|
|
|
|
1725 - 1779 (~ 52 jaar)
-
Naam |
Cunnegjen Jansen |
Gedoopt |
29 jul 1725 |
Vriezenveen [1] |
Geslacht |
Vrouwelijk |
Alias |
Kunnegien Dodde |
Permanent recordnummer |
10147 |
Overleden |
tussen 1778 en 1779 [2] |
Persoon-ID |
I10147 |
Vriezenveners.nl |
Laatst gewijzigd op |
9 jun 2002 |
Gezin 1 |
Jasper Fredriks, ged. 25 mei 1722, Vriezenveen , ovl. tussen 1756 en 1758 (Leeftijd ~ 33 jaar) |
Getrouwd |
( ca. 1752) |
Type: Reli |
Permanent recordnummer |
2734 |
Kinderen |
|
Laatst gewijzigd op |
24 nov 1999 |
Gezins-ID |
F2734 |
Gezinsblad | Familiekaart |
Gezin 2 |
Fredrik Lubberts, ged. 20 mei 1725, Vriezenveen , ovl. tussen 1763 en 1764, Vriezenveen (Leeftijd ~ 37 jaar) |
Ondertrouw |
24 mei 1760 |
Vriezenveen [3] |
Permanent recordnummer |
3563 |
Kinderen |
| 1. Jasperdina Fredriks, ged. 13 dec 1761, Vriezenveen , ovl. 01 jun 1836, Vriezenveen, Vriezenveen (Leeftijd ~ 74 jaar) |
|
Laatst gewijzigd op |
25 aug 2009 |
Gezins-ID |
F3563 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
Gebeurteniskaart |
|
| Gedoopt - 29 jul 1725 - Vriezenveen |
|
| Ondertrouw - 24 mei 1760 - Vriezenveen |
|
|
Pin Legenda |
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld |
-
Oosteinde |
| Oosteinde 326 te Vriezenveen Oosteinde 326 te Vriezenveen
Leggernrs: 16a, 1103, 4534, 6221, 6414, 7880, 7986, 7881, 11663, 7881, 13346
Perceelnrs: D620, D3917, D5530, D6431, D6625, K237, K714, K937
Huisnrs: 1-078 (tot 1957), Oosteinde 326
1e huis
1817: huis eigendom van Hendrikus Aman [10639]
1860: overdracht huis aan Gerrit Otto Boom [12675]
1888: sloping huis
2e… |
-
Aantekeningen |
- Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 150.
1767-07-30: Kunnegien Jansen, weduwe van wijlen Frederik Lubberts, bijgestaan met Hend Evertman als haar voogd, welke verklaarde op 14 februari 1767 voor haar en als moeder en wettige voogd van haar 2 minderjarige dochtertjes, verkocht te hebben
een akker boverweegesland, gelegen op de westere hoeve, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Derksen en westwaarts Jan Prinsen, voor een som van 116 guldens en 20 stuivers, ten profijte van Jan Smelt en Gerrit Derksen en dezelver erfgenamen, ieder voor
de gerechten halfscheid [T0079_INV7_p065].
1769-07-10: Henderik Jansen, alias Siep, en zijn vrouw Aaltjen Luicas, welke verklaarden op 11 april 1766 verkocht te hebben het halve huis, zijnde de oostzijde, met de halve landerijen, namelijk daarbij de halve goordens heen buiten, met een 4e
part van de brink en het boomgewas, benevens een koeweide, alsmede 2 wand bouwland en de halve opslag, alle staande en gelegen op en in de landerijen van het zgn Jan Onweersland, gelimiteerd oostwaarts de weed van Frederik Lubberts, en westwaarts
Henricus Harmsen, cs, voor een gedeelte onverscheiden met Jasper Luicas, cs, exempt de last van de steeden bij de h... ... zo de voorkinderen van Henderik Jansen voornoemd, daar in mochten hebben, dewelke alleen zullen zijn en blijven, in en op
de ene halfscheid van de verkoper, zijnde de westzijde van het huis, alles onder die daarop gevolgde approbatie van zijn Hoog Graeffelieke Excellentie den Heere Graave van Rechteren, vrij Heer van Almelo en Vriezenveen, etc etc etc, overmomber
Heer, van 18 april dezelve jaar, mede alles ingevolge daarvan opgerichten koopbrief, en dat aan handen en ten profijte van Jan Luicas en Aeltien Derksen, voor een som van 370 guldens [T0079_INV7_p103vo].
1775-05-08: Kunnegien Jansen, wedw van wijlen Frederik Lubbers, voor zichzelf en als moeder boedelhouster en wettige voogd van haar 2 kinderen, bijgestaan met de E Gerrit Harmen Costers als haar voogd, welke verklaren op 26 januari 1775 verkocht
te hebben haar 6 wanden bouwland, roede maat, perceels wijze opgehangen en verkocht op het ooster stukke, beginnende achter de goorden van den dwars sloot bovenwaarts ingaande, gelimiteerd aan de oostzijde Gerrit Hinderiks en aan de westzijde het
wester stukke van de verkoopster voornoemd, en wat verder op boverland, na veene Uzancie mocht leggen, zijnde ieder wand bouwland bezwaard in elke deel verpondinge een stuiver en in de schattinge ieder wand 8 penningen, en het gezaij en corting
int zo daarop leijd, voorts eenen bekwamen opweg om en bkwame rijden, na des kopers land te varen heen en weerom, mits denzelven opweg na contingent te helpen maken, alsmede het maken en onderhouden van dezen Kerkweg an contingent van de
oostzijde naast Gerrit Hinderiksen wegs zo tussen de kopers zal kunnen worden verdeeld en gemaakt, aangaande de rogge zo op het voors bouwland aan staande, behoud de verkoopster voro haar van welk bouwland den aantast niet eerder zal kunnen
geschieden als Jacobij aanstaande, op wanneer de rogge door de verkoopster daar afgemaaid of afgehaald is, en dat vrij zonder bezwaar, zijnde deze bovengemelde 6 wanden bouwland verkocht aan handen en ten profijte van Henricus Boesschen en zijn
vrouw Janna Berents Berkhoff, voor een som van 358 guldens [T0079_INV8_p027vo].
1775-05-08: Kunnegien Jansen, wedw van wijlen Frederik Lubbers, voor zichzelf en als moeder boedelhouster en wettige voogd van haar 2 kinderen, bijgestaan met de E Gerrit Harmen Costers als haar voogd, welke verklaren op 26 januari 1775 verkocht
te hebben haar 6 wanden bouwland roede maat, perceels wijze verkocht op het ooster stukke minder of meerder na contingent te betalen als bij de uitmetinge zal komen te geblijken, beginnende van het land van dat van Henricus Boesschen, bovenwaarts
ingaande, gelimiteerd ende oostzijde Gerrit Hinderiks en aan de westzijde het wester stukke van de verkoopster voornoemd, ten profijte van Gerrit Jansen, alias de groot, voor een som van 330 guldens [T0079_INV8_p028vo].
1775-05-08: Kunnegien Jansen, wedw van wijlen Frederik Lubbers, voor zichzelf en als moeder boedelhouster en wettige voogd van haar 2 kinderen, bijgestaan met de E Gerrit Harmen Costers als haar voogd, welke verklaren op 26 januari 1775 verkocht
te hebben een akker turfland gelegen op het zgn Superplus, onverscheiden met Jannes Frederiksen, ten profijte van Tuenis Jansen en zijn vrouw, voor een som van 120 guldens [T0079_INV8_p029vo].
1775-05-08: Kunnegien Jansen, wedw van wijlen Frederik Lubbers, voor zichzelf en als moeder boedelhouster en wettige voogd van haar 2 kinderen, bijgestaan met de E Gerrit Harmen Costers als haar voogd, welke verklaren op 26 januari 1775 verkocht
te hebben een akker turfland, hebbende de volle breedte, niet in diervoegen, zijdens zelven in het gebruik gehad, heeft, en alhier op het zgn Superplus gelegen is, ten profijte van Claas Jansen, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p030].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).
|
-
Bronnen |
- DTB 506, blz. 098.
Den 29 julij 1725: Jan Berends en Fennegjen Gees Eovdem [lees: idem]; Kunnegjen.
- Kerspellasten 1778 - Hoofdgeld 1779.
- DTB 510, blz. 051.
Den 24 meij 1760: Fredrik Lubberts, nz. van Lubbert Jansen, en Kunnegjen
Jansen, weduwe van Jasper Fredriks, alhier.
|
|
|
|