|
|
|
|
( ca. 1674) - 1748
-
Naam |
Egbert ten Cate |
Geboren |
( ca. 1674) |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Eghbert, Egbart, Egtbert Frerix, Fredrix Fredrikzen, Freriks ten Kate, Caette, ten Caate |
Permanent recordnummer |
20691 |
Patroniem |
Fredriks |
Overleden |
tussen 1746 en 1748 [2] |
Persoon-ID |
I20691 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
1 jul 2021 |
Gezin 1 |
Jaspertjen Bramer, geb. ( ca. 1674), Vriezenveen , ovl. tussen 1704 en 1713 |
Ondertrouw |
05 mrt 1699 |
Vriezenveen [3] |
Getrouwd |
26 mrt 1699 |
Vriezenveen [1] |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
7770 |
Kinderen |
| 1. Aaltjen ten Cate, ged. 18 feb 1700, Vriezenveen , ovl. tussen 1734 en 1748 (Leeftijd ~ 33 jaar) |
| 2. Hendrik ten Cate, ged. 14 mei 1702, Vriezenveen , ovl. tussen 1755 en 1758 (Leeftijd ~ 52 jaar) |
| 3. Grietjen ten Cate, ged. 26 okt 1704, Vriezenveen , ovl. na 1767 (Leeftijd ~ 64 jaar) |
|
Laatst gewijzigd op |
18 okt 2008 |
Gezins-ID |
F7770 |
Gezinsblad | Familiekaart |
Gezin 2 |
Jenneken Jansen, geb. ( ca. 1687), ovl. tussen 1727 en 1748 |
Getrouwd |
( ca. 1712) |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
7494 |
Kinderen |
| 1. Jasper ten Cate, ged. 04 jun 1713, Vriezenveen , ovl. na 1751, Vriezenveen (Leeftijd ~ 39 jaar) |
| 2. Berendjen ten Cate, ged. 05 mei 1715, Vriezenveen , ovl. na 1771 (Leeftijd ~ 57 jaar) |
| 3. Fredrika ten Cate, ged. 24 okt 1717, Vriezenveen , ovl. na 1780 (Leeftijd ~ 64 jaar) |
| 4. Jan ten Cate, ged. 24 sep 1719, Vriezenveen , ovl. na 1751 (Leeftijd ~ 33 jaar) |
| 5. Janna ten Cate, ged. 13 jul 1721, Vriezenveen , ovl. tussen 1721 en 1723 |
| 6. Jannes ten Cate, ged. 11 okt 1722, Vriezenveen , ovl. tussen 1780 en 1781 (Leeftijd ~ 57 jaar) |
| 7. Janna ten Cate, ged. 19 dec 1723, Vriezenveen , ovl. na 1792 (Leeftijd ~ 70 jaar) |
| 8. Gerrit ten Cate, ged. 15 jun 1727, Vriezenveen , ovl. tussen 1727 en 1728 |
| 9. Gerrit ten Cate, ged. 10 okt 1728, Vriezenveen |
|
Laatst gewijzigd op |
19 aug 2010 |
Gezins-ID |
F7494 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Geboren - ( ca. 1674) - Vriezenveen |
|
| Ondertrouw - 05 mrt 1699 - Vriezenveen |
|
| Getrouwd - Type: Reli - 26 mrt 1699 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Westeinde |
| Westeinde 082(a) te Vriezenveen Westeinde 82(a) te Vriezenveen
Leggernrs: 405, 1088, 1211
Perceelnrs: A2128
Huisnrs: Westeinde (82a; nr verzonnen ter herkenning locatie)
1817: huis eigendom van Lucas Jansen [9753]
1847: overdracht huis aan Lenard Julianus Tijhof [38518]
1852: overdracht huis aan Jan Tijhof [9681]
1879: sloping huis
Bewoners: |
| Westeinde 084 te Vriezenveen Westeinde 84 te Vriezenveen
Leggernrs: 745, 2792, 3618, 2417, 3695, 8993, 11375, 17634
Perceelnrs: A2094, A4611, A5994, A7059, A7983, A8478, G834
Huisnrs: 4-481 (tot 1957), Westeinde 84
1e huis
1817: huis eigendom van Mannes Spijker [10249]
1882: verkoop huis aan Gerrit Tutertien [22682]
1888: sloping huis
2e huis
1888: stichting huis;… |
-
Aantekeningen |
- Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.
1717-03-09: Derck Timmer en zijn vrouw Berendjen Jansen Smidt, en Aaltjen Jansen, weduwe van wijlen Jan Spijcker, bijgestaan met Egbert ten Caathe als haar voogd, welke verklaarden verkocht te hebben het huis en daarachter gelegen goorden land,
280 tret roede maat vrijland, zover als voornoemde Aaltjen Berendsen ten Caathe die in het gebruik heeft gehad, alwaar ten einde een gruppe of Sloot is door gesneden, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, alsmede zal koper de opworp van de sloot
tegen de stege mogen genieten, maar indien een bruek of vak in de stege kwam, zal verkoper zoveel zand uit de sloot mogen nemen daar het goed mede kan worden gemaakt, de sloten voor de helft zal koper mogen doen met de vrije opweg tussen beide
wegen heen en wederom met een varkensgang in ras en eekelen, met een koeweide in het land van de Olden Jan Claasen, herkomende voornde huis en goorden gelegen tussen bepalingen ooster de stege Frederik Janssen, westwaarts de wedw Luicas
Braamhaar, cs, met hetgen in het huis aard, nagel en paalvast is, voor een som van 600 guldens, aan handen van haar mede erfgenaam Hendrik Spijker en zijn vrouw Grietjen ten Caathe [T0079_INV4_p032].
1717-07-06: Al zo er enige kwestie was ontstaan wegens de opweg naar en uit de gaardens van de kosterse weduwe Bonthe, alsmede van haar zoon Jochem Adolph Bonthe, zo die gelegen zijn buiten die doorgegraven Waterleijdik, tussen de landerije van
Egbert ten Caathe, ter ener, en Warner Roelofs ter andere zijde, en ik onder geschreven, zodanen ...tiensen opweg tot 2 maal in ogenschijn genomen hadden zonder daarvoor de partijen in de minne te hebben kunnen vergelijken, dat evenwel volgens
landrecht part 2, lid 16, art 1 daargeen land zonder weg kan zijn, van en wederom op de gemenen weg als het poinct in kwestie en alleen maar op aankomt, wie dat met zodane opweg bezwaard behoort te worden, en dan omtrent voorschr pinct in qualtie
geconfidereerd zijnde dat het Vriezenveene volgens alle oude brieven tot heden ten dage verdeeld is geweest in hoeven en ijder hoove, naderhand in vierendeel of vierakkers en sommige vierendeels, vervolgens wederom in akkers, en dat alle voorschr
akkers luid de gemelde brieven liggende op de daale te velde te twijge met haar recht en gerechtigheid daad en onraad, dat verder op het verzoek en ter instantie van de gemeente van het Vriezenveene tot gemene beste van voorschrevene carspel van
het Vriezenveene door mij orders de gemene weg of de zgn Waterleijdik is door gegraveng eworden, en de kosterse en Jochem Adolph Bonthe des halven daardoor zijn ontzet geworden om lange de gemene weg of zogn door gegravene Waterleijdijk naar haar
huis te varen en te drijven zo is, dat ik Adolph Henderick des Heiligen Roomschen Rijks Graaff van Rechteren, etc, om voorschrevene redenen tot de cisie van gemelde kwestie voor recht verstaan, dat de last van de opweg zijnde een onraad wederom
moet komen en gelegd worden op de bezitter van het vierendeel of akkeren van degene daar de gaardens van voorschr kosterse en Jochem Adolph Bonthe boven of beneden naarmate ingelegen zijn, en dat derhalve zij kosterse uit haar gaarden zal moeten
varen als zij van ouds en voor het doorgraven van de Waterleijdijck heeft gedaan tot aan de voornde door gegraven Waterleijdijck of weg en de vandaar af zal gebruiken de stege van Egbert ten Caathe achter wiens land haar gaarden gelegen is en dat
vermits de weg uit de gaarden van Jochem Adolph Bonthe naar de stege oostwaarts onbruikbaar is, en gelegen achter de gaarden van de weduwe Prinssen, welke de stege van Waander Roelofs gebruikt, hij Jochem Adolph Bonte uit zijn gaarden de stege
van Waander Roelofs ook zal gebruiken, met dat zij kosterse en Jochem Adolph Bonthe ook zullen gehouden wezen de 1e om de stege van Egbert ten Caathe en de 2e stege van Waander Roelofs naar behoren te helpen maken, in zoverre zij die gebruiken,
aldus [T0079_INV4_p064].
1720-02-19: Anneken Hinrixen, weduwe van wijlen Hinrik Roeleffs, bijgestaan met Frerik Janssen Tuttertien als haar voogd, voorts Jan Pauwels en Lambert Harms als voogden over de onmondige kinderen van wijlen Hinrik Roeleffs, welke verklaarden
verkocht te hebben 3 akkeren lands, beginnende van de weg van de Waterleijdik hen buijten in, of tot aan de Aa, alsmede de stege in delen dier daarin tegen liggen, gelimiteerd oostwaarts Berend ten Caate, westwaarts Cromneusenland, voor een som
van 1600 guldens, voorts koper hebben bescheiden de opweg naar woestenland gerechtigdheid te varen en te drijven, alsmede in een bekwame tijd, aan handen van Egbert ten Caate en zijn vrouw Jenneken Janssen, Berend ten Caate en zijn vrouw Aaltien
Berends, en Arend Bartels Dodde en zijn vrouw Jenneken Wolters [T0079_INV4_p173].
1720-09-15: Jan Henricks en zijn vrouw Aaltien Janssen Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben de landerijen, beginnende van de Oldenweg met Eekelhorst tot aan de Aa of met de Aa, met daarop staande lopende (?) twijg, gelimiteerd oostwaarts
Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Schol, en stegen delen die de ..gen liggen te maken en de halve Oldenweg te ruimen, en mits zal koper bij hebben 20 van de beste eikenbomen die op de buijterenweg en op de huisstede staan, en dat op 4 oktober
1720 verkocht, aan handen van de Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol [T0079_INV4_p211].
1723-04-10: Willem Hinriksen Glass en zijn vrouw Stijne Harmssen Knoeff, welke wegens verstrete penningen schuldig te zijn aan Linieur Henrik Werners junior, koopman tot Almelo, een som van 200 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op het huis en land, met de weg, gelegen alhier op het Vriezenveen booven, gelimiteerd oostwaarts Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Hinrixen.
Kantlijn akte: Op 29 7ber 1725 heeft de Ed Ger Linieur Henrik Werners Junior, koopman tot Almelo, van Willem Henrix Glas en cuen uxore, het bedrag met rente ontvangen en daarmee de akte is doorgehaald [T0079_INV4_p285].
1725-07-12: Roeleff Gerridtsen Smelt en zijn aankomende eheliefste Jenneken Arendtsen Moss, welke verklaarden schuldig te zijn aan de oude kerkmeester Jan Prinssen en zijn vrouw Mettjen Henrixen Arendts, alsmede aan de weduwe van Engbert Smelt,
een som van 800 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, welk 648 guldens wegens de koop van het land uit deze booven staande 800 guldens zijn betaald geworden, comparanten stellen hypotheek met onderpand op de landerijen, te weten twee
en een derde part akkeren land, met daarop staande huis en schuur met top en twijg op en daale en een gedeelte onverscheiden met Lubbert Dercks Smidt, gelimiteerd oostwaarts Pastoorijenland, westwaarts Lubbert Dercks tot booverland, en na buijten
voor een gedeelte onverscheiden met Lubbert Dercks en gelimiteerd aan de westzijde Egbert ten Caathe, alsmede drie vierendeel hoeven akkeren, gelimiteerd oostwaarts Lutt Jan, westwaarts Arendt Henrixen [T0079_INV4_p326].
1725-09-25: Willem Hinriksen Glas en zijn vrouw Stijne Harmssen Knoeff, welke verklaarden verkocht te hebben 1,5 akker bouwland, nemende zijn aanvang van deze nieuwe kerkweg en dan venewaarts in, met de opslag zo en als verkopere in het gebruik
hebben gehad, buijten het huis met de weg te maken, gelimiteerd oostwaarts koper Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Hinrixen Schoemaaker, cs, aan handen van Egbert ten Caathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 230 guldens
[T0079_INV4_p354].
1727-09-07: Jan Brouwer en Arent Bartels als door de Hooch Graafflijk Excellentie aangestelde voogden van Jan Wolters Smidt, en Jan Hinriksen van Olde en Koort Hinrixen van Olde als voogden van Henrikien Berendsen, vrouw van gemelde Jan Wolters
Smidt, welke verklaarden verkocht te hebben een akker hooiland in Voss Willemsland gelegen, met het houtgewas daarop is staande, beginnende van de waterleijdik en eindigende tot aan de dijk of Aa, onverscheiden met Jan Grobben, Henrik Gerridts en
Leennart Wolters, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van Engbert Smelt, westwaarts de weduwe van Jan Harmssen Kluppels, ten profijte van Egbert ten Kaathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 583 guldens en 3 stuivers [T0079_INV4_p450].
1741-08-25: Roelof Gerritsen Smelt en zijn vrouw Jenneken Arens, hebben op 2 december 1740 gepasseerd en op 25 januari 1741 verkocht een weide en hooiland, beginnende van deze nieuwe kerkweg tot aan of met de dijk of de Aa, uitgezonderd de
goordens, en het eikenhout tegenwoordig op het land staande, zijnde het land onverscheiden met Lubbert Smid, en gelimiteerd oostwaarts Pastorijenland, westwaarts Egbert ten Caate, ten profijte van Lubbert Derks Smid en zijn vrouw, en Jan Berens
Smeld en zijn erfgenamen, voor een som van 600 guldens [T0079_INV5_p031].
1741-10-07: Roelof Gerrits Smeld en zijn vrouw Jenneken Arens, hebben op 24 januari 1741 verkocht een grasgoorden en des verkopers landerijen tegens de Weeme gelegen, gelimiteerd oostwaarts de stege, westwaarts Egbert ten Caate, ten profijte van
Albert Frijlink en zijn vrouw Hartjen Garrits, voor een som van 136 guldens [T0079_INV5_p034].
1749-03-19: Jasper ten Caate, Jan, Jannes, Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Hendrik ten Caate als haren voogd, welke verklaarden op 9 februari 1749 aan Hindrik Gerrits en zijn vrouw verkocht te hebben
een akker hooiland, gelegen in het zgn Voss Wilmsland (?), beginnende van de Waterleijdick, en eindigende met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Jan Smelt, westwaarts Klaas Berens, cs, zo en als comparanten wijlen vader Egbert ten Caate in het
gebruik heeft gehad, voor een som van 537 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p250].
Woonde te Vriezenveen (26-03-1699).
|
-
Bronnen |
- DTB 510, blz. 36.
- Volkstelling Vriezenveen 1748.
- DTB 510, blz. 36.
Den 5 maert 1699: Egtbert Frerix ten Kate, zone van Frerik ten Cate,
Jaspertjen Henrix Bramer, nd. van Henrik Bramer, beide hier geboortig,
deeze als boven (deeze zijn alhier getrout d. 26 maert 1699).
|
|
|
|