|
|
|
|
1727 - 1786 (~ 57 jaar)
-
Naam |
Hendrikus Boeschen |
Gedoopt |
02 jun 1727 |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Alias |
Hendrikus, Hendricus, Hermannus Boeschjen, Boesschen |
Beroep |
landbouwer, reizend linnenhandelaar |
Permanent recordnummer |
10948 |
Overleden |
tussen 1785 en 1786 |
Vriezenveen [2] |
Begraven |
Vriezenveen [3] |
Persoon-ID |
I10948 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
6 jun 2022 |
Gezin |
Janna Berkhof, ged. 19 mei 1735, Vriezenveen , ovl. na 1780, Vriezenveen (Leeftijd ~ 46 jaar) |
Getrouwd |
( ca. 1752) |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
3757 |
Kinderen |
| 1. Hendrik Boeschen, ged. 28 okt 1753, Vriezenveen , ovl. 09 jun 1807, Vriezenveen (Leeftijd ~ 53 jaar) |
| 2. Berendina Boeschen, ged. 21 dec 1755, Vriezenveen , ovl. 05 mrt 1830, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd ~ 74 jaar) |
| 3. Mannes Boeschen, ged. 27 nov 1757, Vriezenveen , ovl. 05 aug 1808, Vriezenveen (Leeftijd ~ 50 jaar) |
| 4. Albert Boeschen, ged. 14 mrt 1762, Vriezenveen , ovl. 1783, Moskou, Rusland (Leeftijd ~ 20 jaar) |
| 5. Jenneken Boeschen, ged. 01 sep 1765, Vriezenveen , ovl. 13 feb 1833, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd ~ 67 jaar) |
| 6. Aaltjen Boeschen, ged. 15 nov 1767, Vriezenveen , ovl. 22 dec 1830, Zwolle (Leeftijd ~ 63 jaar) |
| 7. Mardalena Boeschen, ged. 17 nov 1771, Vriezenveen , ovl. 16 okt 1826, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd ~ 54 jaar) |
| 8. Jan Boeschen, ged. 14 jul 1776, Vriezenveen |
|
Laatst gewijzigd op |
3 jan 1999 |
Gezins-ID |
F3757 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Gedoopt - 02 jun 1727 - Vriezenveen |
|
| Overleden - tussen 1785 en 1786 - Vriezenveen |
|
| Begraven - - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Oosteinde |
| Oosteinde 417 te Vriezenveen Oosteinde 417 te Vriezenveen - Jan Joonker
Leggernrs: 444, 1839, 3329, 3061, 10456, 802
Perceelnrs: B805, B4248, B5970, B6975
Huisnrs: 1-015 (tot 1957), Oosteinde 417
1817: huis eigendom van Jan Jonker [3706]
1881: overdracht huis aan Wicher Jonker [15977]
1891: overdracht huis aan Jan Jonker [18622]
1951: overdracht huis
1963: overdracht… |
| Oosteinde 356 te Vriezenveen Oosteinde 356 te Vriezenveen
Leggernrs: 30, 2242, 3509, 804, 10059, 9986, 16328
Perceelnrs: D657, D2837, D4100, D6437, K249
Huisnrs: 1-55 (tot 1957), Oosteinde 356
1e huis
1817: huis eigendom van Jan Boesschen [102]
1870: overdracht huis als oostzijde van dubbelhuis aan Berend Kobus [50]; westzijde is Oosteinde 356(a)
1887: verkoop huis aan… |
| Oosteinde 210 te Vriezenveen Oosteinde 210 te Vriezenveen
Leggernrs: 287, 1543, 3241, 7243, 10776
Perceelnrs: D468, D1758, D3034, D6387, D6615, K163
Huisnrs: 2-161 (tot 1957), Oosteinde 210
1e huis
1817: huis eigendom van Jan Grobben [12687]; oostzijde van dubbelhuis met Oosteinde 208
1840: afbranding huis bij 'grotere' brand van 5 mei 1840
2e huis
1840: stichting… |
-
Aantekeningen |
- Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 154/160/172; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 45-46/49.
1751-03-13: Testament van Hermannes Boesschen en zijn vrouw Janna ten Caate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar vader Jan ten Cate en haar moeder Aaltjen Jansen Schol, legitieme portie;
- maken elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers en zussen, Jan, Henrikus en Janna Boeschen, alle zijn metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zussen Hindrikjen, Grietjen en Frederika ten Caate, alle haar metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- beide aand e armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p322].
1752-02-05: Frerick Jansen en zijn vrouw Harmina Luikassen, welke verklaarden op 28 december 1751 verkocht te hebben 2 akker land, gelegen op de Superplus, gelimiteerd oostwaarts Jan Feriks Tuitertjen, westwaarts de wedw van Albert Barkhoff, aan
handen van Harmannes Boeschen en Henrikes Boeschen, derzelver vrouwen, voor een som van 255 guldens [T0079_INV5_p357].
1754-12-28: Garrijt Jansen en zijn vrouw Jenneken Jansen, welke verklaarden verkochten te hebben 2 koeweiden, gelegen in de landerijen van Jan Jansen Onweer, gelimiteerd oostwaarts Jasper Freriks, westwaarts Harmen Klaassen, ten profijte van
Henrikus Boeschen en zijn vrouw Janna Berens, voor een som van 126 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p439].
1756-03-06: Gerrijt Jansen en zijn vrouw Jennegjen Jansen Olijslager, welke verklaarden verkocht te hebben 200 treden roede maat bouwland, in het zgn Jan Onweersland gelegen, gelimiteerd oostwaarts Jasper Freriks, westwaarts Lukas Onweer, ten
profijte van Henrikus Boeschen en zijn vrouw, voor een som van 94 guldens [T0079_INV5_p528].
1757-02-12: Aaltjen Berens Kooijker, weduwe van Berent Barkhoff, bijgestaan met Harmen Fick als haar voogd, voorts Jan Berens Barkhoff en Jan Barkhoff als voogden over Albert Berens Barkhoff, en Berent Berentsen Barkhoff, welke verklaarden op 5
februari 1756 in erfkoop verkocht te hebben een 1,5 dagwerk hooiland aan de Schipsloot of TOETERIE genaamd, ten profijte van Henrikus Boeschen en zijn vrouw, voor een som van 126 guldens [T0079_INV5_p613].
1758-08-11: Hindrik Roelofs Schuirman en zijn vrouw Janna Jansen, welke in erfkoop verkocht te hebben een halve akker woestenland, naast en onverscheiden met Jan Feijer en Frerick Smelt, ten profijte van Henrikus Boeschen en zijn vrouw, voor een
som van 120 guldens [T0079_INV5_p702].
1764-05-05: Jan Berens Bramer en zijn vrouw Janna Gerrits Smelt, welke verklaarden in 1764 verkocht te hebben 4 wanden bouwland, in het zgn Onweersland gelegen, ten profijte van Henrikus Boeschen en zijn vrouw, voor een som van 200 guldens.
[T0079_INV6_p306]
1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende omtrent drievierendeel akker turfland, onverscheiden met Gerrijt
Berentsen Snijder, op de oostere hoeve gelegen, ten profijte van Henrikus Boeschen, zijn vrouw en kinderen, voor een som van 75 guldens. [T0079_INV6_p429]
1766-06-28: Jannes Lamberts en zijn vrouw Berentdina Feijer, welke verklaarden op 11 maart 1766 verkocht te hebben ongeveer 2 akkeren hoevenland op de oostere hoeve, beginnende van de Kooijendijk en dat bovenwaarts in gelegen, ten profijte van
Harmannus Boesschen en Henricus Boeschen en zijn vrouw, ieder voor de gerechten halfscheid, voor een som van 370 guldens [T0079_INV7_p022].
1767-01-08: Harmannus Boesschen en Jan Boesschen, als voogden van de minderjarige kinderen van Jan Geerts Toeter en wijlen zijn vrouw Jenneken Boesschen, welke verklaarden op 12 februari 1766 verkocht te hebben het halve huis, thans bewoond door
Jan Geerts Toeter, met de halve goorden daarachter gelegen, beginnende en staande, van deze nieuwe Kerkweg, tot zo ver dezelve omgraven is, gelimiteerd oostwaarts de Steege van Jan Harmsen, cs, en westwaarts Roelof Warnink zijn goorden, zijnde de
oostkant van het huis en goorden, en met Jan Geerts Toeter ieder voor de halfscheid gescheiden, zijnde mits conditie zullen de 2 ongetrouwde kinderen met namen Henderik en Hendericus in het halve huis behouden zo lang zij ongetrouwd zijn een
steede bij de haard, licht en brandvrij, een bekwame slaapplaats en ook plaats om haar ger..heden te plaatsen, ziek of zuchtig wordende goede handreikinge te doen, alsmede verklaarden dezelve bij dezen nog verkocht te hebben een wand bouwland,
waar nevens Jan Geerts Toeter, ook een wand behoord, en met hem onverscheiden, ten profijte van Henricus Boesschen en zijn vrouw, voor een som van 220 guldens [T0079_INV7_p046].
1771-02-14: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrit d Ruiter, als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Jan d Ruiter als haar voogd, welek verklaarden op 7 februari 1770 verkocht te hebben de
landerijen, genaamd het zgn Huijsmansland, het buitenland, beginnende van deze Kerkweg hen buiten voor 300 guldens en 5 stuivers, met en nevens de goorden daarin gelegen die begint van de sloot, zijnde de goorden verkocht, zover als die om graven
is voor een som van 155 guldens, gaande alle het verkochte buitere land, tot aan met de Oldenweg eindigende, exempt behouden de verkoper aan haar al het harde of eikenhout, zo daarop staat, om hetzelve te mogen laten staan, zo lange het haar zal
believen, maar dat in of op de goorden staat, is aan de koper eigen, gelimiteerd oostwaarts de weedw Coert van Olde, en westwaarts het zgn de Rutgersland, en dat aan handen van Claas Cruijs, Derk Jansen en Hendericus Boesschen, derzelver
huisvrouwen, voor een som tezamen van 455 guldens en 5 stuivers [T0079_INV7_p146].
1775-05-08: Kunnegien Jansen, wedw van wijlen Frederik Lubbers, voor zichzelf en als moeder boedelhouster en wettige voogd van haar 2 kinderen, bijgestaan met de E Gerrit Harmen Costers als haar voogd, welke verklaren op 26 januari 1775 verkocht
te hebben haar 6 wanden bouwland, roede maat, perceels wijze opgehangen en verkocht op het ooster stukke, beginnende achter de goorden van den dwars sloot bovenwaarts ingaande, gelimiteerd aan de oostzijde Gerrit Hinderiks en aan de westzijde het
wester stukke van de verkoopster voornoemd, en wat verder op boverland, na veene Uzancie mocht leggen, zijnde ieder wand bouwland bezwaard in elke deel verpondinge een stuiver en in de schattinge ieder wand 8 penningen, en het gezaij en corting
int zo daarop leijd, voorts eenen bekwamen opweg om en bkwame rijden, na des kopers land te varen heen en weerom, mits denzelven opweg na contingent te helpen maken, alsmede het maken en onderhouden van dezen Kerkweg an contingent van de
oostzijde naast Gerrit Hinderiksen wegs zo tussen de kopers zal kunnen worden verdeeld en gemaakt, aangaande de rogge zo op het voors bouwland aan staande, behoud de verkoopster voro haar van welk bouwland den aantast niet eerder zal kunnen
geschieden als Jacobij aanstaande, op wanneer de rogge door de verkoopster daar afgemaaid of afgehaald is, en dat vrij zonder bezwaar, zijnde deze bovengemelde 6 wanden bouwland verkocht aan handen en ten profijte van Henricus Boesschen en zijn
vrouw Janna Berents Berkhoff, voor een som van 358 guldens [T0079_INV8_p027vo].
1780-05-08: Berent Jansen Hoffman en zijn vrouw Janna Jansen Bramer, welke verklaarden verkocht te hebben hunne eigendommelijke, gelijk doen in en vermits dezen (?), en toebehorende landerijen van Jan Berents Braamer, 2 koeweiden, beginnende van
het paaltjen tegen Berent Costers zijnen oever, en dat buitenwaarts ingaande, nevens het aanpart van het hout, zo hart als week, alsmede een 3e part van een dagwerk hooiland achter de Dijk en de gelegen het Broek genaamd, benevens de goorden in
Jan Braamersland gelegen, ter lengte van 75 tred met hetzelve recht als Jan Braamer als Jan Braamer in hetzelfe land is hebbende heen buiten het zij van varen, drijven of plaggen streker en hooten (?), ten profijte van Hendricus Boeschen en zijn
vrouw voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p171]
1789-12-23: Op 23 december 1789 zijn verschenen de meerderjarige erfgenamen van Hendr Boeschen, als Frerik Harms en zijn vrouw Jenneken Boeschen, Berend Bramer en zijn vrouw Berendina Boeschen, Henderik Boeschen en zijn vrouw Berendina
Olijslager, Harmanus Boeschen, en voor de minderjarige kinderen de voogden Harmanus Boeschen en Barend Berkhof, verklaarden verkocht te hebben aan Jan Berends Bramer 2 wanden land, op Jasper Onweersland, voor een som van 76 guldens en 10 stuivers
[T0079_INV10_p068vo].
Bij de volkstelling in 1748 te Vriezenveen woonde hij in bij zijn broer Hermen. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwoner bij zijn broer Hermen], 1764).
Landbouwer in 1764.
Was in St. Petersburg in 1767/1772/1779/1782.
|
-
Bronnen |
- DTB 507, blz. 002.
Den 2 junij 1727: Hendrijk Jansen Boeschjen en Metjen Jansen; Henricus.
- Boerboek 1783; DTB 510, blz. 085.
- Huwelijksbijlage.
|
|
|
|