|
|
|
|
( ca. 1734) - 1792
-
Naam |
Jan Hendrik Wichers |
Geboren |
( ca. 1734) |
Tubbergen [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Joannis Henrici, Wiegerts, Wijchers, Wiegers |
Permanent recordnummer |
66689 |
Overleden |
tussen 1784 en 1792 [2] |
Persoon-ID |
I66689 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
29 mei 2022 |
Gezin |
Aaltjen Bramer, geb. ( ca. 1734), ovl. tussen 1763 en 1772 |
Ondertrouw |
27 okt 1759 |
Vriezenveen [3] |
Permanent recordnummer |
23785 |
Kinderen |
|
Laatst gewijzigd op |
24 aug 2009 |
Gezins-ID |
F23785 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Geboren - ( ca. 1734) - Tubbergen |
|
| Ondertrouw - 27 okt 1759 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Aantekeningen |
- 1763-04-16: Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, welke verklaarden in het jaar 1762 verkocht te hebben een hooimaat, beginnende van de Weeteringe, tot aan of met de dijk of Aa, gelegen in de landerijen van wijlen Jan de Ruiter, ten
profijte van Jan Hendrik Wicher en zijn vrouw Aaltjen Bramer, voor een som van 452 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p248]
1772-06-17: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemaker, welke verklaarden in januari 1772 verkocht te hebben de opslag, gelegen achter het bouwland op het wester stuk, nevens ruim 40 trad bouwland, daar annex gaande
benedenwaarts, tot aan het verkochte bouwland, voor een som van 129 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Jan Hend Wiegers en zijn kinderen [T0079_INV7_p177].
1773-04-09: Albert Menderink en zijn vrouw Fenneken Jaspers Braemhaer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan de Graeff en zijn erfgenamen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3
en 3/8 deel akkers lands opgaans, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, exempt het huis en goordens van Henrik d Groot en Aleijda Smelt behorende, gelimiteerd oostwaarts de weedw van wijlen Frederik Braemer en westwaarts Jan
Henderik Wiegers [T0079_INV7_p213vo].
1773-06-15: Jan Henderik Wiegers, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijn kinderen, de rato caverende, welke verklaarde schuldig te zijn aan Henricus Clumper, wegens verstrekte penningen, een som van 1000 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2,5 akker lands opgaans met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd aan de oostzijde Albert Menderink en aan de westkant, voor een gedeelte gesepareerd en gelegen met
Egbert Berents, mitsgaders een halve akker woestenland, alsmede de achtermate zijnde hooiland, beginnende van de Weeteringe tot aan de dijk of de Aa, gelegen in de landerijen van het zgn Jan d Ruiters en Weversland, een grasgoorden bij de
buiterenweg in het zgn Hols Jans Derksland, benevens zijn 2 akkeren Superplusland, gelegen naast die van de weedw wijlen Berent Engbers, en een halve akker hoevenland op de oosterhoeve [T0079_INV7_p217].
1775-10-12: Jan Hend Wiegers, voor zichzelfs ende als vader en wettige voogd van zijn kinderen, ende boedelhouder daar voor caverende, welke verklaarde schuldig te zijn, wegens ontvangen penningen, aan Henricus Clumper, een som van 200 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 2,5 akker lands opgaans met het daarop staande huis, schuur en andere timmeragie, voor een gedeelte gesepareert, onverscheiden met Egbert Berents, mits gaders een halven woesten akker, alsmede
de achtermaat in de landerijen van het zgn Jan d Ruiters en Weversland, een grasgoorden bij den Buterenweg en Hols Jans d Esland, benevens zijn 2 akkeren Superplusland, en een halve akker hoevenland op de oosterhoeve [T0079_INV8_p039vo].
1776-07-23: Jan Hend Wiegers, voor zichzelf en als masarus en boedelhouder voor zijn kinderen, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Ed Gerrit Haegedoorn Arentz, koopman tot Almelo, en zijn vrouw, een som van 400 guldens, comparanten stellen
hypotheek en onderpand op zijn 2,5 akker lands opgaans, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, voor een gedeelte gesepareerd, en onverscheiden met Egbert Berents, mitsgaders een halve akker woestenland, alsmede de achtermate
in de landerijen van het zgn Jan d Ruijters en Weversland, een grasgoorden bij de buiteren weg in Hols Jans Derksland, benevens zijne 2 akkeren Superplusland, en een halve akker hoevenland op de oosterhoeve [T0079_INV8_p049vo].
1778-06-03: Jan Hendk Wiegers, zo voor zichzelfs en als vader en wettige voogd van zijn kinderen, welke verklaarde schuldig te zijn wegens verstrekte penningen, aan de E Gerrit Hagedooren Arentz, koopman te Almelo, en zijn vrouw, een som van 100
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijne 2,5 akker lands opgaans met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, voor een gedeelte gesepareerd en onverscheiden met Egbt Berents, mitsgaders een halve akker
woestenland, alsmede de achtermate in de landerijen van het zgn Jan d Ruijtersen Weversland, een grasgoorden bij de buijteren weg in Hols Jans Derksland, benevens zijn 2 akkeren Superplusland en een halve akker hoevenland op de oostere hoeve,
alle alhier op 't Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p097vo].
1779-07-15: Jan Hendk Wiegers, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijn kinderen, welke verklaarden schuldig te zijn aan koopman Harmen Bruggink, woonachtig te Manderen in het gerigte van Ootmarsum, wegens aan hem comparant
geleverde waren op 23 december 1777 en 27 januari 1778 een som van 142 guldens en 18 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2,5 akker lands opgaans met het houtgewas daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd
oostwaarts Albt Menderink en westwaarts Egbt Berents en voor een gedeelte met de laatste onverscheiden en alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders een halve akker woestenland, alsmede de achtermaat in Weeversland, een grasgoorden bij de
buijterenweg in Hols Jans Derksland, benevens zijne 2 akkeren turfland op het Superplus en een halve akker op de hoeve, verders alle zijne zgn als niet gespecificeerde vaste goederen en alle derzelver mobilen, vee en zaatgewassen zouden mogen
wezen en alles alhier onder dezen gerigte gelegen [T0079_INV8_p138vo].
1781-11-03: Gerrit Hoogedooren Arentz op 16 december 1780 heeft aangekocht 1,5 akker lands opgaans met het huis, schuur en verdere timmeragie, voor een gedeelte onverscheiden met de de weedw Egbt Berents, benevens een grasgoorden bij de
buiterenweg op Hols Jans Derksland gelegen, voorheen Jan Hendk Wiegers toebehorende, voor een som van 1156 guldens en 5 suivers [T0079_INV8_p219].
1781-11-03: Graadus ten Oever, op 16 december 1780 heeft aangekocht een halve akker hoevenland en een wand bouw of zaailand, op het zgn Pixsjens gelegen, voorheen Jan Henderik Wieggers toebehorende, voor een som van 62 guldens
[T0079_INV8_p220vo].
1781-11-03: Dat Freederik Jonker op 16 december 1780 heeft aangekocht de opslag op het zgn Hollandersland gelegen, voorheen Jan Hendk Wieggers toebehorende, voor een som van 85 guldens [T0079_INV8_p221].
1781-11-03: Dat Berent ten Bruggencaate op 16 december 1780 heeft aangekocht een achtermate in de landerijen van het zgn Jan de Ruitersland gelegen, voorheen Jan Hendk Wieggers toebehorende, voor een som van 262 guldens [T0079_INV8_p221vo].
1781-11-03: Dat Gerrit Smelt op 16 december 1780 heeft aangekocht een halve akker woestenland in de westere woestene gelegen, voorheen Jan Hendk Wieggers toebehorende, voor een som van 21 guldens [T0079_INV8_p222].
Woonde te Tubbergen (27-10-1759).
|
-
Bronnen |
- DTB 510, blz. 051.
- DTB 510, blz. 079; DTB 510a, blz. 006.
Overleden tussen 7 november 1784 en 21 oktober 1792.
- DTB 510, blz. 051.
Den 28 octob. 1759: Jan Hendrik Wiegerts, jm. z. van Jan Wiegerts onder
Tubbergen, en Aeltjen Harmsen Bramer, alhier.
|
|
|
|