|
|
|
|
1717 - 1793 (~ 74 jaar)
-
Naam |
Hendrik Schoenmaker |
Gedoopt |
13 jun 1717 |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Henricus, Henderik, Hendrikus, Hendrik, Henderijk, Henrik, Henricus Egbers, Egbertz, Egbertsen, Egberts Schoemaaker, Schoemaker |
Beroep |
koopman, linnenhandelaar, landbouwer |
Permanent recordnummer |
12152 |
Patroniem |
Egberts |
Overleden |
tussen 1792 en 1793 [2] |
Persoon-ID |
I12152 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
6 jun 2022 |
Gezin |
Stijntjen Harwig, ged. 06 nov 1720, Vriezenveen , ovl. na 1794 (Leeftijd ~ 75 jaar) |
Getrouwd |
( ca. 1745) |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
4070 |
Kinderen |
| 1. Jenneken Schoenmaker, ged. 06 nov 1746, Vriezenveen , ovl. 20 apr 1808, Vriezenveen (Leeftijd ~ 61 jaar) |
| 2. Grietjen Schoenmaker, ged. 15 sep 1748, Vriezenveen , ovl. 11 aug 1815, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd ~ 66 jaar) |
| 3. Adolph Hendrik Schoenmaker, ged. 31 mei 1750, Vriezenveen , ovl. 1806, Moskou, Rusland (Leeftijd ~ 55 jaar) |
| 4. Gerrit Schoenmaker, geb. 1751, Vriezenveen , ovl. 18 mei 1831, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd 80 jaar) |
| 5. Klasina Schoenmaker, ged. 31 dec 1752, Vriezenveen , ovl. 12 jan 1805, Neuenhaus, Duitsland (Leeftijd ~ 52 jaar) |
| 6. Garhardina Schoenmaker, ged. 19 mei 1754, Vriezenveen , ovl. tussen 1779 en 1780 (Leeftijd ~ 24 jaar) |
| 7. Egbert Schoenmaker, ged. 05 sep 1756, Vriezenveen |
| 8. Jan Schoenmaker, ged. 26 apr 1761, Vriezenveen , ovl. 24 jul 1816, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd ~ 55 jaar) |
|
Laatst gewijzigd op |
30 jan 1999 |
Gezins-ID |
F4070 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Gedoopt - 13 jun 1717 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Westeinde |
| Westeinde 137 te Vriezenveen Westeinde 137 te Vriezenveen
Leggernrs: 799, 1221, 2165, 2174, 2229, 2679, 4540, 5234, 8423, 8003, 11795, 12204
Perceelnrs: E441, E3451, E5814, E5814, E6396, L249
Huisnrs: 4-559 (tot 1957), Westeinde 137
Opm: Volgens het register grondbelasting was het in 1897 een dubbelhuis en in 1905 een (enkel)huis.
1817: huis eigendom van Erven Johanna de… |
-
Aantekeningen |
- Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 196/261; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 49/52.
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 24, nr. 8:
Man : Henderik Egbertsen.
Vrouw : Stijntjen Harwig.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Jenneken Hinderix.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1754-05-11: Swenneken Berens Leus, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben 2 akker hooiland, beginnende van de buiterenweg, tot aan of met de dijk of Aa, onverscheiden met de wedw Jan de Ruiter,
gelegen in hetzgn Busschersland, gelimiteerd oostwaarts Paaschensland, westwaarts Krikken Berensland, ten profijte van Henrikus Egbers Schoemaker en zijn vrouw Stientjen Harwig, voor een som van 660 guldens [T0079_INV5_p420].
1757-04-16: Henrikus Egbers Schoemaker en zijn vrouw Stientjen Harwig, welke verklaarden in erfkoop verkocht te hebben haren gerechten halfscheid van de goorden, zo met Jannes Lambers in gemeenschap is hebbende, in het zgn Pauschersland gelegen,
ten profijte van Jannes Lambers en zijn vrouw, voor een som van 52 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p633].
1758-04-05: Berent Jansen en zijn vrouw Janna Hendriks, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Henrikus Schoemaker en zijn vrouw Stientjen Herwig, een som van 1100 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de brink,
goordens voor en achter het huis, met alle haar bouwland bovenwaarts in, gelimiteerd oostwaarts Wolter Krul, westwaarts Croemeneusenland, voorts een halve akker hooiland gelegen in Croemeneusenland, beginnende van de buiterenweg, tot aan of met
de dijk of Aa, een halve akker woestenland, onverscheiden met de wedw Harmen Berents, cs, een akker boverwegesland, onverscheiden met Wolter Freriks, en dan nog omtrent 305 treden roede maat hooi of weideland, in het zgn Krikkenberensland, alles
alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV5_p669].
1758-06-03: De Ed Andries ten Caate, koopman tot Almelo, welke verklaarde in erfkoop verkocht te hebben een akker hooiland, in het zgn Stujkersland gelegen, beginnende van de waterleiding, tot aan of met de dijk of Aa, nog een akker
boverwegesland, onverscheiden met Willem Garrits van Dijkck, met nog een halve akker boverwegesland, onverscheiden met Hindrik Albers, en dan nog een halve akker boverwegesland, onverscheiden met de wedw van Hindrik Feijer, alles alhier op het
Vriezenveen, zo en als hij verkoper hetzelve op 18 september 1756 bij excectoriale distractie uit de boedel van Gerrijt Berens ten Caate heeft aangekocht, ten profijte van Henrikus Schoemaker, Wijcher Jansen, Hendrik Barkhoff en Jan Barkhoff, en
dezelver erfgenamen, voor een som van 615 guldens [T0079_INV5_p686].
F. Harwig te Hasselt: "Zij hadden op 5 april 1758 een uitstaande lening aan Berent Jansen en zijn vrouw Janna Hendriks groot 1000 gulden tegen 2 % rente, het welk op 28 mei 1794 aan haar (als weduwe) werd afgelost. Jan Schoemaker en zijn vrouw
Johanna de Vries alsmede Christine (Stientjen) waren schuldig aan Jan ten Cate Jzn., Lambert ten Cate en Gerrit Kosters Gzn. een bedrag van 18.871,= en 2 stuivers wegens geleverd linnengoed. Jan ten Caate Janssoon was "hulder" (=zaakwaarnemer)
van zijn moeder Judith Coster (gehuwd met Lambert Coster) en beheerde het leengoed "Swerinck" te Wierden en kocht 4 februari 1756 het leengoed "Boync" te Geesteren (bij Ootmarsum). Op 17 mei 1803 werd er geregistreerd, dat Egbert Coster te Almelo
"de tiende, gaande uit het erve Booyink te Geesteren" op 30 maart 1803 krachtens een koopovereenkomst die op 26 juli 1790 gesloten was tussen Jan ten Cate Jzn. te Almelo en Jan Booyinck, voor het landgericht Ootmarsum had getransporteerd aan
genoemde Jan Booyink te Geesteren. De koopsom bedroeg 4.000,=. Hendrik heeft een zakenreis naar Curaðcao gemaakt".
1763-07-14: Waander Wichers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Ootman ten Caate, koopman tot Almelo, een som van 1443 guldens en 16 stuivers, wegens een betekende handschrift van 16 augustus 1760 en aan de
E Harmannus ten Caate, koopman tot Almelo en zijn vrouw, een som van 727 guldens en 10 stuivers wegens betekende handschrift van 20 augustus 1760, alsmede aan Henrikus Schoemaker en zijn vrouw een som van 222 guldens wegens een obligatie van 17
juni 1758 met de rechts verschenen interest, en aan compts zus Grietjen Wiegers, wedw van Roeloff Gerritsen en som van 53 guldens, wegens een verkocht stuk linnen, en nog aan Hinrikjen Gerrits Schuirman een som van 50 guldens wegens verdient
meide loon, een kapitaal samen van 2496 guldens en 6 stuivers. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis, schuur en verder timmeragie, met dezelver 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Schuirman, en alhier
op 't Vriezenveen, een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Olde Scholsland, beginnende van de buiterenweg, en ongeveer een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, en een halve akker turfland, gelegen op de westere hoeve, met
nog een vierendeel akker turfland, mede op de westere hoeve gelegen, alle alhier op 't Vriezenveen. De akte is doorgehaald, zonder vermelding van een opmerking in de kantlijn van de akte. [T0079_INV6_p251]
1765-05-09: Frederik Frederiks Waanders, voor zich zelfs, alsmede Berent Gerrits, als voogd van de kinderen van wijlen Frerick Freriksen Waanders, benevens Berent Boer, namens zijn schoonzoon Gerrijt Geerdink, alsmede voogd van voorn kinderen,
welke verklaarden op 8 februari 1765, verkocht te hebben des comparants en deze pupillen eigen toebehorende akker hooiland in Busschersland gelegen, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de Dijk of Aa, ten profijte van Henrikus
Schoemaker, zijn vrouw Stientjen Harwig en kinderen, voor een som van 385 guldens. [T0079_INV6_p405]
1766-02-22: Wijcher Jansen en zijn vrouw Leena Lubbers, en Stientjen Harwig bij absentie van haar man Henrikus Schoemaker, in deze bijgestaan met Berent Wiggers als haar voogd, welke verklaarden in februari 1765 verkocht te hebben een akker
boverweges land op de westere hoeve gelegen, gelimiteerd aan de ene zijde Wolter Gerrits en aan de andere zijde de wedw Barent Prinsen, ten profijte van Willem van Dijck en zijn vrouw, voor een som van 115 guldens. [T0079_INV6_p461]
1766-06-09: De onderscholtus Ad Henr Bartelink, als volmachtiger van de Wel Eerw Heer J G Schultz, pastoor tot Velthuijsen en de burgemeester Henrik Bruina tot Velthuijsen, als voogden van de minderjarigen zoon van wijlen Henrik Harmsen,
Hermannus Harmsen genaamd, wonende tot Velthuijsen, welke verklaarden op 28 februari 1765 verkocht te hebben 2 koeweiden, gelegen in het zgn Fransmansland, beginnende van deze Kerkweg, en gaande buitenwaarts in, in diervoegen als wijlen Henrik
Harmsen, dezelve in eigendom heeft gepossideerd en bezeten, ten profijte van Henricus Schoemaeker en zijn vrouw, voor een som van 142 guldens [T0079_INV7_p014].
1766-06-28: Jannes Lamberts en zijn vrouw Berendina Feijer, welke verklaarden op 11 maart 1766 verkocht te hebben de boveren hoek bouwland met de halve opslag, gelegen op de zgn Toeterije, ten profijte van Henricus Egberts Schoemaker en zijn
vrouw, voor een som van 75 guldens [T0079_INV7_p026].
1766-07-31: Henderik Claesen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben 2 koeweiden, gelegen in de landerijen van hem verkoper, onverscheiden met hem vekoper, en de overige ingelanden beginnende van deze nieuwen Kerkweg en
eindigende tot aan de Dijk, met de dijk en de Aa, met het maken van de steegen deele voorts, ten profijte van Henricus Schoemaker en zijn vrouw, voor een som van 180 guldens [T0079_INV7_p031].
1766-07-31: Henderik Claazen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben de halve grasgoordens, onverscheiden met Henricus Schoemaker en Wolter Crol, gelegen in de verkopers landerijen en die van het zgn Fransmansland, ten
profijte van Hinderikjen Egberts, wedw van wijlen Gerrit Brink en dezelver kinderen, zijnde dezelver goordens verkocht voor een som van 165 guldens [T0079_INV7_p034].
1768-11-04: Luicas Luicassen en zijn vrouw Henderina Langkamp, welke verklaarden schuldig te zijn aan Henricus Schoemaker en zijn vrouw Stijntjen Herwig, wegens opgenomen en verstrekte penningen, een som van an 100 guldens, comparanten stellen
hypotheek met onderpand op 2 akkeren bouwland, beginnende van het zgn boomtjen bovenwaarts ingaande, tot 4 wanden roede maat incluis [T0079_INV7_p092].
1770-01-06: Berentjen Coers, weduwe van wijlen Berend Egbert Schoemaker,voor zichzelf en als moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met Jan Gerritsen als voogd in deze, verklarende in september 1769 verkocht te hebben 2 hoekjes
bouwland, gelegen heen booven, op het zgn Fuit Hermsland, oostwaarts Jan Prinsen en westwaarts de zgn Toeterije, ten profijte van Henricus Egberts Schoemaker en zijn vrouw Stijntjen Harwig, voor een som van 115 guldens [T0079_INV7_p121vo].
|
-
Bronnen |
- DTB 506, blz. 073.
Den 13 junij 1717: Egbert Henricks en Grietjen Berends; Henrick.
- .
Overleden voor 23 juni 1793.
|
|
|
|