|
|
|
|
( ca. 1692) - na 1768
-
Naam |
Berend van der Aa |
Geboren |
( ca. 1692) |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Berent van der A, van de Aa |
Permanent recordnummer |
21670 |
Patroniem |
Pauwels |
Overleden |
na 1768 [1] |
Persoon-ID |
I21670 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
6 jun 2022 |
-
Westeinde |
| Westeinde 298 te Vriezenveen Westeinde 298 te Vriezenveen
Leggernrs: 336, 2013, 3107, 3503, 8511, 11575, 12032, 12785, 12787, 12785, 12787, 14217
Perceelnrs: A1810, A6932, A9702, A9762, G736, G1017
Huisnrs: 5-639 (tot 1957), Westeinde 298 (tot 1979)
Opm: Volgens register grondbelasting van 1897 is het 2e huis een dubbelhuis.
1817: huis eigendom van Wed. Jan Hendriks… |
-
Aantekeningen |
- Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 209/212/214/261.
1718-01-06: Henricus Bollik, wonende tot Almelo, en zijn vrouw Frederica Prinssen, welke verkocht hebben 2 akkeren lands te veene en te velde met top en twijg, gelimiteerd oostwaarts met koper Frederick van der Aa, westwaarts Berend Olthen, voor
een som van 960 guldens, aan handen van Frederik Pauwels van der Aa en zijn vrouw Eessche Janssen, en aan Berend van der Aa en zijn vrouw Hinrickjen Berendsen Grobbe, deze 2 akkeren lands in gemeen uitgezonderd de 2 akkeren hooiland buijten de
oldenweg komt Berend van der Aa alleen toe [T0079_INV4_p089].
1740-12-02: Berent van der Aa en zijn vrouw Hendrikjen Berens Winter, Warner ter Morsche voor hemzelf en namens zijn vrouw Geertjen van der Aa, waarvoor mede de rato is caverende volgens haar eigenhand zo alhier wordt vertoond, voorts Mannes van
der Aa voor hemzelf en de rato caverende voor zijn andere absente broers en zussen, en Gerrijt van der Aa, voor hemzelf en als de rato caverende voor zijn absente broers en zussen, en dan voor het laatste Berent van der Aa en Garrit Winter als
voogden over de onmondige kinderen, zo Jannes Geerdink bij wijlen Harmina van der Aa heeft verwekt, tezamen kinderen en erfgenamen van wijlen Pouwel van der Aa en Mettjen Garrits Winter, welke op 20 april 1740 verkocht hebben drievierendeel akker
boverwegesland, gelegen op de westere hoeve, onverscheiden met Garrijt Jansen, beginnende van de buiterenweg en dat boverwaarts is zover de heerlijkheid zich uitstrekt, gelimiteerd oostwaarts Jan Hendriks Post, westwaarts Frerik Freriks, ten
profijte van Jannes Geerdink en zijn vrouw Johanna van Weerselo, voor een som van 140 guldens [T0079_INV5_p007].
1741-08-17: Aeltjen Wolters, weduwe van wijlen Berent Harmsen Smelt, bijgestaan met Jan Smeld als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben een halve akker boverwegesland, gelegen op de westere hoeve, onverscheiden met de weduwe Frerik van
der Aa en consorten, gelimiteerd oostwaarts Derk Berens Schipper en westwaarts Jan Cluppels, ten profijte van Berent van der Aa en zijn vrouw, voor een som van 140 guldens [T0079_INV5_p029].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 27, nr. 4:
Man : Berent van der A.
Vrouw : Henderikjen Berents.
Kinderen >10 jaar : Jan van der A, Frerik van der A.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : 1 klijn meijt Hinderikjen Harmsen.
Inwonenden : -.
1752-09-21: Berent van der Aa en Gerrijt Berens Winter, als voogden over de onmondige kinderen van wijlen Jannes Geerdink en Harmina van der Aa nagelaten, voorts Berent van der Aa en zijn vrouw Hindrikjen Berens Grubben, Garrijt van der Aa en
zijn vrouw Janna Jansen de Ruijter, en Hermannes ten Monsel (?), tezamen erfgenamen van wijlen Pauwel van der Aa en de rato caverende van de mede absente erfgenamen, welke verklaarden op 29 juni 1752 verkocht te hebben 2 stukjes goordenland,
gelegen in het zgn Piksens Derksland, het ene gelegen aan de buitere kant van deze kerkweg op de oude huisplaatse, beginnende van Berent Egbers Snijder zijn goorden, tot aan de goorden van wedw Jannes Geerdink, en een grasgoordentjen, aanvang
nemende van de Waterleijdik tot aan de goorden van de wedw Jannes Geerdink, gelimiteerd oostwaarts Jasper Braamer, westwaarts de wedw Jannes Geerdink, ten profijte van Jan Klump en zijn vrouw Jenneken Jansen Telgenkamp, voor een som van 90
guldens [T0079_INV5_p380].
1759-04-28: Jan Hoek en zijn vrouw Mettjen Feijer, welke verklaarden in de maand mei van 1756 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans, met daarop staande huis en timmerarije, gedeeltelijk onverscheiden met Berent van der Aa, gelimiteerd
oostwaarts Jan Jansen ten Caate, westwaarts Henrikus Schuirman, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 1400 guldens [T0079_INV6_p027]
1759-06-09: Berent van der Aa en zijn vrouw Hindrikjen Berens Grubbe, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker boverwegesland, gelegen op de Westere hoeve, beginnende van de Buiterenweg, en dat bovenwaarts in, onverscheiden met Egbert
Schuirman, gelimiteerd oostwaarts de kinder van Jan de Ruiter, westwaarts Garrijt Winter, ten profijte van Jannes Berens en zijn vrouw, voor en som van 136 guldens. [T0079_INV6_p037]
1762-05-24: Berent van der Aa en zijn vrouw Hendrikjen Berens Grobbe, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, welke verklaarden in 1761 verkocht te hebben 3 grasgoordens, gelegen in het zgn Pillenland, de ene beginnende achter des
kopers bouwgoorden tot aan de goorden van wijlen Gerrijt Winter, de tweeden aan de westkante de Steege, daar tegenover liggende en de derden achter de waterleiding, beginnende van Frerick Feijers goorden, ten profijte van Berent Lukas en zijn
vrouw, voor een som van 141 guldens. [T0079_INV6_p197]
1762-09-11: Berent van der Aa en zijn vrouw Hendrikjen Berens Grubbe, welke verklaarden verkocht te hebben 2,5 wand en 8 roeden, roede maat bouwland met de eersten hoek van de opslag, beginnende achter zijn bouwland, tot aan Gerrijt van der Aa
zijn anpart van den opslag, en dan boverwaarts in, een akker van de opslag zijnde op de Oostere twee akkers, in het zgn Pillenland, ten profijte van de E Jan Schol en zijn vrouw voor een som van 116 guldens. [T0079_INV6_p211]
1763-09-24: Berent Pouwels van der Aa en zijn vrouw Hindrikjen Berens Grobbe, welke verklaarden op 19 juli 1763 verkocht te hebben 3 koeweiden, gelegen in het zgn Pillenland, beginnende van deze Kerkweg tot aan de dwarssloot, of Hooijmaate achter
de Oldenweg, gelimiteerd oostwaarts Garrijt van der Aa, westwaarts Frerick Faijer, ten profijte van Hendrik ten Caate en zijn vrouw voor een som van 96 guldens. [T0079_INV6_p266]
1764-05-05: Berent van der Aa en zijn vrouw Hindrikjen Berens Grobbe, welke verklaarden in 1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gedeeltelijk onverscheiden met Waanders Berens,
gelimiteerd oostwaarts Weversland, westwaarts Henrikus Schuirman, ten profijte van Hindrik Klaassen en zijn vrouw, voor een som van 1275 guldens. [T0079_INV6_p317]
1764-08-02: Berent van der Aa, en als volmachtiger van zijn vrouw Hindrikjen Berens Grobbe, volgens volmacht van de rechter van Delden op 26 juli 1764 gepasseerd, alhier vertoond, welke verklaarden op 26 april 1764 verkocht te hebben een halve
akker woestenland, onverscheiden met Hermannes Smelt, cs, in de wester woesten gelegen, ten profijte van Hermannus Smelt en zijn vrouw, voor een som van 102 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p352]
1764-08-02: Berent van der Aa, en als volmachtiger van zijn vrouw Hindrikjen Berens Grobbe, volgens volmacht van de rechter van Delden op 26 juli 1764 gepasseerd, alhier vertoond, welke verklaarden op 26 april 1764 verkocht te hebben een halve
akker hoevenland, onverscheiden met Harmen Strijdemeijer op de westere hoeve gelegen, ten profijte van Henrikus Schuirman en zijn vrouw, voor een som van 70 guldens. [T0079_INV6_p353]
1764-08-02: Berent Pauwels van der Aa, en als volmachtiger van zijn vrouw Hindrikjen Berens Grobbe, volgens volmacht van de rechter van Delden op 26 juli 1764 gepasseerd, alhier vertoond, welke verklaarden op 26 april 1764 verkocht te hebben een
halve akker hoevenland, onverscheiden met Henrikus Schuirman op de Westere hoeve gelegen, ten profijte van Harmen Strijdemeijer en zijn vrouw, voor een som van 70 guldens en 1 stuiver. [T0079_INV6_p355]
1765-05-11: Berent van der Aa, en als gevolmachtigde van zijn vrouw Hindrikjen Berens Grubbe, volgens volmachtig van de Burgemeester van Delden van 6 mei 1765 gepasseerd, alhier gezien, welke verklaarde verkocht te hebben een akker woestenland in
de wester woesten gelegen, ten profijte van Gerrijt Geerlink en zijn vrouw, voor een som van penningen door de verkopers aan de kopers ten vollen waren betaald. [T0079_INV6_p423]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, tot 1762); Delden (Vanaf 1762, 1764).
|
-
|
|
|