|
|
|
|
1711 - 1765 (~ 51 jaar)
-
Naam |
Gerrit Ruijter |
Gedoopt |
31 mei 1711 |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Janssen de Ruter |
Permanent recordnummer |
21664 |
Patroniem |
Jansen |
Overleden |
tussen 1763 en 1765 [2] |
Persoon-ID |
I21664 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
6 jun 2022 |
Gezin |
Maria van der Aa, geb. ( ca. 1710), ovl. na 1771 |
Ondertrouw |
17 jul 1735 |
Almelo [3] |
- Met att. naar Vriezenveen.
|
Getrouwd |
31 jul 1735 |
Vriezenveen [3] |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
13163 |
Kinderen |
| 1. Jan Ruijter, geb. ( ca. 1735), ovl. na 1771 |
| 2. Hendrika Ruijter, geb. ( ca. 1740), ovl. na 1748 |
| 3. Eva Ruijter, geb. ( ca. 1742), ovl. na 1748 |
| 4. Zwaantjen Ruijter, geb. ( ca. 1744), ovl. 16 okt 1804 |
| 5. Paulus Franciscus Ruijter, geb. ( ca. 1746), ovl. na 1748 |
| 6. Elisabeth Ruijter, geb. ( ca. 1748) |
|
Laatst gewijzigd op |
31 okt 2018 |
Gezins-ID |
F13163 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Gedoopt - 31 mei 1711 - Vriezenveen |
|
| Ondertrouw - 17 jul 1735 - Almelo |
|
| Getrouwd - Type: Reli - 31 jul 1735 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Aantekeningen |
- 1740-06-28: Jan Hendriks Smit, voorts Nijkes Hendriksen en zijn vrouw Frederika Gerrits Smelt, welke verklaarden verkocht te hebben de grasgoorden gelegen in de landerijen van Engbert Jansen Smit, zijn aanvang nemende van de waterleijdink tot aan
de dwarssloot heen buiten, gelimiteerd oostwaarts Pieter Wilhelm Harwig, cs, westwaarts de stege, ten profijte van Garrit de Ruijter en zijn vrouw Maria van der Aa, voor een som van 180 guldens [T0079_INV5_p001].
1740-12-31: Berent Raphuis en zijn vrouw Aeltjen Wolters, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Piksensland, onverscheiden met Wijcher Roelofs, cs, beginnende van de buiteren doorgravenen weg tot aan of
met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Wicher Roelofs, westwaarts de wedw Garrit Braamer, voorts 1,5 akker hooiland, gelegen in Klaas Braarmersland [Klaas Bramersland], aanvang nemende van de buiteren doorgravenen weg tot aan de Oldenweg,
onverscheiden met Klaas Wolters, oostwaarts Jan Lubbers, westwaarts Garrit Berens Creemer, ingevolge van 5 juni 1740 opgerichten en betekende koopcedel, ten profijte van Garrit de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, voor een som van penninge
zo aan haar verkopers door de koper ten vollen en te dank waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p009].
1742-01-25: Jenneken Gerrits, weduwe Lambert Glas, voor haar zelf, mede als boedelhoudster van haar wijlen mans nalatenschap, voorts als moeder en wettige voogd van de onmondige kinderen bij haar man voornt geprocureerd, bijgestaan met Gerrit
Gerrits als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben 2 akker hooiland, haren aanvang nemende van de buiteren doorgravenen weg tot aan en met de dijk of Aa, onverscheiden met Garrit Berens, gelimiteerd oostwaarts het zgn Bursschersland,
westwaarts Olde Scholsland, en zulks na woestenlands gerechtigheid, met en nevens Garrit Berens ingevulge door Garrit Berens gerechtelijke betekende hand, en zijn vrouwen ondertekeninge volgens de koopcedel daarvan opgericht, te varen, drijven en
hooien, met eenen vrijen op weg, mits dezelven helpende maken, ten profijte van de E Garrit de Ruiter en zijn vrouw, voor een som van 643 guldens [T0079_INV5_p047].
1742-02-03: Jenneken Gerrits, weduwe Lambert Glas, voor haar zelf, mede als boedelhoudster van haar wijlen mans nalatenschap, voorts als moeder en wettige voogd van de onmondige kinderen bij haar man voornt geprocureerd, bijgestaan met Gerrit
Gerrits als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn wegens opgenomen en bij haar te danke ontvangen penningen, aan de E Garrit de Ruijter en zijn vrouw, een som van 360 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker min een
vierendeel land met daarop staande huis en timmeragie, beginnende van de buiteren doorgravenen weg, dat bovenwaarts in zover de Heerlijkheid zich uitstrekt, gelimiteerd oostwaarts Krikkenberensland, westwaarts Olde Scholsland, nog 2 wanden land
in Busschersland, en drie vierendeel akker boverwegesland, onverscheiden met Jan Jansen Auken, cs [T0079_INV5_p050].
1746-02-19: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harmsen de Graaff als haar voogd, voorts Gerrijt Winter, Hendrik Braamer en Jan Freriks de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen,
weduwe van Hendrik Winter, tezamen respective erfgenamen van wijlen Henrik Roelofsen Huisman, welke verkocht hebben de aangeerfde 5 koeweiden, tot aan de zgn Oldenweg, maar het houtgewas daarop staande behouden verkopers voor haar en zullen het
zo lange mogen laten staan als het haar zal gelieven, alsmede de halfscheid van het maken van de steegendeele, en ruimen van de waterstromen, en de sloot half bij de stege en half bij de goordens, voorts 500 treden roede maat bouwland en de halve
opslag, en gezaai daarop liggende met het maken van deze nieuwe kerkweg na contingen te verdelen, voorts patorijen koorn, kosters koorn, haver aan de Huize Almelo Jufferen haver armenjagers koorn, bur (?) en bollen houden en maken van de
leijdink, gelimiteerd oostwaarts Koort Hendrik van Olde, westwaarts wijlen Rotgert Berensland, ten profijte van de E Garrijt de Ruiter en zijn vrouw, en zulks alles voor een som van haar verkopers door de koper ten vollen de eersten met de
laatsten kooppenning te danke te wezen voldaan en betaalt [T0079_INV5_p157].
1746-08-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen de aangeerfde bouwgoorden, beginnende van deze Kerkweg tot aan de dwarssloot, gelegen in het land van wijlen Henrick Roelofs Huisman, gelimiteerd oostwaarts
de stege, westwaarts de goorden van wijlen Berent Koops, ten profijte van de E Garrijt de Ruijter en zijn vrouw, voor een som van 201 guldens en 13 stuivers [T0079_INV5_p176].
1746-09-15: Wicher Roeloffs, als vader, voogd en boedelhouder wegens zijn onmondige kinderen, voorts Roeloff Wichers, welke verkocht hebben een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Piksensland, aanvang nemende van de buiterenweg tot aan of
met de dijk en de Aa, gelimiteerd oostwaarts verkoper, westwaarts Jan Krol, en onverscheiden met de koper en Jan Krol, cs, ten profijte van Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw, voor een som van 185 guldens [T0079_INV5_p183].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 13, nr. 4:
Man : Gerrit d. Ruter.
Vrouw : Maria van der A.
Kinderen >10 jaar : Jan d. Ruter, Henrica d. Ruter.
Kinderen <10 jaar : Eva de Ruter, Zwaantjen de Ruter, Poulus Franssiscus de Ruter.
Dienstboden : Jan Jaspers, Maria Jaspers.
Inwonenden : -.
1749-04-04: Pr Nicol Harwig als gevolmachtigde van de E Egbert Costers en zijn vrouw Judith Costers, luid volmacht van de rigter van Almelo van 2 april 1749 gepasseerd, welke verklaarde over te dragen het huis en goorden alhier op het
Vriezenveen, in het zgn Rutgersland gelegen, gelimiteerd oostwaarts de goorden van Gerrijt de Ruiter, westwaarts de steeg, zo en als compt principalen hetzelve huis en goorden van de kinder van wijlen Berent Koops hebben aangekocht, ten profijte
van Henrikus Henriks Clompemaker en erfgenamen, voor een som van 505 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p252].
1754-09-21: Garrijt Jansen Graave en zijn vrouw Geertjen Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een akker hoevenland op de oostere hoeve gelegen, onverscheiden met Jan Jansen, gelimiteerd oostwaarts Garrijt Winter, westwaarts Harmen
Berkhoff, maar heeft de verkoper de turf of stuk zo aan de buitere kant van de Olden Schipsloot mochte bevonden worden om dezelve aldaar te mogen graven of steken (?), van hem bescheiden, maar de omderbaam (?) blijft in eigendom van de koper, ten
profijte van Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, voor een som van 165 guldens [T0079_INV5_p424].
1756-01-17: Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna Jansen de Ruiter, welke verklaarden schuldig te zijn de E Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, een som van 1200 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land
opgaans met top en twijg daarop staande, voorts het gehele hooiland of agtermaat, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de dijk of Aa, en dan nog alle de goordens, zo bouw als grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg, buitenwaarts in, alles
alhier op het Vriezenveen gelegen, gelimiteerd oostwaarts Henrikus Schuirman, westwaarts het zgn Pillenland.
Kantlijn akte: Noodgerecht gehouden op 11 juli 1768, coram Scholtus J H Dikkers, verschenen Maria van der A, wedw van wijlen Gerrit d Ruter, bijgestaan met Jan Lohuis als haar voogd, in dezen voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar
kidneren, mitsgaders boedelhoudster van dezelve, welke bij deze in judicis komt over te geven een gerechtelijk hypoticatie van 17 januari 1786, groot 1200 guldens kapitaal staande ten laste van wijlen haar zwager Gerrit van der A en zijn vrouw
Janna de Ruter, verklarende zij comparante dat de gemelde verzegelinge aan haar voornd, door Gerrit Bruggeman en zijn vrouw Eva van der Aa, als thans bezitters van het gemelde erve in zover als het zelve aan haar comparante en haar wijlen man
veronderpand was voldaan en betaald, met verder verzoekd at mocht lijden dat de meergemelde hypoticatie bij deze worden vernietigd [T0079_INV5_p507].
1756-03-06: Hermen Jansen, welke verklaarde op 28 februari 1755 verkocht te hebben 3 akker en 1,5 vierendeel akkerland op en dale, te vene, te velde, te heide, te weide, met top en twijg, met alle deszelfs timmeragie, zo en als hij hetzelve tot
dusver in het gebruik heeft gehad, met nog 1,5 akker turfland, liggende op de oostere hoeve, gelimiteerd oostwaarts Gerrijt de Ruiter, en aan de westzijde Berent Brouwer, ten profijte van Frerick Hendriks Braamer en zijn vrouw Fennegjen Berens,
voor een som van 350 guldens [T0079_INV5_p526].
1760-05-03: Mettjen Jansen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde wegens opgenomen penningen
schuldig te zijn aan haar broer Gerrijt Jansen de Ruijter en zijn vrouw Maria van der Aa, een som van 1780 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op huis en gaarden daar achter gelegen, met een goordentjen genaamd het Ekkeltelgjen,
staande en gelegen in de landerijen van Frerick Freriksen Waanders, en een halve akker woestenland, onverscheiden met de wedw van Berent Jansen Otten, nog een akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de Dijk of de Aa, gelegen
in Olde Scholsland, onverscheiden met Jan Smelt cs, nog een halve akker hoevenland, gelegen op de Oostere hoeve, onverscheiden met Jan Berens Barkhoff, en dan nog enen goorden, gelegen in de landerijen van Jan Freriks deze Minkgoorden genaamd,
mitsgaders hare gregte erfportie, zo van wijlen haar vader Jan de Ruiter, en wijlen haar moeder Eefje Berens Grubbe hadde geerft en kunnen erven. [T0079_INV6_p076]
1761-07-11: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden op 10 december 1760 verkocht te hebben een halve akker boverweges land, den Vas
akker (?) genaamd, beginnende van de Buiterenweg bovenwaantjen (?), ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 141 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p146]
1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen
erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een 3,5 wand bouwland in de landerijen van de weduwe Albert Berens Grubbe, ten
profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p148]
1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een drievierendeel akker
boverweges land, Lubbersland genaamd op de Westere Hoeve, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 184 guldens. [T0079_INV6_p149]
1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Mettjen de Ruiter, ten profijte van Jakomina Harwig, wedw van wijlen Jan Muller, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p151]
1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Jacomina Harwig, ten profijte van Mettjen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p153]
1762-05-22: Hindrik Schuirman en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden in 1761 verkocht te hebben 2 koeweiden, gelegen in het zgn Weevers Pulsland (?), beginnende van deze Kerkweg tot aan de zgn Weeteringe, onverscheiden met de koper Gerrijt
de Ruiter, ten profijte van Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw, voor een som van 66 guldens. [T0079_INV6_p195]
1763-09-17: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen en tezamen mede de rato caverende voor haar ... ... zuster Mettjen
de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, te zamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grobbe, wedw Jan de Ruiter, welke verklaarden in januari 1761 verkocht te hebben 2 akkers lands, met daarop staande huis en timmeragie, met de halve brink, en
houtgewas daarop staande, zo wel de bomen zou haar voor of, in eigendom zijn toebehorende, als die bomen, zo wel (?) Jan G Ten caate, in gemeesnschap zijn hebbende, beginnende van af met deze Kerkweg, en dat bovenwaarts in, zo verre de
Heerlijkheid zich uitstrekt, ten profijte van Aaltjen Faijer, weduwe van wijlen Harmen Egbers en dezelver kinderen, voor een som van 850 guldens. [T0079_INV6_p264]
Na zijn overlijden:
1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de dijk
of Aa, onverscheiden met de kopers, cs, in het zgn Piksensland gelegen, ten profijte van Jan Gerrits Bramer en Jan Jansen de Graeff, voor een som van 356 guldens. [T0079_INV6_p427]
1776-12-26: Gerrit Geerdink, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijne kinderen, verklaarde schuldig te zijn aan zijn zwager Brenardus d Boer een som van 1135 guldens, herkomstig en uit hoofde van de ouderlijken boedel en
voor hem comparant verschotene penningen, voorts aan Jan de Graeff, wegens van de zelve genegotieerde en ontvangen penningen een som van 600 guldens, en dan aan comparants beide zusters, genaamd Frederica en Maria Geerdink, een som van 200
guldens, ...tende uit hoofde van hunnen ouderlijken boedel, alsmede aan Egbert Jonkman een som van 100 guldens, wegens aan hem compt verstrekte penningen en aan Aaltjen Berents een som van 200 guldens, en dan ook nog aan Jannes Claesen een som
van 200 guldens, en aan de kinderen van wijlen Gerrit de Ruijter een som van 350 guldens, alsmede aan dezelfs knecht Bartus Heethuijs wegens verdient loon een som van 150 guldens, en aan de Pastoor Meijer te Geesteren een som van 48 guldens, en
aan de weedw Jasper Bramer een som van 80 guldens, alsmede aan Jan Boerman, wegens gehaalde winkelwaren een som van 70 guldens, alsmede aan Gerrit van der Aa, wegens geleend geld, een som van 60 guldens, dus tezamen een som van 3193 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 4 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, alsmede 1,5 akker woestenland in de wester woesten, mitsgaders een akker boverweegesland, een goorden op het zgn Hols Jans
Derksland, 1,5 wand bouwland op 't voorschr Hols Jans Derksland, en dan nog een akker turfland op de oosterhoeve, alles alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p062].
Woonde te Vriezenveen (31-07-1735, 27-08-1748).
|
-
Bronnen |
- DTB 506, blz. 051.
Den 31 meij 1711: Jan Gerrits Ruijter en [niet ingevuld]; Gerrit.
- VZ1759/076-077.
- Website Afina Broekman.
|
|
|
|