Aantekeningen


Treffers 1,651 t/m 1,700 van 88,655

      «Vorige «1 ... 30 31 32 33 34 35 36 37 38 ... 1774» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1651 1778-11-10: Hendrica Willems, tegenwoordige meid bij testatrice, benoemd tot legataris van 7 gulden tot een rouw (Testament Tijgien Lubbers, wv B. Fronten). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (19-03-1780). 
Willems, Hendrika (I12297)
 
1652 1778-11-10: Testament, opgemaakt ten huizen van, van Tijgien Lubbers, wedv B Fronten, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar 2 dochters Geesien Fronten, getrouwd met Henderik Brouwer, en Stijntjen Fronten, getrouwd met Jasper ten Caete, als enige en universele erfgenamen;
- haar dochter Geesjien Fronten, getrouwd met Henderik Brouwer, 200 guldens;
- aan de tegenwoordige meid, genaamd Hendrica Willems, 7 guldens tot een rouw;
- aan Gods Armen of diaconie alhier, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV8_p107vo].

1782-10-18: Jan Tijhoff en zijn vrouw Geesiena Harms, verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stientien Fronten, de som van 200 guldens, comparanten verpanden 2 wand bouwland op het zogenaamde Coersland, alsmede 2
koeweiden op het zogenaamde Jan Bruijnsland, alsmede een halve akker woestenland in de westere woeste, onverscheiden met Hindrikes Boeschen [T0079_INV9_p015].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 09-02-1765). 
Fronten, Stientien (I10407)
 
1653 1778-11-14: Janna Luicas, weeduwe van Claes Jansen, voor haar zelfs en als moeder, boedelhouster en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Adolph Henderik Bartelink als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan haar
broer Berend Luicas Schoemaeker, wegens aan haar en ten genoegen van hem ontvangen en verstrekte en voor haar betaalde penningen, een som van 417 guldens, alsmede aan Luicas Derksen een som van 123 guldens wegens genegotieerde en verstrekte
penningen en dan nog aan de weedw van wijlen Jan Evertman wegens een deugdelijke schuld, competeer en dus te samen en ieder in het bezonder bedragende een som van 600 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar huis en timmeragie
met en nevens 6,5 wand land, staande en gelegen op 't zgn Olde Scholsland, met het houtgewas daarop staande, alsmede 5 wand land met de opslag op het zgn Sijmesland, beginnende van het Boomtjen en boovenwaarts ingaande en dan nog en 't zgn
Sijmesland, een akker lands beginnende van dezen Kerkweg en eindigende tot aan de Oldenweg en daar benevens nog een halve akker hoevenland op de westere hoeve onverscheiden met Berent Pleij, alle alhier op het Vriezenveen gelegen
[T0079_INV8_p109].

1780-11-18: De erfgenamen van Janna Luicas {is zij dit?}, met namen Henderik ten Caate, Jan Jansen, Claas Jansen, Grietien en Janna ten Caate, benevens Jan Jansen, wier woonachtig te Amsterdam, voor welke beide laatst genoemde Henderik ten Caate
in deze caveert, welke verklaarden in 1780 verkocht te hebben
een akker lands in Bongersland gelegen, beginnende met de Dijk of de Aa, ten profijte van Gerhardus Rhee en zijn vrouw, voor een som van 75 guldens en 1 stuiver [T0079_INV8_p185].

Woonde te Vriezenveen (06-09-1755). 
Schoenmaker, Janna (I10420)
 
1654 1778-11-26: Testament, opgemaakt ten woninge van, van Freedrica Jansen Hulshoff, enigszins zwak van lichaam bevonden, bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar zus Berendina Jansen Hulshoff, getrouwd met Jan Leenders, enige en universele erfgenaam;
- aan Gods Armen of diaconie alhier, 6 sch... rogge (?) [T0079_INV8_p110vo].

Woonde te Vriezenveen (12-04-1782). 
Hulshof, Fredrika (I14505)
 
1655 1779-04-05: Testament, opgemaakt ten woninge van, van Jennegien Egbers, weedw van wijlen Berend Albers Roelofs, enigszins ziek van lichaam, bijgestaan met Berent Winter als haar voogd, waarin genoemd:
- zij vernietigd haar eventuele eerdere testamenten;
- haar broer Gerrit Egbers, enig en universeel erfgenaam;
- het zoontje van Berend Berentsen, genaamd Berend Albert, haar kaste of een nieuwe (?) in deszelfs plaats [T0079_INV8_p119vo].

1813-06-03: Notaris Warnaars, 1813, nr. 98.
1814-01-27: Notaris Warnaars, 1814, nr. 235, gifte onder levenden.
1814-01-27: Notaris Warnaars, 1814, nr. 236, obligatie.
1815-12-15: Notaris Van Riemsdijk, 1815, nr. 239, volmacht tot het ontvangen van .. bij het grootboek van publieke schuld.

Landbouwer in 1815/1817/1819/1821/1824/1827/1831/1844/1851/1859.

Woonde te Vriezenveen (03-02-1815, 02-09-1815); Vriezenveen, Oosteinde 106 (12-09-1817); Vriezenveen (05-05-1819, 20-05-1821, 09-01-1824, 29-05-1824, 17-01-1827, 17-01-1831, 21-12-1844, 08-03-1851); Vriezenveen, 2-nvm (tot 31-12-1859).

Berend Alberts Roelofsen was getuige bij het huwelijk tussen Wijgher Berentzen Roelofsen (zijn broer) en Klasijna Stegeman.

Berend Albert Roelofsen (43 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Bernardus Coes (onverwant) en Alberdijna Jansen Eupe (onverwant), op 15 september 1821 te Vriezenveen afgesloten.

Berend Albert Roelofsen was getuige bij het huwelijk tussen Roelof Roelofsen (zijn broer) en Johanna Jonkman (onverwant), op 29 mei 1824 te Vriezenveen afgesloten.

Berent Albert Roelofsen (46 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Fredrik Bramer (onverwant) en Jesina Johanna Jonkman (onverwant), op 30 april 1825 te Vriezenveen afgesloten.

Berend Albert Roelofsen (58 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jan Schipper (onverwant) en Trijntje Barfde (onverwant), op 25 november 1836 te Vriezenveen afgesloten.

1811-09-18: Berend Albert Berends, 34, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als vader aangever geboorte van Berendina Berends. 
Roelofsen, Berend Albert (I9311)
 
1656 1779-04-17: Pr Jan Fredk Hien als bediende van Jan Evertman Jansz met pandingen op boedinge en aan eigeninge heeft geprocedeerd ingewonnen de mobile en vaste goederen van Derk Cobus zijnde dezelfs filiale erfportie van deszelfs vader Coop
Derksen, zijnde dezelve op 12 december 1778 ten overstaan van dezen weled gerechte bij executie gedistraheerd en verkocht te samen voor een som van 131 guldens teste prothocolle, welke voorschr filiale portie is aangekocht door Jannes Bokdam,
alhier woonachtig [T0079_INV8_p121].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Kobes, Derk (I9578)
 
1657 1779-04-26: Testement, opgemaakt ten huize van, Albt Vrijlink en zijn vrouw Trijntie Gerrits, de 1e enigszins ziek van lichaam en de 2e gezond van lichaam en bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij het kind van zijn aangenomen dochter, genaamd Gesina Jansen, legitieme portie [T0079_INV8_p124vo].

Woonde te Vriezenveen (02-09-1781, 04-08-1782, 20-05-1814); Vriezenveen, Wijk 1, Oosteinde 28 (tot 15-09-1838). 
Jansen, Gesina (I8984)
 
1658 1779-04-26: Testement, opgemaakt ten huize van, Albt Vrijlink en zijn vrouw Trijntie Gerrits, de 1e enigszins ziek van lichaam en de 2e gezond van lichaam en bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij het kind van zijn aangenomen dochter, genaamd Gesina Jansen, legitieme portie [T0079_INV8_p124vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij Gerrit Gerritsen], 30-07-1763). 
Gerrits, Trijntjen (I19899)
 
1659 1779-06-05: Gerrit Luicas Keppeling en Claas Jansen Auken, als aangestelden voogden van Aeltien Evers Costers, wedw van wijlen Gerrit Scholten, alsmede Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, voorts Albert Broertien en zijn vrouw Janna
Henderiks Hoff, Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt, Hinderik Arents en zijn vrouw Jenneken Berents, Derk Broertien, benevens Aaltien Arents, wedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents als haar voogd, als erfgenamen van
wijlen Gerrit Gerritsen Scholten junior, welke verklaarden op 28 januari 1779 verkocht te hebben een halve akker booverweegsland, ten profijte van Janna Sulleman, voor een som van 74 guldens [T0079_INV8_p136]. 
Sulleman, Janna (I5647)
 
1660 1779-08-14: Aaltien Braemer, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (20-03-1784, tot 26-11-1841). 
Bramer, Aaltjen (I10814)
 
1661 1779-08-14: Gerrit Willems van Dijk, neefje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam en tot legataris van 200 gulden, bed en de kiste (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1785-10-18: Jannes Scherphoff en zijn vrouw Geertien Jansen Prinsen, verklaren wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan Harmina van Dijk, weduwe van wijlen Gt Bramer en aan Gerrit van Dijk, te samen een som van 430 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op haar huis met 2 akkeren lands opgaande, uitgezonderd een dagwerk hooiland, beginnende van dezen Kerkweg en eindigt aan de Waterleijdik, zoals deels aan Jan van Dijk verkocht is, gelimiteerd oostwaarts de weduwe
Van Dijk en kinderen, westwaarts Fredrik Roelofs [T0079_INV9_p103]. 
van Dijk, Gerrit (I10175)
 
1662 1779-08-14: Gesina Heijdeman, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen; St. Petersburg. 
Heijneman, Gesina (I14521)
 
1663 1779-08-14: Henderik Heijdeman, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

Hij is met zijne moeder in 't jaar 1778 nae St. Petersburg gekomen, zijn vader koopman alhier, waar reeds twe jaaren vroeger namelijk 1776 hiernatoe gekomen. Hij leerde den koophandel in het aangeziene huis van de heer Levien Fabian Bčohtting,
verwierv zig de liefde en aghting vn zijn patroon, gelijk ook van zijn geheel huis en wierdt laater naderhand in 't jaar 1801 door desselfs twe zoonen, welke de handling voortgezet hadden als deelnemer in dat handelingshuis Bčohtting & Comp.
opgenomen. Een opregt character beproefde regtschapenheid en overmoejden vlijt zijn deugden die jeder die hem gekent heeft in hem vereert [bron: De Hollande Hervormde Kerk in Sint-Petersburg 1713-1927, deel III, blz. 288/289].
Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 65-66. Woonde te St. Petersburg [Rusland] (Vanaf 1778, 1791). 
Heijneman, Hendrik (I14520)
 
1664 1779-08-14: Jan Broertien, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8] Broertjen, Jan (I9435)
 
1665 1779-08-14: Jan van Dijk, neefje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8]

1785-10-18: Jannes Scherphoff en zijn vrouw Geertien Jansen Prinsen, verklaren op heden verkocht te hebben een dagwerk hooiland, gelegen in het zogenaamde Jan Reutenland, onverscheiden met de koppen, beginnende van dezen Kerkweg en eindigt aan de
Waterleijdik, over welk land geen opweg zal mogen gaan, doende in verpondinge int enkelde deel des jaarlijk 3 stuiver en 8 penningen en in de contributie 1 stuiver, ten profijte van Jan van Dijk, voor een som van 200 guldens [T0079_INV9_p102]. 
van Dijk, Jan (I10173)
 
1666 1779-08-14: Stientie Heijdeman, benoemd tot legataris van 1/8 deel van 100 gulden (Testament Harmtie Gerrits). [Toeg0079_Inv8] Heijneman, Stientjen (I14522)
 
1667 1779-11-14: Geertje Ipes, woont te Roordahuizum, is verloofd.
1779-12-05: Gertje Ypes, woont te Warga, is bruidegom. 
Zedstra, Geertje (I131)
 
1668 1779-12-01: Fenneken Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1794-11-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jasper Lucas, van Jasper Lucas en zijn vrouw Janna Derks, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, zijnde Janna Derks wel ziekelijk na de lichaam bevindende, doch de vermogens van de
geest, zoals verstand en oordeel nog ongekrenkt en volkomen machtig, zowel als van haar man Jasper Lucas, immers zoveel ons uiterlijk bleek, waarin genoemd:
- hare nog 4 in leven zijnde kinderen, met name Derk en Jannes Jasper, Jenneken en Leena Jasper, als mede het kind genaamd Gerrit, van haar overleden dochter Fenneken, de welke getrouwd geweest is aan Hendrik Broertjen;
- hare dochter Jenneken Jasper, getrouwd aan Berend Smelt [T0079_INV10_p178].

Woonde te Vriezenveen (28-08-1789). 
Jaspers, Fennigjen (I9427)
 
1669 1779-12-01: Jan Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8] Faijer, Jan (I11499)
 
1670 1779-12-01: Jannes Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1794-11-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jasper Lucas, van Jasper Lucas en zijn vrouw Janna Derks, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, zijnde Janna Derks wel ziekelijk na de lichaam bevindende, doch de vermogens van de
geest, zoals verstand en oordeel nog ongekrenkt en volkomen machtig, zowel als van haar man Jasper Lucas, immers zoveel ons uiterlijk bleek, waarin genoemd:
- hare nog 4 in leven zijnde kinderen, met name Derk en Jannes Jasper, Jenneken en Leena Jasper, als mede het kind genaamd Gerrit, van haar overleden dochter Fenneken, de welke getrouwd geweest is aan Hendrik Broertjen;
- hare dochter Jenneken Jasper, getrouwd aan Berend Smelt [T0079_INV10_p178].

Woonde te Vriezenveen (25-11-1792). 
Faijer, Jannes (I11461)
 
1671 1779-12-01: Jennigien Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1794-11-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jasper Lucas, van Jasper Lucas en zijn vrouw Janna Derks, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, zijnde Janna Derks wel ziekelijk na de lichaam bevindende, doch de vermogens van de
geest, zoals verstand en oordeel nog ongekrenkt en volkomen machtig, zowel als van haar man Jasper Lucas, immers zoveel ons uiterlijk bleek, waarin genoemd:
- hare nog 4 in leven zijnde kinderen, met name Derk en Jannes Jasper, Jenneken en Leena Jasper, als mede het kind genaamd Gerrit, van haar overleden dochter Fenneken, de welke getrouwd geweest is aan Hendrik Broertjen;
- hare dochter Jenneken Jasper, getrouwd aan Berend Smelt [T0079_INV10_p178].

Jenneken Jaspers heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Jan Smelt Bz. (haar zoon) en Gerritdijna Reuten.

Woonde te Vriezenveen (19-05-1792, 10-04-1818); Vriezenveen, Oosteinde 69 (tot 29-06-1818). 
Faijer, Jennigjen (I659)
 
1672 1779-12-01: Lena Jaspers, kleinkind testator, benoemd tot universeel erfgenaam en tot legataris van 50 gulden (Testament Luicas Jansen). [Toeg0079_Inv8]

1794-11-23: Testament, opgemaakt ten huize van Jasper Lucas, van Jasper Lucas en zijn vrouw Janna Derks, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, zijnde Janna Derks wel ziekelijk na de lichaam bevindende, doch de vermogens van de
geest, zoals verstand en oordeel nog ongekrenkt en volkomen machtig, zowel als van haar man Jasper Lucas, immers zoveel ons uiterlijk bleek, waarin genoemd:
- hare nog 4 in leven zijnde kinderen, met name Derk en Jannes Jasper, Jenneken en Leena Jasper, als mede het kind genaamd Gerrit, van haar overleden dochter Fenneken, de welke getrouwd geweest is aan Hendrik Broertjen;
- hare dochter Jenneken Jasper, getrouwd aan Berend Smelt [T0079_INV10_p178].

Woonde te Vriezenveen, Oosteinde 8 (tot 17-10-1819). 
Jaspers, Lena (I9268)
 
1673 1779-12-04: Aafken Albers, zus testatrice Zwenneken Albers, benoemd als legataris van een kiste met het linnen en wollen tot hare lijf behorende (Testament van Engeltien Braamer, wv Berend Harmsen, van Jasper Braamer en van Zwenneken Albers, wv
Egbert Berentsen). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen? 
Alberts, Aafken (I4532)
 
1674 1779-12-04: Testament, opgemaakt ten huize of woninge van, van Engeltien Braamer, weduwe van wijlen Berend Harmsen, en Jasper Braemer, ter ener en Zwenneken Albers, wedw van wijlen Egbert Berentsen, ter anderen zijde, allen gezond van lichaam,
Engeltien Braamer bijgestaan met Hendk Egbers Groot, Zwenneken Albers bijgestaan met Berent Boerman, als hun voogd, Engeltien Braamer en Zwenneken Albers verklaarden niet te kunnen schrijven, waarin genoemd:
- Zwenneken Albrs; enige en universele erfgenaam van Jasper Braamer en Engeltien Braamer;
- Jasper Braamer en Engeltien Braamer, als erfgenaam (?) van Zwenneken Albers;
- Zwenneken Albers aan zuster Aaltien Albers; kiste met het linnen en wollen tot haren lijf behorende;
- allen na de dood van langstlevende aan de armen alhier, 50 guldens, en aan de diaconie te Vriezenveen, 50 guldens, onder dezelfde voorwaarden [T0079_INV8_p150vo].

1793-06-05: Testament van Gerrit Roehoff en zijn vrouw Zwennegien Albers, zijnde Zwennigien Albers geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd Berent Joosten en zijn vrouw Henderika ten Cate als hun universele erfgenamen
[T0079_INV10_p141].

1805-12-31: Op 31 december 1805 zijn verschenen Gerrit Rohof en zijn vrouw Zwennegien Alberts, welke verklaarden te hebben verkocht aan Berend Joosting en zijn vrouw Hindrica ten Cate, op 27 december 1805, een huis met 2 schuren en derde halve
akker lands opgaans, aan de noordzijde van deze Kerkweg, met het daarop staande houtgewas, met 7,5 koeweiden, opgaande zuidwaards, voorts 2 akkeren turfland, op de oostere hoeve, gelegen ten ene zijde van JH Dikkers en ter andere zijde van Gerrit
Bramer, een wand bouwland, met de opslag op Joostesland, 3 ong werken hooiland, op het zgn Kroemenland, beginnende aan de waterleiding en eindigende aan de Buiteren weg, 1 akker woestenland, liggende nabij het woesten hekke, een halve akker
woestenland, onverscheiden met Berend Hof, een halve akker woestenland, gelegen aan de Stuuwe, onverscheiden met Gerrit Bramer en Egbert Jonkman Junior, en nog een dagwerk hooiland, liggende op Hanssen Deele, voor een som van 1000 guldens
[T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (06-06-1767, 31-05-1782). 
Alberts, Swenne (I25475)
 
1675 1779-12-04: Testament, opgemaakt ten huize of woninge van, van Engeltien Braamer, weduwe van wijlen Berend Harmsen, en Jasper Braemer, ter ener en Zwenneken Albers, wedw van wijlen Egbert Berentsen, ter anderen zijde, allen gezond van lichaam,
Engeltien Braamer bijgestaan met Hendk Egbers Groot, Zwenneken Albers bijgestaan met Berent Boerman, als hun voogd, Engeltien Braamer en Zwenneken Albers verklaarden niet te kunnen schrijven, waarin genoemd:
- Zwenneken Albrs; enige en universele erfgenaam van Jasper Braamer en Engeltien Braamer;
- Jasper Braamer en Engeltien Braamer, als erfgenaam (?) van Zwenneken Albers;
- Zwenneken Albers aan zuster Aaltien Albers; kiste met het linnen en wollen tot haren lijf behorende;
- allen na de dood van langstlevende aan de armen alhier, 50 guldens, en aan de diaconie te Vriezenveen, 50 guldens, onder dezelfde voorwaarden [T0079_INV8_p150vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn zus Engeltjen]). 
Bramer, Jasper (I19748)
 
1676 1779-12-05: Fennegien Gerritsen Smelt, moeder testator, benoemd als erfgenaam van haar legitieme portie (Testament Albert Prinsen en Geertien Smelt). [Toeg0079_Inv8]

1791-11-18: Testament van Fenneken Smelt, weduwe van Harmanus Smelt, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd haar dochter Geertjen Smeld, haar dochter Martjen Smelt, de kinderen van haar zoon Gerrit Smeld, zoon Gerrit Smeld,
oudste zoon Harmanus van haar zoon Gerrit Smeld [T0079_INV10_p116vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Smelt, Fenneken (I11709)
 
1677 1779-12-20: Jan Berents Braamer, zv Jan Braamer en Janna Gerrits Smelt, neefje testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Freedrikien Baramer). [Toeg0079_Inv8]

1792-01-21: Jan Berends Bramer en zijn vrouw Janna Gerrits smeld, met F R Heek als haren voogd, en haren zoon Jan Berends Bramer, welke te samen en ieder afzonderlijk verklaren onderling overeengekomen te zijn en gecontracteerd te hebben, het
hierna beschreven:
1e geeft hij Jan Berends Bramer en zijn vrouw Janna Gerrits Smelt, in vollen eigendom over, alle hare vaste en roerende goederen, zo mobile, als inmobiele, zo inboedel des huizes, paarde, beesten, wagens, ploeg en verder alle bouw en
huisgereedschappen, niets uitgezonderd, alles zo, en als zij het thans tot hier toe in eigendom bezeten hebben, aan haren zoon Jan Berends Bramer voorz, doende mits dezen daarvan, aan den zelven, gerechtelijke sessie, transport, en overdracht als
na rechten;
2e daar en tegen, neemt mids dezen, de zoon Jan Berends Bramer aan zijn vader en moeder voorz, de dagen hares levens in kost en drank, alles na haren staat naberlijk en buezelijk te onderhouden, dezelve ziek, of zugtig wordende, goede
handreikingen te verschaffen, sak en tabaksgeld, als mede een noot schrijven te moeten geven, en van goede bedden, linnen en klederen aan haar te bezorgen, en naar doode aan haar een eerlijke en behoorlijke begrafenis te geven, alsmede alle
schulden, die zijn vader en moeder voorz hebben te zullen betalen, en voldoen als zijn eigen schuld [T0079_INV10_p121].

Woonde te Vriezenveen (tot 13-03-1815). 
Bramer, Jan Berends (I16502)
 
1678 1780 te Oudehaske 32 overleden, 50 jaa (Kroes). Knobbe, Koop Roelofs (I340)
 
1679 1780-01-23: Gerreit, woont te Scharnegoutum, is gedoopt. Eeltjes, Gerrijt (I1757)
 
1680 1780-02-26: Jan Winter, benoemd tot legataris van 400 gulden (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]

1780-03-04: Freederik Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn dochter Engberdina Smelt een som van 500 guldens, uithoofde van haar wijlen moederlijke erfportie van haar wijlen moeder uit deszelfs nalatenschap competerende, zijnde een
even gelijke som aan ieder van haar broers Berent en Albert Smelt voor 12 jaren door comparant uit dien zelfden hoofde uitgeteld of gevalideerd, voorts een som van 150 guldens wegen interest van voorschr kapitaal in voornoemde 12 jaren opgelopen,
als in welke tijd comparants beide zoons het genot en voordeel van een even gelijke somma hebben getrokken en genoten of trekken en genieten kunnen, en eindelijk een som van 240 guldens, en zulks uithoofde van Heer gedicirende de tijd van 12
jaren, welke zij de comparant gediend heeft, dus te samen 890 guldens, mitsgaders aan de kinderen van wijlen Gerrit Winter met namen Berent, Harmen en Jan Winter een som van geleende pennignen a 560 guldens, benevens verlopene interesten de som
van 225 guldens en dan nog aan Berent Winter en Jan Jansen te samen aan opgenomen penningen schuldig de som van 153 guldens, alsmede de interest 40 guldens, en eindelijk aan wijlen Jan Smelt, nu de erfgenamen een kapitaal van 80 guldens, dus te
samen een som van 1948 guldens, belovende hij comparant het voorschr kapitaal ieder in de zijnen 's jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 diergelijke guldens van ieder honderd, waarvan het 1e jaar aan te zal verschijnen heden over een jaar
en zo vervolgen van jaar tot jaar, tot de volkomen restitutie en de aflosse toe, waarvan de opsage of denuntiaitie ten meerderzijden zal vrijstaan, mits dezelve een half jaar behoorlijk zal moeten geschieden, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op zijn 4 akkeren lands met top en twijg en met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders 2 akkeren turfland op het zgn Superplus en 1,5 akker woestenland in de westere woesten
gelegen, benevens alle derzelver mobilen koren op de lande en verdere innige des huizes niets uitgezonderd [T0079_INV8_p163vo]

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stijntie Fronten een som van 125 guldens, aan Berend Winter en Jan Winter, een som van 125 guldens, tezamen een som van
250 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de halve put en 4e part van de brink, mitsgaders achter het hek ten booven en daar verder 2 wanden zo gras, bouw en zaailand en een goordentien heen buiten in de
landerijen van Hendk Spijker, alsmede nog 2 wanden land op de landerijen van Henrik Coersland [T0079_INV8_p176vo] en [T0079_INV8_p178]. 
Winter, Jan (I15690)
 
1681 1780-02-26: Janna van der Aa, ev ... [niet ingevuld], wonende te Almelo, benoemd tot legataris van 400 gulden (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
van der Aa, Janna (I21686)
 
1682 1780-03-04: Freederik Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn dochter Engberdina Smelt een som van 500 guldens, uithoofde van haar wijlen moederlijke erfportie van haar wijlen moeder uit deszelfs nalatenschap competerende, zijnde een
even gelijke som aan ieder van haar broers Berent en Albert Smelt voor 12 jaren door comparant uit dien zelfden hoofde uitgeteld of gevalideerd, voorts een som van 150 guldens wegen interest van voorschr kapitaal in voornoemde 12 jaren opgelopen,
als in welke tijd comparants beide zoons het genot en voordeel van een even gelijke somma hebben getrokken en genoten of trekken en genieten kunnen, en eindelijk een som van 240 guldens, en zulks uithoofde van Heer gedicirende de tijd van 12
jaren, welke zij de comparant gediend heeft, dus te samen 890 guldens, mitsgaders aan de kinderen van wijlen Gerrit Winter met namen Berent, Harmen en Jan Winter een som van geleende pennignen a 560 guldens, benevens verlopene interesten de som
van 225 guldens en dan nog aan Berent Winter en Jan Jansen te samen aan opgenomen penningen schuldig de som van 153 guldens, alsmede de interest 40 guldens, en eindelijk aan wijlen Jan Smelt, nu de erfgenamen een kapitaal van 80 guldens, dus te
samen een som van 1948 guldens, belovende hij comparant het voorschr kapitaal ieder in de zijnen 's jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 diergelijke guldens van ieder honderd, waarvan het 1e jaar aan te zal verschijnen heden over een jaar
en zo vervolgen van jaar tot jaar, tot de volkomen restitutie en de aflosse toe, waarvan de opsage of denuntiaitie ten meerderzijden zal vrijstaan, mits dezelve een half jaar behoorlijk zal moeten geschieden, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op zijn 4 akkeren lands met top en twijg en met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders 2 akkeren turfland op het zgn Superplus en 1,5 akker woestenland in de westere woesten
gelegen, benevens alle derzelver mobilen koren op de lande en verdere innige des huizes niets uitgezonderd [T0079_INV8_p163vo]

1780-06-24: C Ad Bartelink, als gevolmachtigde van Jannes Velthuijs en zijn vrouw Margreta Dekker, luid volmacht van 25 mei 1780 voor burgemeester en regeerders der stad Amserdam gepasseerd, daarbij dezen transport, cessie over overdracht van als
zodanige halve huis met het daarbij op de 4 jnauari 1780 door Jannes Velthuijs verkocht landerijen bestaande in een 4e part van de brink, alsmede achter het huis booven het eerste hek hen boven met het houtgewas daarop tegenwoordige mocht staande
aan de halve part met nog 3 wand land, alsmede een goordentien hen buiten in de landerijen van Henderik Spijker, alhier op het Vriezenveen gelegen, oostwaarts Paapen Koesesland en westwaarts Hendk Spijker, ten profijte van Berent Smelt en zijn
vrouw Janna Tijhoff, voor een som van 415 guldens [T0079_INV8_p172a].

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke op 26 januari 1780 verkocht te hebben zodane land, de opslag met het zaai of bouwland dat daarbij anex leijd op de landerijen van Henderik Coersland, alhier gelegen, ten profijte van Jan
Egbers Smit en zijn vrouw Janna Hinderiks, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p174vo].

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke verklaarden in 1780 verkocht te hebben een halve akker woestenland in de westere woesten, onverscheiden met Hendk Costers voor een som van 80 guldens, mitsgaders 3 vierendeel akker
turfland op de oostere hoeve, voor een som van 77 guldens en 10 stuivers, te samen 157 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Jasper ten Caate en zijn vrouw Stijntie Fronten [T0079_INV8_p175vo].

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stijntie Fronten een som van 125 guldens, aan Berend Winter en Jan Winter, een som van 125 guldens, tezamen een som van
250 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de halve put en 4e part van de brink, mitsgaders achter het hek ten booven en daar verder 2 wanden zo gras, bouw en zaailand en een goordentien heen buiten in de
landerijen van Hendk Spijker, alsmede nog 2 wanden land op de landerijen van Henrik Coersland [T0079_INV8_p176vo] en [T0079_INV8_p178].


Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 13-09-1772). 
Smelt, Berend (I12259)
 
1683 1780-03-04: Freederik Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn dochter Engberdina Smelt een som van 500 guldens, uithoofde van haar wijlen moederlijke erfportie van haar wijlen moeder uit deszelfs nalatenschap competerende, zijnde een
even gelijke som aan ieder van haar broers Berent en Albert Smelt voor 12 jaren door comparant uit dien zelfden hoofde uitgeteld of gevalideerd, voorts een som van 150 guldens wegen interest van voorschr kapitaal in voornoemde 12 jaren opgelopen,
als in welke tijd comparants beide zoons het genot en voordeel van een even gelijke somma hebben getrokken en genoten of trekken en genieten kunnen, en eindelijk een som van 240 guldens, en zulks uithoofde van Heer gedicirende de tijd van 12
jaren, welke zij de comparant gediend heeft, dus te samen 890 guldens, mitsgaders aan de kinderen van wijlen Gerrit Winter met namen Berent, Harmen en Jan Winter een som van geleende pennignen a 560 guldens, benevens verlopene interesten de som
van 225 guldens en dan nog aan Berent Winter en Jan Jansen te samen aan opgenomen penningen schuldig de som van 153 guldens, alsmede de interest 40 guldens, en eindelijk aan wijlen Jan Smelt, nu de erfgenamen een kapitaal van 80 guldens, dus te
samen een som van 1948 guldens, belovende hij comparant het voorschr kapitaal ieder in de zijnen 's jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 diergelijke guldens van ieder honderd, waarvan het 1e jaar aan te zal verschijnen heden over een jaar
en zo vervolgen van jaar tot jaar, tot de volkomen restitutie en de aflosse toe, waarvan de opsage of denuntiaitie ten meerderzijden zal vrijstaan, mits dezelve een half jaar behoorlijk zal moeten geschieden, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op zijn 4 akkeren lands met top en twijg en met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders 2 akkeren turfland op het zgn Superplus en 1,5 akker woestenland in de westere woesten
gelegen, benevens alle derzelver mobilen koren op de lande en verdere innige des huizes niets uitgezonderd [T0079_INV8_p163vo]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748); Rotterdam, Hillegersberg; Rotterdam, Krooswijk (11-07-1775); Rotterdam, Rijstein/Riestuin; Rotterdam, Lamsteeg (31-05-1785). 
Smelt, Albert (I12269)
 
1684 1780-03-08: Freedk Smelt, welke verklaarde verkocht te hebben een akker woestenland, gelegen in de westere woestere, gelimiteerd aan de oostkant Claas Cruijs en aan de westkant Hend Costers, cs, ten profijte van Hendrina Eevertman voor een som
van 200 guldens [T0079_INV8_p165vo]

1799-10-30: Den 30 oktober 1799 heeft Gerrit Fredriks in de 50sten pennink aangegeven het verstref van wijlen zijn vrouw op hem gedevolveerd 20 september laatstleden, bestaande in een half huis en halve schuur en halve schot, met 1 akkerland
opgaans en 1 akker woestenland, en een akker bovenweegsland en een halve akker hoeve land [T003.1_INV5711/T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 18-03-1781). 
Evertman, Hendrina (I21429)
 
1685 1780-06-24: C Ad Bartelink, als gevolmachtigde van Jannes Velthuijs en zijn vrouw Margreta Dekker, luid volmacht van 25 mei 1780 voor burgemeester en regeerders der stad Amserdam gepasseerd, daarbij dezen transport, cessie over overdracht van als
zodanige halve huis met het daarbij op de 4 jnauari 1780 door Jannes Velthuijs verkocht landerijen bestaande in een 4e part van de brink, alsmede achter het huis booven het eerste hek hen boven met het houtgewas daarop tegenwoordige mocht staande
aan de halve part met nog 3 wand land, alsmede een goordentien hen buiten in de landerijen van Henderik Spijker, alhier op het Vriezenveen gelegen, oostwaarts Paapen Koesesland en westwaarts Hendk Spijker, ten profijte van Berent Smelt en zijn
vrouw Janna Tijhoff, voor een som van 415 guldens [T0079_INV8_p172a].

Woonde te Vriezenveen. 
Veldhuis, Jannes (I36600)
 
1686 1780-06-24: C Ad Bartelink, als gevolmachtigde van Jannes Velthuijs en zijn vrouw Margreta Dekker, luid volmacht van 25 mei 1780 voor burgemeester en regeerders der stad Amserdam gepasseerd, daarbij dezen transport, cessie over overdracht van als
zodanige halve huis met het daarbij op de 4 jnauari 1780 door Jannes Velthuijs verkocht landerijen bestaande in een 4e part van de brink, alsmede achter het huis booven het eerste hek hen boven met het houtgewas daarop tegenwoordige mocht staande
aan de halve part met nog 3 wand land, alsmede een goordentien hen buiten in de landerijen van Henderik Spijker, alhier op het Vriezenveen gelegen, oostwaarts Paapen Koesesland en westwaarts Hendk Spijker, ten profijte van Berent Smelt en zijn
vrouw Janna Tijhoff, voor een som van 415 guldens [T0079_INV8_p172a]. 
Dekker, Margreta (I36601)
 
1687 1780-07-06: Testament, opgemaakt ten huize of woning van, van Albert Jansen, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn beide nichten, waarover hij oom is, de ene genaamd Fenneken Jaspers en de 2e Dina Frederixs, enige en universele erfgenamen;
- zijn broer Gerrit Jansen d Groot, 45 guldens, als hij aan testator verschuldigd is;
- de zoon van zijn broer Gerrit Jansen, Jan Gerrits genaamd, zijn timmergereedschap, mitsgaders zijn kleren, zo linnen als wollen, en deszelfs zilveren schoen en broekgespen, zo en als tot zijn lijf behoord, nevens het zilveren slootien in de
strop deze aangemelde Jan Gerrits [T0079_INV8_p179].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jansen, Albert (I21329)
 
1688 1780-07-06: Testament, opgemaakt ten huize of woning van, van Albert Jansen, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn beide nichten, waarover hij oom is, de ene genaamd Fenneken Jaspers en de 2e Dina Frederixs, enige en universele erfgenamen;
- zijn broer Gerrit Jansen d Groot, 45 guldens, als hij aan testator verschuldigd is;
- de zoon van zijn broer Gerrit Jansen, Jan Gerrits genaamd, zijn timmergereedschap, mitsgaders zijn kleren, zo linnen als wollen, en deszelfs zilveren schoen en broekgespen, zo en als tot zijn lijf behoord, nevens het zilveren slootien in de
strop deze aangemelde Jan Gerrits [T0079_INV8_p179]. 
Gerrits, Jan (I11728)
 
1689 1780-09-xx: Berend Luicas Schoemaaker en Berent ten Caate, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Claas Jansen en zijn vrouw Janna Luicas Schoemaker, welke verklaarden op 5 februari 1780 verkocht te hebben een akker lands, beginnende
achter dezen nieuwen Kerkweg en eindigende tot aan en de Oldenweg, zijnde een 4e part of 2 koeweiden in Sijmesland gelegen, zijnde gelimiteerd oostwaarts Olde Scholsland en westwaarts het land van Jan Leenders, ten profijte van Gerrit Gerritsen
Keep en zijn vrouw, voor een som van 120 guldens [T0079_INV8_p182].

1793-10-01 (lees: 1783-01-10): Testament, opgemaakt ten huize van [Gerrit] Gerritsen Keep, van Gerrit Gerritsen Keep en zijn vrouw Janna Jansen, de laatste enigszins zwak van lichaam, bijgestaan door Jan Evertman als hun voogd, waarin genoemd:
- testator aan zijn naaste bloed, 300 guldens;
- beide aan hun bloedverwanten, linnen en wollen klederen en al wat tot hun lijf mocht versneden zijn [T0079_INV9_p031].

1783-10-01: Testament van
[Toeg079_Inv9].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 25-04-1762). 
Keep, Gerrit (I36119)
 
1690 1781-02-10: Gerrit Kolthoff, vader testator, benoemd tot erfgenaam van zijn legitieme portie (Testament Wolter Kolthoff en Janna Henderiks). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Almelo. 
Kolthof, Gerrit (I2206)
 
1691 1781-04-23: Op verzoek van Borgart Nathan is geregistreerd copia: Borgard Nathans, joode en koopman alhier op 't Vriezenveen woonachtig en aldaar geboren te kennen gevende, hoe dat hij Remonstrand met een nicht van hem in Amsterdam woonachtig,
voornemens was in de echt te treden, ten dien einde om hem ook als dan met zijn aankomstige huisvrouw met ter woon tot verrichten zijner koopmanschap alhier op het Vriezenveen zich neder te zetten en verder zijn verblijf te nemen. En vermits den
Remonstrand zich ter aller hoogsten verplicht achtende zijn toevlucht in dezen tot U Hoog Graaffe Excellentie als vrij Heer van Almelo en Vriezenveen te nemen met die ootmoedige beeden heer voren aan gehaalde huwelijk en margin dezes goed
gunstelijk gelieve ter permitteren en toe te staan, en aan hem Remonstrandten dien einde te vergunnen, om zich als een onderdaan van de Hoog Graafflijke Excelentie in Hoog deszelfs Heerlijkheid metterwoon tot drijvinge van zijnen handel en
koopmansschap zijn verblijf te nemen
[T0079_INV10_p142vo].

1788-11-25: Op 25 november 1788 is verschenen Jenneken Bonte, wedw van Albert Kosters, geassisteerd met haar voogd Jan Roelofs, welke verklaarde als moeder van en voogdes van haar minderjarige kind ofkinderen, op 8 november 1787 te hebben
verkocht haar huis, thans bewoond door de wedw Lucas Brouwer en Hindr Bramer, benevens 3 wanden bouwland, een koeweide, een bouwgaarden en 3 hoekjes gaardenland op het zelve land binnen de Waterleidinge gelegen, exsemps 2 bomen gemerkt 'H',
staande op het zelve land, gelegen op Koetmansland, hebbende aan de oostkant Jan Hekhuis en aan de westkant de wedw Albert Kostersland, en zulks zoo en als het verkoopster in eigendom heeft bezeten, voor de som van 622 guldens, en dat aan handen
en ten profijte van Borghard Nathan en zijn vrouw [T0079_INV10_p037].

1789-12-22: Schuldbekentenis door Borchart Nathan en zijn vrouw Berendina Blogh wegens ontvangen penningen, schuldig aan Hendk Boeschen een som van 500 guldens, stellende een hypotheek met onderpand op het huis met de landerijen, zoals zij het
gekocht hebben van de wedw Albert Kosters. Akte werd doorgehaald bij royement van 3 juni 1790 [T0079_INV10_p067vp].

1790-05-24: Borchard Nathan en zijn vrouw Berendina Marcus, welke verklaarden schuldig te wezen aan Salomon Abrahams, woonachtig te Almelo, wegens geleverde manufacturen en lijwaten, een som van 391 guldens, bij dezen ten profijte van meer
gemelde Salomon Abrams te paseren vrijwillig verwin op alle hare comparants mobile effecten en winkelwaren, zonder enige uitzonderinge, daarbij stellende het volgende discreet:
Op 4 juni 1790 zijn verschenen Borghard Nathan en zijn vrouw Berendiena Marcus Blogh, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te wezen aan de koopman Gerrit Hagedooren AZ, wonende te Almelo, een som van 500 guldens, beloven zij
comparanten de zelve met 3 zulks guldens en 10 stuivers van ieder honderd jaarlijks te verrenten, etc, etc, stellen hypotheek en onderpand op hun huis met de landerijen zo en als zij het hebben aangekocht van de weduwe Albert Kosters
[T0079_INV10_p081].

1810-09-20: Verschenen zijn Borchart Nathan en zijn vrouw Berendina Marcus Bloch, welke verklaarden oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan Salomon Davinds, woonachtig te Almelo, een som van 196 guldens, welke penningen zij zich niet in staat
bevinden zo spoedig als wel gerequireerd word te voldoen, zij tot voorkoming van onkosten te rade en genoodzaakt zijn geworden zijn geworden bij dee voorgemelde som, en daar op te verlopene rente a 4 procent jaarlijks te passeren vrijwillig
verwin of condemnatie op alle hunnen compartens mobilia, vee, gewassen en koopmansschappen, niets uitgezonderd ten profijte van Salomon Davids. [T0079_INV21_p004]

Woonde te Vriezenveen (07-09-1813). 
Maseritscher, Borchard (I20117)
 
1692 1781-04-28: Henderik Gerrits, woont te Bruinehaar, enigszins zwak van lichaam bevonden, is testator. Benoemd zijn zus Aaltien Gerrits te Vriezenveen, ev Jan Gerrits, tot universeel erfgenaam. Als legataris worden benoemd broer Freederik Gerrits
te Siculo van 200 gulden, broer Engbert Gerrits voor 20 gulden, broer Jan Gerrits voor 20 gulden, zus Maria Gerrits te Erm in Drenthe voor 20 gulden, Gerrit, zv broer Engbert Gerrits, van borstrok met zilveren knopen, Jan Gerrits [?] voor 20
gulden en Jenneken Gerrits [?] voor 20 gulden en de zoon [?] van Jan Gerrits van de kiste. Verder wordt Freederik Jan Jansen, ev Dienaa Gerrits en nicht testator, voor 100 gulden, koe en geit, eindelijk nog aan Freederik Gerrits zodanig stuk
veengrond aan de zgn middelsten dijk gelegen [T0079_INV8_p198].

1781-05-30: Hendrik Gerrits, woont te Bruinehaar, zwak van lichaam bevonden, is testator. Hij herroept en vernietigt alle voorgaande testamenten. Benoemd zijn zus Altien Gerrits te Vriezenveen, ev Jan Gerrits, tot universeel erfgenaam. Als
legataris worden benoemd broer Freederik Gerrits te Siculo van 150 gulden, broer Engbert Gerrits voor 20 gulden, broer Jan Gerrits voor 20 gulden, zus Maria Gerrits te Erm in Drenthe voor 100 gulden, Gerrit, zv broer Engbert Gerrits, van borstrok
met zilveren knopen, Jan Gerrits [?] voor 20 gulden en Jenneken Gerrits [?] voor 50 gulden en de zoon [?] van Jan Gerrits van de kiste. Verder wordt Freederik Jan Jansen, ev Dina Gerrits en nicht testator, voor 100 gulden, koe en gust beest,
meden nog aan Freederik Gerrits zodanig stuk veengrond aan de zgn middelsten dijk gelegen (Testament Hendrik Gerrits) [T0079_INV8_p204]. 
Smit, Hendrik (I4533)
 
1693 1781-04-xx: Diena Normeule, wedw Jan Clomp, welke verklaarde verkocht te hebben 6 wanden bouw of zaailand roede maat, op het ooster stuk in de landerijen van voornd Diena Normeule, wedw Jannes Clomp gelegen, boven zijn aanvang nemende en
binnenwaarts ingaande alhier gelegen, ten profijte van Gerrit Hollandt en zijn vrouw, voor een som van 185 guldens [T0079_INV8_p200vo].

1784-07-24: Wedw Jannes Clomp, bijgestaan met Gerrit Schipper als haar voogd, verklaarde in het jaar 1784 verkocht te hebben 4 koeweiden, echter onder deze condities nog thans dat van de goorden so verkoopster aan Otto Fredks heeft verkocht, voor
aan zal worden afgenomen bordinaire ten einde het vee in voorschn koeweiden gaande zich behoorlijk daarop voor het hekke kunnen verenigen, zullen de gemelde 15 ... tot dienst van het gehele land in gemeeschap blijven liggen, ten profijte van
Gerrit Holland en zijn vrouw, voor een som van 120 guldens [T0079_INV9_p043vo].

1784-07-24: Wedw Jannes Clomp, bijgestaan met Gerrit Schipper als haar voogd, verklaarde in het jaar 1783 verkocht te hebben 2 wanden bouw of laagland in de landerijen van verkoopster gelegen, ten profijte van Gerrit Holland en zijn vrouw, voor
de som van 60 guldens [T0079_INV9_p045].

1784-07-24: Wedw Jannes Clomp, bijgestaan met Gerrit Schipper als haar voogd, verklaarde in het jaar 1784 verkocht te hebben een bouwgaarden, zogenaamde Hebke (?), beginnende achter dat van den zelven 16 ordenoire ..eeden ten d..ntte van het vee
en zijn afgenomen met de sloot zo er is of zal worden doorgesneden, ten profijte van Otto Freederiks en zijn vrouw, voor een som van 100 guldens [T0079_INV9_p045].

1784-07-24: Wedw Jannes Clomp, bijgestaan met Gerrit Schipper als haar voogd, verklaarde in het jaar 1783 verkocht te hebben de zogenaamde Acamp Mitalle (?) der zelve lusten en lasten, raad en onraad en de bezwaren daar liggende, onder anderen
bezwaard in de verpondinge met 4 stuivers en in de Schottinge met 1 stuiver en 8 penningen, en voorts zo en als bij verkoopster den zelven in eigendom heeft bezeten, ten profijte van Gerrit Holland en zijn vrouw, voor een som van 65 guldens
[T0079_INV9_p048].

Woonde te Vriezenveen (03-06-1764). 
Normeule, Berendina (I36137)
 
1694 1781-06-14: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Gerrits(en) en zijn vrouw Altien Jansen, de 1e enigszins zwak van lichaam bevonden, de laatste bijgestaan met Antonie Bruijns als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn lieve vrouw Altjen Jansen, enige en universele erfgenaam;
- zij haar lieve man Jan Gerrits, enige en universele erfgenaam [T0079_INV8_p208vo].

Woonde te Sibculo (27-08-1748); Sibculo, 't Harms (03-05-1777); Vriezenveen (01-04-1782). 
Jansen, Aaltjen (I11754)
 
1695 1781-06-23: Lambertus Peuver en Gerrit Braamer, als voogden van de onmondige kinderen van G Geerdink, welke verklaarden op 9 januari 1781 verkocht te hebben een akker turfland op de oostere hoeve, zo en als den zelven vorheen door Gerrit Geerdink
ingebruik is geweest, ten profijte van Wolter Braamer {is hij dit?} en zijn vrouw, voor een som van 112 guldens [T0079_INV8_p211vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Bramer, Wolter (I64188)
 
1696 1781-07-07: Jan Brouwer en zijn vrouw Lugerdiena Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens gekochte linnens aan de Heer Egbt Coster, koopman te Almelo, een som van 300 guldens, en aan de Heer Jan Olijslager, woonachtig te Amsterdam,
wegens geleende en verstrekte penningen, een som van 439 gudlens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op hun huis, schuur en verder timmeragie, met de goorden in de landerijen van de kinderen van wijlen Henderik Evertman, nu Gerrit
Freederiks, gelegen, alsmede 5 wand bouwland op het zgn Hospesland, en 2 wand op Rutgersland, benevens 2 koeweiden in de landerijen van Gerrit Hinderiks, en 4 koeweiden in het zgn Henderik Coersland gelegen, een grasgoorden in gemelde landerijen
gelegen, een grasgoorden in het zgn Hospesland, 2 dito grasgoorden in de landerijen van de zgn Rigterage gelegen met de brink en de bomen daarop staande op de zgn Toetterije gelegen en 2,5 akker woestenland, alsmede een akker turfland op de
oostere hoeve en een akker op het zgn Superplus [T0079_INV8_p213vo]. 
Coster, Egbert (I58588)
 
1697 1781-07-24: Gerrit Luicas Hols en zijn vrouw Janna Gerrits, welke verklaarden in 1781 verkocht te hebben 4 wanden bouw of zaailand, benevens een stuk veengrond op het westere stuk van gemelden Gerrit Luicas Holsland gelegen en beginnende van de
wanden bouwland van Adam Jansen, en bovenwaarts ingaande tot de 1e Leijdijk ingaande, ten profijte van Willem Jannnink en zijn erfgenamen, voor een som van 175 guldens [T0079_INV8_p217].

1807-11-17: Op 17 november 1807 is verschenen Jan Veldhuis, alsmede namens zijnen mede voogd Albt Jannink voor deze zelven caserende beide in qualiteit als gerichtelijk aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Willem Jannink
en deszelfs onlangs overleden huisvrouw Harmina Veldhuis, welke verklaarden op 26 mei 1807 te hebben verkocht aan Fredrik Jan Goossink en zijn vrouw een huis en erve met 4 wanden bouwland staande en gelegen in het Westeinde el wel laatst gemelde
op Duddenland noordwaarts dezen Kerkweg, onder voorwaarden zo en in dier voegen Willem Jannink en vrouw voornoemd bij haar leven dezelven in eigendom bezeten en gebruikt hebben, en wel voor een som van 325 guldens [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 10-11-1782). 
Jannink, Willem (I36597)
 
1698 1781-11-03: Gerrit Hoogedooren Arentdz en zijn vrouw Geertruijt Pluijmers, woonachtig te Almelo, welke verklaarden schuldig te zijn aan Harmen ten Bruggencaate Lambtz en erfgenamen, een som van 800 guldens, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op het huis, schuur en verdere timmeragie en 1,5 akker lands opgaans, onverscheiden met de weedw Egbt Berents, gelimiteerd oostzijde Albt Menderink en westzijde Berent Boerman [T0079_INV8_p219vo].

1787-05-05: Harm ten Bruggenkate Lz heeft op 6 januari 1787 verkregen gerechtelijk verwin, heeft doen veilen twee en een halven akker lands opgaans, met huis en schuur daarop staande, en toebehorende aan Gerrit Hagendoorn Az en zijn vrouw en
kinderen, koper is geworden Jannes Roehoff voor een som van 980 guldens, 11 stuivers en 8 penningen [T0079_INV10_p025vp].

Hermannus ten Bruggencate had in de kost Egbert Raphuis, welke op 28 juli 1811 te Vriezenveen overleed.

Woonde te Almelo (09-05-1745). 
ten Bruggencate, Hermen (I12573)
 
1699 1781-11-21: Leena Brouwer, kleinkind testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Gesiena Kruijs, wv Luicas Fronten). [Toeg0079_Inv8]

Landbouwster in 1841. 
Brouwer, Lena (I11320)
 
1700 1781-11-21: Luicas Brouwer, kleinkind testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Gesiena Kruijs, wv Luicas Fronten). [Toeg0079_Inv8]

1825-07-08: Notaris Warnaars, 1825, nr. 067, inventaris. 
Brouwer, Lucas (I11323)
 

      «Vorige «1 ... 30 31 32 33 34 35 36 37 38 ... 1774» Volgende»