| |
|
 |
|
 1710 - 1780 (~ 68 jaar)
-
| Naam |
Jan Hof |
| Gedoopt |
09 jun 1710 |
Vriezenveen  [1] |
| Geslacht |
Mannelijk |
| Alias |
'Hofjan', Jan Berents, Berendz, Berends, Barends Hofman |
| Beroep |
landbouwer |
| Permanent recordnummer |
412 |
| Patroniem |
Berends |
| Overleden |
tussen 1779 en 1780 |
Vriezenveen [2] |
| Persoon-ID |
I412 |
Vriezenveners.nl |
| Laatst gewijzigd op |
31 mei 2022 |
| Gezin |
Fennigjen Bramer, ged. 15 nov 1722, Vriezenveen , ovl. na 1766 (Leeftijd ~ 45 jaar) |
| Getrouwd |
( ca. 1744) |
| Type: Reli |
| Permanent recordnummer |
206 |
| Kinderen |
| | 1. Berend Hofman, ged. 15 aug 1745, Vriezenveen , ovl. 20 mei 1814, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd ~ 68 jaar) |
| | 2. Fennigjen Hof, ged. 01 sep 1748, Vriezenveen , ovl. tussen 1783 en 1811, Vriezenveen (Leeftijd ~ 34 jaar) |
| | 3. Hermannus Hof, ged. 21 nov 1751, Vriezenveen |
| | 4. Hendrina Hofman, ged. 19 jan 1755, Vriezenveen |
| | 5. Hermannus Hof, ged. 14 jan 1759, Vriezenveen , ovl. 28 feb 1843, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd ~ 84 jaar) |
|
| Laatst gewijzigd op |
18 dec 1998 |
| Gezins-ID |
F206 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
| Gebeurteniskaart |
|
 | Gedoopt - 09 jun 1710 - Vriezenveen |
 |
| Overleden - tussen 1779 en 1780 - Vriezenveen |
|
|
| Pin Legenda |
 : Adres
 : Locatie
 : Stad/Dorp
 : Gemeente/Graafschap
 : Staat/Provincie
 : Land
 : Nog niet ingesteld |
-
| Oosteinde |
 | Oosteinde 308 te Vriezenveen
Oosteinde 308 te Vriezenveen
Leggernrs: 347, 1153, 2259, 3851, 8976, 11170, 10230
Perceelnrs: D587, D1751, D2847, D2816, D4133, D5232, K230
Huisnrs: 1-092 (tot 1957), Oosteinde 308
1e huis
1817: huis eigendom van Jan Hof [8992]
1850: overdracht huis aan Fredrikus Jonker [1693]
1870: verkoop huis aan Berend Jonker [44876]
1892: sloping… |
-
| Aantekeningen |
- Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 145.
1741-02-25: Hendrik Albers en zijn vrouw Geertjen Gerritsen, hebben op 20 september 1740 verkocht een grasgoorden in verkopers landerijen, gelegen aan deze kant van de waeterleijdink, zijn aanvang nemende van de dwarssloot, van de goorden zo
wijlen Jan Berens Hols heeft toebehoord, en dat buiten in zover denzelven omgraven leijd en waar in Lukas Berens en Hilleken Berens ieder een tiende part zijn hebbende, gelimiteerd oostwaarts de stege, westwaarts Garrit Winter, ten profijte van
Jan Berens Hoff en erfgenamen, voor een som van 123 guldens [T0079_INV5_p018].
1744-08-11: Egbert Jansen en zijn vrouw Berentjen Rotgers, welke verklaarden verkocht te hebben 2,5 wand roede maat bouwland met een koeweide, beginnende van deze kerkweg tot aan de oldenweg, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Roelofsen Huisman,
westwaarts Jan Berents Hoff, ten profijte van Jannes Harms Schoemacker en zijn vrouw, voor een som van 272 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p121].
1744-08-11: Egbert Jansen en zijn vrouw Berentjen Rotgers, welke verklaarden verkocht te hebben een wand van 100 treden roede maat bouwland, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roelofsen Huisman, westwaarts de weduwe Lukas Hospes, alsmede het broekland
beginnende van de dijk of de Aa tot aan of met de Hollandsen Graaven, oostwaarts Henr Roelofsen Huisman, westwaarts Jan Berens Hoff, ten profijte van Hindrik Jansen Hoffman en zijn vrouw, voor een som tezamen van 127 guldens en 10 stuivers
[T0079_INV5_p124].
1744-08-11: Egbert Jansen en zijn vrouw Berentjen Rotgers, welke verklaarden verkocht te hebben 3 koeweiden, beginnende van deze kerkweg tot aan de zgn Oldenweg, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roelofsen Huisman, westwaarts de koper Jan Berens
Hoff, ten profijte van Jan Berents Hoff en zijn vrouw, een som tezamen van 297 guldens [T0079_INV5_p128].
1744-08-21: Aaltjen Feijer, weduwe van wijlen Klaas Wolters, bijgestaan met Garrijt van Olde als haar voogd, voorts Lukas Feijer en Lukas Geersen Hols als voogden over Berendina Feijer, en de rato caverende voor Jan Freriks, als getrouwd aan
Cunnera Feijer, welke op 24 februari 1744 gerechtelijk verkocht te hebben een 3e part van het hooiland, zo van wijlen Rotgert Berens, en de weduwe Lukas Hospers door wijlen Garrijt Feijer aangekocht, onverscheiden met Jan Kruis en Roeloff
Willems, aanvang nemende van de Oldenweg, met het anpart van het broekland van de weduwe Lukas Hospes aangekocht, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roelofs Huisman, westwaarts Jan Berens Hoff, zo en als het wijlen Garrijt Feijer heeft aangekocht, ten
profijte van Jan Hendriks Hols, en Jan Jansen Onweer, derzelver vrouwen en erfgenamen, voor een som van 464 guldens [T0079_INV5_p130].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 12, nr. 8:
Man : Jan Berents Hofman.
Vrouw : Fenneken Hinderix.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Berent Jansen en een ongedoopt meijssien.
Dienstboden : 1 scheper Berent Wiegers.
Inwonenden : Mina Berentsen.
1756-05-01: Harmen Claassen en zijn vrouw Grietjen Aaman, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jan Jansen Does en erfgenamen, een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis, schuur
en verdere getimmerte, op en dale, te vene, te velde, te heide, te weide, met top en twijg daarop staande, gelimiteerd oostwaarts Lucas Onweer, westwaarts Jan Berens Hoff [T0079_INV5_p548].
1756-05-08: Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden op 21 januari 1756 verkocht te hebben 3 wanden bouwland alhier op het Vriezenveen, in het zgn Hoff Jansland gelegen, en zo het Jan Berens Hoff in het gebruik heeft gehad,
aan handen van Jan Jansen en zijn vrouw Kunnegjen Jansen, voor een som van 91 guldens [T0079_INV5_p551].
1756-05-08: Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden op 21 januari 1756 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, alhier op het Vriezenveen, in het zgn Hoff Jansland gelegen, en bezwaren daarop liggende zo na contigent zal
verdeeldworden en zo het Jan Berens Hoff in het gebruik heeft gehad, aan handen van Berentjen Jansen, wedw Hendrik Hoffman, en kinderen, voor een som van 99 guldens [T0079_INV5_p553].
1756-05-08: Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden op 21 januari 1756 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, alhier op het Vriezenveen, in het zgn Hoff Jansland gelegen, en zo het Jan Berens Hoff in het gebruik heeft gehad,
aan handen van Henrikus Hendriks Klompemaker en erfgenamen, voor een som van 114 guldens [T0079_INV5_p554].
1756-05-08: Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden op 21 januari 1756 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, alhier op het Vriezenveen, in het zgn Hoff Jansland gelegen, zo na contingent zal verdeeld worden en zo het Jan
Berens Hoff in het gebruik heeft gehad, aan handen van Frerick Jansen Klompenmaker en erfgenamen, voor een som van 100 guldens [T0079_INV5_p556].
1756-05-08: Jan Berens Hoff en zijn vrouw Fenneken Hednriks Braamer, welke verklaarden verkocht te hebben 2 wanden bouwland, alhier op het Vriezenveen, in Koort Klaassensland gelegen, aan handen van Frerick Jansen en zijn vrouw, voor een som van
56 guldens [T0079_INV5_p557].
1756-05-08: Jan Berens Hoff en zijn vrouw Fenneken Hindriks Braamer, welke verklaarden op 19 januari 1756 verkocht te hebben 2,5 akker land, met deszelfs huis en schuur daarop staande, gelimiteerd oostwaarts het zgn Hospes en Rutgersland
[Rurtgersland], westwaarts de weduwe van Hindrik Hofman, zo en als zij verkopers hetzelve in gebruik hebben gehad, ten profijte van Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, voor een som van 1800 guldens [T0079_INV5_p563].
1756-05-20: Pr Henderick Jan Bos, rigter van Enschede, in kwaliteit als door haar Ed Mogende, de Heeren Ordinaris Gedeputeerden bij vertoonde resolutie van 1 april 1756 geauthoriseerd om in naam van Ridderschap en Staten, op vertoninge van
behoorlijke kwitantie van de gedane betalinge der volle kooppenningen, getekend door de Heer ontvanger van Twente, wegens het door Jan Berens Hoff op 2 januari 1756 Provintieele aangekochte Erve, 'T SCHOUTEN GOET genaamd, ten doen landsedelijke
cessie, transport en overdracht, en vermits gezegde Jan Berens Hoff aan mij, in mijn voornoemde kwaliteit de kwitantie van de Heer ontvanger van Twente voor zijn aandeel heeft vertoond en daaruit gezien, dat het door hem op 2 januari 1756
aangekochte Provinciale Erve, te weten het westere vierendeel van het erve SCHOUTEN GOET genaamd, met daarop staande huis en schuur en verdere getimmerte, ten vollen hadden voldaan en betaald [T0079_INV5_p565].
1756-05-20: Pr Hend Jan Bos, rigter van Enschede, in kwaliteit als door haar Ed Mogende, de Heeren Ordinaris Gedeputeerden bij vertoonde resolutie van 1 april 1756 geauthoriseerd om in naam van Ridderschap en Staten, op vertoninge van behoorlijke
kwitantie van de gedane betalinge der volle kooppenningen, getekend door de Heer ontvanger van Twente, wegens het door Jan Jonkman overgenomene aandeel van het zgn SCHOUTEN GOET, door Jan Berens Hoff op 2 januari 1756 provinciale aangekochte erve
voornd, namelijk de 2 oosteren akkeren, gedeelte onverscheiden met Harmen Claessen, met het daarop staande huis en verdere timmeragie, te doen landstedelijke cessie, transport en overdracht, en vermits gezegde Jan Jonkman aan mij in mijn
voornoemde kwaliteit de kwitantie van de Heer ontvanger van Twente heeft vertoond, en daaruit gezien, dat het door hem overgenomene aandeel zo mede op 2 januari 1756 aangekochte provinciale erve, en timmeragie daarop staand, hiervoren gemeld, ten
vollen hadde voldaan en betaald [T0079_INV5_p566].
1757-12-03: Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden, ingevolge condities en voorwaarden, op 21 januari 1756 verkocht hebben 3 wanden bouwland of goordenland, alhier op het Vriezenveen, in het zgn Hoff Jansland gelegen, en
zo Jan Berents Hoff in het gebruik heeft gehad, aan handen van Harmen Berents Otten en erfgenamen, voor een som van 95 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p657].
1759-04-25: De Ed Gerrijt ten Caate en Thomas ten Caate, als door de crediteuren aangestelde curatoren over de desolaat verklaarde boedel van wijlen Jan Freriks Fronten en zijn vrouw Grietjen ten Caate in gemeenschap bezeten goederen en dan bij
deze gerechtelijke cessie, transport en overdracht aan Jan Berens Hoff en zijn vrouw van alsodane hooiland de Berken (?) deele genaamd, onverscheiden met de wedw Gerrijt Barkhoff, zo en als hij koper hetzelve op 31 augustus 1758 uit voornoemde
desolaat verklaarde boedel, ingevolge condities en voorwaarden gerechtelijk voor een som van 94 guldens en 15 stuivers heeft aaan zich gekocht. [T0079_INV6_p016]
1761-04-08: Gerrijt Jansen Fleege, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Schol en zijn vrouw Gerrijtdina Kruis een som van 100 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een halve akker boverweges
land, gelegen op de Westere hoeve, onverscheiden met Jan Lukas cs, gelimiteerd oostwaarts Jan Berens Hoff, westwaarts Hindrik ten Caate, cs, voorts 1,5 wand bouwland, gelegen in het zgn Weijde Bartels Geesenland. [T0079_INV6_p125]
1764-05-05: Jan Jansen Jacobs en zijn vrouw Berentjen Jansen, welke verklaarden in 1764 verkocht te hebben 2 akkers turfland, gelegen op de Superplus, gelimiteerd oostwaarts Jan Jansen, westwaarts Hindrik Bramer, ten profijte van Jan Berens Hoff
en zijn vrouw, voor een som van 229 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p303]
1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben 4 koeweiden, beginnende van deze nieuwe Kerkweg en gaande tot heen aan de Oldenweg,
onverscheiden met ... [puntjes], gelegen in de landerijen van het zgn Hospes en Rutgersland, ten profijte van Jan Berents Hoff en zijn vrouw, voor een som van 281 guldens [T0079_INV7_p007].
1766-05-10: Jan Berents Hoff en zijn vrouw Fenneken Braemer, welke verklaarden op 1 februari 1766 verkocht te hebben 2 akkeren hooiland, beginnende van de Wetteringe en gaande tot aan de Dijk ende met de Aa, gelegen in het zgn Vossesland, ten
profijte van Jan Willems Bramer en Jan Jansen en zijn vrouw, ieder voor de gerechte halfscheid, en zulks voor een som van 180 guldens [T0079_INV7_p013].
1773-02-08: D E Gerrit Costers Egbtz, voor zich, en de rato caverende voor zijn vrouw, welke verklaarde op 29 december 1770 verkocht te hebben een akker turfland, gelegen op het zgn Superplus, naast en oostwaarts Jan Berents Hof en westwaarts
Henderik Berents Braemer, voor een som van 126 guldens, 11 stuivers en 8 penningen, ten profijte van Jan Jansen Berkhof en zijn vrouw [T0079_INV7_p202].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).
|
-
| Bronnen |
- DTB 506, blz. 049.
Dn 9 junij 1710: Berend Claessen en Fennighjen Willems; Jan.
- DTB 510, blz. 073; Website Erik Berkhof.
|
|
|
|
