|
|
|
|
1738 - na 1784 (~ 47 jaar)
-
Naam |
Engberdina Smelt |
Gedoopt |
04 mei 1738 |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Vrouwelijk |
Alias |
Engbertdine |
Permanent recordnummer |
12268 |
Overleden |
na 1784 |
Persoon-ID |
I12268 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
13 mei 2021 |
Vader |
Fredrik Smelt, ged. 02 mei 1706, Vriezenveen , ovl. na 1783 (Leeftijd ~ 78 jaar) |
Moeder |
Jenneken Winter, ged. 19 nov 1702, Vriezenveen , ovl. tussen 1740 en 1748 (Leeftijd ~ 37 jaar) |
Getrouwd |
( ca. 1735) |
Gezins-ID |
F4088 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Gedoopt - 04 mei 1738 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Aantekeningen |
- `1779-03-15: Freederik Smelt, voor zich zelfs alsmede deszelfs dochter Engberdina Smelt, voor zich, bijgestaan met deszelfs vader voornd als haar voogd, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer Jan Henderik Dikkers, schultus en ontvanger
alhier, en zijn vrouw Geertien Brouwer, eens deels uit hoofde van zekere obligatie van dato ... (lees: puntjes), anderen deels wegens aan dezelven restante en verschuldige 's landsmiddelen, tezamen bedragende een som van 360 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands van het erve of vierendeel land alsnog onverscheiden zijnde, en gaande opgaans, beginnende met de Dijk en de Aa, tot bovenwaarts ingaande te Veene te Velde met top en twijg, oostwaarts het zgn
Henderik Coersland en westwaarts het zgn Jan Henderiks Hoff, cs, en de alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p118].
1780-03-04: Freederik Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn dochter Engberdina Smelt een som van 500 guldens, uithoofde van haar wijlen moederlijke erfportie van haar wijlen moeder uit deszelfs nalatenschap competerende, zijnde een
even gelijke som aan ieder van haar broers Berent en Albert Smelt voor 12 jaren door comparant uit dien zelfden hoofde uitgeteld of gevalideerd, voorts een som van 150 guldens wegen interest van voorschr kapitaal in voornoemde 12 jaren opgelopen,
als in welke tijd comparants beide zoons het genot en voordeel van een even gelijke somma hebben getrokken en genoten of trekken en genieten kunnen, en eindelijk een som van 240 guldens, en zulks uithoofde van Heer gedicirende de tijd van 12
jaren, welke zij de comparant gediend heeft, dus te samen 890 guldens, mitsgaders aan de kinderen van wijlen Gerrit Winter met namen Berent, Harmen en Jan Winter een som van geleende pennignen a 560 guldens, benevens verlopene interesten de som
van 225 guldens en dan nog aan Berent Winter en Jan Jansen te samen aan opgenomen penningen schuldig de som van 153 guldens, alsmede de interest 40 guldens, en eindelijk aan wijlen Jan Smelt, nu de erfgenamen een kapitaal van 80 guldens, dus te
samen een som van 1948 guldens, belovende hij comparant het voorschr kapitaal ieder in de zijnen 's jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 diergelijke guldens van ieder honderd, waarvan het 1e jaar aan te zal verschijnen heden over een jaar
en zo vervolgen van jaar tot jaar, tot de volkomen restitutie en de aflosse toe, waarvan de opsage of denuntiaitie ten meerderzijden zal vrijstaan, mits dezelve een half jaar behoorlijk zal moeten geschieden, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op zijn 4 akkeren lands met top en twijg en met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, mitsgaders 2 akkeren turfland op het zgn Superplus en 1,5 akker woestenland in de westere woesten
gelegen, benevens alle derzelver mobilen koren op de lande en verdere innige des huizes niets uitgezonderd [T0079_INV8_p163vo]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).
|
-
Bronnen |
- DTB 507, blz. 042.
Den 4 maij 1738: Frerijk Smelt en [niet ingevuld]; Engberdina.
|
|
|
|