|
|
|
|
|
1749 - na 1780 (~ 32 jaar)
-
Naam |
Jan Winter |
Gedoopt |
06 jul 1749 |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Permanent recordnummer |
15690 |
Overleden |
na 1780 |
Persoon-ID |
I15690 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
13 mei 2021 |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Gedoopt - 06 jul 1749 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Aantekeningen |
- 1780-02-26: Jan Winter, benoemd tot legataris van 400 gulden (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]
1780-03-04: Freederik Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn dochter Engberdina Smelt een som van 500 guldens, uithoofde van haar wijlen moederlijke erfportie van haar wijlen moeder uit deszelfs nalatenschap competerende, zijnde een
even gelijke som aan ieder van haar broers Berent en Albert Smelt voor 12 jaren door comparant uit dien zelfden hoofde uitgeteld of gevalideerd, voorts een som van 150 guldens wegen interest van voorschr kapitaal in voornoemde 12 jaren opgelopen,
als in welke tijd comparants beide zoons het genot en voordeel van een even gelijke somma hebben getrokken en genoten of trekken en genieten kunnen, en eindelijk een som van 240 guldens, en zulks uithoofde van Heer gedicirende de tijd van 12
jaren, welke zij de comparant gediend heeft, dus te samen 890 guldens, mitsgaders aan de kinderen van wijlen Gerrit Winter met namen Berent, Harmen en Jan Winter een som van geleende pennignen a 560 guldens, benevens verlopene interesten de som
van 225 guldens en dan nog aan Berent Winter en Jan Jansen te samen aan opgenomen penningen schuldig de som van 153 guldens, alsmede de interest 40 guldens, en eindelijk aan wijlen Jan Smelt, nu de erfgenamen een kapitaal van 80 guldens, dus te
samen een som van 1948 guldens, belovende hij comparant het voorschr kapitaal ieder in de zijnen 's jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 diergelijke guldens van ieder honderd, waarvan het 1e jaar aan te zal verschijnen heden over een jaar
en zo vervolgen van jaar tot jaar, tot de volkomen restitutie en de aflosse toe, waarvan de opsage of denuntiaitie ten meerderzijden zal vrijstaan, mits dezelve een half jaar behoorlijk zal moeten geschieden, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op zijn 4 akkeren lands met top en twijg en met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders 2 akkeren turfland op het zgn Superplus en 1,5 akker woestenland in de westere woesten
gelegen, benevens alle derzelver mobilen koren op de lande en verdere innige des huizes niets uitgezonderd [T0079_INV8_p163vo]
1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jasper ten Caate en zijn vrouw Stijntie Fronten een som van 125 guldens, aan Berend Winter en Jan Winter, een som van 125 guldens, tezamen een som van
250 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de halve put en 4e part van de brink, mitsgaders achter het hek ten booven en daar verder 2 wanden zo gras, bouw en zaailand en een goordentien heen buiten in de
landerijen van Hendk Spijker, alsmede nog 2 wanden land op de landerijen van Henrik Coersland [T0079_INV8_p176vo] en [T0079_INV8_p178].
|
-
Bronnen |
- DTB 507, blz. 077.
Den 6 julii 1749: Garret Berends Winter [verder niet ingevuld]; Jan.
Aktenummer: vnh1749-21
|
|
|
|
|