|
|
|
|
( ca. 1667) - 1739
-
Naam |
Claas Kruijs |
Geboren |
( ca. 1667) |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Claes, Klaes Janszen, Janssen Kruis |
Beroep |
landbouwer op het Oosteinde te Vriezenveen, kerkmeester te Vriezenveen (1708), schout te Vriezenveen (1709-1735), zakenman |
Permanent recordnummer |
15386 |
Patroniem |
Jansen |
Overleden |
1739 |
Vriezenveen [2] |
- Overleden na 19 januari 1739 [bron: Belastingkohier 1739].
|
Persoon-ID |
I15386 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
12 jun 2002 |
Gezin 1 |
Geertjen Smit, geb. ( ca. 1669), Vriezenveen , ovl. tussen 1695 en 1699 |
Ondertrouw |
18 aug 1694 |
Vriezenveen [3] |
Getrouwd |
16 sep 1694 |
Vriezenveen [4] |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
5262 |
Kinderen |
| 1. Jan Kruijs, ged. 05 aug 1695, Vriezenveen , ovl. 22 jan 1772, Vriezenveen (Leeftijd ~ 76 jaar) |
|
Laatst gewijzigd op |
17 okt 2008 |
Gezins-ID |
F5262 |
Gezinsblad | Familiekaart |
Gezin 2 |
Geertjen Schol, geb. ( ca. 1675), Vriezenveen , ovl. apr 1754 |
Ondertrouw |
24 dec 1699 |
Vriezenveen [5] |
Getrouwd |
07 jan 1700 |
Wierden [6] |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
5263 |
Kinderen |
| 1. Gerrit Kruijs, ged. 10 nov 1700, Vriezenveen , ovl. 1701 (Leeftijd ~ 0 jaar) |
| 2. Gerrit Kruijs, ged. 18 jun 1702, Vriezenveen , ovl. na 1721 (Leeftijd ~ 20 jaar) |
| 3. Gesina Kruijs, ged. 18 apr 1706, Vriezenveen , ovl. vóór 1721 (Leeftijd ~ 14 jaar) |
| 4. Gesina Kruijs, ged. 23 sep 1708, Vriezenveen , ovl. 10 aug 1797, Vriezenveen (Leeftijd ~ 88 jaar) |
| 5. Janna Kruijs, ged. 23 sep 1708, Vriezenveen , ovl. na 1744 (Leeftijd ~ 37 jaar) |
| 6. Johanna Kruijs, ged. 03 aug 1710, Vriezenveen |
| 7. Sina Geertjen Kruijs, ged. 01 nov 1713, Vriezenveen , ovl. tussen 1713 en 1721 |
| 8. Jannes Kruijs, ged. 11 mrt 1716, Vriezenveen , ovl. 1749 (Leeftijd ~ 32 jaar) |
|
Laatst gewijzigd op |
19 okt 2008 |
Gezins-ID |
F5263 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Geboren - ( ca. 1667) - Vriezenveen |
|
| Ondertrouw - 18 aug 1694 - Vriezenveen |
|
| Getrouwd - Type: Reli - 16 sep 1694 - Vriezenveen |
|
| Ondertrouw - 24 dec 1699 - Vriezenveen |
|
| Getrouwd - Type: Reli - 07 jan 1700 - Wierden |
|
| Overleden - 1739 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Aantekeningen |
- Kerkmeester in 1708, schout 1709-1739. Hij werd op meidag 1709 als nieuw verkozen Scholtus van Vriezenveen aan den Heer van Almelo gepraesenteerd en door deze geapporbeerd.
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 71/95/102/208/239; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 100; Omhoog deze tak, Kruijs en Kruseler, overdruk uit de Navorscher, 1938.
1717-05-05: Akte, waarin genoemd Claas Cruijs en Jan Kluppels {onduidelijk waar dit over precies over gaat} [T0079_INV4_p056].
1717-06-12: Gerrit Harmssen Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Klaas Janssen Cruis en zijn vrouw Geertjen Luixen Schol, een som van 1370 (?) guldens, wegens de kooppenning voor mijn gekocht erve, aan de Edele Moogende heeft betaald
op 27 april 1717, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het erve, te weten 5 akkeren lands, met daarop staande 2 huizen en schuur, het ene huis staande aan de buijter eggede en weg en het andere huis en schuur staande aan de booveregge
deze weg, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Bartelink en Jan Egberts, westwaarts Roeleff Willemsen. Kantlijn akte: Op 25 september 1730 compareert de E Scholtus Claas Kruijs en zijn vrouw Geertien Luicas Scholl, door Gerrit Harmsen en zijn vrouw het
bedrag voldaan en daarmee de akte wordt doorgehaald [T0079_INV4_p058].
1717-08-21: Klaas Braemhaar en zijn vrouw Anneken Willemsen Glas, welke verklaarden schuldig te zijn aan Claas Kruis, Scholtus, en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 185 guldens, 6 stuivers en 10 penningen, comparanten stellen
hypotheek met onderpand op 3 akkeren lands, beginnende an de buijteren doorgegravene weg, met het huis daarop staande, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Holshoff, westwaarts Gerrit Berendsen [T0079_INV4_p080].
1718-08-11: Jan Henrixen Post, koopman, en zijn vrouw Jennigien Hendriks, verklaarden verkocht te hebben een afgelopen obligatie, verzegeling van 21 september 1707, groot 1000 guldens, ten laste van de Stad Ommen en zulks aan de Ed Claas Cruis,
Scholtus op 't Vriezenveene en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol [T0079_INV4_p120].
1718-12-01: Gerrit Scholten en zijn vrouw Hinrikjen Hinrixen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 312 guldens en 10 stuivers, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op 2 akkeren lands, met huis daarop staande, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Geertsen, alias Vos Gerrit, en Jan Engberts Smidt, westwaarts Luicas Berendsen, en een gedeelte onverscheiden met Gerrit Kroll [T0079_INV4_p133].
1719-03-22: Gerrit Harmsen Smelt, verklaarde schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 458 guldens, zulks herkomende wegens verlopenen Heeren lasten van het jaar 1715 en 1716 van de inboedel,
zo en als de Schultes op 15 augustus en 4 september 1715 heeft aan zich gekocht en na datum tot de E Schultes Claas Cruis aan de voornoemde Gerrit Harmsen Smelt wederom heeft verkocht en zulks wegens verschoten geld, zodat tezamen is als voornt
buiten de 1e verzegeling op 12 juni 1717 gepasseerd, zo neemt ook de rentegeven deze som, zegge 158 guldens jaarlijks aan en alle jaren nog te verrent hen het voornde kapitaal tegen 4 procent waarvan het 1e jaar interest zal verschenen wezen
tegens de 22 maart 1720 en al zulks continueren tot de effectieve aflosse toe, mitsgaders de rentgever en rentheffer zullen vrijstaan ten wederzijden een vierendeel jaars voor de verschijndag van te voren de opsaage van dien zal worden gedaan,
verbinden hij rentgever noch daarvoor zowel voor kapitaal als met die daarop verlopenen interest zijn 4 akkeren lands met daarop staande 2 huizen en een schuur, gelimiteerd oostwaarts Jan Egberts en Gerrit Bartelink, westwaarts Roelefs Wilmsen.
Kantlijn akte: Op ... [datum niet genoemd] wordt deze akte doorgehaald na betaling van het bedrag met rente door Gerrit Harmsen en zijn vrouw Mettien Frerix aan Scholten Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol [T0079_INV4_p146].
1719-03-22: Gerrit Harmsen Smelt, verklaard verkocht te hebben een vierendeel akker woesten land, liggende in de westerwoesten onverscheiden met Frerik Jansen Waanders, Jan Gerritsen Smelt en Gerrit Faaijer, en dan nog een goorden, liggende in de
landerijen van kerkmeester Jan Hinrixen Bourman en Jan Alberts, voor een som van 125 guldens, aan handen van de E Schulte Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol [T0079_INV4_p148].
1720-06-25: Harmen Joost en zijn vrouw Jennigien Willemsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan E Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 126 guldens, 12 stuivers en 2 penningen, herkomende wegens verlopene Heeren lasten
met het jaar 1719 en geleend geld, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, gelimiteerd oostwaarts Berendt Janssen Fronten, westwaarts kerkmeester Bartelt Hinrixen, en alsmede een wand bouwland, groot honderd tret roede maat,
liggende in de landerijen van Jan Freriks Man, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Henrik Claasen, westwaarts Gerrit Schuurman [T0079_INV4_p199].
1720-09-15: Jan Henricks en zijn vrouw Aaltien Janssen Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben de landerijen, beginnende van de Oldenweg met Eekelhorst tot aan de Aa of met de Aa, met daarop staande lopende (?) twijg, gelimiteerd oostwaarts
Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Schol, en stegen delen die de ..gen liggen te maken en de halve Oldenweg te ruimen, en mits zal koper bij hebben 20 van de beste eikenbomen die op de buijterenweg en op de huisstede staan, en dat op 4 oktober
1720 verkocht, aan handen van de Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol [T0079_INV4_p211].
1721-12-18: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Cruis en zijn vrouw Janna Brouwers, de laatste enig zwakheid van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn halve broers en zusters, met namen Gerrit, Jannes, Janna en Geesien Cruis, alle zijn kleren, zo linnen als wollen, en de kisten;
- hij zijn vrouw Janna Brouwers, universeel erfgenaam;
- hij aan Godsarmen, 50 guldens;
- hij zijn vader Claas Cruis, legitieme portie;
- zij aan haar broers en zusters, met namen Berendt, Gerrit, Wolter, Jenneken en Cunnera, alle haar kleren, zo linnen als wollen, met de kaste;
- zij aan Godsarmen, 50 guldens;
- zij haar man Jan Cruis, universeel erfgenaam;
- zij haar vader Jan Brouwer en haar moeder Berendjen Wolters, legitieme portie [T0079_INV4_p257].
1722-01-24: Jan Harmssen Vetteker en zijn vrouw Cunnera Janssen Kleijne, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 1150 guldens en 17 stuivers, herkomende van verstrekte en geleende
penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Jan Gerridsen Graave, westwaarts de kerkstege, en nog 2 akkeren turfland, gelegen in
Patersland.
Kantlijn akte: De Edele Schultus Klaas Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, verklaarden op 20 juli 1726, dat Jan Harmsen Vetteker en zijn vrouw Kunnera Jansen Kleijn, het bedrag met interest hebben voldaan en daarmee de akte wordt
doorgehaald [T0079_INV4_p262].
1722-04-20: Jan Harmssen Vetteker en zijn vrouw Cunnera Janssen Kleijne, welke verklaarden schuldig te zijn, buiten de verzettinge gepasseerd op 24 januari 1722, aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Scholl, een som van 500
guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, staande en gelegen op Vicarienland, gelimiteerd oostwaarts Jan Pauwels, westwaarts Jochem Adolph Bonthe, en nog een goorden, liggende in de
landerijen van Jan Prinssen en Berendt Klooster en Luicas Hols, en nog verbindende de rentgeveren tot meerdere securiteit van deze schuld haar 2 akkeren lands met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts de wedw van wijlen Jan
Gerritsen Graave, westwaarts de kerkstege, mitsgaders 2 akkeren turfland liggende in Patersland.
Kantlijn akte: De Ed Scholtes Klaas Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol verklaarden op 20 juli 1726 dat door Jan Harmsen Vetteker en zijn vrouw Kunnera Jansen Kleijne het bedrag met rente voldaan is en daarmee de akte doorgehaald is
[T0079_INV4_p265].
1723-03-08: De E Brenardus Smelt, koopman tot Deventer, de rato caverende voor zijn absente vrouw Anna Christina Borgerink, in vertoonde volmacht gepasseerd voor de Heeren Burgemeesters der stad Deventer van 1 maart 1723, welke verklaarden
verkocht te hebben 2 akkeren woestenland, liggende in de westerwoesten, alles ingevolge maagscheidinge van 1 december 1719 bij loten is toegevallen voor het moederlijk goed van comparant te weten een akker onverscheiden met Jan de Ruijter en
Harmen de Graeve, en een halve akker met Henrik Spijker, cs, en een halve akker met de E Schulte Claas Cruis, voor een som van penningen en dat aan handen aan de E Jan Smelt, koopman tot Rotterdam en Deventer, volgens koopbrief gepasseerd van 29
december 1721 [T0079_INV4_p278].
1723-08-03: Roeleff Engberts Smidt en zijn vrouw Marrigien Engberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Scholtus Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Scholl, een som van 285 guldens en 16 stuivers, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op het huis met de plaatse en 5 koeweiden, en 4 wand bouwland, alsmede de grasgoorden, en de goorden aan de kant van de Waterleijdick, zo wijd als er toe gerechtigd is, gelimiteerd oostwaarts Roeleff Willemsen, westwaarts Koert Hinrixen
[T0079_INV4_p287].
1724-11-28: Luicas Harmssen Hospis en zijn vrouw Hinrikjen Engbrets, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Claes Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 300 guldens, 16 stuivers en 8 penningen, wegens achterstandige
en verlopene uren (?), lasten met het jaar 1721 wordt hier mede in berekend, voorts dan nog de som van 10 guldens wegens boekschuld, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2,5 akkeren land met daarop staande huis en schuur, op de daale,
te vene, te velde, te heide, te weide, gelimiteerd oostwaarts Rutcher Berendts, westwaarts de wedw van wijlen Berendt Claasen, maar de gerechtigdheid van Lambert Waanders blijft daar buiten [T0079_INV4_p314].
1725-01-31: Gerrid Hinrixen Schuurman en zijn vrouw Henrickjen Janssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Klaas Kruis en zijn vrouw Geerdtjen Luicas Schol, een som van 398 guldens, 15 stuivers en 12 penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren land met daarop staande huis en schuur, een gedeelte onverscheiden met Jan Frerix Man, gelimiteerd oostwaarts Jan Frerix Man, westwaarts Berend Janssen [T0079_INV4_p321].
1725-07-12: Frederick Janssen en zijn vrouw Fenneken Hinriksen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 460 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de brink en zijn anpart van zijn 2 akkeren land als met namen de Grafs gaardens, zijnde onverscheiden met Gerrit Hinrixen Schuurman, nevens 3 koeweiden en onverscheiden met Adolph Henrik
Harwich, cs, en dan nog ruim het halve bouwland, voorts zover de rentgeveren tegenwoordig van voornde 2 akkeren land daartoe berechtigd zijn op en daale gelimiteerd oostwaarts Klaas Hinrixen Kroll, westwaarts Gerrit Hinrixen Schuurman
[T0079_INV4_p331].
1725-07-19: Derck Janssen en zijn vrouw Janna Roeleffs, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 400 guldens, wegens een obligatie die tot laste van haar rentgeveren
overledene Engele Moije is blijven staan en dezelve wederom ingelost en van wegens boekschuld en alsmede van de haren lasten die met het jaar 1722 is mede inberekend, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 akkeren land, met daarop
staande huis en de schuur op en daale buijten die 2 gaardens die daaruit verkost zijn geworden, gelimiteerd oostwaarts Jasper Braamer en een gedeelte mede onverscheiden met voornde Jasper Braamhaar, westwaarts Pauwel Hinrixen van der Aa.
Kantlijn akte: Op 11 juli 1730 heeft de E Scholtus Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol van Derck Jansen Hols en zijn vrouw Janna Janninck het bedrag met rente voldaan en is deze akte doorgehaald [T0079_INV4_p334].
1725-08-21: Gerrit Hinriksen van Olde en zijn vrouw Berendjen Wijchers, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 450 guldens, wegesn verstrekte en geleende penningen,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 parten van zijn huis met 3 parten van de goorden achter het huis, nog een wand goordenland, gelegen boven in Roeleff Smidt zijn land, en dan nog een wand land boven naast Jan Cruis zijn land, ook
in het land van Roeleff Smidt en nog een wand gelegen op Jan Egbertsland, naast Derk Janssen Krikke zijn land, en dan nog een turfakker, gelegen oostert op de hoeve, gelimiteerd oostwaarts Derck Janssen Faaijer, westwaarts Jan Berendsen Berckhoff
en onverscheiden met Albert Joncker en de Scheuppe [T0079_INV4_p343].
1725-09-10: Claas Braamhaar en zijn vrouw Anneken Willemsen Glas, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas SChol, een som van 156 guldens, wegens verlopen interest van voorgaande verzegelinge
gepasseerd op 21 augustus 1717 en dan nog wegens boekschulden en verlopene Heeren lasten met het jaar 1723 ingerekend, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 akkeren land, beginnende van de buijteren door gravenen weg met het huis
daarop staande, te vene en te velde, gelimiteerd oostwaarts Jan Lubberts Holshoff, westwaarts Gerrit Cremer (?) [T0079_INV4_p347].
1725-09-12: Berend Othen Koes en zijn vrouw Stijntien Scholten, de laatste bijgestaan met haar man als wettige voogd, welke verklaarden schuldig te zijn aan de weduwe van wijlen de Heer Bartholmeus van Petersom, woonachtig tot Amsterdam, een som
van 125 guldens, wegens gekochte en geleverde linnen met die daarop reeds gedane inkosten en aan de Heer Scholtes Claas Cruis wegens het jaar Heeren lasten van het jaar 1722 en van achterstandige boekschulden, samen een som van 40 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met die daar onder gehorende landerijenrecht en gerechtigdheden gelegen op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van Frerick van der Aa en westwaarts Wijcher Braamhaar, voorts
alle haar mobiele goederen niets uitgezonderd [T0079_INV4_p351].
1725-11-03: Trijntien Hinriks, wedw van wijlen Frederick Harmssen, bijgestaan met secr Johan Derck Ritter als haar voogd, en in indicio gecompareerd is Luicas Frerix, zoon van wijlen Frerik Harms en zijn vrouw Trijntien Hinrixen, welke
verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 130 guldens en 10 stuivers, wegens boekschuld en verloop van Heeren lasten, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de
plaatse en met zijn gerechtigheid, voorts 2 ROSMOLENS, de ene staande op de landerijen van Gerrit Harmssen Coster en de andere rosmolen op Busschersland [T0079_INV4_p357].
1726-02-04: Harmen Hinriks en zijn vrouw Berendjen Berendsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Klaas Kruis en zijn vrouw Geerdjen Luicas Schol, doch de verkoop wegens de inboedel van de rentgeveren blijft daarbuiten, een som
van 300 guldens, wegens van verlopene Heeren lasten en doodschulden en verstrekte penningen die de E Schultes Claas Cruis aan Harmtien Janssen Tout heeft verschoten, zo Harmen Hinriks daaraan debet of schuldig was, comparanten stellen hypotheek
met onderpand op het huis met de plaatse en met de goorden daarachter is liggende zo en als omgraven ligt, gelimiteerd oostwaarts het zgn Scholsland, westwaarts Berendt Roeleffs [T0079_INV4_p372].
1726-05-25: Gerrid Harmssen Klijster en zijn vrouw Henrickjen Jansen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Klaas Kruis en zijn vrouw Geerdjen Luicas Scholl, een som van 242 guldens, wegens berekende boekschuld en geleend geld en
verlopene Heeren lasten tot het jaar 1723 mede in berekent, en aan de de tijdelijke kerkmeesters met namen Jan Luicas, Harmen Koster, Wijcher Braemhaer en Jan Hinrixen Post, een som van 115 guldens, en dan nog 5 guldens en 12 stuivers, wegens
verlopenen interest, uitmakende een som van 120 guldens en 12 stuivers, wegens de armen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de plaatse met de brink, zover als de rentgeveren daartoe gerechtigd zijn en een goorden liggende
van het hek of aan ruim 200 tret of zover als daartoe gerechtigd zijn, en een akker opslag en schraa met 2 wand bouwland en een goorden liggende achter de Spijckers goorden aan, en een vierendeel woestenakker liggende in het boomtiesland,
onverscheiden met Henrick Braamhaer [T0079_INV4_p386].
1726-07-20: De edele Claas Cruis, scholtus tot Vriezenveene, en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, welke uit handen van Jan Harmssen Vetteker en zijn voruw Kunnera Janssen Kleine in goeden gangbaren gelden ontvangen te hebben een som van 2499
guldens, en zulks in voldoening en tot weder inlossing van derzelver gedistrangeerde en op 17 juni en 1 juli 1724 bij executie verkochte vaste goederen door hem comparant aangekocht en volgens koopcondities en voorwaarden hem Jan Harmsen Vetteker
wedreom in te lossen expresselijk gereserveerd met alle verdere daarop aangewendene kosten en gedaan verschot, zo van honderdsten penning, als wijnkoop armengeld en opdracht alsmede resterende Heeren lasten en sedert de gedane verkopingen
verschenen interest invoegen als hier na gespecificeerd staat, als namelijk wegens de kooppenningen 2161 guldens, de opstuivers van dien ter somma van 108 guldens en 1 stuiver, de 100e penning van 33 guldens, de halve wijnkoop en armengeld van 2
guldens en 13 stuivers, de halve opdracht van 3 guldens en 3 stuivers, de verschenen interest zo sedert de gedane verkoping op beide kapitalen het ene ter somma van 1150 guldens en 17 stuivers, het 2e van 500 guldens ten voordeel van comparant in
de voorschreven vaste goederen gevestigd zijnde, verlopen zijn van 66 guldens, eindelijk wegens resterende Heeren lasten van 1724 van 44 guldens, 8 stuivers en 6 penningen, 1725 van 40 guldens en 15 stuivers, en het lopende jaar 1726 bij provisie
van 40 guldens, dus alle in allen uitmakende de bovengemelde penningen ter somma van 2499 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op de gehelen inboedel door deze edelen gerigt op 19 juli 1726 zijn geinventariseerd en deze sub a
getranssigeert mitsgaders derzelver een langs gedistraheerde en op heden wederom ingeloste vaste goederen bestaande in deze na volgende percelen:
1e het erve of 2 akkeren lands en het daarop staande huis en schuur door hem comparanten althans bewoond;
2e het huis staande op Vicarienland, gelimiteerd oostwaarts Jan Pauwels, westwaarts Jochem Bonthe;
3e een goorden liggende in de landerijen van Jan Prinsen, Berend Kloster en Luicas Holst;
4e 2 akkeren turfland, liggende in Patersland [T0079_INV4_p391].
1726-07-26: Jan Pauwels, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Scholtes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 187 guldens, 11 stuivers en 14 penningen, en aan Berend Engberts Klooster en zijn vrouw, een som van 170
guldens en 19 stuivers, en aan Frerick Henriks en zijn erfgenamen, een somv an 200 guldens, en aan Jochem Adolph Bonthe als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Jan Leuijrink, een som van 275 guldens en 15 stuivers, aan Henrik Faaijer en
zijn vrouw, een som van 111 guldens en 8 stuivers, aan Jan ten Caathe, koopman tot Almelo, een som van 74 guldens en 14 stuivers, aan Willem Braamer en zijn vrouw, een som van 156 guldens, aan Adolph Henrik Harwig, een som van 14 guldens, en aan
Procr Nicolaes Harwich, een som van 17 guldens en 2 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en goorden, daarachter liggende, gelimiteerd oostwaarts Henrik Wolters, westwaarts Jan Roeleffs Linkert, en dan nog een akker
hooiland in Pixenland gelegen, beginnende van de buijteren weg, onverscheiden met Leenert Wolters, westwaarts Gerrit Braemhaer, nog een half dagwerk geerenland, en ... [puntjes] wanden bouwland met een goorden gelegen op Jan Leuijrinckland
[T0079_INV4_p402].
1727-07-11: Koert Hinriksen van Olde en zijn vrouw Jennigien Janssen Smit, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Klaas Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 914 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op 3 akker landop en daale te vene, te velde, met daarop staande huis en schuur, en het houtgewas, gelimiteerd oostwaarts de landerijen van Roeleff Engbertsen Smidt, westwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, en dan nog met een turfakker, gelegen op
de oosterhoeve en onverscheiden met zijn broer Gerrit Hinrixen van Olde [T0079_INV4_p446].
1729-01-14: Harmen Luicas Koster en zijn vrouw Fenneken Janssen Schol, welke verklaarden verkocht te hebben de achtermate, beginnende van de Schuthorst tot aan Harmen van der Aa zijn Kamptien, gelimiteerd oostwaarts de kerkstege, westwaarts Jan
Janssen, alsmede een grasgoorden, liggende in de verkopers landerijen, beginnende van de buijteren doorgravenen weg onverscheiden met Jan Janssen, ten profijte van de Edele Scholtus Klaass Kruiss en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, voor een som
van 277 guldens [T0079_INV4_p477].
1729-03-05: Albert Vrijlinck en zijn vrouw Harmtien Gerridtsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Scholtus Klaass Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Scholl, een som van 160 guldens, 14 stuivers en 14 penningen, wegens geleverde en
gehaalde winkelwaren en doodschulden, mits dat dan de Scholtus Cruis betalen aan de erfgenamen van wijlen kerkmeesters Jan Scholl van resterende kooppenningen 111 guldens, 6 stuivers en 10 penningen, maakt dan een som van 160 guldens, 14 stuivers
en 14 penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, gelimiteerd aan de oostzijde Pastoorijenstege of st (?) aan de westzijde Roeleff Gerritsen Smelt [T0079_INV4_p497].
1729-04-11: Jenneken Dercks, weduwe van Gerrit Hinriksen, bijgestaan met Albert Jonker als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Scholtus CLaas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 400 guldens, wegens
boekschulden en verlopen Heren lasten, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts Frederick Henriks van Olde, westwaarts Henrik Braamhaar, mitsgaders 2 akker
Superplusland, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Berendt Winter, westwaarts Henrik Janssen Boeschen [T0079_INV4_p513].
1731-11-17: Jan Jansen ten Cate en zijn vrouw Geertjen Hendrix, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Ed Claas Cruijs, scholtus van het Vriezenveen, en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 533 guldens, deels wegens restante
kooppenningen van het door voorschreven Jan Jansen ten Cate en wijlen zijn 1e vrouw aangekochte huis en daaronder gelegen landerijen, thans door comparanten bewoond wordende en deels van geleverde bieren en winkelwaren volgens rekeneingen,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, brink en gaarden, tot aan het hek van de renthefferen, met nog 2 wand roede maat bouwland, en een gaarden achter de MOLEN, gelimiteerd oostwaarts Paaschensland en westwaarts de landerijen
van Kricken Berent [T0079_INV4_p606].
Woonde te Vriezenveen (16-09-1694, 24-12-1699).
|
-
Bronnen |
- DTB 510, blz. 27; DTB Wierden; DTB 510, blz. 37.
- Nederlands Patriciaat 1980/1981, blz. 217-245.
- DTB 510, blz. 27.
Den 18 augusti 1694: Claes Janssen Kruijs, zoon van Jan Berents Kruijs,
jm. met Geertjen Engberts, nd. van wijlen Engbert Janssen Smith, beijde
alhier, copul. den 16 septemb. 1694.
- DTB 510, blz. 27.
- .
Den 24 decemb. 1699: Klaes Janszen Kruis, weewenaer van Geertjen
Engtberts en Geertjen Lukasz Scholl, nd. van Lukas Janszen Scholl, beide
hier woonagtig [bron: DTB 510 Vriezenveen].
Den 7 januar. 1700: Sijn alhier met attestatie aengecomen en gecopuleert
Claes Janssen Kruijs en Geertjen Lucassen Scholl van 't Vriesenveen
[bron: DTB Wierden].
- DTB Wierden.
|
|
|
|