|
|
|
|
( ca. 1692) - na 1742
-
Naam |
Gerrit Zomer |
Geboren |
( ca. 1692) |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Jansen Somer, Soomer |
Permanent recordnummer |
12677 |
Patroniem |
Jansen |
Overleden |
na 1742 |
Persoon-ID |
I12677 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
4 jan 2002 |
Gezin |
Jenneken Schuurman, geb. ( ca. 1681), ovl. na 1720 |
Getrouwd |
1717 [1] |
Type: NOTE Religie: |
Permanent recordnummer |
7529 |
Kinderen |
| 1. Hermen Zomer, ged. 21 jan 1720, Vriezenveen , ovl. tussen 1785 en 1786, Vriezenveen (Leeftijd ~ 64 jaar) |
|
Laatst gewijzigd op |
7 mei 2001 |
Gezins-ID |
F7529 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Westeinde |
| Westeinde 537 te Vriezenveen Westeinde 537 te Vriezenveen
Leggernrs: 852, 2593, 2599, 12318, 11449, 15226
Perceelnrs: E145, E1608, E1985, E3515, E5686, L12
Huisnrs: 6-912 (tot 1957), Westeinde 537
1817: huis eigendom van Jan Zomer [9266]
1873: overdracht huis aan Wicherdina Schoenmaker [14411]
1882: verkoop huis aan Johannes Hendrikus Zomer [18916]
1907: huis wordt… |
-
Aantekeningen |
- 1717-05-06: Ten huize van Jan Janssen Plas, en bij Jennigien Hinrixen, wedw van wijlen Harmen Hinrixen Prinssen, bijgestaan met Jan Derck de Gitter, secretaris, als haar voogd, en de voogden met namen Berendt Wolters en Harmen Wolters Schipper
over de onmondige kinderen van wijlen Harmen Hinrixen Prinssen met namen van de kinderen Hinrikjen Harmsen, Jan Harmssen en Gerrit Harmssen, en tezamen voornoemd een lievelijk accoord gemaakt van de voornde kinderen van wijlen Harmen Hinrixen
Prinssen als de vader bij maagscheidinge op 27 maart 1690 en volgens bij testament is gemaakt nevens de moeder Jennigien Hinrixen op 7 juli 1705 en als het testement komt te vervallen, zo is dan veraccordeerd stevig en vast met de weduwe van
harmen Prinssen, en als dat Jan Glas mede toestaat met Gerrit Janssen Soomer als aankomende man van Jennigien Hinrixen als dat de voornde bruidegom zal inbrengen alle zijne goederen, zo roerende als onroerende, zo hebben al krijgen zal de
voornoemde voor kinderen zal aannemen als vader en zijn eigene kinderen en erfgenamen zijn, mits als dat alle die nakinderen die hij bij zijn aankomende vrouw Jenneken Hinrixen bij krijgt of procreert, zo wel de voorkinderen als nakinderen, zowel
van het vaderlijke als moederlijke goed al hebben en krijgen en is bij testament aanstaande en bij maagscheidinge voornt is uitgedrukt naar hoofden zullen erven en erfgenamen zijn en wijders is bedongen het mocht gebeuren als dat mijn aankomende
vrouw kwam te overlijden als dat ik met mijn voorkinderen en nakinderen die ik bij mijn vrouw kwam te procreren en kwam weder te trouwen, zo al mij al vader de halfscheid die wij tezamen in de boedel bezitten of hebben zal toekomen, maar de
voorkineren blijven evenwel nevens mijn nakinderen al even wel als erfgenamen voor mij als vader Gerrit Janssen Soomer noch is bescheiden als dat de voorkinderen alle tot hare jaren komt de zoons een goed ambacht te laten leren, daar ze best zin
aan hebben en de dochters het naaien en ook tezamen wel laten leren lezen en schrijven en de nakinderen ook die der mochten komen, en verder maak ik Gerit Janssen Soomer en het mocht gebeuren dat ik geen liefes erfgenamen kwam te krijgen en
zonder lieves erfgenamen kwam te overlijden en maak ik testator tot universele efgenamen mijn lieve voorkinderen, met namen Hinrikjen Harmssen, Jan Harmssen en Gerrit Harmssen, alle mijne nalatenschap, zo roerende als onroerende goederen, acten
en crediten, niets daarvan uitgezonderd [T0079_INV4_p043].
1719-01-27: Jan Harmsen Kluppels en zijn vrouw Mettjen Gerritsen ten Caathe, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Jan Hinrixen Post en zijn vrouw Jenneken Hinrixen Cruis, een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op de landerijen, beginnende van de Waterleijdik tot hen boovenin, zijnde groot 3 akkeren lands met daarop staande huis en schuur, nevens de eikenboom en zo ook daar bij top en twijg, gelimiteerd oostwaarts Willem Claassen Vos, cs, voorts van de
Waterleijdik hen buijten tot aan de Aa Dijk, zijnde 2,5 akker lands, gelimiteerd oostwaarts Jan Wolters Smidt, westwaarts Gerrit Janssen Soomer. Kantlijn akte: Op 7 mei 1725 hebben Jan Hinrixen Post en Jenneken Hinrixen Cruis hebben aangegeven
dat het bedrag met interest voldaan door Mettien Gerridtsen, weduwe van wijlen Jan Harmssen Kluppels, en waarmee deze akte wordt doorgehaald [T0079_INV4_p140].
Woonde te Vriezenveen.
|
-
Bronnen |
- .
Herman Prinsen overleed voor 1717. In dat jaar nl. was zijn weduwe van
plan te hertrouwen met Gerrit Jansen Soomer. Dit zegt ons een akte van 6
mei 1717 die in verband met de onmondige kinderen uit het eerste
huwelijk, werd opgemaakt. In deze akte staat dat de voogd, Jan Glas,
toestaatdat Gerrit Jansen Soomer als 'ankomende Eheman van Jenneken
Hinrixen als bruidegom sal inbrengen al sijne goederen'. Verder zal hij
de kinderen moeten aannemen als zijn eigen kinderen. De jongens zal hij
een goed ambacht moeten laten leren 'daer se sin in hebben', de dochter
zal naaien leren en alle kinderen zullen lezen en schrijven moeten
leren.
|
|
|
|