Aantekeningen


Treffers 1,351 t/m 1,400 van 88,655

      «Vorige «1 ... 24 25 26 27 28 29 30 31 32 ... 1774» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1351 1760-09-13: Harmen Tuines en zijn vrouw Jenneken Jansen, verklaarden verkocht te hebben een huis, staande en gelegen op het Pastorienland achter de Schoole, mitsgaders alle hare mobile goederen en inboedel des huizes, niets daarvan uitgezonderd,
edog hebben verkopers voor den tijd haares levens in het huis beschrijden een stede bij den haard, ligt en brand vrij, en een bekwame en haar bedden zo tegenwoordig beslapen, en van de inboedel zo nodig hebben te mogen ... en gebruiken, doch zal
na dood van de langstlevende in vallen eigendom aan de kooperse zijn en verblijven, nog is geconditioneerd dat der verkooeren dochter Jenneken Harms, zo lange zij ongetrouwd is een plaatse in het huis zal hebben en behouden, en is dit alle
verkocht aan handen en ten profijte van van den verkoperen dochter Trientjen Harms, voor een som van 135 guldens. [T0079_INV6_p099]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Hermsen, Jennigjen (I20755)
 
1352 1760-09-13: Harmen Tuines en zijn vrouw Jenneken Jansen, verklaarden verkocht te hebben een huis, staande en gelegen op het Pastorienland achter de Schoole, mitsgaders alle hare mobile goederen en inboedel des huizes, niets daarvan uitgezonderd,
edog hebben verkopers voor den tijd haares levens in het huis beschrijden een stede bij den haard, ligt en brand vrij, en een bekwame en haar bedden zo tegenwoordig beslapen, en van de inboedel zo nodig hebben te mogen ... en gebruiken, doch zal
na dood van de langstlevende in vallen eigendom aan de kooperse zijn en verblijven, nog is geconditioneerd dat der verkoperen dochter Jenneken Harms, zo lange zij ongetrouwd is een plaatse in het huis zal hebben en behouden, en is dit alle
verkocht aan handen en ten profijte van van den verkoperen dochter Trientjen Harms, voor een som van 135 guldens. [T0079_INV6_p099]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 04-07-1762). 
Harmsen, Trientjen (I12317)
 
1353 1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in
dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw,
voor een som van 130 guldens. [T0079_INV6_p101]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, Garrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan
Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick,
westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Jan Bramer en zijn vrouw, voor een som van 117 guldens. [T0079_INV6_p103]

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks,
welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Hindrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, voor een som van 124 guldens en 10 stuivers.
[T0079_INV6_p105]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd
in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Garrijt Hindriks
en zijn vrouw, voor een som van 115 guldens. [T0079_INV6_p106]

1763-10-22: Jannes Freriks en zijn vrouw Metjen Hendriks, welke verklaarden verkocht te hebben een dagwerk hooiland, gelegen in het zgn Bagijnenland, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw Janna Gerrits Otten, voor een som van 118 guldens.
[T0079_INV6_p268]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Hendriks, Metjen (I58273)
 
1354 1760-11-09: Testament, opgemaakt ten huize van Berent Gerrits en zijn vrouw Jenneken Hindriks, van Jenneken Hindriks, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar lieve man Berent Gerrits als enig en universeel erfgenaam;
- aan de armen alhier op het Vriezenveen de som van 5 gulden en 5 stuivers. [T0079_INV6_p108] 
Gerrits, Berend (I1704)
 
1355 1760-11-09: Testament, opgemaakt ten huize van Berent Gerrits en zijn vrouw Jenneken Hindriks, van Jenneken Hindriks, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar lieve man Berent Gerrits als enig en universeel erfgenaam;
- aan de armen alhier op het Vriezenveen de som van 5 gulden en 5 stuivers. [T0079_INV6_p108] 
Hendriks, Jenneken (I4685)
 
1356 1760-12-22: Berent Harmsen Bras en zijn vrouw Harmina Harmsen Joost, alsmede Kunnegjen Harmsen Joost, bijgestaan met Harmen Leefers als haar voogd, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan Lukas Fronten en zijn vrouw
Gesina Kruis, aan de eerste comparante een som van 75 guldens en aan de laatste comparante mede een som van 75 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis, staande en gelegen op het land van Garrijt Brink, een wand
bouwland, gelegen in Pillenland, en dan nog een half wand bouwland in wijlen Jan Freriks Mansland gelegen, en zij Kunnegjen Harmsen Joost mede daarvoor gerechtelijk komt te veronderpanden haar halve huis, onverscheiden met Berent Harmsen Bras,
alsmede het halve wand land op wijlen Jan Freriks Mansland gelegen, en dan nog zodanig dagwerk hooiland in de g... gelegen, zoals haar na dood van Fredrikus Albers mocht komen aan te sterven en erven. [T0079_INV6_p114]

1775-01-06: Testament, opgemaakt ten huize van Berend Bras en zijn vrouw Hermina Harmsen, Berend Bras, gezond van lichaam, en zijn vrouw Hermine Harmsen, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn vrouw Hermine Harmsen, universeel erfgenaam;
- haar man Berent Bras, universeel erfgenaam [T0079_INV8_p016vo].

Woonde te Meppel (24-12-1757). 
Bras, Berend (I66641)
 
1357 1760-12-22: Berent Harmsen Bras en zijn vrouw Harmina Harmsen Joost, alsmede Kunnegjen Harmsen Joost, bijgestaan met Harmen Leefers als haar voogd, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan Lukas Fronten en zijn vrouw
Gesina Kruis, aan de eerste comparante een som van 75 guldens en aan de laatste comparante mede een som van 75 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis, stande en gelegen op het land van Garrijt Brink, een wand
bouwland, gelegen in Pillenland, en dan nog een half wand bouwland in wijlen Jan Freriks Mansland gelegen, en zij Kunnegjen Harmsen Joost mede daarvoor gerechtelijk komt te veronderpanden haar halve huis, onverscheiden met Berent Harmsen Bras,
alsmede het halve wand land op wijlen Jan Freriks Mansland gelegen, en dan nog zodanig dagwerk hooiland in de g... gelegen, zoals haar na dood van Fredrikus Albers mocht komen aan te sterven en erven. [T0079_INV6_p114]

1775-01-06: Testament, opgemaakt ten huize van Berend Bras en zijn vrouw Hermina Harmsen, Berend Bras, gezond van lichaam, en zijn vrouw Hermine Harmsen, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn vrouw Hermine Harmsen, universeel erfgenaam;
- haar man Berent Bras, universeel erfgenaam [T0079_INV8_p016vo].

Woonde te Vriezenveen (24-12-1757). 
Hermsen, Marijten (I36772)
 
1358 1760-12-30: Johannes, woont te Tjerkgaast, is gedoopt. Kersts, Johannes (I2175)
 
1359 1760: Weduwe Jan Ouken [1760kl/EBe]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Alberts, Armke (I11869)
 
1360 1761-02-19: Jan Feijer en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben 7 wanden bouwland, gelegen in het zgn Scheepersland, met het zaadgewas daarop staande, en wat daar verder op kan gezaaid worden, ten profijte van de Ed
Hendrik Kuenen Campe (?), kooplieden binnen Amsterdam, voor een som van 245 guldens. [T0079_INV6_p121]

1761-07-07: Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden aan Pieter Willem Harwig, Jan Schol, Jannes Schol, Henrikus Schoemaker, Wigger Jansen en Hendrik Berens Braamer, derzelver vrouwen, wegens betaalde penningen, zo door de
comparanten ingevolge een gerechtelijke verzegelinge van 21 april 1758 aan Jan ten Caate, de erven van Egbert Costers, Gerrit Kosters, Jan Harmen Costers en Jannes Lambers, schuldig zijn de som van 3500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met
onderpand op 2 akkers lands, met daarop staande huis en verdere timmeragie, omtrent 2 akkers land in het zgn Geerlinckmansland, beginnende van de Waterleiding tot aan of met de Olden Graven, en dan nog 2 akkers hooiland in Jan Lubbersland
gelegen, aanvang nemende van de Oldenweg tot aan of met de Dijkc of Aa, voorts 1,5 akker woestenland, gedeeltelijk onverscheiden met Frerik Smelt, en dan nog 1,5 akker hoevenland op de Oostere Hoeve, alles alhier op het Vriezenveen.
[T0079_INV6_p143]

1762-06-19: Jan Feijer en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akkers hooiland, beginnende van de Oldenweg tot aan of met de Dijk of Aa, onverscheiden met Jan Smelt, en de ... K... Harms gelegen in Jan Lubbersland,
gelimiteerd oostwaarts Sijmensland, westwaarts Klaas Bramersland, ten profijte van Wolter Berens Schipper en zijn vrouw, voor een som van 500 guldens. [T0079_INV6_p199]

1763-02-19: Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een akker woestenland, gelegen in de wester woesten, onverscheiden met Frerick Smelt cs, ten profijte van Jan Jansen Broer, voor een som van 220 guldens.
[T0079_INV6_p238]

1763-03-11: Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden op 27 janauri 1763 verkocht te hebben de landerijen in het zgn Geerlinkmansland gelegen, beginnende van de waterleiding hen buiten, tot aan de ouden graven, gelimiteerd
oostwaarts Jan Freriks, westwaarts de weduwe van Jannes Jonker, ten profijte van Lambert Nijboer en zijn vrouw, oude Klaas Arens, ieder voor de halfscheid, en dat samen voor een som van 550 guldens. [T0079_INV6_p241]

1764-12-11: Wij Burgemeesteren en Regerders der stad Amsterdam, certificerende voor de waarheid dat voor als gecompareerd is, Bernard Petri, koopman wonende binnen deze stad, zo voor zich, als voor zijn compagnieschap van negatie conterende ten
namen van Hendrik Kuhn en compagnie, en verklaarde bij deze in optima juris forma te costitueren, en machtig te maken Jan Prinsen en compagnie, wonende tot Vriezenveen, speciaal om in de naam van wegens hem comparant in zijne opgemelde qualiteit
aan de kinderen en nagelatene erfgenamen van wijlen Jan Faijer, of te wel aan dezelver voogden tot Vriezenveen voornoemd, voor een som van 150 guldens te transporteren en op te dragen een stuk lands, zijnde 7 wanden bouwland, gelegen in het zgn
Scheepersland, de kooppenningen te ontvangen en daar voor behoorlijke kwitantie te passeren, voorts, na de ontvangst, van die kooppenningen in de name en van wegens hem cmparant in zijn bovengemelde kwaliteit te reniutieren in of te stane van een
p..ie groot 385 guldens en 16 suitvers, de comparant en zijn compagnien wel hebbende op de boedel en nalatenschap van wijlen de gemelde Jan Faijer, en op welke p...ie door de gemelde Jan Faijer en zijn vrouw volgens akte van transport op 19
februari 1761 voor de scholtus van Vriezenveen gepasseerd, het bovengemelde stuk lands voor een som van 245 guldens in mindering van betaling was afgestaan van gedaagde Jan Faijer of wel dezelver voogden, voor alla nameninge in te staan, continu
te stellen, de... te kiezen, en etc, etc. [T0079_INV6_p382]

1765-01-10: Jan Prinsen, als gevolmachtigde van Bernard Petri, koopman tot Amsterdam, zo voor zich als voor zijn compagnieschap van negatie cauterende (?) ten handen van Hendrik Kuhn, en compagnie, welke verklaarden, ingevolge speciaal volmacht,
van Burgemeesteren en Regeerder der stad Amsterdam van 19 december 1764 gepasseerd, en alhier gezien, verkocht te hebben van zijn comparants principalen eigen toebehorende op 19 februari 1761 van Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen aangekochte
7 wanden bouwland, gelegen in het zgn Scheepersland, ten profijte van de kinderen van Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen, voor een som van 150 guldens. [T0079_INV6_p380]

1776-12-12: Jan Berents Berkhoff en Jannes ten Cate, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Gerrit Jansen, benevens Jannes ten Cate en zijn vrouw Fenneken Jansen, ende Janna Jansen, vrouw van Jan Feijer, welke prodigus (=wegens
verkwisting onder curatele gesteld), zijnde zij in dezen bijgestaan met Jannes ten Cate als haar voogd, welke comparanten verklaarden verkocht te hebben hare grasgoorden, in en op de landerijen van het zgn Doddenland, achter de Waterleijdink,
alhier op 't Vriezenveen gelegen, ten profijte van Jannes Henderiksen en zijn vrouw, voore en som van 121 guldens [T0079_INV8_p056].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jansen, Janna (I5561)
 
1361 1761-03-02: Harmen Egbers en zijn vrouw Aaltjen Gerrits Feijer, welke verklaarden op 22 november 1760 verkocht te hebben het huis, met de goorden achter het huis, en halfjen voor het zelve, alsmede een koeweide, alles staande en gelegen in de
landerijen van Fennigjen Jansen, weduwe van wijlen Albert Berens Grobbe, en zal in het huis blijven alles wat aard, paal en nagelvast is, ten profijte van Frerik Tijhoff, voor een som van 625 guldens. [T0079_INV6_p123]

1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen
erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een 3,5 wand bouwland in de landerijen van de weduwe Albert Berens Grubbe, ten
profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p148]

1761-09-05: Jan Jansen ten Caate en zijn vrouw Jenneken Derks Hols, welke verklaarden in de maand augustus van 1761 verkocht te hebben een bouwgoorden, beginnende voorst (?) van het hekke hen boven in, tot aan Harmen Egbers Meijer zijnen goorden,
zo en als dezelven omgraven is met de halve sloot, in de verkoperen landerijen, ten profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 80 guldens. [T0079_INV6_p156]

1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende 2 wanden bouwland, zijnde het 5e en 6e wand van binnenaan, in het zgn
Wevers Palsland (?) gelegen, ten profijte van Frerick Tijhof en zijn vrouw, voor een som van 60 guldens. [T0079_INV6_p436]

1766-06-09: Jannes Hermsen en zijn vrouw Henrikjen Braemer, welke verklaarden op 28 februari 1765 verkocht te hebben een akker boverweegesland, oostwaarts de wed Berent Prinsen, cus, en westwaarts Berentien Hermsen Klinge, cs, ten profijte van
Frederik Tijhoff en Egbert Schuirman en zijn vrouw, ieder voor de gerechten halfscheid, voor een som van 101 guldens [T0079_INV7_p017].

1769-01-28: Wolter Frederix Scholten en zijn vrouw Zwenneken Lamberts, welke verklaarden in 1768 verkocht te hebben een stuk land, 5 wand lank (?) roede maat, beginnende ongeveer 100 trat achter het hek, hen boven ingaande, gelimiteerd oostwaarts
het zgn Uepenland, en westwaarts het zgn Strijkersland, voorts heeft de koper daarbij bescheiden de halve sloot zo langs de goorden gaat en tussen de steeg en goorden gelegen is, met de steeg daartegen liggende vrij te mogen gebruiken met de
opweg daarheen om in en uit te mogen varen, alsmede heeft de koper daarbij bescheiden om zijn vee vrij en onverhinderd daarheen te mogen drijven en om de goorden ook te mogen weiden, voor een som van 225 guldens, ten profijte van Frederik Tijhoff
en zijn vrouw Aeltien Derks Schipper [T0079_INV7_p096].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 09-05-1761). 
Tijhof, Fredrik (I10553)
 
1362 1761-04-18: Hindrik Letteboer en zijn vrouw Aaltjen Walters, welke verklaarden verkocht te hebben het halve huis met 2 stukjes goordenland en haar anpart van de Steege, alles staande en gelegen in het zgn Geertin Kwansland, ten profijte van
Albert Kobus en zijn vrouw Janna Gerrits, voor een som van 140 guldens. [T0079_INV6_p130]

1785-04-26: Aaltien Bramer, ev Hendrik Letteboer, nicht testatrice (Testament Hendrik Winkel en Janna Bramer) [Toeg0079_Inv9].

1798-05-16: Op 16 mei 1798 heeft Gradus Jansen de Vetteker in de 50sten penning aangegeven een aankoop van een huis van de wedw Hendrik Letteboer,s taande op Smitsland, aangekocht van voormelde wedw voor een somme van 54-8-0 [T0079_INV45].

1798-05-26: Op 26 mei 1798 heeft Jan Hendk Coes in de 50sten penning aangegeven een aankoop van een bouwgaarden, groot ..., een wand roeden maten, met de stege, daartegen aan liggende van de zelve groot, met de huisplaatsen, alles liggende op
Smitsland, en zijn bekende bepalingen, aangekocht van de wedw Hk Letteboer voor 181-9-8 [T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [als kleine meid in dienst bij de weduwe van Harmen Ruiter], 16-11-1754). 
Bramer, Aaltjen (I21639)
 
1363 1761-04-18: Hindrik Letteboer en zijn vrouw Aaltjen Walters, welke verklaarden verkocht te hebben het halve huis met 2 stukjes goordenland en haar anpart van de Steege, alles staande en gelegen in het zgn Geertin Kwansland, ten profijte van
Albert Kobus en zijn vrouw Janna Gerrits, voor een som van 140 guldens. [T0079_INV6_p130]

1789-07-16: Verkoopakte van Gerrit Lucas Hols en zijn vrouw Janna Gerritsen aan Jan Costers en zijn vrouw Geertruit Spijker [T0079_INV10_p090vo].

Woonde te Vriezenveen (30-12-1758, 20-08-1774). 
Gerrits, Janna (I5579)
 
1364 1761-04-18: Testament van Kunnegjen Jansen, vrouw van Klaas Jansen de Jonge, gezond van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- bij aldien geen kind of kinderen bij haar man Claas Jansen de Jonge mocht verwekken, tot haar enig en universele erfgenaam haar stiefzoon Frerick Claessen de Jonge en haar stiefdochter Janna Claessen de Jonge;
- aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p127]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jansen, Cunnegjen (I11223)
 
1365 1761-04-18: Testament van Kunnegjen Jansen, vrouw van Klaas Jansen de Jonge, gezond van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- bij aldien geen kind of kinderen bij haar man Claas Jansen de Jonge mocht verwekken, tot haar enig en universele erfgenaam haar stiefzoon Frerick Claessen de Jonge en haar stiefdochter Janna Claessen de Jonge;
- aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p127]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 06-06-1761). 
de Jonge, Janna (I11222)
 
1366 1761-05-02: Testament, opgemaakt ten huize, van Jannes Albers Jonker, zwak van lichaam, waarin genoemd:
- aan zijn moeder Jenneken Lukas, weduwe van Albert Jonker, de legitieme portie;
- zijn neef Berent Berentsen Hollander, nagelaten zoon van wijlen Berent Hollander bij Berentjen Jonker verwekt, als enig en universeel erfgenaam;
- aan de dochter van Lukas Jonker, genaamd Janna Lukas, de som van 25 guldens, en zullen dezelve aan het dochtertjen voornoemd, door mijn geinstitueerde erfgenaam worden uitgekeerd als hetzelve 25 jaren oud is;
- aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p131]

1802-05-29: Janna Jonker. Luijkas Jonker, zwak van lichaam, maakt zijn testament op. Genoemd worden zijn kinderen Janna Jonker, Hendrik Jonker, Jannes Jonker, Albartus Jonker en Hendriekien Jonker. [VZ1795-442/443]

1804-11-01: Testament Janna Jonker [bron: Rechterlijk archief Schoutambt Vriezenveen, inv. 2672, no. 8, blz. 21-24].
Op 1 november 1804 verschijnt de verwalter scholtus Johannes Kruijs met de keurnoten Jannes Bramer en Egbert Hof in het huis van van Jannes Jonker. Hier maakt Janna Jonker, zijnde enigzins zwak van lichaam en weduwe van Mens. Bennikes, haar
testament op en wordt hierbij geassisteerd door de voogd Albert Holland (Hollant). Zij benoemt tot haar enige en universele erfgenamen haar halfbroer Jannes Jonker en diens huisvrouw Jasperdina Fredriks en bij hun overlijden de kinderen uit dit
huwelijk verwekt. Zij prelegateert aan de dochter van haar halfbroer Jannes Jonker, genaamd Lena Jonker, de kaste, haar bijbel met zilveren beslag, een greine rok en een Friese boeselaar. haar linnen- en wollenkleding, of wat tot haar lichaam
behoort, alsmede haar bijbel met zilveren sloten en haar kist. Het testament werd later, op 6 februari 1805, vernietigd door verwalter scholtus Johannes Kruijs. Zij prelegateert verder aan haar zuster Hindrikje Jonker, gehuwd met Gerrit Bramer,
een bedde met een bont overtrek, een kussen en acht hemden, echter onder uitdrukkelijk voorbehoud, dat indien er onvoorziene schulen ten laste van de boedel of nalatenschap mochten komen, dat dan de haar zuster Hindrikje Jonker het deel na
rechten verplicht, als dan mede al moeten helpen betalen.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 27-02-1785). 
Jonker, Janna (I13129)
 
1367 1761-06-03: Jannes Jansen Fetker en zijn vrouw Geesjen Albers, welke verklaarden op 29 september 1759 verkocht te hebben een huis, staande en gelegen op St Antonij Viccarie, oude Smid zijde van deze Kerkweg, gelimiteerd oostwaarts Lukas Geersen
Huls, westwaarts Jan Lukas Hols, ten profijte van Jan van Aken en zijn vrouw Anna Aleijda Bartelink, voor een som van 250 guldens. [T0079_INV6_p135]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).

Na overlijden:

1761-09-26: Jan van Aken, voor hem zelfs en als massarius (pachter) en boedelhouder, verklaarde aan de Ed Jan Hendrik Dikkers, scholtus van 't Vriezenveen en zijn vrouw, schuldig te zijn de som van 58 guldens, wegens verschuldigde Heerenlasten,
voorts aan Gerrijt Hagedoorn, koopman tot Almelo en zijn vrouw de som van 246 guldens, wegens aan dezelve en wijlen zijn vrouw Anna Aleijda Bartelink geleverde winkelwaren. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis alhier op 't
Vriezenveen op St Antonij Vicarie. Kantlijn akte: Pr Scholtus Dikkers en Gerrijt Hagedoorn vernietigen deze akte op 29-09-1764 (?). [T0079_INV6_p170] 
Bartelink, Anna Aleida (I21389)
 
1368 1761-07-05: Jacob Pijters, woont te Rotstergaast, is bruidegom. Pijters, Jacob (I5043)
 
1369 1761-08-28: Hindrik Lambers ten Cate, welke verklaarde op 17 augustus 1761 verkocht te hebben 2,5 wand bouwland in het zgn Hols Jans Derksland op 't Westere stukke, zijnde 1,5 akker brut (?), ten profijte van Jannes Jansen Klomp, voor een som van
75 guldens. [T0079_INV6_p154]

1772-12-22: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Clomp en zijn vrouw Jenneken Telgenkamp, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Gerrit ter Heijne als haar voogd, waarin genoemd:
- beide maken elkaar enige en universele erfgenaam;
- beide aan hun zoon Jannes Clomp, legitieme portie;
- beide aan de kinderen van hun zoon Jannes Clomp, genaamd Janna, Maria Ehelisabeth;
- Jannes Clomp en zijn vrouw, de tijd hares levens het vruchtgebruik daarvan hebben [T0079_INV7_p184vo].

1776-09-24: Gerrit Geerdink, voor hem zelfs en als vader en wettige voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde aan de Heer Egbert Hufkes, koopman tot Almelo, wegens verschuldigde penningen van hem genegotieerde en verkochte linnens,
zo en als hij comparant aan hem verschuldigd is, zodane kooppenningen als Jannes Jansen Clomp aan comparant schuldig is, wegens de aan hem verkochte 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, zo en als hij comparant op
19 sepember 1776 aan Jannes Jansen Clomp verkocht heeft, ter som van 900 guldens. Kantlijn akte: Vriezenveen, 3 maart, compareerd in dezen Weled gerechte procurator ... als gevolgmachtigde van de Heer Egbt Hoffkes, welke verklaarde uit
tegenstaande verzegeling ontslaan als zodane 6 wand land als Jannes Clomp en zijn vrouw aan Gerrit Holland en waarvoor comparants principaal de kooppenninen ter somma 181 guldens in mindering van deze verzegeling heeft ontvangen, alsmede ook te
onslaan zodane schuur als de ... aan Freedr Jansen heeft verkocht en waarvan compts principaal ook in mindering van deze de kooppenn ter somma van 30 guldens en 5 stuivers heeft ontvangen, blijvende voor het overige de verzegeling in zijn volle
waarde verzoekende daarvan registratie ten protocolle [T0079_INV8_p053].

1776-12-07: Gerrit Geerdink, voor hem zelfs en als vader en wettige voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde op 19 september 1776 verkocht te hebben aan Jannes Jansen Clomp en zijn vrouw, zijn 2 akkeren lands met het daarop staande
huis en verdere timmeragie, zo en als hij dezelver ingevolge condities en voorwaarden met transport van de ROSMOLEN bij executoriale distractie van 14 september 1776, toebehoord hebbende Gerrit ter Heijne en zijn kinderen, heeft aangekocht, voor
een som van 1200 guldens [T0079_INV8_p054vo].

1776-12-07: Hier volgt een akte van acceptatie en verband, door Jannes Jansen Clomp en zijn vrouw op 11 december 1776 gepasseerd, zo en als op de akte van cessie door Gerrit Geerdink van 24 september 1776 en de Hr Huffkes gedaan is en daarop door
gemelde J J Clomp geaccepteerd, en alhier te protocolle geregistreerd: Jannes Jansen Clomp en zijn vrouw Berendina Normuele, welke verklaarden dat zij comparanten voorn bij dezen gerechtelijk quaeme aan te nemen om de penningen ad 900 guldens ad
rost het stukke van de Heer Egbert Huffkes ofte zijne erfgenamen, ten allen tijden met de interest van dien alles in diervoegen hier voren bij akte van cessie van 24 september 1776 gestipuleerd ende bedongen als haar eigen schuld op te leggen
ende te voldoen, voor al het welke hunnen voorschreven 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie hier voren bij gemelde akte van cessie vermeldt zullen en verbonden en versprekelijk blijven in waarheids [T0079_INV8_p055vo].

1777-12-23: Jannes Jansen Clomp en zijn vrouw Berentdina Nordmuele, welke in het jaar 1777 verkocht hadden, 2,5 wand bouw of zaailand met 40 sints van de opslag, zo land als de paarden en ploeg kunnen omgehouden worden op het westere stukke van
het zgn Hols Jans Derksland, alhier op 't Vriezenveen gelegen, en zo en als zij verkoperen het zelve in eigendom en gebruik hebben gehad, ten profijte van Gerrit Berents Snijder en zijn vrouw, voor een som van 74 guldens [T0079_INV8_p076vo].

1781-02-xx: Jannes Clomp en zijn vrouw ... [puntjes], welke verklaarden in 1778 verkocht te hebben het huis met deszelfs plaatsen, staande en gelegen aan de noord of booverzijde van dezen Kerkweg op het zgn Pixens Derksland, achter het huis of
woning van Berend Cuijper en Jannes van het Rot, met de goorden daarachter gelegen, benevens de zgn Steege met alle dezelfs houtgewas daarop staande aan de oostzijde tegen gemelden goorden gelegen, met 3 wanden bouw of zaailand, onverscheiden met
Gerrit Hollander Freederik, alsmede nog 2 goordens, zijnde een gras en bouwgoorden, aan de noordzijde van de zgn Waaterlijdijk gelegen, met een koeweide, alles alhier op het Vriezenveen in en op het zgn Pixens Derksland, ten profijte van Jannes
ter Brugge en zijn vrouw, voor een som van 900 guldens [T0079_INV8_p193].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 03-06-1764). 
Klomp, Jannes (I15029)
 
1370 1761-08-30: Antie, woont te Terband, is gedoopt. Jans, Antie (I5044)
 
1371 1762-01-16: Berentjen Rutgers, wedw van Egbert Jansen Dekker, bijgestaan met Hindrik Albers en Hendrikus Clumper als haar voogd, voorts Klaas Jansen de Jonge, en Hendrik Berens Barkhoff als voogd over de 2 onmondige kinderen, zo Berentjen Rutgers
bij wijlen haar eheman Egbert Jansen Dekker heeft verwekt, welke verklaarden op 25 juli 1761 verkocht te hebben het erve en goed, zijnde 2 akkers en een vierendeel lands opgaans, met daarop staande huis en timmeragie, alhier op 't Vriezenveen,
ten profijte van Janna Berens Barkhoff, weduwe van Jan Hendrik Brink, voor een som van 1405 guldens. [T0079_INV6_p185]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Hofman, Aaltjen (I13779)
 
1372 1762-01-16: Berentjen Rutgers, wedw van Egbert Jansen Dekker, bijgestaan met Hindrik Albers en Hendrikus Clumper als haar voogd, voorts Klaas Jansen de Jonge, en Hendrik Berens Barkhoff als voogd over de 2 onmondige kinderen, zo Berentjen Rutgers
bij wijlen haar eheman Egbert Jansen Dekker heeft verwekt, welke verklaarden op 25 juli 1761 verkocht te hebben het erve en goed, zijnde 2 akkers en een vierendeel lands opgaans, met daarop staande huis en timmeragie, alhier op 't Vriezenveen,
ten profijte van Janna Berens Barkhoff, weduwe van Jan Hendrik Brink, voor een som van 1405 guldens. [T0079_INV6_p185]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 25-01-1766). 
Hof, Grietjen (I13780)
 
1373 1762-02-11: Testament van Lubbert Jansen en zijn vrouw Kunnegjen Wolters, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij de legiNOTE Tijd: portie zijn vader Jan Lubbers;
- zij de legiNOTE Tijd: portie haar vader Walter Gerrits Koster en haar moeder Fenneken Roelofs;
- beide tot enig en universele erfenamen, de eerste stervende, de langst levende;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen, een mudde rogge. [T0079_INV6_p188]

1771-02-25: Testament van Albert Wolters Coster en zijn vrouw Jenneken Bont, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Henderik Hollander als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn moeder Fenneken Roelofs, weduwe van wijlen Wolter Gerrits Coster, legitieme portie [T0079_INV7_p151vo].

1772-01-04: Fenneken Roelofs, weduwe van wijlen Wolter Gerrits Costers, bijgestaan met Jan Jansen als haar voogd, welke verklaarden in oktober 1771 verkocht te hebben de landerijen, bestaande in 1,5 akker buterland, zijnde weide en hoogland met
de anparten van de goordens, gelegen in de landerije van Jan Broens, cs, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Dijk en de Aa, gedeeltelijk onverscheiden met Jan Broens, cs, en in zover als hetzelve haar is competerende, gelimiteerd
oostwaarts Wolter van Uitert en westwaarts Frerik Scholten, cs, zo en als verkoper het zelve heeft geprossideert en de leisecten (?), namelijk 2,5 koeweide, met het anpart van voorn goordens en dat aan handen en ten profijte van Roelof Jansen en
zijn vrouw, alsmede 2 koeweiden met het anpart van voorn goordens en dat aan handen van Jan Tijhof en zijn vrouw, tezamen onverscheiden, de 1e voor een som van 195 guldens, en aan de 2e Jan Tijhoff voor een som van 156 guldens, tezamen een som
van 350 guldens [T0079_INV7_p167].

1772-04-06: Fenneken Roelofs, wedw van wijlen Wolter Gerrits Costers, bijgestaan met haar zoon Albert Wolters Costers als haar voogd, welke verklaarde in 17.. [puntjes] verkocht te hebben het land, beginnende van deze Kerkweg heen booven tot aan
het pad, breed 1,5 akker, voor een som van 190 guldens, ten profijte van Jan Broens en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p170].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Olijslager, Fenneken (I34033)
 
1374 1762-04-11: Sibbeltje, woont te Haskerhorne, is gedoopt.
1812-12-02: Sibbeltje, 49, woont te Oosterzee, krijgt bij de naamsaanneming de naam 'Hornstra'. 
Hornstra, Sibbeltie (I3023)
 
1375 1762-06-19: Jan Feijer en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akkers hooiland, beginnende van de Oldenweg tot aan of met de Dijk of Aa, onverscheiden met Jan Smelt, en de ... K... Harms gelegen in Jan Lubbersland,
gelimiteerd oostwaarts Sijmensland, westwaarts Klaas Bramersland, ten profijte van Wolter Berens Schipper en zijn vrouw, voor een som van 500 guldens. [T0079_INV6_p199]

Koopt in 1762 hooiland van Jan Lubberts Huls [bron: dr. Jonker].

Verkoop op 19 juni 1762 2 akkers land, gelegen in Jan Lubbersland (uiterste Westeinde) voor 500 car. guldens aan Wolter Berends Schipper en zijn vrouw [bron: Erik Berkhof].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [dienstbode bij Berent Raphuis en Aeltien Wolters]. 
Schipper, Wolter (I20961)
 
1376 1762-07-31: Testament van Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Kaate, de eerste enigszins zwak van lichaam, de laatste gaande en staande, waarin genoemd:
- hij de legiNOTE Tijd: portie aan zijn dochter Berendina genaamd, zo bij wijlen zijn eerste vrouw Jennegjen van Olde heeft verwekt;
- beide elkaar erfgenaam met testament op langst levende;
- beide tot enig en universeel erfgenaam het kind Berendina enaamd, zo testator bij zijn eerste vrouw Jenneken van Olde heeft verwekt;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen een mudde rogge. [T0079_INV6_p207]

Woonde te Vriezenveen (tot 10-10-1826). 
van Olde, Berendina (I19880)
 
1377 1762-08-15: Jan Huiskesn, woont te Itterbeck, is gedoopt. Zoon van Evert Huisken. Woonde te Itterbeck [Duitsland] (21-02-1790). Huisken, Jan (I67344)
 
1378 1762-11-20: Gerrijt Spijker, voorts zijn zoon Harmen Garrits Spijker en zijn vrouw Aaltjen Arens Smit, welke verklaarden wegens verschuldigde Heerenlasten, en geleverde bieren, volgens afrekeningen met dezelve gehouden schuldig te zijn aan de Ed
Jan Hend Dikkers, scholtus op het Vriezenveen en zijn vrouw Geertjen Brouwer, een som van 400 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 wanden roede maat bouwland, gelegen in het zgn Jan Wolters Smitsland en de halven goorden,
onverscheiden met de kinderen van wijlen Lukas Brouwer, in de wandelinge Fransmans goorden genaamd, alles alhier op 't Vriezenveen, voorts de gehele inboedel des huizes, zo van beesten, kisten, kasten, niets uitgezonderd. [T0079_INV6_p221]

1779-06-05: Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, Henderik Arents en zijn vrouw Fenneken Berents, Aeltien Arents, weedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents als haar voogd, benevens Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt,
Albert Broertien en zijn vrouw Janna Hinderiks Hoff en Derk Broertien, tezamen erfgenamen van wijlen Gerrit Gerritsen Scholten, welke verklaarden verkocht te hebben op 28 januari 1779 een akker hooiland in het zgn Paeschensland, zijnde
onverscheiden met Luicas Derksen, cs, beginnende van de buijterenweg en eindigende met de dijk en de Aa, gelimiteerd oostwaarts Frontemansland en westwaarts het zgn Busschersland, aan handen van Adolph Henderik Schoemaaker, voor een som van 175
guldens [T0079_INV8_p131].

1779-06-05: Claas Jansen Auken en Gerrit Luicas Keppeling, als voogden over Aaltien Evers Costers, weduwe van wijlen Gerrit Scholten, benevens Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, Henderik Arents en zijn vrouw Jenneken Berents, Aeltien
Arents, wedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents Smit als haar voogd, benevens Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt, Albt Broertien en zijn vrouw Janna Hinderiks Hoff en Derk Broertien, te samen erfgenamen van wijlen Gerrit
Gerritsen Scholten junior, welke verklaarden verkocht te hebben op 28 januari 1779 van 8 wanden bouwland of grasland, zijnde de 1e wanden alle op voornoemde Gerrit Scholtensland, hen booven en onder dezen gerigte gelegen, gelimiteerd westwaarts
Wieger Gerritsen en oostwaarts Scharphoff, en met het recht om hunne beesten te drijven over de brink dagelijks heen en weder, op gelijke wijk als Wieger Gerrits en Freedk Roelofs, ten profijte van Gerrit Braemer en Jan de Graeff, voor een som
van 420 guldens [T0079_INV8_p132].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend met haar echtgenoot bij haar schoonouders], 19-01-1755, 19-06-1757, 04-03-1761). 
Smit, Aaltjen (I10254)
 
1379 1762-11-20: Gerrijt Spijker, voorts zijn zoon Harmen Garrits Spijker en zijn vrouw Aaltjen Arens Smit, welke verklaarden wegens verschuldigde Heerenlasten, en geleverde bieren, volgens afrekeningen met dezelve gehouden schuldig te zijn aan de Ed
Jan Hend Dikkers, scholtus op het Vriezenveen en zijn vrouw Geertjen Brouwer, een som van 400 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 wanden roede maat bouwland, gelegen in het zgn Jan Wolters Smitsland en de halven goorden,
onverscheiden met de kinderen van wijlen Lukas Brouwer, in de wandelinge Fransmans goorden genaamd, alles alhier op 't Vriezenveen, voorts de gehele inboedel des huizes, zo van beesten, kisten, kasten, niets uitgezonderd. [T0079_INV6_p221]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [met zijn echtgenote nog inwonend bij zijn ouders], 19-01-1755, 19-06-1757, 04-03-1761). 
Spijker, Hermen (I10252)
 
1380 1762-11-21: Frerick Lukas, welke verklaarde op 7 december 1761 verkocht te hebben een halve akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de dijk of Aa in Olde Scholsland gelegen, onverscheiden met Berent Engbers, cs, en dan nog
zijn gerechte anpart van een halve akker hooiland in de westere, onverscheiden met Jannes Kroemneuse gelegen, ten profijte van Waander Wijchers en zijn vrouw, voor een som van 180 guldens. [T0079_INV6_p223]


Woonde te Vriezenveen (19-05-1755). 
Lucassen, Fredrik (I12848)
 
1381 1762-12-22: Testament, opgemaakt ten huize, van Berent Henderix en zijn vrouw Aaltjen Jansen, de eerste gezond van lichaam, de laatste enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- beide elkaar als erfgenaam, met testament op langst levende;
- hij stelt en maakt zijn vader Hinderik Berents, indien hij de sterfdag van hem testator mocht beleven, in de legitieme portie;
- hij zijn vader Hendrik Berents alle zijn metterdaad te ontruimen linnen en wollen kleren, zo tot zijn lijf mocht behoren;
- zij alle haar linnen en wollen kleren, aan haar zus Janna Jansen, zo tot haar lijf mocht behoren, edog de kist van testatrice, met een beste satijnen (?) schort, benevens haar kerkboek, zo met zilver is beslagen, zal na dood van haar
testatrice, nadien haar eheman alsdan mag mocht in leven zijn, aan hem, worden uitgekeerd. [T0079_INV6_p225]

1764-05-12: Berent Albers Roelofs, en Berent Berentsen Barkhoff, voorts Jan Jansen en Frerik Derksen, als voogden over de onmondige kinderen, zo wijlen Jan Jansen Barkhoff en wijlen Jan Roelofs bij wijlen Geertjen Berens in echte hebben verwerkt,
en Gerrijt Costers Egbertzoon als grootste uithebber (?), welke verklaarden met apprebatie van zijn Hoog Graffelijke Excellentie als overmombaar Heer op 14 januari 1764 verkocht te hebben 2,5 lands opgaans, met daarop staande huis en timmeragie,
exempt de bakoven met Frerik Derks in gemeenschap, gelimiteerd oostwaarts Gerrijt Bramer, westwaarts Jan Jansen Jonkman, zo en als het wijlen Jan Roelofs in het gebruik gehad, voorts behouden de 4 kinderen zo wijlen Jan Jansen Berkhoff bij wijlen
Geertjen Berens had verwekt, zo lange zij ongetrouwd zijn, in het huis een stede bij de haard, licht en brand vrij, en een bekwame slaapplaatse en vrij scharbier te mogen drinken, ten profijte van Gerrijt Gerrits Fleege en zijn vrouw, voor een
som van 1340 guldens. [T0079_INV6_p325]

1764-05-12: Berent Albers Roelofs, en Berent Berentsen Barkhoff, voorts Jan Jansen en Frerik Derksen, als voogden over de onmondige kinderen, zo wijlen Jan Jansen Barkhoff en wijlen Jan Roelofs bij wijlen Geertjen Berens in echte hebben verwerkt,
en de Ed Gerrijt Costers Egbertzoon als grootste uithebben, welke verklaarden met apprebatie van zijn Hoog Graffelijke Excellentie als overmombaar Heer op 14 januari 1764 verkocht te hebben een akker turfland op de Superplus, oostwaarts Jan
Vrijlink en aan de westkant Egbert Vossehaar, en onverscheiden met Jannes Jansen Barkhoff, ten profijte van Jan Broekhuis tot Geesteren en zijn vrouw, voor een som van 110 guldens en 15 stuivers. [T0079_INV6_p327]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 27-02-1768). 
Berkhof, Janna (I12377)
 
1382 1763-02-03: Jan Freriks en zijn vrouw Cunnurtjen Gerrits Faijer, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan Gerhardus Harwig en zijn vrouw Janna Brkhoff en aan deszelfs zus Hindrikjen Barkhoff een som van 100 guldens.
Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een akker turfland, gelegen op de Superplus, onverscheiden met Hindrik Smelt, gelimiteerd oostwaarts dezelve en westwaarts Jan Barkhoff. Kantlijn akte: Gerigte gehouden op 10 januari 1778,
compareerden Weled Ger Gerhardus Harwig en zijn vrouw Janna Berkhoff, welke verklaarden de penningen met interest van Jan Freriksen te hebben ontvangen, zo wordt de akker turfland weder ten prfijte van de eigenen (?) los gelaten en deze
verzegelinge geroyeerd en vernietigd, actum 10 januari 1778. [T0079_INV6_p233]


Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 13-12-1761). 
Berkhof, Janna Hendrijne (I407)
 
1383 1763-02-08: Testament, opgemaakt ten huize, van Albert Vrijlink en zijn vrouw Lutgert Berents Coster, de eerste gezond van lichaam, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Berent Lubberts Smit als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar als erfgenaam, met testament op langst levende;
- beide aan Gods armen alhier de som van 5 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p235]


Woonde te Wierden (28-02-1749). 
Koster, Lutgert (I19901)
 
1384 1763-03-17: Testament van, Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Brouwer, de laatste bijgestaan met Henrikus ter Horst als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- beide stellen tot haar universele erfgenamen het kind of kinderen, zo bij het afsterven van haar, uit dit huwelijk mochten nablijven, edog zonder zodane kind of kinderen het huwelijk door de dood gescheiden wordende, zo stelt hij testator erft
uit zonderlinge liefde en genegenheid tot zijn enig en universele erfgenaam zijn vrouw Aaltjen Brouwer;
- hij zijn vader Jan Joost de legitieme portie;
- zij als voren bij haar voor overleijden zonder kind of kinderen uit ene liefde en genegenheid to haar enig en universeel erfgenaam haar man Jannes Joost, edog na beide overlijden zullen de goederen op de naaste erfgenamen van haar devolveren en
getrokken worden;
- beide aan Gods armen alhier de som van 10 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p243]

1764-08-08: Verkoopakte van 2 akkeren land, gedeeltelijk onverdeeld met Jan Joost, en daarop staande huis met timmerwerkplaats van Jan Berens Brouwer en Mettjen Janssen Schol aan Hendrik Spijker.

1764-12-18: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Brouwer, welke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate Janneszoon en zijn vrouw Judith Costers, een som van 371 guldens, bij haar opgenomen op 15 januari 1763.
Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis en timmeragie, gedeeltelijk onverscheiden met Bernardus Spijker, alhier op 't Vriezenveen. Kantlijn akte: Op 27 juli 1768 verschenen Ottm Jan ten cate
Janz voor zich en mede voor zijn vrouw, welke verklaarde ten genoegen door Jannes Joost en zijn vrouw voldaan te wezen, wegens tegenstaande verzegelinge, derhalve verzochten deze akte te royeren. [T0079_INV6_p377]

1766-04-09: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Brouwer, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan Harmannes Boeschen en zijn vrouw Janna ten Caate een som van 260 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een
akker woestenland, onverscheiden met de kinderen van Lukas Brouwer, en dan nog een akker turfland op de oostere hoeve, onverscheiden met Jan Brouwer, alles alhier op het Vriezenveen gelegen. [T0079_INV6_p467]

1767-02-12: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de kinderjarige kinderen van wijlen Luicas Brouwer en wijlen Trientjen Jansen Broer, wegen
verstrekte penningen, de som van 100 guldens, behalve de reeds verlopen interest, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gelegen alhier op het Vriezenveen. Kantlijn akte: Op
27 juli 1768 zijn verscheen Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen L Brouwer, welke verklaarden door Jannes Joost en zijn vrouw voldaan zijn de genoemde schuld met interest, waarbij deze akte
geroyeerd wordt [T0079_INV7_p049].

1767-02-28: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn wegens verstrekte penningen met interest aan d E Jan Coster en zijn erfgenamen, een som van 84 guldens, en en uit dien voors hoofde met de interest
van dien aan d E Gerrit Coster Egbtz en zijn vrouw een som van 124 guldens en 1 stuiver, alsmede uit de voorschreven hoofde met de interest dien aan d E Gerrit Coster Gerritz en zijn vrouw een som van 152 guldens en 15 stuivers, dus tezamen een
som van 360 guldens en 6 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met daarop staande huis en verdere timmeragie, zo en als zij hetzelve in het gebruik hebben, voor een gedeelte onverscheiden met Henr Spijker,
gelimiteerd oostwaarts Gerrit Jan Elshof, cs, en westwaarts de weedw Jan Berents, cs. Kantlijk akte: Op 27 juli 1768 zijn verschenen Gerrit Costers Egbertszoon, mede namens zijn vrouw, alsmede Jannes Costers, namens zijn vader Jan Coster, mede
voor Gerrit Costers Gerritz, welke verklaarden dat Jannes Joost genoemd bedrag met interest voldaan heeft en deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p051].

1767-04-03: Akte of nader verband ten behoeve van Harmms Boeschen cs door de persoon van Jannes Joost en vrouw gedaan op 9 april 1766: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltjen Brouwer, welke verklaarden op 9 april 1766 het daar inne gementioneerde land
voord, som van 260 guldens aan de houder van voors hipoticatie of derzelver erfgenamen Hermannus Boesschen, cs, bij deze vrijwillig komen af te staan, onder die conditie dat zo gemelde Jannes Joost of zijn vrouw, hetzelve binnen de tijd van 2
jaren komen in te lossen en voors penningen aan gemelde cs wederom zullen komen te restitueren met de verlopene interest van dien te rekenen van dato dezers, dat als dan het voors land gelijk rechtens is, aan haar comparanten als haar eigen
behouden kunnen dat waar in voors Harmannus Boesschen cs ook genoegen neemt, maar wanneer zij comparanten voorn de voorschrevene in lossen niet komen te pre...en in de te voldoen met de interest van dien als voorschreven, dat als dan zij
comparanten voorn de gemelde landerijen voor de voorschreve som ingemelde verzegeling uitgedrukt, bij deze vrijwillig aan meergemelde Boeschen cs komen of te staan en over te geven, om als dan daarmede te kunnen en te mogen doen en handelen.
Kantlijn akte: Op 4 april 1769 is verschenen Harmns Boeschen, welke verklaarde dat hij aan Jannes Joost wederom ovregeeft en los liet uit deze akte de akker woestenland daarin vermeld zo door Jannes Joost wederom is worden ingelost mocht lijden
aktens hiervoren aangaande de woesten akker wordt geroyeerd, blijvende de voors akte ten aanzien van het turfland van 3 april 1767 is zijn volle kracht. Kantlijn akte: Op 4 april 1770 is verschenen Harmannus Boeschen welke verklaarde dat hij door
Jannes Joost ten vollen waren voldaan, van zodane penn als hem cs uithoofde van zekere hypothecatie van 9 april 1766 ten protocolle op folio 143 geregistreerd en alhier nader bevindlijk waren comp..rende in o...nal heeft overgegeven mocht lijden,
dat dezelve ten protocolle me.. wierden vernietigd en geroyeerd [T0079_INV7_p055].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Hr Jan ten Cate Janz en zijn vrouw Judith Coster, een som van 158 guldens, wegens verstrekte penningen, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op het halve huis met het 4e part van de brink, gedeeltelijk onverscheiden met Henrik Spijker en Jannes Velthuijs, benevens 4,5 wand bouwland. Kantlijn akte: Op 2 april 1784 wordt deze akte door Egbt Coster geroyeerd, na voldoening van
de penningen [T0079_INV7_p086].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltjen Luicas Brouwer, welke verklaarden op 11 februari 1767 verkocht te hebben 2 akkeren lands, beginnende van deze Kerkweg, en gaande tot aan de dijk met de Dijk en de A, exempt een goordentien,
overscheiden met Henrik Spijker, gelimiteerd oostwaarts Jan Henrix Hoff, cs, en westwaarts de weedw Jan Berent, cs, voor een som van 540 guldens, ten profijte van Henrik Spijker en zijn vrouw [T0079_INV7_p087].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltjen Luicas Brouwer, welke verklaarden op 13 februari 1767 verkocht te hebben het halve huis, zijnde de westkant, met het 4e part van de brink, benevens het 4e part van de steeg achter het hek, zover als
de verkoper die voerde halfscheid behoort, en de halve goorden achter het hek, met het halve houtgewas daarop staande, voorts de halve weide hen boven tot aan het hek, alsmede 3 wand roede maat bouwland, beginnende, na, dat Jannes Joost eerst 5
wand daaraf zal mogen nemen, vervolgens een stuk goordenland hen buiten achter dat van Spijkerland, ongeveer 30 tred, voorts hebben de koper daarbij nog bedongen de halve put, de halve oven, een kast, staande aan de westzijde, en de halve mest in
de grote stal, voor een som van 464 guldens, ten profijte van Jannes Velthuis en zijn vrouw [T0079_INV7_p088].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien L Brouwer, welke verklaarden op 13 februari 1767 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, gelegen op de landerijen van de verkoper, de voors 3 wand bouwland beginnen daar Jannes Velthuijs het zijn
afgaat, voor een som van 110 guldens, ten profijte van Henderik van Olden en zijn vrouw [T0079_INV7_p089].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltjen Luica Brouwer, welke verklaarden op 13 februari 1767 verkocht te hebben 2 wanden bouwland, gelegen op de landerijen van de verkoper, voordat van Henrik Willemsen, voor een som van 57 guldens en 10
stuivers, ten profijte van Jan Wolters en zijn vrouw [T0079_INV7_p090].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltjen Luica Brouwer, welke verklaarden in 1768 verkocht te hebben 2 wanden bouwland, gelegen op de landerijen van de verkoper, beginnende achter die van Jan Wolters, voor een som van 57 guldens en 10
stuivers, ten profijte van Henrik Willemsen en zijn vrouw[T0079_INV7_p091].

1768-12-28: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien Luicas Brouwer, welke verklaarden in 1768 verkocht te hebben een wand bouwland, met de vrijen opslag, voor een som van 57 guldens, ten profijte van Egbert Berents en zijn vrouw [T0079_INV7_p093].

1768-12-28: Gerrit Jan Elshoff en zijn vrouw Janna Pouwels, welke verklaarden in oktober 1768 verkocht te hebben een koeweide, beginnende van deze Kerkweg in en op de landerijen van het zgn Jan Ottenland, westwaarts Hend Spijker en oostwaarts
Fred Smelt, edog het boomgewas of stamhout behoudende de verkoper voor haar, voor een som van 60 guldens, ten profijte van Jannes Joost en zijn vrouw [T0079_INV7_p094].

1770-04-04: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien Luicas Brouwer, welke verklaarden in februari 1770 verkocht te hebben een akker turfland, gelegen op de oosterhoeve, waar met ingeland is Jan Berents Brouwer, gelimiteerd oostwaarts Hendk Egbers, cs,
en westwaarts Gerrit Geerdink, voor een som van 109 guldens, ten profijte van Coert Willemsen en zijn vrouw [T0079_INV7_p129].

1773-02-09: Jannes Joost en zijn vrouw Aaeltien Luicas Brouwer, welke verklaarden in 1772 verkocht te hebben een akker woestenland, gelegen in de zgn westere woestene, voor een som van 180 guldens, ten profijte van Jan Luicas Brouwer en zijn
vrouw Lutergedina Brouwer [T0079_INV7_p203].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 13-11-1762). 
Joost, Jannes (I11305)
 
1385 1763-03-17: Testament van, Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Brouwer, de laatste bijgestaan met Henrikus ter Horst als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- beide stellen tot haar universele erfgenamen het kind of kinderen, zo bij het afsterven van haar, uit dit huwelijk mochten nablijven, edog zonder zodane kind of kinderen het huwelijk door de dood gescheiden wordende, zo stelt hij testator erft
uit zonderlinge liefde en genegenheid tot zijn enig en universele erfgenaam zijn vrouw Aaltjen Brouwer;
- hij zijn vader Jan Joost de legitieme portie;
- zij als voren bij haar voor overleijden zonder kind of kinderen uit ene liefde en genegenheid to haar enig en universeel erfgenaam haar man Jannes Joost, edog na beide overlijden zullen de goederen op de naaste erfgenamen van haar devolveren en
getrokken worden;
- beide aan Gods armen alhier de som van 10 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p243]

1764-12-18: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Brouwer, welke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate Janneszoon en zijn vrouw Judith Costers, een som van 371 guldens, bij haar opgenomen op 15 januari 1763.
Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis en timmeragie, gedeeltelijk onverscheiden met Bernardus Spijker, alhier op 't Vriezenveen. Kantlijn akte: Op 27 juli 1768 verschenen Ottm Jan ten cate
Janz voor zich en mede voor zijn vrouw, welke verklaarde ten genoegen door Jannes Joost en zijn vrouw voldaan te wezen, wegens tegenstaande verzegelinge, derhalve verzochten deze akte te royeren. [T0079_INV6_p377]

1766-04-09: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Brouwer, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan Harmannes Boeschen en zijn vrouw Janna ten Caate een som van 260 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een
akker woestenland, onverscheiden met de kinderen van Lukas Brouwer, en dan nog een akker turfland op de oostere hoeve, onverscheiden met Jan Brouwer, alles alhier op het Vriezenveen gelegen. [T0079_INV6_p467]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 13-11-1762, 17-11-1782). 
Brouwer, Aaltjen (I11306)
 
1386 1763-04-16: Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, welke verklaarden in het jaar 1762 verkocht te hebben een hooimaat, beginnende van de Weeteringe, tot aan of met de dijk of Aa, gelegen in de landerijen van wijlen Jan de Ruiter, ten
profijte van Jan Hendrik Wicher en zijn vrouw Aaltjen Bramer, voor een som van 452 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p248]

1772-06-17: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemaker, welke verklaarden in januari 1772 verkocht te hebben de opslag, gelegen achter het bouwland op het wester stuk, nevens ruim 40 trad bouwland, daar annex gaande
benedenwaarts, tot aan het verkochte bouwland, voor een som van 129 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Jan Hend Wiegers en zijn kinderen [T0079_INV7_p177].

1773-04-09: Albert Menderink en zijn vrouw Fenneken Jaspers Braemhaer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff en zijn erfgenamen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3
en 3/8 deel akkers lands opgaans, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, exempt het huis en goordens van Henrik d Groot en Aleijda Smelt behorende, gelimiteerd oostwaarts de weedw van wijlen Frederik Braemer en westwaarts Jan
Henderik Wiegers [T0079_INV7_p213vo].

1773-06-15: Jan Henderik Wiegers, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijn kinderen, de rato caverende, welke verklaarde schuldig te zijn aan Henricus Clumper, wegens verstrekte penningen, een som van 1000 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2,5 akker lands opgaans met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd aan de oostzijde Albert Menderink en aan de westkant, voor een gedeelte gesepareerd en gelegen met
Egbert Berents, mitsgaders een halve akker woestenland, alsmede de achtermate zijnde hooiland, beginnende van de Weeteringe tot aan de dijk of de Aa, gelegen in de landerijen van het zgn Jan d Ruiters en Weversland, een grasgoorden bij de
buiterenweg in het zgn Hols Jans Derksland, benevens zijn 2 akkeren Superplusland, gelegen naast die van de weedw wijlen Berent Engbers, en een halve akker hoevenland op de oosterhoeve [T0079_INV7_p217].

1775-10-12: Jan Hend Wiegers, voor zichzelfs ende als vader en wettige voogd van zijn kinderen, ende boedelhouder daar voor caverende, welke verklaarde schuldig te zijn, wegens ontvangen penningen, aan Henricus Clumper, een som van 200 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 2,5 akker lands opgaans met het daarop staande huis, schuur en andere timmeragie, voor een gedeelte gesepareert, onverscheiden met Egbert Berents, mits gaders een halven woesten akker, alsmede
de achtermaat in de landerijen van het zgn Jan d Ruiters en Weversland, een grasgoorden bij den Buterenweg en Hols Jans d Esland, benevens zijn 2 akkeren Superplusland, en een halve akker hoevenland op de oosterhoeve [T0079_INV8_p039vo].

1776-07-23: Jan Hend Wiegers, voor zichzelf en als masarus en boedelhouder voor zijn kinderen, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Ed Gerrit Haegedoorn Arentz, koopman tot Almelo, en zijn vrouw, een som van 400 guldens, comparanten stellen
hypotheek en onderpand op zijn 2,5 akker lands opgaans, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, voor een gedeelte gesepareerd, en onverscheiden met Egbert Berents, mitsgaders een halve akker woestenland, alsmede de achtermate
in de landerijen van het zgn Jan d Ruijters en Weversland, een grasgoorden bij de buiteren weg in Hols Jans Derksland, benevens zijne 2 akkeren Superplusland, en een halve akker hoevenland op de oosterhoeve [T0079_INV8_p049vo].

1778-06-03: Jan Hendk Wiegers, zo voor zichzelfs en als vader en wettige voogd van zijn kinderen, welke verklaarde schuldig te zijn wegens verstrekte penningen, aan de E Gerrit Hagedooren Arentz, koopman te Almelo, en zijn vrouw, een som van 100
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijne 2,5 akker lands opgaans met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, voor een gedeelte gesepareerd en onverscheiden met Egbt Berents, mitsgaders een halve akker
woestenland, alsmede de achtermate in de landerijen van het zgn Jan d Ruijtersen Weversland, een grasgoorden bij de buijteren weg in Hols Jans Derksland, benevens zijn 2 akkeren Superplusland en een halve akker hoevenland op de oostere hoeve,
alle alhier op 't Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p097vo].

1779-07-15: Jan Hendk Wiegers, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijn kinderen, welke verklaarden schuldig te zijn aan koopman Harmen Bruggink, woonachtig te Manderen in het gerigte van Ootmarsum, wegens aan hem comparant
geleverde waren op 23 december 1777 en 27 januari 1778 een som van 142 guldens en 18 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2,5 akker lands opgaans met het houtgewas daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd
oostwaarts Albt Menderink en westwaarts Egbt Berents en voor een gedeelte met de laatste onverscheiden en alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders een halve akker woestenland, alsmede de achtermaat in Weeversland, een grasgoorden bij de
buijterenweg in Hols Jans Derksland, benevens zijne 2 akkeren turfland op het Superplus en een halve akker op de hoeve, verders alle zijne zgn als niet gespecificeerde vaste goederen en alle derzelver mobilen, vee en zaatgewassen zouden mogen
wezen en alles alhier onder dezen gerigte gelegen [T0079_INV8_p138vo].

1781-11-03: Gerrit Hoogedooren Arentz op 16 december 1780 heeft aangekocht 1,5 akker lands opgaans met het huis, schuur en verdere timmeragie, voor een gedeelte onverscheiden met de de weedw Egbt Berents, benevens een grasgoorden bij de
buiterenweg op Hols Jans Derksland gelegen, voorheen Jan Hendk Wiegers toebehorende, voor een som van 1156 guldens en 5 suivers [T0079_INV8_p219].

1781-11-03: Graadus ten Oever, op 16 december 1780 heeft aangekocht een halve akker hoevenland en een wand bouw of zaailand, op het zgn Pixsjens gelegen, voorheen Jan Henderik Wieggers toebehorende, voor een som van 62 guldens
[T0079_INV8_p220vo].

1781-11-03: Dat Freederik Jonker op 16 december 1780 heeft aangekocht de opslag op het zgn Hollandersland gelegen, voorheen Jan Hendk Wieggers toebehorende, voor een som van 85 guldens [T0079_INV8_p221].

1781-11-03: Dat Berent ten Bruggencaate op 16 december 1780 heeft aangekocht een achtermate in de landerijen van het zgn Jan de Ruitersland gelegen, voorheen Jan Hendk Wieggers toebehorende, voor een som van 262 guldens [T0079_INV8_p221vo].

1781-11-03: Dat Gerrit Smelt op 16 december 1780 heeft aangekocht een halve akker woestenland in de westere woestene gelegen, voorheen Jan Hendk Wieggers toebehorende, voor een som van 21 guldens [T0079_INV8_p222].

Woonde te Tubbergen (27-10-1759). 
Wichers, Jan Hendrik (I66689)
 
1387 1763-04-16: Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, welke verklaarden in het jaar 1762 verkocht te hebben een hooimaat, beginnende van de Weeteringe, tot aan of met de dijk of Aa, gelegen in de landerijen van wijlen Jan de Ruiter, ten
profijte van Jan Hendrik Wicher en zijn vrouw Aaltjen Bramer, voor een som van 452 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p248]

Woonde te Vriezenveen (27-10-1759). 
Bramer, Aaltjen (I66691)
 
1388 1763-05-21: Baptizatus Joannes Gerardus filius Bernardi Joannis et Ursulae Stefphens, susc Albertus Braamink et Maria Stefphens [doopboek Ootmarsum]. Steffens, Joannes Gerardus (I51680)
 
1389 1763-05-29: Geerd Snippen, woont te Getelo, is bruidegom. Snippenvlugt, Geerd (I64585)
 
1390 1763-05-29: Jan Jans, is reeds overleden. Woonde te Bruinehaar. Jansen, Jan (I64588)
 
1391 1763-07-14: Waander Wichers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Ootman ten Caate, koopman tot Almelo, een som van 1443 guldens en 16 stuivers, wegens een betekende handschrift van 16 augustus 1760 en aan de
E Harmannus ten Caate, koopman tot Almelo en zijn vrouw, een som van 727 guldens en 10 stuivers wegens betekende handschrift van 20 augustus 1760, alsmede aan Henrikus Schoemaker en zijn vrouw een som van 222 guldens wegens een obligatie van 17
juni 1758 met de rechts verschenen interest, en aan compts zus Grietjen Wiegers, wedw van Roeloff Gerritsen en som van 53 guldens, wegens een verkocht stuk linnen, en nog aan Hinrikjen Gerrits Schuirman een som van 50 guldens wegens verdient
meide loon, een kapitaal samen van 2496 guldens en 6 stuivers. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis, schuur en verder timmeragie, met dezelver 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Schuirman, en alhier
op 't Vriezenveen, een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Olde Scholsland, beginnende van de buiterenweg, en ongeveer een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, en een halve akker turfland, gelegen op de westere hoeve, met
nog een vierendeel akker turfland, mede op de westere hoeve gelegen, alle alhier op 't Vriezenveen. De akte is doorgehaald, zonder vermelding van een opmerking in de kantlijn van de akte. [T0079_INV6_p251]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar broer Hendrik], 21-09-1766). 
Schuurman, Hendrikjen (I34127)
 
1392 1763-08-02: Jan Wolters en zijn vrouw Grietjen Hindriks, welke verklaarden wegens uitstaande landsmiddelen en geleverde bieren schuldig te zijn aan de Ed Jan Hend Dickers, scholtus, en ontvangen van de landsmiddelen van het Vriezenveen, en zijn
Weled vrouw, een som van 110 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, met de goorden daar achter liggende, alsmede 3 wand bouwland in het zgn Graven Jaenenland (?) gelegen, een koeweide in Piksens Derksland gelegen, een
halve akker woestenland, onverscheiden met Bernardus Spijker, cs, en dan nog een halve akker turfland op de oostere hoeve, onverscheiden met de wedw van Wolterus Boerman, alles alhier op 't Vriezenveen. Kantlijk akte: Volgens originele
handtekening en kwitantie door de Scholtus Dikkers op de originele verzegelinge getekend, dat binnenstaande hypotheekakte ten kapitale met interest ten vollen is voldaan op 3 maart 1778, waarmee de akte geroyeerd is, actum 3 maart 1778.
[T0079_INV6_p255]

1768-03-12: Jan Wolters en zijn vrouw Grietjen Henderiks, welke verklaarden in maart 1768 verkocht te hebben een vierendeel akker en een zestiende deel akker woestenland, gelegen in de westere woesten, onverscheiden met Jan d Graaff, cs, voor een
som van 62 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Jan Jansen d Graaff en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p072vo].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltjen Luica Brouwer, welke verklaarden op 13 februari 1767 verkocht te hebben 2 wanden bouwland, gelegen op de landerijen van de verkoper, voordat van Henrik Willemsen, voor een som van 57 guldens en 10
stuivers, ten profijte van Jan Wolters en zijn vrouw [T0079_INV7_p090].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltjen Luica Brouwer, welke verklaarden in 1768 verkocht te hebben 2 wanden bouwland, gelegen op de landerijen van de verkoper, beginnende achter die van Jan Wolters, voor een som van 57 guldens en 10
stuivers, ten profijte van Henrik Willemsen en zijn vrouw[T0079_INV7_p091].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij Jan Brink en Janna Berentsen]). 
Wolters, Jan (I65496)
 
1393 1763-08-02: Kind (1 van 5) van zus, Geesken Gerritsen, van testator, als legataris van 100 gulden (Testament Henrik Gerrits van Dijk). [Toeg0079_Inv8]

1764-04-12: Testament van Hindrik Eevertman en zijn vrouw Aaltjen ten Caate, de eerste enigszins zwak van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn vader Jan Eevertman en zijn moeder Jenneken Jansen Smit de legiNOTE Tijd: portie;
- beide elkaar als enig en universeel erfgenaam met testament op langst levende;
- hij aan zijn ouders Jan Eevertman en Jenneken Jansen Smit, de na te latene linnen en wollen kleren, zo tot zijn lichaam zijn behorende, en verder niet, alsmede de kast, zo van zijn ouders heeft genoten en gekregen;
- zijn aan haar broer Jasper ten Caate en aan haar 2 zussen met namen Grietjen ten Caate en Jenneken ten Caate, natelatene zo linnen als wollen kleren, zo tot haar lichaam zijn behorende, alsmede haar kist;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p284]

1766-02-15: Berent Lukas Schoemaker en zijn vrouw Mettjen Hoek, Engbert Hospes en zijn vrouw Mariken Hoek, Jannes Hoek en zijn vrouw Janna Berens, Jan Hulshoff en zijn vrouw Mettjen Faijer, voorts Gerrijt Fronten en Berent Lukas als voogden van
Kunnegjen Hoek, tezamen kinderen en erfgenamen van wijlen Hend Hoek, welke verklaarden in januari 1765 verkocht te hebben 1,5 akker lands opgaans, met het halve huis, halve schuur, en de verdere timmeragie, daarop staande, in des tijds voor een
gedeelte onverscheiden met Grietjen ten Caate, wedw Hend Hoek, en gelimiteerd oostwarts Albert Wolters, westwaarts Henr Jansen Post, ten profijte van Hindrik Broertjen en zijn vrouw Grietjen Hendriks ten Caate, voor een som van 175 guldens.
[T0079_INV6_p456]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 12-01-1765, 27-10-1765, 11-09-1768, 23-02-1772). 
ten Cate, Grietjen (I9431)
 
1394 1763-08-02: Kind (1 van 5) van zus, Geesken Gerritsen, van testator, als legataris van 100 gulden (Testament Henrik Gerrits van Dijk). [Toeg0079_Inv8]

1764-04-12: Testament van Hindrik Eevertman en zijn vrouw Aaltjen ten Caate, de eerste enigszins zwak van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn vader Jan Eevertman en zijn moeder Jenneken Jansen Smit de legiNOTE Tijd: portie;
- beide elkaar als enig en universeel erfgenaam met testament op langst levende;
- hij aan zijn ouders Jan Eevertman en Jenneken Jansen Smit, de na te latene linnen en wollen kleren, zo tot zijn lichaam zijn behorende, en verder niet, alsmede de kast, zo van zijn ouders heeft genoten en gekregen;
- zijn aan haar broer Jasper ten Caate en aan haar 2 zussen met namen Grietjen ten Caate en Jenneken ten Caate, natelatene zo linnen als wollen kleren, zo tot haar lichaam zijn behorende, alsmede haar kist;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p284]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 01-02-1761). 
ten Cate, Jennigjen (I10162)
 
1395 1763-08-02: Kind (1 van 5) van zus, Geesken Gerritsen, van testator, als legataris van 100 gulden (Testament Henrik Gerrits van Dijk). [Toeg0079_Inv8]

1764-04-12: Testament van Hindrik Eevertman en zijn vrouw Aaltjen ten Caate, de eerste enigszins zwak van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn vader Jan Eevertman en zijn moeder Jenneken Jansen Smit de legiNOTE Tijd: portie;
- beide elkaar als enig en universeel erfgenaam met testament op langst levende;
- hij aan zijn ouders Jan Eevertman en Jenneken Jansen Smit, de na te latene linnen en wollen kleren, zo tot zijn lichaam zijn behorende, en verder niet, alsmede de kast, zo van zijn ouders heeft genoten en gekregen;
- zijn aan haar broer Jasper ten Caate en aan haar 2 zussen met namen Grietjen ten Caate en Jenneken ten Caate, natelatene zo linnen als wollen kleren, zo tot haar lichaam zijn behorende, alsmede haar kist;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p284]

1778-03-02: Geessien Jansen, weduwe van wijlen Willem van Dijk, bijgestaan met Roelof Jansen als haar voogd, voordragende hoe dat haar wijlen zwager Henderik Gerrits van Dijk, op 2 augustus 1763 een testamentaire disposite heeft opgericht en op
dezelven dato door dezen gerecht geconfirmeert en geapprobeert, welke testamentaire dispositie zij heeft gebracht om geopend en gepronuntieerd te worden, waarvan zij aan de erfgenamen kennis heeft gegevens aan Jasper ten Cate, Aleijda ten Cate
{is zij dit?}, Henderik Broertjen, nomine uxous Grietjen ten Cate, Gerrit Braemer, Geertjen Jansen Prinsen, om si velit (?) op heden in den gerechte te compareren en het voornoemde testament te zien visiteren, dezelve zegels gaaf en ongeschonden
bevonden worden, de te openen en te pronuntieren wes halven comparante verzoekt, dat het voorschreven testament mag worden voor gebracht, door dezen gerecht in presentie van de gecompareerde erfgenamen mag worden gevisiteert, de zegels gaaf en
ongeschonden bevonden worden mag worden geopend en gepronuntieert, zulks stellende ad decreetum. Het voorschreven testament, in presentie van presumptieve erfgenamen van Henderik van Dijk, door het gerecht gevisitteerd zijnd, en de zegels gaaf en
ongeschonden bevonden, zo is het zelve geopend en gepronuntieert, luidende het op schrift als volgt: Testament van Henderik Gerrits van Dijk, zijnde gezond van lichaam, [verder niet benoemd wie zijn erfgenamen en wie een legaat mocht ontvangen] 2
augustus 1763 [T0079_INV8_p090vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 19-02-1763, 28-02-1768); St. Petersburg [Rusland]. 
ten Cate, Aaltjen (I14516)
 
1396 1763-08-02: Kind (1 van 5) van zus, Geesken Gerritsen, van testator, als legataris van 100 gulden (Testament Henrik Gerrits van Dijk). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 04-02-1758).

Na overlijden:

1765-03-16: Jasper Leenders, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige meisjen, welke verklaarde wegens ontvangen penningen, zo zonder (?) strekkene tot betalinge van zijne alsnog verschuldigde penningen zo aan Gerrijt Costers
Egbersz als aan Gerrijt Costers Gerritszoon, en verdere crediteuren, schuldig te zijn, aan Jan Willem Harwig, procureur tot Almelo en zijn vrouw Stientjen Boom, en kinderen, een som van 600 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op
het huis, schuur, met de goorden daarachter staande en gelegen in Oude Jan Klaassensland, met nog ruim 90 treden goorden land, in Jan Teunis Geesenland, 2 koeweiden in Hendrik Koors Hindriksland, en dan nog 5 wanden bouwland in Koort
Klaassensland, alles alhier op het Vriezenveen gelegen. [T0079_INV6_p386] 
ten Cate, Geertjen (I9891)
 
1397 1763-08-02: Testament van Henrik Gerrits van Dijck, waarin genoemd:
- zijn broer Willem van Dijck, enige en universele erfgenaam;
- zijn zus Geertjen Gerrits, vrouw van Jan Hermen Prins, 200 guldens;
- zijn andere ongehuwde zus Harmtjen Gerrits, 100 guldens, en bij haar overlijden aan de kinderen van Willem van Dijk;
- wijders aan de 5 kinderen van zijn overleden zus Geesken Gerritsen, 100 guldens;
- aan de armen van het Vriezenveene, 50 guldens;
- aan de kerk van het Vriezenveene, 100 guldens, welke 100 guldens zullen worden besteed en aangelegd tot ene kroone in de kerk aldaar [T0079_INV8_p092]. 
Gerrits, Geesjen (I15697)
 
1398 1763-09-05: Testament van Jan van Aken en zijn vrouw Johanan Rompelman, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in dezen, waarin genoemd:
- hij de legiNOTE Tijd: portie, bij aldien zonder kind of kinderen bij zijn vrouw te verwekken komt te overlijden, zijn dochter Jenneken van Aken;
- zij de legiNOTE Tijd: portie, bij aldien zonder kind of kinderen bij haar man te verwekken komt te overlijden, haar moeder Annetjen de Haas, wedw van wijlen Jan Rompelman;
- beide maken elkaar enig en universeel erfgenaam op langst levende. [T0079_INV6_p259] 
van Aken, Jenneken (I4686)
 
1399 1763-10-02: Eeltie Gooitzens, woont te Scharnegoutum, is bruidegom.
1767-02-08: Eeltie Gooitzens, woont te Scharnegoutum, is vader.
1771-01-20: Eeltie Gooitzens, woont te Scharnegoutum, is vader.
1772-09-06: Eeltie Gooitzens, huisman, woont te Scharnegoutum, is vader.
1774-07-10: Eeltie Gooitzens, woont te Scharnegoutum, is vader.
1776-05-19: Eeltie Gooitzens, woont te Scharnegoutum, is vader.
1780-01-23: Eeltie Gooitzens, woont te Scharnegoutum, is vader.
Tot 1802/1803: Woont te Rauwerd. 
Gooitzens, Eeltie (I128)
 
1400 1763-11-18: Leentie, woont te Tjerkgaast, is gedoopt. Kersts, Leentie (I2174)
 

      «Vorige «1 ... 24 25 26 27 28 29 30 31 32 ... 1774» Volgende»