universele erfgenamen;
- haar dochter Geesjien Fronten, getrouwd met Henderik Brouwer, 200 guldens;
- aan de tegenwoordige meid, genaamd Hendrica Willems, 7 guldens tot een rouw;
- aan Gods Armen of diaconie alhier, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV8_p107vo].

1782-10-18: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesiena Harms, verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stientien Fronten, de som van 200 guldens, comparanten verpanden 2 wand bouwland op het zogenaamde Coersland, alsmede 2
koeweiden op het zogenaamde Jan Bruijnsland, alsmede een halve akker woestenland in de westere woeste, onverscheiden met Hindrikes Boeschen [T0079_INV9_p015].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 09-02-1765). 
Fronten, Stientien (I10407)
 
1667 1778-11-14: Janna Luicas, weeduwe van Claes Jansen, voor haar zelfs en als moeder, boedelhouster en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Adolph Henderik Bartelink als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan haar
broer Berend Luicas Schoemaeker, wegens aan haar en ten genoegen van hem ontvangen en verstrekte en voor haar betaalde penningen, een som van 417 guldens, alsmede aan Luicas Derksen een som van 123 guldens wegens genegotieerde en verstrekte
penningen en dan nog aan de weedw van wijlen Jan Evertman wegens een deugdelijke schuld, competeer en dus te samen en ieder in het bezonder bedragende een som van 600 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar huis en timmeragie
met en nevens 6,5 wand land, staande en gelegen op 't zgn Olde Scholsland, met het houtgewas daarop staande, alsmede 5 wand land met de opslag op het zgn Sijmesland, beginnende van het Boomtjen en boovenwaarts ingaande en dan nog en 't zgn
Sijmesland, een akker lands beginnende van dezen Kerkweg en eindigende tot aan de Oldenweg en daar benevens nog een halve akker hoevenland op de westere hoeve onverscheiden met Berent Pleij, alle alhier op het Vriezenveen gelegen
[T0079_INV8_p109].

1780-11-18: De erfgenamen van Janna Luicas {is zij dit?}, met namen Henderik ten Caate, Jan Jansen, Claas Jansen, Grietien en Janna ten Caate, benevens Jan Jansen, wier woonachtig te Amsterdam, voor welke beide laatst genoemde Henderik ten Caate
in deze caveert, welke verklaarden in 1780 verkocht te hebben
een akker lands in Bongersland gelegen, beginnende met de Dijk of de Aa, ten profijte van Gerhardus Rhee en zijn vrouw, voor een som van 75 guldens en 1 stuiver [T0079_INV8_p185].

Woonde te Vriezenveen (06-09-1755). 
Schoenmaker, Janna (I10420)
 
1668 1778-11-26: Testament, opgemaakt ten woninge van, van Freedrica Jansen Hulshoff, enigszins zwak van lichaam bevonden, bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar zus Berendina Jansen Hulshoff, getrouwd met Jan Leenders, enige en universele erfgenaam;
- aan Gods Armen of diaconie alhier, 6 sch... rogge (?) [T0079_INV8_p110vo].

Woonde te Vriezenveen (12-04-1782). 
Hulshof, Fredrika (I14505)
 
1669 1779-04-05: Testament, opgemaakt ten woninge van, van Jennegien Egbers, weedw van wijlen Berend Albers Roelofs, enigszins ziek van lichaam, bijgestaan met Berent Winter als haar voogd, waarin genoemd:
- zij vernietigd haar eventuele eerdere testamenten;
- haar broer Gerrit Egbers, enig en universeel erfgenaam;
- het zoontje van Berend Berentsen, genaamd Berend Albert, haar kaste of een nieuwe (?) in deszelfs plaats [T0079_INV8_p119vo].

1813-06-03: Notaris Warnaars, 1813, nr. 98.
1814-01-27: Notaris Warnaars, 1814, nr. 235, gifte onder levenden.
1814-01-27: Notaris Warnaars, 1814, nr. 236, obligatie.
1815-12-15: Notaris Van Riemsdijk, 1815, nr. 239, volmacht tot het ontvangen van .. bij het grootboek van publieke schuld.

Landbouwer in 1815/1817/1819/1821/1824/1827/1831/1844/1851/1859.

Woonde te Vriezenveen (03-02-1815, 02-09-1815); Vriezenveen, Oosteinde 106 (12-09-1817); Vriezenveen (05-05-1819, 20-05-1821, 09-01-1824, 29-05-1824, 17-01-1827, 17-01-1831, 21-12-1844, 08-03-1851); Vriezenveen, 2-nvm (tot 31-12-1859).

Berend Alberts Roelofsen was getuige bij het huwelijk tussen Wijgher Berentzen Roelofsen (zijn broer) en Klasijna Stegeman.

Berend Albert Roelofsen (43 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Bernardus Coes (onverwant) en Alberdijna Jansen Eupe (onverwant), op 15 september 1821 te Vriezenveen afgesloten.

Berend Albert Roelofsen was getuige bij het huwelijk tussen Roelof Roelofsen (zijn broer) en Johanna Jonkman (onverwant), op 29 mei 1824 te Vriezenveen afgesloten.

Berent Albert Roelofsen (46 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Fredrik Bramer (onverwant) en Jesina Johanna Jonkman (onverwant), op 30 april 1825 te Vriezenveen afgesloten.

Berend Albert Roelofsen (58 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jan Schipper (onverwant) en Trijntje Barfde (onverwant), op 25 november 1836 te Vriezenveen afgesloten.

1811-09-18: Berend Albert Berends, 34, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als vader aangever geboorte van Berendina Berends. 
Roelofsen, Berend Albert (I9311)
 
1670 1779-04-17: Pr Jan Fredk Hien als bediende van Jan Evertman Jansz met pandingen op boedinge en aan eigeninge heeft geprocedeerd ingewonnen de mobile en vaste goederen van Derk Cobus zijnde dezelfs filiale erfportie van deszelfs vader Coop
Derksen, zijnde dezelve op 12 december 1778 ten overstaan van dezen weled gerechte bij executie gedistraheerd en verkocht te samen voor een som van 131 guldens teste prothocolle, welke voorschr filiale portie is aangekocht door Jannes Bokdam,
alhier woonachtig [T0079_INV8_p121].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Kobes, Derk (I9578)
 
1671 1779-04-26: Testement, opgemaakt ten huize van, Albt Vrijlink en zijn vrouw Trijntie Gerrits, de 1e enigszins ziek van lichaam en de 2e gezond van lichaam en bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij het kind van zijn aangenomen dochter, genaamd Gesina Jansen, legitieme portie [T0079_INV8_p124vo].

Woonde te Vriezenveen (02-09-1781, 04-08-1782, 20-05-1814); Vriezenveen, Wijk 1, Oosteinde 28 (tot 15-09-1838). 
Jansen, Gesina (I8984)
 
1672 1779-04-26: Testement, opgemaakt ten huize van, Albt Vrijlink en zijn vrouw Trijntie Gerrits, de 1e enigszins ziek van lichaam en de 2e gezond van lichaam en bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij het kind van zijn aangenomen dochter, genaamd Gesina Jansen, legitieme portie [T0079_INV8_p124vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij Gerrit Gerritsen], 30-07-1763). 
Gerrits, Trijntjen (I19899)
 
1673 1779-06-05: Gerrit Luicas Keppeling en Claas Jansen Auken, als aangestelden voogden van Aeltien Evers Costers, wedw van wijlen Gerrit Scholten, alsmede Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, voorts Albert Broertien en zijn vrouw Janna
Henderiks Hoff, Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt, Hinderik Arents en zijn vrouw Jenneken Berents, Derk Broertien, benevens Aaltien Arents, wedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents als haar voogd, als erfgenamen van
wijlen Gerrit Gerritsen Scholten junior, welke verklaarden op 28 januari 1779 verkocht te hebben een halve akker booverweegsland, ten profijte van Janna Sulleman, voor een som van 74 guldens [T0079_INV8_p136]. 
Sulleman, Janna (I5647)
 
1674 1779-08-14: Aaltien Braemer, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (20-03-1784, tot 26-11-1841). 
Bramer, Aaltjen (I10814)
 
1675 1779-08-14: Gerrit Willems van Dijk, neefje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam en tot legataris van 200 gulden, bed en de kiste (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1785-10-18: Jannes Scherphoff en zijn vrouw Geertien Jansen Prinsen, verklaren wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan Harmina van Dijk, weduwe van wijlen Gt Bramer en aan Gerrit van Dijk, te samen een som van 430 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op haar huis met 2 akkeren lands opgaande, uitgezonderd een dagwerk hooiland, beginnende van dezen Kerkweg en eindigt aan de Waterleijdik, zoals deels aan Jan van Dijk verkocht is, gelimiteerd oostwaarts de weduwe
Van Dijk en kinderen, westwaarts Fredrik Roelofs [T0079_INV9_p103]. 
van Dijk, Gerrit (I10175)
 
1676 1779-08-14: Gesina Heijdeman, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen; St. Petersburg. 
Heijneman, Gesina (I14521)
 
1677 1779-08-14: Henderik Heijdeman, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Hij is met zijne moeder in 't jaar 1778 nae St. Petersburg gekomen, zijn vader koopman alhier, waar reeds twe jaaren vroeger namelijk 1776 hiernatoe gekomen. Hij leerde den koophandel in het aangeziene huis van de heer Levien Fabian Bčohtting,
verwierv zig de liefde en aghting vn zijn patroon, gelijk ook van zijn geheel huis en wierdt laater naderhand in 't jaar 1801 door desselfs twe zoonen, welke de handling voortgezet hadden als deelnemer in dat handelingshuis Bčohtting & Comp.
opgenomen. Een opregt character beproefde regtschapenheid en overmoejden vlijt zijn deugden die jeder die hem gekent heeft in hem vereert [bron: De Hollande Hervormde Kerk in Sint-Petersburg 1713-1927, deel III, blz. 288/289].
Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 65-66. Woonde te St. Petersburg [Rusland] (Vanaf 1778, 1791). 
Heijneman, Hendrik (I14520)
 
1678 1779-08-14: Jan Broertien, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8] Broertjen, Jan (I9435)
 
1679 1779-08-14: Jan van Dijk, neefje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1785-10-18: Jannes Scherphoff en zijn vrouw Geertien Jansen Prinsen, verklaren op heden verkocht te hebben een dagwerk hooiland, gelegen in het zogenaamde Jan Reutenland, onverscheiden met de koppen, beginnende van dezen Kerkweg en eindigt aan de
Waterleijdik, over welk land geen opweg zal mogen gaan, doende in verpondinge int enkelde deel des jaarlijk 3 stuiver en 8 penningen en in de contributie 1 stuiver, ten profijte van Jan van Dijk, voor een som van 200 guldens [T0079_INV9_p102]. 
van Dijk, Jan (I10173)
 
1680 1779-08-14: Stientie Heijdeman, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8] Heijneman, Stientjen (I14522)
 
1681 1779-11-14: Geertje Ipes, woont te Roordahuizum, is verloofd.
1779-12-05: Gertje Ypes, woont te Warga, is bruidegom. 
Zedstra, Geertje (I131)
 
1682 1779-12-01: Fenneken Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1794-11-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jasper Lucas, van Jasper Lucas en zijn vrouw Janna Derks, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, zijnde Janna Derks wel ziekelijk na de lichaam bevindende, doch de vermogens van de
geest, zoals verstand en oordeel nog ongekrenkt en volkomen machtig, zowel als van haar man Jasper Lucas, immers zoveel ons uiterlijk bleek, waarin genoemd:
- hare nog 4 in leven zijnde kinderen, met name Derk en Jannes Jasper, Jenneken en Leena Jasper, als mede het kind genaamd Gerrit, van haar overleden dochter Fenneken, de welke getrouwd geweest is aan Hendrik Broertjen;
- hare dochter Jenneken Jasper, getrouwd aan Berend Smelt [T0079_INV10_p178].

Woonde te Vriezenveen (28-08-1789). 
Jaspers, Fennigjen (I9427)
 
1683 1779-12-01: Jan Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8] Faijer, Jan (I11499)
 
1684 1779-12-01: Jannes Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1794-11-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jasper Lucas, van Jasper Lucas en zijn vrouw Janna Derks, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, zijnde Janna Derks wel ziekelijk na de lichaam bevindende, doch de vermogens van de
geest, zoals verstand en oordeel nog ongekrenkt en volkomen machtig, zowel als van haar man Jasper Lucas, immers zoveel ons uiterlijk bleek, waarin genoemd:
- hare nog 4 in leven zijnde kinderen, met name Derk en Jannes Jasper, Jenneken en Leena Jasper, als mede het kind genaamd Gerrit, van haar overleden dochter Fenneken, de welke getrouwd geweest is aan Hendrik Broertjen;
- hare dochter Jenneken Jasper, getrouwd aan Berend Smelt [T0079_INV10_p178].

Woonde te Vriezenveen (25-11-1792). 
Faijer, Jannes (I11461)
 
1685 1779-12-01: Jennigien Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1794-11-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jasper Lucas, van Jasper Lucas en zijn vrouw Janna Derks, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, zijnde Janna Derks wel ziekelijk na de lichaam bevindende, doch de vermogens van de
geest, zoals verstand en oordeel nog ongekrenkt en volkomen machtig, zowel als van haar man Jasper Lucas, immers zoveel ons uiterlijk bleek, waarin genoemd:
- hare nog 4 in leven zijnde kinderen, met name Derk en Jannes Jasper, Jenneken en Leena Jasper, als mede het kind genaamd Gerrit, van haar overleden dochter Fenneken, de welke getrouwd geweest is aan Hendrik Broertjen;
- hare dochter Jenneken Jasper, getrouwd aan Berend Smelt [T0079_INV10_p178].

Jenneken Jaspers heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Jan Smelt Bz. (haar zoon) en Gerritdijna Reuten.

Woonde te Vriezenveen (19-05-1792, 10-04-1818); Vriezenveen, Oosteinde 69 (tot 29-06-1818). 
Faijer, Jennigjen (I659)
 
1686 1779-12-01: Lena Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam en tot legataris van 50 gulden (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1794-11-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jasper Lucas, van Jasper Lucas en zijn vrouw Janna Derks, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, zijnde Janna Derks wel ziekelijk na de lichaam bevindende, doch de vermogens van de
geest, zoals verstand en oordeel nog ongekrenkt en volkomen machtig, zowel als van haar man Jasper Lucas, immers zoveel ons uiterlijk bleek, waarin genoemd:
- hare nog 4 in leven zijnde kinderen, met name Derk en Jannes Jasper, Jenneken en Leena Jasper, als mede het kind genaamd Gerrit, van haar overleden dochter Fenneken, de welke getrouwd geweest is aan Hendrik Broertjen;
- hare dochter Jenneken Jasper, getrouwd aan Berend Smelt [T0079_INV10_p178].

Woonde te Vriezenveen, Oosteinde 8 (tot 17-10-1819). 
Jaspers, Lena (I9268)
 
1687 1779-12-04: Aafken Albers, zus testatrice Zwenneken Albers, benoemd als legataris van een kiste met het linnen en wollen tot hare lijf behorende (Testament van Engeltien Braamer, wv Berend Harmsen, van Jasper Braamer en van Zwenneken Albers, wv
Egbert Berentsen). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen? 
Alberts, Aafken (I4532)
 
1688 1779-12-04: Testament, opgemaakt ten huize of woninge van, van Engeltien Braamer, weduwe van wijlen Berend Harmsen, en Jasper Braemer, ter ener en Zwenneken Albers, wedw van wijlen Egbert Berentsen, ter anderen zijde, allen gezond van lichaam,
Engeltien Braamer bijgestaan met Hendk Egbers Groot, Zwenneken Albers bijgestaan met Berent Boerman, als hun voogd, Engeltien Braamer en Zwenneken Albers verklaarden niet te kunnen schrijven, waarin genoemd:
- Zwenneken Albrs; enige en universele erfgenaam van Jasper Braamer en Engeltien Braamer;
- Jasper Braamer en Engeltien Braamer, als erfgenaam (?) van Zwenneken Albers;
- Zwenneken Albers aan zuster Aaltien Albers; kiste met het linnen en wollen tot haren lijf behorende;
- allen na de dood van langstlevende aan de armen alhier, 50 guldens, en aan de diaconie te Vriezenveen, 50 guldens, onder dezelfde voorwaarden [T0079_INV8_p150vo].

1793-06-05: Testament van Gerrit Roehoff en zijn vrouw Zwennegien Albers, zijnde Zwennigien Albers geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd Berent Joosten en zijn vrouw Henderika ten Cate als hun universele erfgenamen
[T0079_INV10_p141].

1805-12-31: Op 31 december 1805 zijn verschenen Gerrit Rohof en zijn vrouw Zwennegien Alberts, welke verklaarden te hebben verkocht aan Berend Joosting en zijn vrouw Hindrica ten Cate, op 27 december 1805, een huis met 2 schuren en derde halve
akker lands opgaans, aan de noordzijde van deze Kerkweg, met het daarop staande houtgewas, met 7,5 koeweiden, opgaande zuidwaards, voorts 2 akkeren turfland, op de oostere hoeve, gelegen ten ene zijde van JH Dikkers en ter andere zijde van Gerrit
Bramer, een wand bouwland, met de opslag op Joostesland, 3 ong werken hooiland, op het zgn Kroemenland, beginnende aan de waterleiding en eindigende aan de Buiteren weg, 1 akker woestenland, liggende nabij het woesten hekke, een halve akker
woestenland, onverscheiden met Berend Hof, een halve akker woestenland, gelegen aan de Stuuwe, onverscheiden met Gerrit Bramer en Egbert Jonkman Junior, en nog een dagwerk hooiland, liggende op Hanssen Deele, voor een som van 1000 guldens
[T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (06-06-1767, 31-05-1782). 
Alberts, Swenne (I25475)
 
1689 1779-12-04: Testament, opgemaakt ten huize of woninge van, van Engeltien Braamer, weduwe van wijlen Berend Harmsen, en Jasper Braemer, ter ener en Zwenneken Albers, wedw van wijlen Egbert Berentsen, ter anderen zijde, allen gezond van lichaam,
Engeltien Braamer bijgestaan met Hendk Egbers Groot, Zwenneken Albers bijgestaan met Berent Boerman, als hun voogd, Engeltien Braamer en Zwenneken Albers verklaarden niet te kunnen schrijven, waarin genoemd:
- Zwenneken Albrs; enige en universele erfgenaam van Jasper Braamer en Engeltien Braamer;
- Jasper Braamer en Engeltien Braamer, als erfgenaam (?) van Zwenneken Albers;
- Zwenneken Albers aan zuster Aaltien Albers; kiste met het linnen en wollen tot haren lijf behorende;
- allen na de dood van langstlevende aan de armen alhier, 50 guldens, en aan de diaconie te Vriezenveen, 50 guldens, onder dezelfde voorwaarden [T0079_INV8_p150vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn zus Engeltjen]). 
Bramer, Jasper (I19748)
 
1690 1779-12-05: Fennegien Gerritsen Smelt, moeder testator, benoemd als erfgenaam van haar legitieme portie (Testament Albert Prinsen en Geertien Smelt). [Toeg0079_Inv8]

1791-11-18: Testament van Fenneken Smelt, weduwe van Harmanus Smelt, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd haar dochter Geertjen Smeld, haar dochter Martjen Smelt, de kinderen van haar zoon Gerrit Smeld, zoon Gerrit Smeld,
oudste zoon Harmanus van haar zoon Gerrit Smeld [T0079_INV10_p116vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Smelt, Fenneken (I11709)
 
1691 1779-12-20: Jan Berents Braamer, zv Jan Braamer en Janna Gerrits Smelt, neefje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Freedrikien Baramer). [Toeg0079_Inv8]

1792-01-21: Jan Berends Bramer en zijn vrouw Janna Gerrits smeld, met F R Heek als haren voogd, en haren zoon Jan Berends Bramer, welke te samen en ieder afzonderlijk verklaren onderling overeengekomen te zijn en gecontracteerd te hebben, het
hierna beschreven:
1e geeft hij Jan Berends Bramer en zijn vrouw Janna Gerrits Smelt, in vollen eigendom over, alle hare vaste en roerende goederen, zo mobile, als inmobiele, zo inboedel des huizes, paarde, beesten, wagens, ploeg en verder alle bouw en
huisgereedschappen, niets uitgezonderd, alles zo, en als zij het thans tot hier toe in eigendom bezeten hebben, aan haren zoon Jan Berends Bramer voorz, doende mits dezen daarvan, aan den zelven, gerechtelijke sessie, transport, en overdracht als
na rechten;
2e daar en tegen, neemt mids dezen, de zoon Jan Berends Bramer aan zijn vader en moeder voorz, de dagen hares levens in kost en drank, alles na haren staat naberlijk en buezelijk te onderhouden, dezelve ziek, of zugtig wordende, goede
handreikingen te verschaffen, sak en tabaksgeld, als mede een noot schrijven te moeten geven, en van goede bedden, linnen en klederen aan haar te bezorgen, en naar doode aan haar een eerlijke en behoorlijke begrafenis te geven, alsmede alle
schulden, die zijn vader en moeder voorz hebben te zullen betalen, en voldoen als zijn eigen schuld [T0079_INV10_p121].

Woonde te Vriezenveen (tot 13-03-1815). 
Bramer, Jan Berends (I16502)
 
1692 1780 te Oudehaske 32 overleden, 50 jaa (Kroes). Knobbe, Koop Roelofs (I340)
 
1693 1780-01-23: Gerreit, woont te Scharnegoutum, is gedoopt. Eeltjes, Gerrijt (I1757)
 
1694 1780-02-26: Jan Winter, benoemd tot legataris van 400 gulden (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]

1780-03-04: Freederik Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn dochter Engberdina Smelt een som van 500 guldens, uithoofde van haar wijlen moederlijke erfportie van haar wijlen moeder uit deszelfs nalatenschap competerende, zijnde een
even gelijke som aan ieder van haar broers Berent en Albert Smelt voor 12 jaren door comparant uit dien zelfden hoofde uitgeteld of gevalideerd, voorts een som van 150 guldens wegen interest van voorschr kapitaal in voornoemde 12 jaren opgelopen,
als in welke tijd comparants beide zoons het genot en voordeel van een even gelijke somma hebben getrokken en genoten of trekken en genieten kunnen, en eindelijk een som van 240 guldens, en zulks uithoofde van Heer gedicirende de tijd van 12
jaren, welke zij de comparant gediend heeft, dus te samen 890 guldens, mitsgaders aan de kinderen van wijlen Gerrit Winter met namen Berent, Harmen en Jan Winter een som van geleende pennignen a 560 guldens, benevens verlopene interesten de som
van 225 guldens en dan nog aan Berent Winter en Jan Jansen te samen aan opgenomen penningen schuldig de som van 153 guldens, alsmede de interest 40 guldens, en eindelijk aan wijlen Jan Smelt, nu de erfgenamen een kapitaal van 80 guldens, dus te
samen een som van 1948 guldens, belovende hij comparant het voorschr kapitaal ieder in de zijnen 's jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 diergelijke guldens van ieder honderd, waarvan het 1e jaar aan te zal verschijnen heden over een jaar
en zo vervolgen van jaar tot jaar, tot de volkomen restitutie en de aflosse toe, waarvan de opsage of denuntiaitie ten meerderzijden zal vrijstaan, mits dezelve een half jaar behoorlijk zal moeten geschieden, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op zijn 4 akkeren lands met top en twijg en met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders 2 akkeren turfland op het zgn Superplus en 1,5 akker woestenland in de westere woesten
gelegen, benevens alle derzelver mobilen koren op de lande en verdere innige des huizes niets uitgezonderd [T0079_INV8_p163vo]

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stijntie Fronten een som van 125 guldens, aan Berend Winter en Jan Winter, een som van 125 guldens, tezamen een som van
250 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de halve put en 4e part van de brink, mitsgaders achter het hek ten booven en daar verder 2 wanden zo gras, bouw en zaailand en een goordentien heen buiten in de
landerijen van Hendk Spijker, alsmede nog 2 wanden land op de landerijen van Henrik Coersland [T0079_INV8_p176vo] en [T0079_INV8_p178]. 
Winter, Jan (I15690)
 
1695 1780-02-26: Janna van der Aa, ev ... [niet ingevuld], wonende te Almelo, benoemd tot legataris van 400 gulden (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
van der Aa, Janna (I21686)
 
1696 1780-03-04: Freederik Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn dochter Engberdina Smelt een som van 500 guldens, uithoofde van haar wijlen moederlijke erfportie van haar wijlen moeder uit deszelfs nalatenschap competerende, zijnde een
even gelijke som aan ieder van haar broers Berent en Albert Smelt voor 12 jaren door comparant uit dien zelfden hoofde uitgeteld of gevalideerd, voorts een som van 150 guldens wegen interest van voorschr kapitaal in voornoemde 12 jaren opgelopen,
als in welke tijd comparants beide zoons het genot en voordeel van een even gelijke somma hebben getrokken en genoten of trekken en genieten kunnen, en eindelijk een som van 240 guldens, en zulks uithoofde van Heer gedicirende de tijd van 12
jaren, welke zij de comparant gediend heeft, dus te samen 890 guldens, mitsgaders aan de kinderen van wijlen Gerrit Winter met namen Berent, Harmen en Jan Winter een som van geleende pennignen a 560 guldens, benevens verlopene interesten de som
van 225 guldens en dan nog aan Berent Winter en Jan Jansen te samen aan opgenomen penningen schuldig de som van 153 guldens, alsmede de interest 40 guldens, en eindelijk aan wijlen Jan Smelt, nu de erfgenamen een kapitaal van 80 guldens, dus te
samen een som van 1948 guldens, belovende hij comparant het voorschr kapitaal ieder in de zijnen 's jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 diergelijke guldens van ieder honderd, waarvan het 1e jaar aan te zal verschijnen heden over een jaar
en zo vervolgen van jaar tot jaar, tot de volkomen restitutie en de aflosse toe, waarvan de opsage of denuntiaitie ten meerderzijden zal vrijstaan, mits dezelve een half jaar behoorlijk zal moeten geschieden, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op zijn 4 akkeren lands met top en twijg en met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders 2 akkeren turfland op het zgn Superplus en 1,5 akker woestenland in de westere woesten
gelegen, benevens alle derzelver mobilen koren op de lande en verdere innige des huizes niets uitgezonderd [T0079_INV8_p163vo]

1780-06-24: C Ad Bartelink, als gevolmachtigde van Jannes Velthuijs en zijn vrouw Margreta Dekker, luid volmacht van 25 mei 1780 voor burgemeester en regeerders der stad Amserdam gepasseerd, daarbij dezen transport, cessie over overdracht van als
zodanige halve huis met het daarbij op de 4 jnauari 1780 door Jannes Velthuijs verkocht landerijen bestaande in een 4e part van de brink, alsmede achter het huis booven het eerste hek hen boven met het houtgewas daarop tegenwoordige mocht staande
aan de halve part met nog 3 wand land, alsmede een goordentien hen buiten in de landerijen van Henderik Spijker, alhier op het Vriezenveen gelegen, oostwaarts Paapen Koesesland en westwaarts Hendk Spijker, ten profijte van Berent Smelt en zijn
vrouw Janna Tijhoff, voor een som van 415 guldens [T0079_INV8_p172a].

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke op 26 januari 1780 verkocht te hebben zodane land, de opslag met het zaai of bouwland dat daarbij anex leijd op de landerijen van Henderik Coersland, alhier gelegen, ten profijte van Jan
Egbers Smit en zijn vrouw Janna Hinderiks, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p174vo].

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke verklaarden in 1780 verkocht te hebben een halve akker woestenland in de westere woesten, onverscheiden met Hendk Costers voor een som van 80 guldens, mitsgaders 3 vierendeel akker
turfland op de oostere hoeve, voor een som van 77 guldens en 10 stuivers, te samen 157 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Jasper ten Caate en zijn vrouw Stijntie Fronten [T0079_INV8_p175vo].

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stijntie Fronten een som van 125 guldens, aan Berend Winter en Jan Winter, een som van 125 guldens, tezamen een som van
250 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de halve put en 4e part van de brink, mitsgaders achter het hek ten booven en daar verder 2 wanden zo gras, bouw en zaailand en een goordentien heen buiten in de
landerijen van Hendk Spijker, alsmede nog 2 wanden land op de landerijen van Henrik Coersland [T0079_INV8_p176vo] en [T0079_INV8_p178].


Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 13-09-1772). 
Smelt, Berend (I12259)
 
1697 1780-03-04: Freederik Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn dochter Engberdina Smelt een som van 500 guldens, uithoofde van haar wijlen moederlijke erfportie van haar wijlen moeder uit deszelfs nalatenschap competerende, zijnde een
even gelijke som aan ieder van haar broers Berent en Albert Smelt voor 12 jaren door comparant uit dien zelfden hoofde uitgeteld of gevalideerd, voorts een som van 150 guldens wegen interest van voorschr kapitaal in voornoemde 12 jaren opgelopen,
als in welke tijd comparants beide zoons het genot en voordeel van een even gelijke somma hebben getrokken en genoten of trekken en genieten kunnen, en eindelijk een som van 240 guldens, en zulks uithoofde van Heer gedicirende de tijd van 12
jaren, welke zij de comparant gediend heeft, dus te samen 890 guldens, mitsgaders aan de kinderen van wijlen Gerrit Winter met namen Berent, Harmen en Jan Winter een som van geleende pennignen a 560 guldens, benevens verlopene interesten de som
van 225 guldens en dan nog aan Berent Winter en Jan Jansen te samen aan opgenomen penningen schuldig de som van 153 guldens, alsmede de interest 40 guldens, en eindelijk aan wijlen Jan Smelt, nu de erfgenamen een kapitaal van 80 guldens, dus te
samen een som van 1948 guldens, belovende hij comparant het voorschr kapitaal ieder in de zijnen 's jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 diergelijke guldens van ieder honderd, waarvan het 1e jaar aan te zal verschijnen heden over een jaar
en zo vervolgen van jaar tot jaar, tot de volkomen restitutie en de aflosse toe, waarvan de opsage of denuntiaitie ten meerderzijden zal vrijstaan, mits dezelve een half jaar behoorlijk zal moeten geschieden, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op zijn 4 akkeren lands met top en twijg en met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders 2 akkeren turfland op het zgn Superplus en 1,5 akker woestenland in de westere woesten
gelegen, benevens alle derzelver mobilen koren op de lande en verdere innige des huizes niets uitgezonderd [T0079_INV8_p163vo]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748); Rotterdam, Hillegersberg; Rotterdam, Krooswijk (11-07-1775); Rotterdam, Rijstein/Riestuin; Rotterdam, Lamsteeg (31-05-1785). 
Smelt, Albert (I12269)
 
1698 1780-03-08: Freedk Smelt, welke verklaarde verkocht te hebben een akker woestenland, gelegen in de westere woestere, gelimiteerd aan de oostkant Claas Cruijs en aan de westkant Hend Costers, cs, ten profijte van Hendrina Eevertman voor een som
van 200 guldens [T0079_INV8_p165vo]

1799-10-30: Den 30 oktober 1799 heeft Gerrit Fredriks in de 50sten pennink aangegeven het verstref van wijlen zijn vrouw op hem gedevolveerd 20 september laatstleden, bestaande in een half huis en halve schuur en halve schot, met 1 akkerland
opgaans en 1 akker woestenland, en een akker bovenweegsland en een halve akker hoeve land [T003.1_INV5711/T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 18-03-1781). 
Evertman, Hendrina (I21429)
 
1699 1780-06-24: C Ad Bartelink, als gevolmachtigde van Jannes Velthuijs en zijn vrouw Margreta Dekker, luid volmacht van 25 mei 1780 voor burgemeester en regeerders der stad Amserdam gepasseerd, daarbij dezen transport, cessie over overdracht van als
zodanige halve huis met het daarbij op de 4 jnauari 1780 door Jannes Velthuijs verkocht landerijen bestaande in een 4e part van de brink, alsmede achter het huis booven het eerste hek hen boven met het houtgewas daarop tegenwoordige mocht staande
aan de halve part met nog 3 wand land, alsmede een goordentien hen buiten in de landerijen van Henderik Spijker, alhier op het Vriezenveen gelegen, oostwaarts Paapen Koesesland en westwaarts Hendk Spijker, ten profijte van Berent Smelt en zijn
vrouw Janna Tijhoff, voor een som van 415 guldens [T0079_INV8_p172a].

Woonde te Vriezenveen. 
Veldhuis, Jannes (I36600)
 
1700 1780-06-24: C Ad Bartelink, als gevolmachtigde van Jannes Velthuijs en zijn vrouw Margreta Dekker, luid volmacht van 25 mei 1780 voor burgemeester en regeerders der stad Amserdam gepasseerd, daarbij dezen transport, cessie over overdracht van als
zodanige halve huis met het daarbij op de 4 jnauari 1780 door Jannes Velthuijs verkocht landerijen bestaande in een 4e part van de brink, alsmede achter het huis booven het eerste hek hen boven met het houtgewas daarop tegenwoordige mocht staande
aan de halve part met nog 3 wand land, alsmede een goordentien hen buiten in de landerijen van Henderik Spijker, alhier op het Vriezenveen gelegen, oostwaarts Paapen Koesesland en westwaarts Hendk Spijker, ten profijte van Berent Smelt en zijn
vrouw Janna Tijhoff, voor een som van 415 guldens [T0079_INV8_p172a]. 
Dekker, Margreta (I36601)
 

      «Vorige «1 ... 30 31 32 33 34 35 36 37 38 ... 1755» Volgende»