|
|
|
|
Treffers 85,901 t/m 85,950 van 88,655
# |
Aantekeningen |
Verbonden met |
85901 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 91/127.
1748-07-27: Testament Albert Freriks Jonker en zijn vrouw Jenneken Lukas, de eerste enigszins zwak van lichaam, de laatste bijgestaan met Pr Nicol Harwgi als haar voogd, waarin genoemd:
- beide aan haar 5 kinderen, met namen Jan, Jannes, Beerentjen, Lukas en Frerik Albers Jonker, legitieme portie;
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam [T0079_INV5_p230].
1756-11-13: Jannes Lambers en zijn vrouw Berendina Feijer, welke verklaarden op 18 april 1754 in erfkoop verkocht te hebben ongeveer een akker Superplusland, alhier op het Vriezenveen gelegen, ten profijte van Frerick Albers Jonker en erfgenamen,
voor een som van 95 guldens [T0079_INV5_p589].
1758-12-02: Testament van Frerick Albers Jonker en zijn vrouw Hindrikjen Hindriks, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Jenneken Lukas Smit, weduwe van Albert Jonker, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 10 guldens [T0079_INV5_p719].
1772-12-19: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemakers, welke verklaarden op 31 januari 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, op het wester stuk, naast dat van Frederik Jonker, bovenwarts in, alles na contigent
te verdelen wordende, doch de brink en goorden daaronder niet begrepen, voor een som van 57 guldens en 17 stuivers, ten profijte van Harmen Mannessen en zijn vrouw [T0079_INV7_p187].
1777-07-24: Engbert Luicas Hospes en Henricus Brink, als voogden van Engberdina Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een koeweide, gelegen in en op het zgn Cort Gerritsland, beginnende van dezen nieuwen Kerkweg, eneindigende tot aan en
met de Olden Graven, alhier op 't Vriezenveen gelegen, ten profijte van Frederik Jonker, voor een som van 76 guldens [T0079_INV8_p074vo].
1779-01-15: Freederik Jonker, voor zichzelfs en als vader en voogd van zijn minderjarig zoontjen, welke verklaarde in januari 1779 verkocht te hebben zijn 2 koeweiden, liggende op en in de landerijen van het zgn Coort Gerritsland, gelimiteerd
oostwaarts de weedw van wijlen Jan Engbers, en westwaarts Henderik Coster, alhier op het Vriezenveen gelegen, beginnende van dezen Kerkweg en eindigende tot aan en met de Olden graeven in diervoegen zo en als de verkopere dezelve in zijn gebruik
heeft gehad, en 2 stukkies goordenland, het ene achter de waeter leijdink en het 2e binnen de waeterlijdink gelegen, en die vrij en zonder bezwaar voor zich daar uit bescheiden heeft, benevens heeft de verkoper daaruit bedongen om dezelven zo
lange te mogen laten staan als het hem koper zal believen, namenlijk 7 eiken bomen en 2 elsen bomen, zijnde de voren gemelde koewiden aan de koper voornd verkocht, waarvan de aantast der gemelde koeweiden dadelijk zal kunnen en mogen geschieden
en zulks aan handen en de ten profijte van Esse Jans en zijn huisvrouw Hendrikje ... (lees: puntjes), voor een som van 160 guldens [T0079_INV8_p114].
1779-02-03: Berend van Olde en zijn vrouw Janna Egbers, welke verklaarden schuldig te zijn aan Freedk Jonker, ingevolge bekende obligatie van 16 juli 1768, een som van 100 guldens met interest, alsmede de kosten daarover, te samen een som van 104
guldens en 16 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar 2 akkeren lands met het daarop staande huis en verdere timmeragie, voor een gedeelte onverscheiden met Berend Braemer, mitsgaders een en een halven akker turfland op de
ooster hoeve en een en een halve akker woestenland in de westere woesten, allen alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p116].
1781-11-03: Dat Freederik Jonker op 16 december 1780 heeft aangekocht de opslag op het zgn Hollandersland gelegen, voorheen Jan Hendk Wieggers toebehorende, voor een som van 85 guldens [T0079_INV8_p221].
1792-03-28: Op 28 maart 1792 Hendrik Harmsen geeft aan dat gekocht heeft van Frerik Jonker een huis en land voor 950 [T0003.1_INV2668].
1792-07-01: Op 1 juli 1792 Berent Smitt geeft aan dat gekocht heeft van Frerik Jonker een half huis voor 100 [T0003.1_INV2668].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn broer Lucas], 01-07-1758). | Jonker, Fredrik (I11257)
|
85902 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 91/92.
1792-07-01: Op 1 juli 1792 Berent Smitt geeft aan dat gekocht heeft van Frerik Jonker een half huis voor 100 [T0003.1_INV2668].
1817-12-23: Notaris Warnaars, 1817, nr. 247, gifte onder de levenden.
1819-04-10: Berend Hendriks Smit, smid, woont te Vriezenveen, is vader bruid.
Berend Hendriks neemt op 6 maart 1812 te Vriezenveen 'Smit' als familienaam aan, en voor zijn kinderen Fredrikus (4 jaar), Johanna (21 jaar), Arendina (19 jaar), Hendrika (17 jaar) en Hendrika (9 jaar).
Berend Smit (58 (?) jaar, smid te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jannes Alberts Abbink (?) en Aaltjen Gerrits (?), op 23 augustus 1817 te Vriezenveen afgesloten.
Berend Smit (56 jaar, smid te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jan Smelt Bz. (onverwant) en Gerritdijna Reuten (onverwant), op 10 april 1818 te Vriezenveen afgesloten.
Berend Hendrik Smid heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Jan Dekker en Hendrijka Smit (zijn dochter).
Berend Smit (62 jaar, smid te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Bernardus Coes (onverwant) en Alberdijna Jansen Eupe (onverwant), op 15 september 1821 te Vriezenveen afgesloten.
Berent Smit (63 jaar, smid te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jan van Dijk (onverwant) en Gerritdina Bramer (onverwant), op 7 mei 1825 te Vriezenveen afgesloten.
Berend Smit (67 jaar, smid te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Lambert de Vries (onverwant) en Fredrika Nijkamp (onverwant), op 10 mei 1828 te Vriezenveen afgesloten.
Berend Smit (64 jaar, smid te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Tone ter Loo (onverwant) en Johanna Leijerink (onverwant), op 4 oktober 1828 te Vriezenveen afgesloten.
Berend Smit (71 jaar, smid te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Fredrik Schipper (onverwant) en Geertjen Barfde of Barver (onverwant), op 18 mei 1833 te Vriezenveen afgesloten.
Smid in 1813-1814/1819/1826/1832/1840/1842.
Woonde te Vriezenveen (28-09-1788, 28-09-1795, 01-10-1797, 25-10-1798, 28-10-1798, 20-07-1808, 24-07-1808, 06-03-1812, 19-06-1813, 20-01-1814, 10-04-1819, 17-10-1826, 28-04-1832); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (24-02-1840); Vriezenveen, 2-nvm,
Oosteinde (tot 15-10-1842). | Smit, Berend (I194)
|
85903 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 91/92.
1817-12-23: Notaris Warnaars, 1817, nr. 247, gifte onder de levenden.
Smid in 1814/1817/1820/1824/1826/1828.
M. Brouwer-Diek: Op 26 september 1828 kwam hij in Vriezenveen en werd daar als Pereboom ingeschreven. Hij was lid van de ref. kirche.
Albert Pereboom (32 jaar, smit te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jan Smelt Bz. (onverwant) en Gerritdijna Reuten (onverwant), op 10 april 1818 te Vriezenveen afgesloten.
Woonde te Vriezenveen (20-01-1814, 16-12-1814, 20-11-1817, 22-08-1820, 03-04-1824, 28-09-1826); Vriezenveen, Oosteinde 110 (tot 26-09-1828). | Pereboom, Albert (I9066)
|
85904 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 91?
1809-06-16: Op 16 juni 1809 zijn verschenen Derk de Lange en Claas Brouwer, mede caverende voor hunne mede broeders Claas Berends & Fredrik Berkhof in qualiteit als tijdelijke diakenen of administrateurs over de arm goederen van Vriezenveen,
welke verklaarden enige maanden geleden te hebben verkocht aan Waandert Gerrits en zijn vrouw Jenneken Nijboer een half huis, gelegen in het Oosteinde, noordwaards dezen Kerkweg, nummer 117, met een wand bouwland, een half goordentje en een
koeweide, alles gelegen opgaands het erve, en dat voor een som van 200 guldens [T0079_INV15].
1811-09-03: Waander Gerrits, 34, linnenwever, woont te Vriezenveen, is getuige bij geboorte aangifte van Jan Brosschot.
1811-09-22: Waander Gerrits, 34, linnenwever, woont te Vriezenveen, is getuige bij aangifte geboorte van Gerrit de Dood.
Wever in 1813/1818/1836/1851.
Woonde te Vriezenveen (06-03-1812, 03-10-1813, 18-04-1818, 02-04-1836); Vriezenveen, 2-nvm, Oosteinde (tot 11-04-1851).
Waander Gerrits (wonende te Vriezenveen, tekend: Wander Tromp) neemt op 6 maart 1812 te Vriezenveen de naam van "TROMP" aan als familienaam (akte 22) en voor zijn zoon Gerrit (2 jaar, wonende te Vriezenveen).
Waander Tromp (36 jaar, wever te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Albartus Companje (onverwant) en Wilhelmina Schoenmaker (onverwant), op 19 juni 1813 te Vriezenveen afgesloten.
Waander Tromp was getuige bij het huwelijk tussen Engbert Hospers (onverwant) en Geesijne Nijboer (zijn nichtje), op 18 april 1818 te Vriezenveen afgesloten.
Waander Tromp (44 jaar, wever te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Bernardus Coes (onverwant) en Alberdijna Jansen Eupe (onverwant), op 15 september 1821 te Vriezenveen afgesloten.
Waander Tromp (51 jaar, wever te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Tone ter Loo (onverwant) en Johanna Leijerink (onverwant), op 4 oktober 1828 te Vriezenveen afgesloten.
Waander Tromp was getuige bij het huwelijk tussen Berend Jansen Fokke (zijn neefje) en Alberdina van der Veen (onverwant), op 2 april 1836 te Vriezenveen afgesloten.
Waander Tromp (60 jaar, wever te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Bernardus Pereboom (onverwant) en Egberdina Pot (onverwant), op 1 juli 1837 te Vriezenveen afgesloten. | Tromp, Waander (I9975)
|
85905 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92.
1729-03-02: Testament van Jan Luicas Kamp en zijn vrouw Henrickien Wijchers, de laatste ziek van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Henrikien Wijgers, universeel erfgenaam;
- hij zijn vader Luicas Berendsen Kamp, legitieme portie;
- hij zijn broers en zusters, zijn kleren, zo wollen als linnen;
- zij haar zussen Berendien Wijchers en Jennigien Wijchers, haar kleren, zo wollen als linnen, wat tot haar lichaam is gehoren;
- zij haar man Jan Luicas Kamp, universele erfgenaam [T0079_INV4_p491].
1753-10-29: Testament van Jan Luicas Camp en zijn vrouw Aaltjen Berents, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Cruis als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers Berent Lucas Camp, Willem Lucas Camp en zijn zus Geertjen Lucas Camp, alle zijn na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- zij haar man Jan Lucas Camp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Frerick Berents en haar zussen, met namen Aeltjen Berents, Jenneken Berents en Fenneken Berens, alle haar na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- beide aan Godsarmen alhier, 4 guldens [T0079_INV5_p406].
Ca. 1760-06 [tussen 1760-05-21 en 1760-06-28]: Jan Freriks en Jan Egbers Smijt, als voogden van Jenneken Berens, voorts Jan Lukas Kamp en zijn vrouw Aaltjen Berens, en Hendrik Arens namens deszelfs moeder Fenneken Berens, tezamen erfgenamen van
wijlen Frerick Berens, welke verklaarden op 26 januari 1759 verkocht te hebben de aangeerfde 3 akkers en 1,5 vierendeel akker lands opgaans, met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Fredrick Bramer, westwaarts
Berent Harms, zo als wijlen Frerick Berens hetzelve in het gebruik heeft gehad, ten profijte van Albert Meijnerink, voor een som van 2225 guldens. [T0079_INV6_p085]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).
29 october 1753: Testament ten huize van Jan Luicas Kamp en zijn huisvr. Aaltje Berends (de laatste zwak van lichaam). Zij maken hun broers en zusters erfgenaam en bovendien aan de armen 4 car. gulden.
26 januari 1759: Jan Lukas Kamp en huisvr. Aaltjen Berens en enige andere inderen verkopen namens hun moeder Fenneken Berens te samen erfgenamen van wijlen Frerik Berens hebben 26 januari 1759 verkocht en dragen over hun 3 akkeren en anderhalf
vierendeel Akkerland opgaans met daarop staand huis, schuur, etc. aan Albert Meijnerink voor 2225 cg.
Woonplaats 1748 van Jan Gerrits Tijhoff en Geertjen Lucas Kamp.
Woonplaats 1748 Willem Lukassen Camp en Frederikjen Willems.
Woonplaats 1748 van Berend Camp en Aaltien Gerritsen (waar thans (1964) nog Teunis woont die als huisnaam de Kampberents hebben).
17 januari 1772 verkopen land in de landerijen van Jan Frederiksen aan Lambertus Berend.
27 januari 1800 Jan Berends Bramer heeft verkocht aan Frederik Jansen (Dekker) en hvr. Gerhardina Albers 4 wanden bouwland op het Oostere stukke 2 koeweijden beginnende agter den brink agter den dwarssloot en eindigende aan den Kadijk een
grasgoorden agter den waterleijdik den halven brink beginnende 16 voeten Hollandse maat voor het huijs van den kooper tot aan verkooper zijnen gaarden alles of verkoper zijn land voor f. 401,=.
7den van oogstmaand 1809 koopt Lukas Jansen Dekker en hvr. een koeweijde voor f. 59,=.
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 11, nr. 10:
Man : Jan L. Camp.
Vrouw : Aeltien Berentsen.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1729-03-02 Test. [bron: Archief Kruys, blad Oosteinde 18].
1702-01-29: Jan, woont te Vriezenveen, is gedoopt. | Kamp, Jan (I1811)
|
85906 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92.
1771-04-14: Jan Bereboom, woont te Uelsen, is bruidegom. Hij is weduwnaar. Woonde te Ulsen [Duitsland]. | Pereboom, Jan Jochem (I9077)
|
85907 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92.
1771-04-14: Maria Lambers, woont te Vriezenveen, is bruid. Woonde te Ulsen [Duitsland]. | Pol, Maria (I9078)
|
85908 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92.
1817-12-23: Notaris Warnaars, 1817, nr. 247, gifte onder de levenden.
Woonde te Vriezenveen (12-09-1790, 06-03-1812, 20-01-1814, 16-12-1814, 20-11-1817, 22-08-1820, 03-04-1824, 28-09-1826); Vriezenveen, Oosteinde 110 (26-09-1828); Vriezenveen (01-07-1837, 14-04-1849); Vriezenveen, 2-nvm, Oosteinde (tot 14-05-1855). | Smit, Johanna (I1834)
|
85909 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92.
1817-12-23: Notaris Warnaars, 1817, nr. 247, gifte onder de levenden.
1819-04-10: Berendijna Hendriks Smelt, woont te Vriezenveen, is moeder bruid.
Berendijna Hendriks Smelt heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Jan Dekker en Hendrijka Smit (haar dochter).
Berendina Smelt verklaarde in het schrijven niet ervaren te zijn en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Fredrikus Smit (haar zoon) en Gesina Pleij (onverwant), op 28 april 1832 te Vriezenveen afgesloten.
Woonde te Vriezenveen (28-09-1788, 28-09-1795, 01-10-1797, 25-10-1798, 28-10-1798, 20-07-1808, 24-07-1808, 19-06-1813, 20-01-1814, 10-04-1819, 17-10-1826, 28-04-1832); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (tot 24-02-1840). | Smelt, Berendina (I195)
|
85910 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92.
Dochter van Gerrit ter Keurst.
Woonde te Rijssen (06-09-1696); Vriezenveen (22-10-1699). | ter Keurst, Elsjen (I20664)
|
85911 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92.
Mogelijk hadden zij nog een dochter Berendjen, ged. 31 oktober 1728 te Vriezenveen.
1730-01-06: Jan Wolters Smit en zijn vrouw Henrikien Berendts, bijgestaan met procr Nicolaas Harwig en Adolph Henr Harwig als hun voogden, welke verklaarden schuldig te zijn wegens in goeden gereden geld ontvangen te hebben van Berend ten Caathe
en Arent Bartels als voogden over het onmondige kind van wijlen Henrik ten Caathe en Aaltien Janssen, een som van 325 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met 2,5 akker land, beginnende van deze nieuwe kerkweg en dat
zover bovenwaarts, noch 2 koeweiden en een stuk goordenland, gelimiteerd oostwaarts Harmen Berendtsen, westwaarts Henrik Gerritsen [T0079_INV4_p527].
Woonde te Vriezenveen. | Hopster, Hermen (I16435)
|
85912 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92/177/182; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 47-49; De Hollande Hervormde Kerk in Sint-Petersburg 1713-1927, deel I, blz. 342/343.
1740-06-28: Jan Hendriks Smit, voorts Nijkes Hendriksen en zijn vrouw Frederika Gerrits Smelt, welke verklaarden verkocht te hebben de grasgoorden gelegen in de landerijen van Engbert Jansen Smit, zijn aanvang nemende van de waterleijdink tot aan
de dwarssloot heen buiten, gelimiteerd oostwaarts Pieter Wilhelm Harwig, cs, westwaarts de stege, ten profijte van Garrit de Ruijter en zijn vrouw Maria van der Aa, voor een som van 180 guldens [T0079_INV5_p001].
1743-01-10: Ad Henr Harwig en zijn vrouw Berentjen Waanders, tutore marito en als vader en voogd van zijn minderjarige dochter Stientjen, voorts Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, Grietjen Jansen, wed Nicol Harwig, bijgestaan met Ad
Henr Harwig als haar voogd, Egbert Harms en zijn vrouw Hindrikjen Jansen Kleijne, Berent Harms zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms zijn vrouw Hindrikjen Hindriks Bramer, en mede voor haar broer Hindrik Harms, voorts Klaas Hindriks
Braamer zijn vrouw Harmtjen Jansen, Hindrik Hindriks Braamer zijn vrouw Hindrikjen Engbers, Wolter Hendriks Bramer zijn vrouw Janna Eevers Costers, en Frerick Scholten zijn vrouw Jaspertjen Crol, en Luicas Crol voor zijn broer Hendrik Crol, alles
bijgestaan met haar man als hare voogden, en erfgenamen van wijlen Jan Crol en Mettjen Jans Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker boverwegesland alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wed Jan Brouwer, cs, westwaarts
Leenart Wolters, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff en zijn vrouw, voor een som van 416 guldens [T0079_INV5_p075].
1744-07-18: Grietjen Jansen Schol, weduwe van Berent Brouwer, bijgestaan met Pr Nicol Harwig als haar voogd, voorts Jan Berents Brouwer en zijn vrouw Mettjen Jansen Schol, welke verklaarden volgens koopcedel van 11 juni 1744 verkocht te hebben
een grasgoorden, gelegen in het zgn Rigtersland, gelimiteerd oostwaarts de grasgoorden van Pieter Wilh Harwig, westwaarts de stege, zo en als zij dezelve van zijn Hoog Graafflijk Excellentie de Heer Graaff van Rechteren hebben aangekocht, ten
profijte van Lukas Berens Brouwer en zijn vrouw Trientjen Jansen, voor een som van 350 guldens [T0079_INV5_p117].
1750-07-11: Roeloff Jaspers Smelt, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben 400 treden roede maat bouwland, in verkopers landerijen gelegen, aan handen van Pieter
Willem Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, voor een som van 150 guldens [T0079_INV5_p297].
1755-10-18: Jan Smelt en Klaas Arens, als voogden over de 2 onmondige kinderen door wijlen Roeloff Jaspers Smelt en wijlen Mettjen Arens nagelaten, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens opgenomen penningen, aan de Ed Pieter Wilh Harwig en
zijn vrouw Janna Harwig, een som van 318 guldens en 9 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, met de halve brink, alsmede een bouwgaarden, beginnende van het bovere hek, boverwaarts in, zover dezelve omgraven is, met de
halve stege daartegen liggende, met nog een hoekjen bouwland, daarachter liggende en omtrent 300 treden roede maat bouwland, met de opslag, en dan nog een koeweide, alles alhier op het Vriezenveen [T0079_INV5_p469].
1756-01-17: Jan Berens Brouwer en zijn vrouw Mettjen Jansen Schol, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hoevenland, op de westere hoeve gelegen, beginnende van de buiterenweg, en dat binnenwaarts in, onverscheiden met Pieter Wilm
Harwig, cs, ten profijte van Hindrik Wilms en erfgenamen, voor een som van 140 guldens [T0079_INV5_p503].
1757-12-10: Berent Gerrits en zijn vrouw Mechelina van Olde, welke verklaarden wegens een oude verzegeling, van 10 januari 1743 (!), en daar deze wordt vernietigd en geroyeerd, en wegens aan dezelve verpande (?) penningen schuldig te zijn aan
Pieter Wilh Harwig en zijn voruw, een som van 330 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de halve goorden daarachter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Berent Engbers Smijt, voorts een koeweide, en 2,5
wand bouwland, gelegen in de landerijen van Jan Bartels Dodde, oostwaarts Berent Engbers, oostwaarts St Crucen Vicarie, en de halve grasgoorden aan deze kant van de waterleiding, in het zgn Piksensland gelegen, onverscheiden met de wedw Jan
Broertjen.
Kantlijn akte: Deze wordt door het passeren van en nieuwe verzegelinge geroyeerd en vernieting [T0079_INV5_p659].
1758-05-27: Engbert Egbers en zijn vrouw Frederika Schol {schrijffout?}, welke verklaarden in 1757 in erfkoop verkocht te hebben 3 akkers land opgaans, zijnde buiten wat breder, met de anparten van de goordens, en bouwland, zijnde gelegen op het
westere stuk, als zij verkopers meerder als de halfscheid van de landerijen van de koper Pieter Wilh Harwig waren hebbende, en haar in eigendom was toebehorende, ten profijte van Pieter Wilhelm Harwig en zijn vrouw, voor een som van 300 guldens
[T0079_INV5_p680].
1758-12-18: Roeloff Waanders, bijgestaan met Waander Berens als zijn voogd, welke verklaarde in erfkoop verkocht te hebben een bouwgoorden, lang ruim 100 treden, met het halve grasgoordentjen daarachter gelegen, zijnde hetzelve onverscheiden met
Pieter Wilh Harwig en Gerrijt Freriks, alles in het zgn Haaloversland, aan handen van Berentjen en Geertruit Harmsen, en dezelver erfgenamen, voor een som van 130 guldens [T0079_INV5_p732].
1764-10-06: Mechelina van Olde, weduwe van Berent Gerrits, bijgestaan met Hermannus Gerrits als haar voogd in deze, welke verklaarden wegens een verzegelinge van 10 december 1757, zo door deze worden vernietigd, en schuldig te wezen aan de E
Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Janna Harwig, een som van 250 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis met de halve goorden daar achter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Berent Engbers Smit, voorts een
halve akker hoeve land, zijnde het ene vierendeel akker onverscheiden met de kinder van Roeloff Gerrits en de andere vierendeel akker onverscheiden met Henrikus Post, cs, en dan nog een halve akker woesten land, zijnde het ene vierendeel akker
onverscheiden met Mettjen de Ruiter, cs, en de andere vierendeel onverscheiden met Jannes Prinsen, cs, alles alhier op 't Vriezenveen gelegen. Kantlijk akte: Op 9 juli 1799 verscheen Joh Engbers, caverende voor zijn absente broer Jan Engbers als
voogden over de onmondige kinderen van wijlen Pieter Wilem Harwig, verklarende tegenstaande verzegelinge ten vollen zijn voldaan en verzoekende dat deze akte wordt geroyeerd. [T0079_INV6_p363]
1766-08-02: Jannes Lamberts en zijn vrouw Berendina Feijers, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer Scholtus J H Dikkers en zijn vrouw, wegens verschuldigde en restante 's landsmiddelen, geleverde groeven bieren en geleend geld, de som
van 186 guldens en 10 stuivers, en aan de voogden van de kinderen van Jannes Lambers en Berendina Feijers, wegens verstrekte penningen een som van 400 guldens, en aan Pr Jan Willem Harwig en zijn vrouw een som van 350 guldens, mede wegens van
dezelve opgenomen en verstrekte penningen, dus tezamen 936 guldens en 10 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en goordentien voor het huis liggende, staande en gelegen, mitsgaders 2 akkers woestenland, in de westere
woesten, gedeeltelijk onverscheiden met Derk Jansen, en gedeeltelijk met de kinderen van wijlen Jan Clompemaker, 2 dagwerken hooiland in de oostere Geere, 2 koeweiden in het zgn Papenland, een grasgoorden gelegen op het zgn Frut Harmsland (?),
een bouwgoorden beginnende van deze nieuwen Kerkweg, alwaar het huis van wijlen Hermen Joost op staat, gelegen in de landerijen van de weedw van wijlen Gerrit Brink, ruim 5 wand bouwland roede maat, gelegen op het zgn Stokvisland, en dan nog een
wand bouwland honderd trat roede maat, op het zgn Bartels Geesenland, alle alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV7_p037].
1770-06-09: Aaltjen Derksen, weduwe van wijlen Hermen Vikkert, bijgestaan met Piter Willem Herwig als haar voogd, welke op 16 januari 1770 verkocht te hebben een goorden, gelegen in de landerijen en op het zgn Doddenland heen buiten, voor een som
van 130 guldens, benevens dien op voorsch tijd verkocht, ongeveer een wand bouwland, gelegen heen boven op het zgn Doddenland, voor een som van 80 guldens, tezamen een som van 210 guldens, ten profijte van Wolter Lenarts en zijn vrouw Dorothea
Herwig [T0079_INV7_p136].
1770-06-09: Aaltjen Derksen, weduwe van wijlen Hermen Vikkert, bijgestaan met Pieter Willem Herwig als haar voogd, welke op 16 januari 1770 verkocht te hebben ongeveer een wand bouwland, zijnde de precijsen halfscheid van het geheele, zo als door
Wolter Lenarts mede, destijds aangekocht is, zijnde de boveren ende, gelegen op het zgn Doddenland, voor een som van 64 guldens, ten profijte van Barent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Herwig [T0079_INV7_p137].
1778-02-09: Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, Engbt Egbers en Gerhardus Harwig, als voogden van het minderjarige dochtertjen van wijlen Jan Schol en Gerridina Kruijs, mitsgaders P J W Harwig en Berent Wichers, als voogden van de 2 innocente
dochters van wijlen Pieter Willem Harwig en wijlen Janna Harwig, alsmede Wieger Jansen, als volmachtigen van Domn Van Druten en Adolphina Herwig, te samen kinderen en erfgenamen van wijlen Pieter Willem Harwig en wijlen Janna Harwig, welke
verklaarden verkocht te hebben op 11 april 1777 vier wanden bouwland, min een quart, gelegen op het zgn Haloversland, aldaar gelegen, ten profijte van Jan Berents Brouwer en zijn vrouw, voor een som van 105 guldens [T0079_INV8_p081vo].
1785-12-15: Roelof Wieggers en zijn zoon Jan Wieggers, alsmede zijn dochter Jenneke Wieggers, welke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan de Procureur Jan Willem Starivior, en Berent Wieggers als voogden, of voogden van de
innocente kinderen van wijlen Pieter Willem Harwich, een som van 433 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar huis met 2 akkeren lands opgaans, 1,5 akker boverweesland, 2 percelen woestenland, 2,5 wand bouwland op Wiegger
Lammertsland, 2 akker op het zgn Scholsland, 1 akker op Jan ten Caateland, benevens ruim 3 wand bouwland op hetzelfde land, 1 akker in Albertsland, van de Oldenweg hen buijten [T0079_INV9_p107].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 20, nr. 4:
Man : Piter Willem Harwig.
Vrouw : Janna Herwig.
Kinderen >10 jaar : Jan Schol, Jannes Schol, Frederica Schol.
Kinderen <10 jaar : Jannetjen Harwig, Adophina Harwig, Adoph Henr. Harwig.
Dienstboden : Lietjen Egbers.
Inwonenden : -.
Hij is lid van de firma P.W. Harwig en Compagnie. Op 20 november 1763 verkochten Jannes Lammers en zijn huisvrouw Berendina Faijer een obligatie ten laste van de boedel van Jan Faijer, groot 210,=, aangenomen door P.W. Harwig en Co., aan Gerrit
Coster Gerritszn. en Herman ten Cate. Copia: "De Predicant en Scholte van het Vriezenveen worden door mij ondergeschreven als Heer ende Collator van de Kerk aldaer mitsdeesen geauthoriseert om met de continuerende twe Kerkmeesteren de verkiesinge
in plaas van de twe afgaende, uit te brengen tot twe nieuwe Kerkmeesters op het Vriezenveen de personen Albert Santboer en Pieter Willem Harwig. Actum op den Heijse Almelo den 1sten Februarij 1752: (was getekent) A:P:Z: Graaff van Rechteren
Almelo". "Particulier bekend met Peter de Grote, Tsaar van Rusland". De lijkdienst van Pieter W. werd door Ds. Jacobus Gargon in St. Petersburg gehouden. Deze predikant werd per 1 juli 1770 aldaar beroepen en stond daarvoor te 's-Gravenpolder
(Zeeland). Op 25 juni 1798 werden als voogd over de innocente (geestelijk onvolwaardige) kinderen van wijlen Pieter Willem Harwig benoemd Berend Wiggers en Jan Engberts, terwijl op 9 april 1799 als "innocente kinderen van wijlen P.W. Harwig en
dess(elfs) wijlen huisvr. Janna Harwig als met namen Jannetien Harwig en Petronella Harwig genoemd worden", (archief Huis Almelo). Toen bekend werd dat de burgemeester van Rotterdam (dhr. A.A. van der Louw) medio 1975 naar Rusland zou gaan voor
een officieel bezoek aan Leningrad, heeft de heer F. Harwig hem gevraagd of hij voor hem wilde laten nagaan of er informatie was over de Pieter en Lambert Harwig. Met brief Rotterdam, d.d. 3 juli 1975, kab. nr. 6677 van de brugemeester van
Rotterdam kreeg hij het volgende antwoord: "Tijdens het verblijf in Leningrad is er gelegenheid geweest te spreken over de zaak die in uw brief van 30 mei j.l. is aangesneden. (...) Ons werd medegedeeld, dat de oude archieven, waaruit de gegevens
zouden moeten komen die u verlangt, niet onder berusting van de stedelijke archivaris zijn, maar al sinds jaar en dag worden beheerd door het staatsarchief in Leningrad:. Het antwoord van het staatsarchief luidde: (...) dat de documenten
betreffende de handelsactiviteiten met St. Petersburg van de Nederlanders Pieter en Lambert Harwig, niet in de staatsarchieven zijn teruggevonden".
1713-06-24 Sch. [Archief Kruys, blz. Oosteinde 18].
1717-01-25 Sch. [Archief Kruys, blz. Oosteinde 18]. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748); St. Petersburg [Rusland] (01-04-1772 [lidmaat]). | Harwig, Pieter Willem (I14551)
|
85913 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92/191/267; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 50/54/81-83/90; Nederlands Patriciaat 1980/1981, blz. 217-245.
1771-03-08: Jan Henderik Prinsen, welke verklaarde op 17 oktober 1766 ingevolge koopbrief, verkocht te hebben het halve huis, halve schuur en verdere halve timmeragie, benevens de halve 2 akkeren lands, zijnde een akker opgaans, onverscheiden met
zijn zus Jenneken Prinsen, alsmede een halve akker en een half vierendeel boverweegesland, en 3 vierendeel akker lands gelegen op het zgn Fuit Hermsland, mede onverscheiden met voorn Jenneken Prinsen, als het de verkopere nevens zijn zus voornd
in gemeenschap van wijlen deszelfs vader Jannes Prinsen en moeder Henderikje Jansen Smit, die thans nog in leven is, ingevolge daarvan opgerichte en betekende koopbrief van 26 oktober 1765 aangekocht, ten profijte van zijn zus Jenenken J Prinsen,
voor een som van 450 guldens, mitsgaders heeft gemelde Jan Hend Prinsen daar benevens aan zijn voorschreven zus nog verkocht alle derzelver inboedel des huizes van wat name en nature denzelven mocht wezen, en in gemeenschap met zijn voorschr zus
ingevolge de opgerichten koopbrief van 26 oktober 1765 van dezelver ouderen aangekocht heeft, voor een som van 400 guldens, tezamen een som van 850 guldens, van welke volle koopbrief hij Jan H Prinsen, niet alleen bij de koopbrief van 17 oktober
1766 maar ook bij dezen, door zijn zus Jenneken Prinsen en nu haren eheman Jan schipper bekend voldaan en betaald te wezen, voor het overige is tussen de verkoper Jan H Prinsen en zijn zus Jenneken Prinsen als koper geconditioneerd en bedongen
bij de koopbrief van 17 oktober 1766 dat de verkopere in het huis zal hebben een steede bij de haard, licht en brand vrij, een bekwame slaapplaats, zoveel plaats mede in het huis om zijne gerakheden te kunnen plaatsen en zulks zo lange dezelve
ongetrouwd is, voorts heeft voorn verkoper uit deze zijne verkochten inboedel voor hem bedongen een koe, kist, de middelsten ketel, een half dozijn hemden, een bed met zijn toebehoren, en 4 tinnen telders, en wanneer de voorn verkoper ziek of
zuchtig wordende, zal door de bezitters of bezitteren des lands, hem behoorlijke handreikingen worden gedaan, dat zulks voor God en goede luijden kan worden verantwoord, hetgeen de verkoper hiervoren gemeld bedongen heeft, zal hij kunnen eisen,
wanneer het hem zal believen van de verkoper [T0079_INV7_p153vo].
1773-05-22: Jenneken Jansen Smit, weduwe van wijlen Coert van Olde, als massarisse en boedelhoudster, en de rato caverende voor haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Henderik van Olde als haar voogd, welke verklaarde op 21 januari 1773 verkocht
te hebben 3 akkeren lands, beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot aan en met de Oldenweg, exempt de goordens zo daaruit voorheen verkocht zijn en thans behoren aan Jan Henderik Prinsen, Bernardus Stok en Gerrit Peppels, noie uxous,
gelimiteerd oostwaarts het zgn Roelof Smitsland en westwaarts het zgn Huijsmansland, mede het broekland achter de A gelegen tot aan en met de zgn Oldengraven, gelimiteerd oostwaarts het voorn Huijsmansland, voor een som van 514 guldens, ten
profije van Frederik Claesen d Jonge en zijn vrouw Jenneken Jansen [T0079_INV7_p214vo].
1776-11-22: Testement van Hinderik Hinderiksen Arentsen en zijn vrouw Gesina ten Cate, bijgestaan met Gerrit Hinderik Eshuijs als haren voogd, beide gaande en staande en gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn grootmoeder Janna Brouwer, wedw Cruijs, 1200 guldens, en bij haar overlijden aan de 4 kinderen van wijlen Jan Cruijs, namenlijk Jan Henderik Prinsen, getrouwd met Berendina Cruis, Gesina Cruis, wedw van wijlen Luicas Fronten, Gerridina
Cruis, wedw van wijlen Jan Schol, en Claes Cruis
- Berendina Cruis, vrouw van Jan Hinderik Prinsen, legitieme portie;
- haar vader Jasper ten Caete, legitieme portie;
- aan de diaconie van Vriezenveen, 150 guldens;
- aan de kerk te Vriezenveen, 150 guldens [T0079_INV8_p051vo].
1780-04-17: Testament van Jan Henderik Prinsen en zijn vrouw Berendina Kruijs, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Egbert Harmsen als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn naaste bloedverwanten, zijn kleren welke tot zijn lijf versneden en gemaakt zijn;
- zij haar naaste bloedverwanten, haar kleren welke tot haar lijf versneden en gemaakt zijn;
- biede aan de diaconie alhier, 50 guldens;
- beide aan de kerk alhier, 50 guldens [T0079_INV8_p168vo]
1786-06-19: Koopakte [T0079_INV10].
1793-03-02: Testament van Jan Hendrik Prisnen, verklaart dat het testament door hem en zijn vrouw Berendina Kruijs opgericht op 17 april 1780 in zijn volle kracht en waarde zal blijven, waarin genoemd zijn vrouw Berendina Kruijs
[T0079_INV10_p133vo].
1794-03-20: Op 20 maart 1794 geeft de weduwe van Jan Hendk Prinsen aan het zijd of verstref van haren eheman voorm bestaande in een 4e part van een huis en volgende landerijen, 3 vierendeel akker woestenland, 2 koeweiden in Smitsland, 2 wanden
bouwland op dito land, een 6e part in Rutgersland, een halve gaarden op smitsland, een 4e part van de Horst en Agtermate in Derk Holsland, een halve akker hoevenland, 1,5 wand bouwland op Huijsmansland, eenhalve akker hooiland op Jan ten
Kaatenland [T0003.1_INV2668].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 07-11-1772). | Prinsen, Jan Hendrik (I11012)
|
85914 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92/191/267; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 54/81-84/90.
1764-05-02: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Cate, welke verklaarden op 19 maart 1764 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, op het land van Jan Harms Schoemaker gelegen, gelimiteerd oostwaarts Jan Prinsen, westwaarts de Toeterie, doch
de rogge zo op het bouwland staat en dit jaar komt te wassen, behouden verkopers voor haar, om dezelve vrij en zonder lasten te mogen afhalen, ten profijte van Jan Prinsen en Egbert Raphuis, dezelfs vrouwen, voor een som van 180 guldens.
[T0079_INV6_p291]
1764-12-11: Wij Burgemeesteren en Regerders der stad Amsterdam, certificerende voor de waarheid dat voor als gecompareerd is, Bernard Petri, koopman wonende binnen deze stad, zo voor zich, als voor zijn compagnieschap van negatie conterende ten
namen van Hendrik Kuhn en compagnie, en verklaarde bij deze in optima juris forma te costitueren, en machtig te maken Jan Prinsen en compagnie, wonende tot Vriezenveen, speciaal om in de naam van wegens hem comparant in zijne opgemelde qualiteit
aan de kinderen en nagelatene erfgenamen van wijlen Jan Faijer, of te wel aan dezelver voogden tot Vriezenveen voornoemd, voor een som van 150 guldens te transporteren en op te dragen een stuk lands, zijnde 7 wanden bouwland, gelegen in het zgn
Scheepersland, de kooppenningen te ontvangen en daar voor behoorlijke kwitantie te passeren, voorts, na de ontvangst, van die kooppenningen in de name en van wegens hem cmparant in zijn bovengemelde kwaliteit te reniutieren in of te stane van een
p..ie groot 385 guldens en 16 suitvers, de comparant en zijn compagnien wel hebbende op de boedel en nalatenschap van wijlen de gemelde Jan Faijer, en op welke p...ie door de gemelde Jan Faijer en zijn vrouw volgens akte van transport op 19
februari 1761 voor de scholtus van Vriezenveen gepasseerd, het bovengemelde stuk lands voor een som van 245 guldens in mindering van betaling was afgestaan van gedaagde Jan Faijer of wel dezelver voogden, voor alla nameninge in te staan, continu
te stellen, de... te kiezen, en etc, etc. [T0079_INV6_p382]
1765-01-10: Jan Prinsen, als gevolmachtigde van Bernard Petri, koopman tot Amsterdam, zo voor zich als voor zijn compagnieschap van negatie cauterende (?) ten handen van Hendrik Kuhn, en compagnie, welke verklaarden, ingevolge speciaal volmacht,
van Burgemeesteren en Regeerder der stad Amsterdam van 19 december 1764 gepasseerd, en alhier gezien, verkocht te hebben van zijn comparants principalen eigen toebehorende op 19 februari 1761 van Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen aangekochte
7 wanden bouwland, gelegen in het zgn Scheepersland, ten profijte van de kinderen van Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen, voor een som van 150 guldens. [T0079_INV6_p380]
1766-10-17: Jan Hend Prinsen en Jenneken Prinsen, welke laatste bijgestaan met Henrik Roelofs Schuirman als haar voogd, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Cate, koopman tot Almelo, en zijn vrouw, wegens aan hem Jan H Prinsen
verkochte en geleverde linnens en de verstrekte penningen, een som van 850 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd westwaarts Egbert Raphuis en de
oostzijde Fenneken Jansen, voor een gedeelte met de laatste onverscheiden, mitsgaders 1,25 akker boverwegesland en 1,5 akkerland, gelegen in en op het zgn Fuit Hermsland. Kantlijn akte: Op 8 maart 1771 door Jan Schiper, noes uxous, en Jenneken
Prinsen, vertoond zijnde de orginele hypotheekakte van 17 oktober 1766 en daaronder geschreven kwitantie van voldoening door de Mr Jan ten Cate, van 7 maart 1771, zijnde het bedrag van 850 met interest voldaan is en waarbij deze akte geroyeerd
wordt [T0079_INV7_p039].
1766-10-18: Jan Prinsen en zijn vrouw Grietjen Gerritsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan Egbert Raphuijs en zijn vrouw Berendina Raphuis, wegens verstrekte penningen, een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
de landerijen, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, en gaande tot aan de Dijk en de A, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Raphuijs. Kantlijn akte: Op 4 maart 1771 verklaren Jan [doorgehaald: Hend] Prinsen en zijn vrouw Grietien Gerritsen, dat
genoemd bedrag met interest voldaan is en dat deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p040].
1767-07-30: Kunnegien Jansen, weduwe van wijlen Frederik Lubberts, bijgestaan met Hend Evertman als haar voogd, welke verklaarde op 14 februari 1767 voor haar en als moeder en wettige voogd van haar 2 minderjarige dochtertjes, verkocht te hebben
een akker boverweegesland, gelegen op de westere hoeve, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Derksen en westwaarts Jan Prinsen, voor een som van 116 guldens en 20 stuivers, ten profijte van Jan Smelt en Gerrit Derksen en dezelver erfgenamen, ieder voor
de gerechten halfscheid [T0079_INV7_p065].
1770-01-06: Berentjen Coers, weduwe van wijlen Berend Egbert Schoemaker,voor zichzelf en als moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met Jan Gerritsen als voogd in deze, verklarende in september 1769 verkocht te hebben 2 hoekjes
bouwland, gelegen heen booven, op het zgn Fuit Hermsland, oostwaarts Jan Prinsen en westwaarts de zgn Toeterije, ten profijte van Henricus Egberts Schoemaker en zijn vrouw Stijntjen Harwig, voor een som van 115 guldens [T0079_INV7_p121vo].
1804-08-11: Testament Jenneken Prinsen [bron: Rechterlijk archief Schoutambt Vriezenveen, inv. 2672, no. 5, blz. 13-16].
Op 11 augustus 1804 verschijnt de verwalter scholtus Johannes Kruijs met de keurnoten Jasper ten Kate en Fredicus de Groot in het huis van van Jenneken Prinsen, weduwe van Jan Schipper. Zij maakt haar testament op en wordt hierbij geassisteerd
door de voogd Jan Prinsen. Zij benoemt tot haar enige en universele erfgenamen haar dochter Janna Schipper, gehuwd met Lucas Klaassen, en bij diens overleden het kind of de kinderen uit dit huwelijk verwekt. Zij prelegateert aan haar dochter Lena
Schipper, gehuwd met Wicher Berkhof, en bij diens overlijden hun kinderen, de som van 500 gulden, welke zij bij J. Lorreij te Alemlo op rente heeft staan, alsmede de helft van de kleding en wat tot haar lichaam behoort.
1820-10-23: Notaris Warnaars, 1820, nr. 171, cessie van borgsom.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 24-12-1763); St. Petersburg [Rusland]; Vriezenveen (winter 1783/1784, 10-10-1795 [lidmaat]); Vriezenveen, Westeinde 262 (tot 01-06-1821).
Later in fa. Jansen & Gebrs. Prinsen tot ca. 1800. | Prinsen, Jan (I11014)
|
85915 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92/263.
1781-11-21: Trintie Brouwer, kleinkind testatrice, benoemd tot universeel erfgenaam (Testament Gesiena Kruijs, wv Luicas Fronten). [Toeg0079_Inv8]
1804-02-03: 3 febr 1804 Trijntje Brouwer geeft aan den zijdval of sterfval van haar Menij Berendiena Kruijs, wed Jan Hindk Prinsen, overleden den 7 jan 1804, waar door op haar bij testament is vermaakt en vervallen derzelver nalatenschap
bestaande in een half huis, een schuurtjen en een halve akker woesten land, 4 koeweiden op Smitsland, 4 wanden bouwland op [Smits]land, een 3e part van Rijtgersland, een goorden op Smitsland, een half goordentje op Koersland, de halve horst van
het halve agtermaatje op Derk Holsland, een akker hoevenland, 3 wand bouwland op Huijsmansland, een akker land op Jan ten Katenland [T003.1_INV6012/T0079_INV45].
1815-10-18: Notaris Warnaars, 1815, nr. 131, niet verkoop.
1825-07-08: Notaris Warnaars, 1825, nr. 067, inventaris.
1825-07-08: Notaris Warnaars, 1825, nr. 068, borgtocht.
1827-12-05: Notaris Warnaars, 1827, nr. 246, publieke verkoop van vast goed.
Zij was doof.
Landbouwster in 1853.
Woonde te Vriezenveen, Wijk 2, Oosteinde (tot 31-05-1853). | Brouwer, Trijntjen (I11321)
|
85916 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92/263.
1819-12-01: Notaris Warnaars, 1819, nr. 209, kwitantie.
1819-12-01: Notaris Warnaars, 1819, nr. 210, borgsom.
Schaapherder in 1853.
Woonde te Vriezenveen, Wijk 2, Oosteinde (tot 12-06-1853). | Brouwer, Gerhardus (I11327)
|
85917 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92/93.
Timmerman in 1836/1838/1840/1842, winkelier in 1844, timmerman en winkelier in 1846, timmerman in 1848-1849/1851/1855/1858/1865/1870/1881.
Hendrik was getuige bij het huwelijk tussen Hermannus Hof (zijn zwager) en Johanna Gesina Engberts en tussen Hendrik Brink en Janna Hof (zijn schoonzusje).
Woonde te Vriezenveen (23-04-1836, 30-07-1836, 22-10-1838, 29-09-1840, 14-12-1842, 02-05-1844); Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde (01-12-1846); Vriezenveen (28-02-1848, 16-05-1849, 05-10-1851, 18-02-1855); Vriezenveen, 2-nvm (08-04-1858);
Vriezenveen (15-07-1865, 30-04-1870); Vriezenveen, Wijk 2, nr. 233 (tot 23-01-1881).
BR: Woonde te Vriezenveen, Wijk 2, nr. 233 (1880 t/m 23-01-1881). | Smit, Hendrik (I9516)
|
85918 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 92; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 82; Nederlands Patriciaat 1980/1981, blz. 217-245.
1776-11-22: Testement van Hinderik Hinderiksen Arentsen en zijn vrouw Gesina ten Cate, bijgestaan met Gerrit Hinderik Eshuijs als haren voogd, beide gaande en staande en gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn grootmoeder Janna Brouwer, wedw Cruijs, 1200 guldens, en bij haar overlijden aan de 4 kinderen van wijlen Jan Cruijs, namenlijk Jan Henderik Prinsen, getrouwd met Berendina Cruis, Gesina Cruis, wedw van wijlen Luicas Fronten, Gerridina
Cruis, wedw van wijlen Jan Schol, en Claes Cruis
- Berendina Cruis, vrouw van Jan Hinderik Prinsen, legitieme portie;
- haar vader Jasper ten Caete, legitieme portie;
- aan de diaconie van Vriezenveen, 150 guldens;
- aan de kerk te Vriezenveen, 150 guldens [T0079_INV8_p051vo].
1780-04-17: Testament van Jan Henderik Prinsen en zijn vrouw Berendina Kruijs, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Egbert Harmsen als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn naaste bloedverwanten, zijn kleren welke tot zijn lijf versneden en gemaakt zijn;
- zij haar naaste bloedverwanten, haar kleren welke tot haar lijf versneden en gemaakt zijn;
- biede aan de diaconie alhier, 50 guldens;
- beide aan de kerk alhier, 50 guldens [T0079_INV8_p168vo]
1782-09-25: Berendiena Kruijs, nichtje (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9].
1793-03-02: Testament van Jan Hendrik Prisnen, verklaart dat het testament door hem en zijn vrouw Berendina Kruijs opgericht op 17 april 1780 in zijn volle kracht en waarde zal blijven, waarin genoemd zijn vrouw Berendina Kruijs
[T0079_INV10_p133vo].
1794-03-20: Op 20 maart 1794 geeft de weduwe van Jan Hendk Prinsen aan het zijd of verstref van haren eheman voorm bestaande in een 4e part van een huis en volgende landerijen, 3 vierendeel akker woestenland, 2 koeweiden in Smitsland, 2 wanden
bouwland op dito land, een 6e part in Rutgersland, een halve gaarden op smitsland, een 4e part van de Horst en Agtermate in Derk Holsland, een halve akker hoevenland, 1,5 wand bouwland op Huijsmansland, eenhalve akker hooiland op Jan ten
Kaatenland [T0003.1_INV2668].
1804-02-03: 3 febr 1804 Trijntje Brouwer geeft aan den zijdval of sterfval van haar Menij Berendiena Kruijs, wed Jan Hindk Prinsen, overleden den 7 jan 1804, waar door op haar bij testament is vermaakt en vervallen derzelver nalatenschap
bestaande in een half huis, een schuurtjen en een halve akker woesten land, 4 koeweiden op Smitsland, 4 wanden bouwland op [Smits]land, een 3e part van Rijtgersland, een goorden op Smitsland, een half goordentje op Koersland, de halve horst van
het halve agtermaatje op Derk Holsland, een akker hoevenland, 3 wand bouwland op Huijsmansland, een akker land op Jan ten Katenland [T003.1_INV6012/T0079_INV45].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 07-11-1772). | Kruijs, Berendina (I11011)
|
85919 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93.
1717-02-08: Testament, opgemaakt ten huize van, van Roeleff Willemsen en zijn vrouw Berendjen Lucas, de laatste enig ziek van lichaam en bijgestaan met Gerrit Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn vrouw Berendjen Lucas, al zijn nalatenschap;
- hij aan zijn zoon Willem Roeloffs, zijn legitieme portie;
- zij aan haar broers, genaamd Gerit Lucas en Jan Lucas, haar kist met haar kleren en zo linnen als wat tot haar lichaam behoort;
- zij aan Godsarmen alhier, 25 guldens;
- zij aan haar man Roeloff Willemsen, haar verdere nalatenschap, tot universele erfgenaam;
- zij aan haar vader Lucas Berends, zijn legitieme portie [T0079_INV4_p029].
1717-06-12: Gerrit Harmssen Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Klaas Janssen Cruis en zijn vrouw Geertjen Luixen Schol, een som van 1370 (?) guldens, wegens de kooppenning voor mijn gekocht erve, aan de Edele Moogende heeft betaald
op 27 april 1717, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het erve, te weten 5 akkeren lands, met daarop staande 2 huizen en schuur, het ene huis staande aan de buijter eggede en weg en het andere huis en schuur staande aan de booveregge
deze weg, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Bartelink en Jan Egberts, westwaarts Roeleff Willemsen. Kantlijn akte: Op 25 september 1730 compareert de E Scholtus Claas Kruijs en zijn vrouw Geertien Luicas Scholl, door Gerrit Harmsen en zijn vrouw het
bedrag voldaan en daarmee de akte wordt doorgehaald [T0079_INV4_p058].
1719-03-22: Gerrit Harmsen Smelt, verklaarde schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 458 guldens, zulks herkomende wegens verlopenen Heeren lasten van het jaar 1715 en 1716 van de inboedel,
zo en als de Schultes op 15 augustus en 4 september 1715 heeft aan zich gekocht en na datum tot de E Schultes Claas Cruis aan de voornoemde Gerrit Harmsen Smelt wederom heeft verkocht en zulks wegens verschoten geld, zodat tezamen is als voornt
buiten de 1e verzegeling op 12 juni 1717 gepasseerd, zo neemt ook de rentegeven deze som, zegge 158 guldens jaarlijks aan en alle jaren nog te verrent hen het voornde kapitaal tegen 4 procent waarvan het 1e jaar interest zal verschenen wezen
tegens de 22 maart 1720 en al zulks continueren tot de effectieve aflosse toe, mitsgaders de rentgever en rentheffer zullen vrijstaan ten wederzijden een vierendeel jaars voor de verschijndag van te voren de opsaage van dien zal worden gedaan,
verbinden hij rentgever noch daarvoor zowel voor kapitaal als met die daarop verlopenen interest zijn 4 akkeren lands met daarop staande 2 huizen en een schuur, gelimiteerd oostwaarts Jan Egberts en Gerrit Bartelink, westwaarts Roelefs Wilmsen.
Kantlijn akte: Op ... [datum niet genoemd] wordt deze akte doorgehaald na betaling van het bedrag met rente door Gerrit Harmsen en zijn vrouw Mettien Frerix aan Scholten Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol [T0079_INV4_p146].
1723-08-03: Roeleff Engberts Smidt en zijn vrouw Marrigien Engberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Scholtus Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Scholl, een som van 285 guldens en 16 stuivers, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op het huis met de plaatse en 5 koeweiden, en 4 wand bouwland, alsmede de grasgoorden, en de goorden aan de kant van de Waterleijdick, zo wijd als er toe gerechtigd is, gelimiteerd oostwaarts Roeleff Willemsen, westwaarts Koert Hinrixen
[T0079_INV4_p287].
1730-09-25: Gerrit Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettien Freriksen Tuttertien, welke verklaarden schuldig te zijn Jan Janssen Geerts en zijn vrouw Henrikien Gerritsen Graave, alsmede aan Aaltien Jansen, wedw van wijlen Berendt Gerritsen Winter, een
som van 800 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akker land, met daarop staande huis en schuur, te vene, te velde, te heide, te weide, maar de goorden is liggende en door Jan Hinrixen
Gijseler wordt bewoond blijft daar buiten, gelimiteerd oostwaarts Jan Egberts, cs, westwaarts Roeleff Willemsen [T0079_INV4_p576].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 11, nr. 3:
Man : Roeloff Willemsen.
Vrouw : Aeltjen Berentsen.
Kinderen >10 jaar : Berent Albers, Jan Roelofsen, Kunne Roelofsen, Willem Roelofsen.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1753-12-25: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berent Albers Roelofs en zijn vrouw Trientjen Berentsen, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Pr Nicolaas Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Roeloff Wilms en zijn moeder Aaltjen Berentsen, legitieme portie;
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Berent Albers Roelofs, enig en universeel erfgenaam;
- zij broers en zussen, met namen Berent Berentsen, Jan Berentsen, Jannes Berentsen en Janna Berentsen, haar kist met alle haar linnen en wollen kleren tot haar licham behorende;
- beide aan Godsarmen alhier, 25 guldens en een half mudde rogge [T0079_INV5_p410].
1757-05-21: Derk Timmer en zijn vrouw Aaltjen Roelofs Smijt, welke verklaarden in erfkoop verkocht te hebben het huis, met de brink, een goorden achter het huis, met de stege daartegen, zo omgraven l..t zijnde, met nog een wand land, gelimiteerd
oostwaarts Roeloff Wilms, westwaarts de weduwe Koort van Olde, ten profijte van Hindrik Letteboer en zijn vrouw, voor een som van 316 guldens [T0079_INV5_p645].
1757-07-02: Derk Timmer en zijn vrouw Aaltjen Roelofs Smijt, welke verklaarden in erfkoop verkocht te hebben een koeweide, gelegen in het zgn Roeloff Engbers Smijtsland, gelimiteerd oostwaarts Roeloff Wilms, westwaarts Huismansland, ten profijte
van Gerrijt Berens Kamp en zijn vrouw, voor een som van 114 guldens [T0079_INV5_p648].
1759-12-08: Testament van Jannes Barkhof en zijn vrouw Kunnegjen Roelofs, hebbende hij Jannes Barkhoff vrij de voogij over zijn vrouw ontslagen en, zij Kunnegjen Roelofs bijgestaan met Secretaris Nicol Harwig als haar voogd, testator gezond van
lichaam, testatrice enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- hij aan zijn moeder Hindrikjen Jansen Smelt de legitieme portie;
- zij aan haar vader Roelof Wilms en haar moeder Aaltjen Berens tot enig en universeel erfgenaam, de legitieme portie;
- beide elkaar erfgenaam als langst levende;
- zij aan haar moeder Aaltjen Beens alle haar linenen en wollen kleren, tot haar lichaam behorende, uitgezonderd een zwarte sarfij (?) schort, zod door haar schoonmoeder Hindrikjen Jansen Smelt zal worden getrokken en genoten;
- hij aan zijn broer Jan Barkhoff alle zijn linnen en wollen kleren tot zijn lichaam behorende. [T0079_INV6_p045]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Willems, Roelof (I19820)
|
85920 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93.
1753-12-25: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berent Albers Roelofs en zijn vrouw Trientjen Berentsen, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Pr Nicolaas Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Roeloff Wilms en zijn moeder Aaltjen Berentsen, legitieme portie;
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Berent Albers Roelofs, enig en universeel erfgenaam;
- zij broers en zussen, met namen Berent Berentsen, Jan Berentsen, Jannes Berentsen en Janna Berentsen, haar kist met alle haar linnen en wollen kleren tot haar licham behorende;
- beide aan Godsarmen alhier, 25 guldens en een half mudde rogge [T0079_INV5_p410].
1760-05-21: Jannes Berens Hollander, voor hem zelf en als voogd, benevens Berent Albert Roelofs, over de onmondige kinderen, door wijlen Jannes Berens en Janna Berens Hollander nagelaten, voorts Jannes Berens en Berent Alberts Roelofs als voogd
over de onmodige kinderen zo wijlen Berent Berentsen Hollander bij Berentjen Albers Jonker heeft verwekt, en Brent Berens en Jannes Berens als voogden over het onmodige kind van zo Berent Albert Roelofs bij wijlen zijn vrouw Trientjen Berens
heeft verwekt, en tezamen erfgenamen van wijlen Jan Berens Hollander, welke verklaarden op 26 januari 1760 verkocht te hebben de aangeerfde 2 dagwerken hooiland in het zgn Bagijnenland, onverscheiden met de weduwe Wilem Jansen Heer, Wijcher
Jansen en de kinder van Jannes Berens, aan handen van Janna Ottens, weduwe van wijlen Jannes Herwig, voor een som van 248 guldens. [T0079_INV6_p083]
1764-05-12: Berent Albers Roelofs, en Berent Berentsen Barkhoff, voorts Jan Jansen en Frerik Derksen, als voogden over de onmondige kinderen, zo wijlen Jan Jansen Barkhoff en wijlen Jan Roelofs bij wijlen Geertjen Berens in echte hebben verwerkt,
en Gerrijt Costers Egbertzoon als grootste uithebber (?), welke verklaarden met apprebatie van zijn Hoog Graffelijke Excellentie als overmombaar Heer op 14 januari 1764 verkocht te hebben 2,5 lands opgaans, met daarop staande huis en timmeragie,
exempt de bakoven met Frerik Derks in gemeenschap, gelimiteerd oostwaarts Gerrijt Bramer, westwaarts Jan Jansen Jonkman, zo en als het wijlen Jan Roelofs in het gebruik gehad, voorts behouden de 4 kinderen zo wijlen Jan Jansen Berkhoff bij wijlen
Geertjen Berens had verwekt, zo lange zij ongetrouwd zijn, in het huis een stede bij de haard, licht en brand vrij, en een bekwame slaapplaatse en vrij scharbier te mogen drinken, ten profijte van Gerrijt Gerrits Fleege en zijn vrouw, voor een
som van 1340 guldens. [T0079_INV6_p325]
1767-03-18: Berentjen Jansen, weduwe van wijlen Henderik Jansen Hoff, bijgestaan met Frederik Otten Kuijper als haar voogd, welke verklaarde in februari 1767 verkocht te hebben een opslag, breed 2 akkeren veengrond, gelegen op de landerijen van
het zgn Smits Roelofsland, beginnende achter het bouwland van de comparante, gelimiteerd oostwaarts Berent Alberts Roelofs en westwaarts de opslag van de weedw Coert van Olde, ten profijte van Lambertus Puever en zijn vrouw, voor een som van 90
guldens en 20 stuivers [T0079_INV7_p052].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 04-11-1758). | Roelofs, Berend Alberts (I9316)
|
85921 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93.
1772-11-05: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jenneken Egberts, weduwe van wijlen Berent Alberts Roelofs, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Hermannus Braemer als haar voogd, waarin genoemd:
- haar stiefzoon Berent Berents Roelofs, nagelaten zoon van wijlen Berent Alberts Roelofs, als enige en universele erfgenaam;
- de kinderen van haar broer Gerrit Egberts, alle hare na te laten kleren, en al wat tot haar lijf is of mocht behoren, zijnde de kinderen genaamd Berent, Egbert, Janna en Jan [T0079_INV7_p182].
1788-07-07: Koopakte [T0079_INV_p036].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Bramer, Hermannus (I12770)
|
85922 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93.
Landbouwer in 1841/1843/1845/1848/1851/1853, gemeentebode in 1855/1858/1868/1870-1872, landbouwer in 1896.
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 20-05-1817, 28-04-1841, 22-01-1843, 19-08-1845, 28-05-1848, 21-02-1851, 17-05-1853, 05-10-1855); Vriezenveen, 2-nvm (05-06-1858); Vriezenveen (24-12-1868, 30-04-1870); Vriezenveen, Wijk 2, nr. 223 (12-11-1893, tot
26-09-1896). | Meijer, Fredrik (I8945)
|
85923 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93.
1715-03-06 Sch.: Huis buitenkant tusschen Gerrit Bartelink en Wicher Janssen [bron: Archief Kruys, blad Oosteinde 17].
1717-06-25 Sch.: Verpand Gerrit Harms Smelt, 4 a.l. met 2 huizen, vroeger v/d provincie, oostw. Gerrit Bartelink, wester Roelfo Willems [bron: Archief Kruys, blad Oosteinde 17]. Woonde te Vriezenveen (25-11-1688); Vriezenveen, Oosteinde. | Smelt, Hermen (I1298)
|
85924 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93. Woonde te Reutum. | Meijer, Derk (I11916)
|
85925 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93. Woonde te Vriezenveen (25-11-1688). | Jansen, Jennigjen (I1312)
|
85926 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 20-02-1813, 23-04-1836, 30-07-1836, 22-10-1838, 29-09-1840, 02-05-1844); Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde (01-12-1846); Vriezenveen (28-02-1848, 05-10-1851,
18-02-1855); Vriezenveen, 2-nvm (08-04-1858); Vriezenveen (15-07-1865, 30-04-1870); Michigan [U.S.A.]. (Vanaf 1882).
BR: Woonde te Vriezenveen, Wijk 2, nr. 233 (1880 t/m 31-03-1882); Noord Amerika (Vanaf 31-03-1882). | Hof, Kornelia (I7820)
|
85927 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93. Woonde te Vriezenveen. | Smelt, Gerrit (I994)
|
85928 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93. Woonde te Vriezenveen. | Jansen, Willem (I19825)
|
85929 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 93/94.
1717-06-12: Gerrit Harmssen Smelt, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Klaas Janssen Cruis en zijn vrouw Geertjen Luixen Schol, een som van 1370 (?) guldens, wegens de kooppenning voor mijn gekocht erve, aan de Edele Moogende heeft betaald
op 27 april 1717, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het erve, te weten 5 akkeren lands, met daarop staande 2 huizen en schuur, het ene huis staande aan de buijter eggede en weg en het andere huis en schuur staande aan de booveregge
deze weg, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Bartelink en Jan Egberts, westwaarts Roeleff Willemsen. Kantlijn akte: Op 25 september 1730 compareert de E Scholtus Claas Kruijs en zijn vrouw Geertien Luicas Scholl, door Gerrit Harmsen en zijn vrouw het
bedrag voldaan en daarmee de akte wordt doorgehaald [T0079_INV4_p058].
1719-03-22: Gerrit Harmsen Smelt, verklaarde schuldig te zijn aan de E Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 458 guldens, zulks herkomende wegens verlopenen Heeren lasten van het jaar 1715 en 1716 van de inboedel,
zo en als de Schultes op 15 augustus en 4 september 1715 heeft aan zich gekocht en na datum tot de E Schultes Claas Cruis aan de voornoemde Gerrit Harmsen Smelt wederom heeft verkocht en zulks wegens verschoten geld, zodat tezamen is als voornt
buiten de 1e verzegeling op 12 juni 1717 gepasseerd, zo neemt ook de rentegeven deze som, zegge 158 guldens jaarlijks aan en alle jaren nog te verrent hen het voornde kapitaal tegen 4 procent waarvan het 1e jaar interest zal verschenen wezen
tegens de 22 maart 1720 en al zulks continueren tot de effectieve aflosse toe, mitsgaders de rentgever en rentheffer zullen vrijstaan ten wederzijden een vierendeel jaars voor de verschijndag van te voren de opsaage van dien zal worden gedaan,
verbinden hij rentgever noch daarvoor zowel voor kapitaal als met die daarop verlopenen interest zijn 4 akkeren lands met daarop staande 2 huizen en een schuur, gelimiteerd oostwaarts Jan Egberts en Gerrit Bartelink, westwaarts Roelefs Wilmsen.
Kantlijn akte: Op ... [datum niet genoemd] wordt deze akte doorgehaald na betaling van het bedrag met rente door Gerrit Harmsen en zijn vrouw Mettien Frerix aan Scholten Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol [T0079_INV4_p146].
1719-03-22: Gerrit Harmsen Smelt, verklaard verkocht te hebben een vierendeel akker woesten land, liggende in de westerwoesten onverscheiden met Frerik Jansen Waanders, Jan Gerritsen Smelt en Gerrit Faaijer, en dan nog een goorden, liggende in de
landerijen van kerkmeester Jan Hinrixen Bourman en Jan Alberts, voor een som van 125 guldens, aan handen van de E Schulte Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol [T0079_INV4_p148].
1730-09-25: Gerrit Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettien Freriksen Tuttertien, welke verklaarden schuldig te zijn Jan Janssen Geerts en zijn vrouw Henrikien Gerritsen Graave, alsmede aan Aaltien Jansen, wedw van wijlen Berendt Gerritsen Winter, een
som van 800 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akker land, met daarop staande huis en schuur, te vene, te velde, te heide, te weide, maar de goorden is liggende en door Jan Hinrixen
Gijseler wordt bewoond blijft daar buiten, gelimiteerd oostwaarts Jan Egberts, cs, westwaarts Roeleff Willemsen [T0079_INV4_p576].
1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in
dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw,
voor een som van 130 guldens. [T0079_INV6_p101]
1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, Garrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan
Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick,
westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Jan Bramer en zijn vrouw, voor een som van 117 guldens. [T0079_INV6_p103]
1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks,
welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Hindrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, voor een som van 124 guldens en 10 stuivers.
[T0079_INV6_p105]
1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd
in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Garrijt Hindriks
en zijn vrouw, voor een som van 115 guldens. [T0079_INV6_p106]
1766-11-19: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berent Lubberts Smit en zijn vrouw Jenneken Gerritsen Smelt, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Roelof Wolters als haar voogd, waarin genoemd:
- zij aan haar vader Gerrit Harmsen Smelt en haar moeder Mettjen Frederix Tuitertien, legitieme portie;
- beide aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV7_p043].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 11, nr. 1:
Man : Gerrit Harms Smelt.
Vrouw : Mettjen Freriksen.
Kinderen >10 jaar : Jennegien Gerritsen, Frederica Gerritsen, Harmine Gerritsen, Harmen Gerritsen.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Smelt, Gerrit (I10669)
|
85930 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 94.
1717-08-02: Gerrit Bartelink, mede voor zijn onmondige zoontje, genaamd Adolph Henrik Bartelink, als vader en voogd, welke verklaarde verkocht te hebben aan Jan Egberts en zijn vrouw Kunnigien Janssen, het huis aan deze zijde van de boverenweg,
met de brink en het boomgewas daarop staande, onverscheiden met Berendt Gerritsen Boosman, met een goorden van het hek of aan liggen, met 300 tret roeden maat, met het gewas daarop staande, beginnende van het goordeken aan tot hen boven, met een
koeweide, met verkopers koenen hen buiten te gaan, dat verkopervan haar edele mogende hebben aangekocht uit de 2 akkeren lands, verders heeft verkoper daaruit bescheiden een opweg in bekwame tijd tot boverland, voor en som van 500 guldens
[T0079_INV4_p072].
1756-03-20: Albert Lambers en zijn vrouw Aaltjen derks Timmer, welke verklaarden op 19 januari 1756 verkocht te hebben een goorden, gelegen in het zgn Kat Garritsland, beginnende van deze Kerkweg tot aan de dwarssloot, met het recht om op
dezelven een huis te mogen zetten, en de pasten (?) in de oever van de stege zetten, gelimiteerd oostwaarts de stege, westwaarts Henrik Coster, ten profijte van Ad Henr Bartelink en zijn vrouw Stientjen Engbers, voor een som van 156 guldens
[T0079_INV5_p538].
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden in de maand november 1759 [of 1739] verkocht te hebben een zgn Gloepe met het daarop stande houtgewas, met de goorden daar aan liggende, zich uitstrekkende
tot aan de Waterleiding, zo als dezelven omgraven is, gelegen in de verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Hindrik Berents, westwaarts de Steege van verkoperen, en een bekwamen opweg om te mogen varen en drijven in, ten profijte van de
onderscholte Ad Henr Bartelink en zijn vrouw, voor een som van 157 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p065]
1760-07-12: Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden verkocht te hebben een brink, met het houtgewas daarop staande, uitgezonderd enige eiken bomen, zo de onderscholtus Bartelink is toekomende, alhier op het Vriezenveen, ten
profijte van Hindrik Barkhoff en zijn vrouw, voor een som van 105 guldens. [T0079_INV6_p093]
1764-05-02: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Cate, welke verklaarden op 19 maart 1764 verkocht te hebben de halfscheid van de landerijen Glaese Klaasland genaamd, beginnende van deze Kerkweg, tot aan de waterleiding, gelimiteerd
oostwaarts Wicher Jansen, westwaarts Haalovers Flege, doch behouden de verkopers de besten eiken bomen daarop staande voro haar, ten profijte van Ad Henr Bartelink en zijn vrouw, voor een som van 201 guldens. [T0079_INV6_p296]
1773-02-25: Janna Frederix Scholten, bijgestaan met haar broer Hermen Frederix Scholten als haar voogd, welke verklaarden wegens verstrekte penningen schuldig te zijn aan Adolph Henr Bartelink en zijn vrouw, een som van 200 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot aan de Waterleijdink gelegen, gelimiteerd oostwaarts Jan Broens, cs, en westwaarts de steeg van gemelde goordens, alsmede het huis en verdere
landerijen gelegen aan de boverzijde van deze Kerkweg [T0079_INV7_p207vo].
1789-05-09: Kopie alhier geregistreerd van het testament tussen wijlen Ad Hend Bartelink en zijnen nog in leven zijnde huisvrouw Gesina van der Poel, op 1 december 1780 opgericht en op dato voor het gerecht van Vriezenveen geapprolieert en
geconfirmeert en geratificaaert, en zijnde op 9 mei 1789 ter instantie en presentie van de weduwe Ad Hendr Bartelink en naaste bloedverwanten van de overledenen gerechtelijk geficiteerd, geopend en uitgelzen na als de zegels ongeschonden bevonden
waren, luiden als volgt:
Testament van Adolph Hendr Bartelink en Gesina van der Poel, echtelieden, testator geassisteerd met Bernardus Stok als zijn voogd, waarin genoemd Christjaan Adolph Bartelink, Jan Reint Bartelink, Gerhard Jan Bartelink, opgemaakt 1 december 1780.
Testament van Adolph Hendrik Bartelink en Gesiena van der Poel, testatrice geassisteerd met Bernardus Stok als haar voogd, waarin genoemd [T0079_INV10_p043vo].
1794-07-08: Derk Bartelink en Gerrit ten Bruggencate Az, als administrateurs en boedelhouders van de nalatenschap van wijlen de Secrets A H Bartelink, en als voogden over de minderjarigen of innocenten G J Bartelink, welke verklaarden verkocht te
hebben een gaarden op Kort Gerritsland, bezwaard met een uitgang 's jaarlijk 7 suitver aan de kerkmeester van de voornoemden boedel, voor een som van 130 guldens, aan Hendrik Brink [T0079_INV10_p162].
Onderscholtus te Vriezenveen in van 1733 tot 1766 (1748/1757), sluiswachter te Vriezenveen vanaf 1723.
Hij was mede opnemer van de volkstelling in 1748 als onderscholtus.
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 10, nr. 10:
Man : Adolph Henr. Bartelink, ond. Scholtus.
Vrouw : Stijntjen Engberts.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : Harmina Harmssen.
Inwonenden : -.
Woonde te Vriezenveen (29-07-1744, 27-08-1748, 16-12-1757). | Bartelink, Adolph Hendrik (I19829)
|
85931 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 94.
Derk ging in 1717 met een zeilschip, genaamd 'De Visch' als bevelhebber van een afdeling soldaten naar Oost-Indiče. Woonde te Vriezenveen. | Bartelink, Derk (I25974)
|
85932 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 94/95.
1918-07-25: Lambertus Dekker, 43, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als vader aangever geboorte.
1946-10-17: Lambertus Dekker, 71, landbouwer, woont te Vriezenveen, is vader bruid.
1961-11-06: Lambertus Dekker, 86, woont te Vriezenveen, is overleden.
1910-1920: Vriezenveen, 2-183. [BR1910-VV0940]
Hij was kostganger bij de landbouwster Magdalena Boeschen Hospers.
Meerderjarige natuurlijke, niet erkende zoon van Johanna Hendrika Dekker tijdens het huwelijk van deze.
Landbouwer in 1901-1902; fabrieksarbeider in 1902/1905/1908/1912, landbouwer in 1931/1933.
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 24-07-1875, 17-05-1901, 19-03-1902, 01-04-1931, 28-01-1933, 28-03-1954); Vriezenveen, Oosteinde 146 (tot 02-12-1961). | Dekker, Lambertus (I1706)
|
85933 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1717-08-02: Gerrit Bartelink, mede voor zijn onmondige zoontje, genaamd Adolph Henrik Bartelink, als vader en voogd, welke verklaarde verkocht te hebben aan Jan Egberts en zijn vrouw Kunnigien Janssen, het huis aan deze zijde van de boverenweg,
met de brink en het boomgewas daarop staande, onverscheiden met Berendt Gerritsen Boosman, met een goorden van het hek of aan liggen, met 300 tret roeden maat, met het gewas daarop staande, beginnende van het goordeken aan tot hen boven, met een
koeweide, met verkopers koenen hen buiten te gaan, dat verkopervan haar edele mogende hebben aangekocht uit de 2 akkeren lands, verders heeft verkoper daaruit bescheiden een opweg in bekwame tijd tot boverland, voor en som van 500 guldens
[T0079_INV4_p072].
Woonde te Vriezenveen (23-12-1688). | ten Cate, Berend (I20911)
|
85934 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].
1762-11-13: Procurator WH Naber, in qualiteit als door ... Ed Mogende de Heeren Ordinaris Geduputeerden, etc, etc, op 20 februari 1762 provinciaal aangekocht, en bij hem zijnde be... en bezeten erve, met daarop staande huis en verdere timmeragie,
te doen landelijk cessie, transport en overdracht, en vermits gezeijde Albert Jansen Santboer, etc, etc, dat het door hem op 20 februari jongstleden aangekocht provinciale erve en timmeragie daarop staande hier voren gemeld, ten vollen hadden
voldaan en betaald. [T0079_INV6_p215]
1763-12-06: Testament, opgemaakt ten huize, van Trientjen Engbers, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Berent Albers Roelofs als haar voogd, waarin genoemd:
- revoceert (herroept) alle haar vorige testamenten;
- de kinderen van wijlen haar overleden zus Geertjen Freriks, vrouw van Albert Santboer, met namen Geertine Alberts, Frederik Alberts, Berent Alberts, Janna Alberts, Hindrikjen Alberts en Jan Alberts, als haar enige en universele erfgenamen.
[T0079_INV6_p272]
1773-03-06: Berent Henderix en zijn vrouw Janna Gerritsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan Albert Santboer, als voogd van het nagelaten kind of meisjen van Jan Jansen ten Cate, alias Wevers Pol, bij wijlen zijn 1e vrouw in echte verwekt,
genaamd Janna Jansen, een som van 100 guldens, spruijtende uit zekere maegscheijdinge van data ... [puntjes] tussen hem Wevers Pol en de voogden opgericht, welke in de vaste goederen van voors Pol gevestigd was, en nu door gemelde Berent
Hinderixen op 4 februari 1772 gerechtelijk aangekocht zijn, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en de 3 a 4 wanden bouwland en goordenland, alsmede een koeweide, in het zgn Wevers Polsland [T0079_INV7_p209vo].
1783-09-26: Testament van Freederik Santboer en zijn vrouw Fenneken Jansen, enigszins ziek van lichaam, bijgestaan door Wiegger Jansen als hun voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn vader Alb Sandboer;
- hij aan zijn naaste bloedverwanten, 1000 guldens;
- zij aan Henderik Gerrits Menne, 400 guldens;
- aan de diaconie en armenstaat alhier, 25 guldens;
- aan de kerk alhier, 25 guldens [Toeg079_Inv9].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 10, nr. 7:
Man : Albert Santboer.
Vrouw : Geertjen Frericksen.
Kinderen >10 jaar : Geertjen Alberts, Frerik Alberts, Berent Albers.
Kinderen <10 jaar : Hinderikjen Albers, Jan Alberts.
Dienstboden : -.
Inwonenden : Trijntjen Egbers, Armke Frederix.
1762-11-13 Sch.; koopt huis van de provincie 9zie ook aant. rekeningen rentmeesters S. en Alb. 1727, pacht de hove van huis vroeger bewoond door Berend Gerrits, Boosman = Ten Cate [bron: Archief Kruys, blad Oosteinde 16/16a].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Sandboer, Albert (I10582)
|
85935 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 10, nr. 8:
Man : Jan Jansen.
Vrouw : Jenneken Derksen.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Hinderikjen Jansen, Kunnegien Jansen.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Onweer, Jan (I19739)
|
85936 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1763-12-06: Testament, opgemaakt ten huize, van Trientjen Engbers, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Berent Albers Roelofs als haar voogd, waarin genoemd:
- revoceert (herroept) alle haar vorige testamenten;
- de kinderen van wijlen haar overleden zus Geertjen Freriks, vrouw van Albert Santboer, met namen Geertine Alberts, Frederik Alberts, Berent Alberts, Janna Alberts, Hindrikjen Alberts en Jan Alberts, als haar enige en universele erfgenamen.
[T0079_INV6_p272]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 23-03-1776); Vriezenveen, Oosteinde 100 (tot 03-02-1821). | Sandboer, Hendrikjen (I10581)
|
85937 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1773-11-06: Henricus Berentsen en zijn vrouw Jenneken Willemsen Schipper, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerrit Derksen Schipper, wegens verstrekte en opgenomen penningen, een som van 200 guldens, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op het halve huis met het 4e part van de brink, onverscheiden met Henrik Claesen, cs, benevens 4 wanden roede maat bouwland en een hoekjen goorenland, ongeveer 30 tret, gelegen in de landerijen van het zgn Crols Claesesland, oostwaarts
de landerijen van Gerrit Egbers Ente en westwaarts het zgn Mansland, cs, en dan nog daar benevens een halve akker turfland op de westerhoeve, onverscheiden met de weduwe van wijlen Gerrit Scholten [T0079_INV7_p227].
1778-03-07: Berent Freederiks van Olde en zijn vrouw Janna Engberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerrit Derksen Schipper en zijn vrouw, wegens verstrekte goederen een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
hunne 2 akkeren lands met het huis en verder timmeragie daarop stande, welke landerijen voor een gedeelte onverscheiden zijn met Berent Braemer, en alhier op Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p094vo].
Landbouwer in 1819/1822.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 23-03-1776); Vriezenveen, Oosteinde 100 (03-02-1821, tot 17-09-1822). | Schipper, Gerrit (I10580)
|
85938 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1786-10-29: Testament Claas Jansen en zijn vrouw Hendrikjen Jansen, waarin genoemd Jan Harms, vader testator, en Curena Jansen, zus testratrice [T0079_INV10].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 29-09-1775); Vriezenveen, Oosteinde 101 (02-05-1816). | Onweer, Kunnegjen (I9065)
|
85939 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1800-01-10: Den 10 januari 1800 heeft Jannes Abbink in den 50sten pennink aangegeven een aankoop van een huis, en daar onder houdende landerijen, zoals dezelven bij Jannes Abbink in huur gebruikt worden, aangekocht bij executie van de curateuren
in de desolaten boedel wijlen A Hk Bartelink de 23 november 1799 voor een somma van 1188-0-0 [t003.1_INV5711/T0079_INV45].
1811-04-14: Jannes Abbink, 52, klompmaker, woont te Vriezenveen, is getuige bij aangifte geboorte van Albartus Hagedoorn. Verklaarde niet te kunnen schrijven.
1811-04-17: Jannes Abbink, 52, bouwman en klompmaker, woont te Vriezenveen, getuige bij aangifte geboorte van Hendrika Slot. Verklaarde niet te kunnen schrijven.
1811-07-18: Jannes Abbink, 40, klompmaker, woont te Vriezenveen, is getuige bij geboorte aangifte van Berend Jan Rengels. Verklaarde niet te kunnen schrijven.
1811-09-23: Jannes Abbink, 48, klompmaker, woont te Vriezenveen, is getuige bij aangifte geboorte van Janna Smelt. Verklaarde niet te kunnen schrijven.
1811-10-16: Jannes Abbink, 48, klompmkaer, woont te Vriezenveen, is getuige bij geboorte aangifte van Fenne Geziene Dijkhuis. Verklaarde niet te kunnen schrijven.
1811-10-24: Jannes Abbink, 48, landbouwer en klompmaker, woont te Vriezenveen, is getuige bij aangifte geboorte van Willem Gerrits. Verklaarde niet te kunnen schrijven.
1811-12-01: Jannes Abbink, 48, landbouwer en klompmaker, woont te Vriezenveen, is getuige bij aangifte geboorte van Gerritdina Gerrits. Verklaarde niet te kunnen schrijven.
1829-07-25: Notaris Warnaars, 1829, nr. 147, testament van Jannes Abbink Gz.
Klompmaker in 1820/1829.
Woonde te Almelo; Vriezenveen (09-12-1820); Vriezenveen, Oosteinde 102 (tot 12-09-1829).
Jannes Abbink heeft niet geleerd en verklaarde het schrijven niet te hebben geleerd bij het huwelijk tussen Gerrit Abbink (zijn zoon) en Hanna Nijkamp, op 9 december 1820 te Vriezenveen afgesloten.
Jannes Abbink (64 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Lambert de Vries (onverwant) en Fredrika Nijkamp (onverwant), op 10 mei 1828 te Vriezenveen afgesloten. | Abbink, Jannes (I12667)
|
85940 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1910-1918: Vriezenveen, 2-183. [BR1910-VV0940]
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 03-04-1833, 04-12-1852, 27-11-1853, 24-09-1856); Vriezenveen, 2-nvm (30-04-1860, 20-03-1863); Vriezenveen (02-01-1868, 18-01-1871, 17-05-1901); Vriezenveen, 2-218 (21-09-1883); Vriezenveen (24-10-1904, 21-07-1916);
Vriezenveen, 2-183 (tot 06-05-1918). | Abbink, Jenneken (I1709)
|
85941 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
1946-10-17: Johan Frederik Dekker, 41, fabrieksarbeider, woont te Vriezenveen, is als broer huwelijksgetuige bruid.
1910-1920: Vriezenveen, 2-183. [BR1910-VV0940]
Fabrieksarbeider in 1931/1933, nachtwaker in 1944.
Woonde te Vriezenveen (01-04-1931, 28-01-1933, 26-07-1944); Vriezenveen, Oosteinde 116. | Dekker, Johan Fredrik (I21386)
|
85942 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
Bij de geboorte van Lukas heette hij Henrik Janszen Boer en bij de geboorte van Henrikjen en Aelbert heette hij Jan Henrix. Woonde te Vriezenveen (20-01-1689). | Boer, Hendrik (I20920)
|
85943 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95.
Na zijn overlijden werd op 22 november 1883 Jan Hendrik Nijkamp als toeziende voogd benoemd. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 31-07-1830, 04-12-1852, 27-11-1853, 24-09-1856); Vriezenveen, 2-nvm (30-04-1860, 20-03-1863); Vriezenveen (02-01-1868,
18-01-1871); Vriezenveen, Wijk 2, nr. 218 (tot 21-09-1883). | Nijkamp, Gerrit (I1708)
|
85944 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95. Woonde te Vriezenveen (20-01-1689). | ten Cate, Hendrikjen (I20919)
|
85945 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Derks, Jennegjen (I19740)
|
85946 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 29-09-1775). | de Witte, Hermen (I9064)
|
85947 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 95/97/98/233.
Koop in 1786 het katerplaatsje Minkjans te N.meer voor duizend gulden [bron: Website Mijnstambomen.nl].
1756-01-17: Harmen Jansen van Wierden en zijn vrouw Stientjen Harms, welke wegens verschuldigde Heerenlaste en boekschuld verklaarden schuldig te zijn aan de Ed Bernardus Spijker de som van 70 guldens, en aan de E Jan Hendrik Dikkers, mede ene
som van 70 guldens, dus samen een som van 140 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 300 treden roedemaat bouw of goordenland, de 2 liggende in het zgn Graven Jenneland, en het derde in Piksens Derksland, alsmede en koeweide,
mede in het zgn Piksens Derksland gelegen, alles alhier op het Vriezenveen [T0079_INV5_p509].
1757-03-19: Kunnera Geers, weduwe van Willem Braamer, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, en als moeder en boedelhoudster, voorts Leenart Wolters als voogd over de onmondige kinderen, en Jan Wilms Braamer voor zich zelf en zijn vrouw
Janna Jansen, welke verklaarden op 10 januari 1756 in erfkoop verkocht te hebben de landerijen, of hooiland in haar verkopers land gelegen, beginnende van de 1e dwarssloot achter de Oldenweg tot aan en met de dijk of Aa, zijnde ongeveer groot 7
dagwerken, gelimiteerd oostwaarts Bagijnenland, westwaarts Gerrijt Roeloffs, cs, en ruim het maken van het 4r part van het kerk negtigen (?) deel, en ruimen van de waterstroomen, te weten de weeteringe en de Aa, ten profijte van de Scholtus Jan
Hendr Dickers en zijn vrouw, voor en som van 1160 guldens [T0079_INV5_p631].
1761-09-26: Jan van Aken, voor hem zelfs en als massarius (pachter) en boedelhouder, verklaarde aan de Ed Jan Hendrik Dikkers, scholtus van 't Vriezenveen en zijn vrouw, schuldig te zijn de som van 58 guldens, wegens verschuldigde Heerenlasten,
voorts aan Gerrijt Hagedoorn, koopman tot Almelo en zijn vrouw de som van 246 guldens, wegens aan dezelve en wijlen zijn vrouw Anna Aleijda Bartelink geleverde winkelwaren. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis alhier op 't
Vriezenveen op St Antonij Vicarie. Kantlijn akte: Pr Scholtus Dikkers en Gerrijt Hagedoorn vernietigen deze akte op 29-09-1764 (?). [T0079_INV6_p170]
1762-09-06: De Ed Jan Hend Dikkers, scholtus op 't Vriezenveen en zijn vrouw Geertjen Brouwer, voorts Pr en secretaris Gerhard ter Horst tot Rijssen, de rato caverende voor zijn vrouw Aleijda Jansen, welke verklaarden op 6 maart 1762 verkocht te
hebben drievierendeel akker boverweges land, gelegen op de Westere Hoeve, onverscheiden met de erfgenamen Jan de Ruiter, gelimiteerd oostwaarts Frerik Bramer, westwaarts dezelve, ten profijte van Gesina Kruis, wedw van Lukas Fronten, voor een som
van 215 guldens en 11 stuivers. [T0079_INV6_p213]
1762-11-20: Gerrijt Spijker, voorts zijn zoon Harmen Garrits Spijker en zijn vrouw Aaltjen Arens Smit, welke verklaarden wegens verschuldigde Heerenlasten, en geleverde bieren, volgens afrekeningen met dezelve gehouden schuldig te zijn aan de Ed
Jan Hend Dikkers, scholtus op het Vriezenveen en zijn vrouw Geertjen Brouwer, een som van 400 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 wanden roede maat bouwland, gelegen in het zgn Jan Wolters Smitsland en de halven goorden,
onverscheiden met de kinderen van wijlen Lukas Brouwer, in de wandelinge Fransmans goorden genaamd, alles alhier op 't Vriezenveen, voorts de gehele inboedel des huizes, zo van beesten, kisten, kasten, niets uitgezonderd. [T0079_INV6_p221]
1763-08-02: Jan Wolters en zijn vrouw Grietjen Hindriks, welke verklaarden wegens uitstaande landsmiddelen en geleverde bieren schuldig te zijn aan de Ed Jan Hend Dickers, scholtus, en ontvangen van de landsmiddelen van het Vriezenveen, en zijn
Weled vrouw, een som van 110 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, met de goorden daar achter liggende, alsmede 3 wand bouwland in het zgn Graven Jaenenland (?) gelegen, een koeweide in Piksens Derksland gelegen, een
halve akker woestenland, onverscheiden met Bernardus Spijker, cs, en dan nog een halve akker turfland op de oostere hoeve, onverscheiden met de wedw van Wolterus Boerman, alles alhier op 't Vriezenveen. Kantlijk akte: Volgens originele
handtekening en kwitantie door de Scholtus Dikkers op de originele verzegelinge getekend, dat binnenstaande hypotheekakte ten kapitale met interest ten vollen is voldaan op 3 maart 1778, waarmee de akte geroyeerd is, actum 3 maart 1778.
[T0079_INV6_p255]
1765-01-10: Jannes Jansen Vetteker en zijn vrouw Geesjen Albers, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de Ed Jan Hind Dikkers en zijn vrouw een som van 500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2
akkers lands, gedeeltelijk onverscheiden met Hendrik van Olde, beginnende van deze Kerkweg tot aan de Aa Kamp (?), gelimiteerd oostwaarts Graven Jannesland (?), westwaarts de Kerksteege. [T0079_INV6_p379]
1765-03-16: Jan Teunissen, welke verklaarde verkocht te hebben een huis, zijnde de westzijde, staande alhier op St Cruicen Vicarie, zo en als hij verkoper hetzelve tegenwoordig in 't gebruik is hebbende, ten profijte van Albert Jansen Bos, voor
een som van 52 guldens en 14 stuiver, welke penningen hij Albert Jansen Bos, voor mij bekenninge belooft en aanneemt aan de Ed Scholtus Jan Hend Dikkers wegens verlopene vuurstede schattinge, en verdere landsmiddelen te zullen, willen en moeten
op leggen en betalen de som van 40 guldens en 2 stuivers, en aan de Ed Bernardus Spijker als administrerende de pachter of huize (?0 van St Cruicen Vicarij, wegens de halve huisplaatse de som van 12 guldens en 12 stuivers, tezamen een som van 52
guldens en 14 stuivers, van welke kooppenningen hij comparant bekent dat daar door ten vollen zijn voldaan en betaald, edog heeft de verkoper in gezeijde verkochte halve huis de tijd zijn levens bescheiden een stede bij de haard, licht en brand
vrij, mits 's jaarlijks, en alle jaren ...vende opleggen 2 voeder (?) turf, en een bekwame slaapplaatse, en de trog (?) zal de koper mede in eigendom hebben en behouden, maar deze verkoper, mag dezelven de tijd zijn levens mede gebruiken, alsmede
de verkoper zijn linnen te wassen (?), mits de verkoper de zeep (?) daartoe nodig zal hebben te geven. [T0079_INV6_p384]
1766-08-02: Jannes Lamberts en zijn vrouw Berendina Feijers, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer Scholtus J H Dikkers en zijn vrouw, wegens verschuldigde en restante 's landsmiddelen, geleverde groeven bieren en geleend geld, de som
van 186 guldens en 10 stuivers, en aan de voogden van de kinderen van Jannes Lambers en Berendina Feijers, wegens verstrekte penningen een som van 400 guldens, en aan Pr Jan Willem Harwig en zijn vrouw een som van 350 guldens, mede wegens van
dezelve opgenomen en verstrekte penningen, dus tezamen 936 guldens en 10 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en goordentien voor het huis liggende, staande en gelegen, mitsgaders 2 akkers woestenland, in de westere
woesten, gedeeltelijk onverscheiden met Derk Jansen, en gedeeltelijk met de kinderen van wijlen Jan Clompemaker, 2 dagwerken hooiland in de oostere Geere, 2 koeweiden in het zgn Papenland, een grasgoorden gelegen op het zgn Frut Harmsland (?),
een bouwgoorden beginnende van deze nieuwen Kerkweg, alwaar het huis van wijlen Hermen Joost op staat, gelegen in de landerijen van de weedw van wijlen Gerrit Brink, ruim 5 wand bouwland roede maat, gelegen op het zgn Stokvisland, en dan nog een
wand bouwland honderd trat roede maat, op het zgn Bartels Geesenland, alle alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV7_p037].
1766-12-06: Jan Jansen ten Cate, alias Wevers Pol, voor zich en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Scholtus Jan Hendk Dikkers, alhier, en zijn vrouw, een som van 120 guldens, wegens
restante en verschuldigde 's landsmiddelen en geleverde bieren en zulks tot het jaar 1765 incluis, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de halve brink, met alle de inboedel, niets daarvan uitgezonderd, van wat naam en
natuire denzelven zouden mogen wezen, mitsgaders 4 wanden bouwland en een koeweide, gelegen in en op het zgn Weversland [T0079_INV7_p045].
1767-07-24: Jan Broens en zijn vrouw Kunnegien Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer scholtus Jan Hend Dikkers en zijn vrouw, wegens rugstandige 's landsmiddelen, geleend geld, alsmede wegens, geleverde bieren, de som van 560
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 akkeren lands, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, heen buijten en eindigende met de dijk en de Aa, onverscheiden met Jan Smelt, cs, gelimiteerd oostwaarts Jannes Hollander, cs, en
westwaarts Frederik Scholten, cs. Kantlijn akte: Op 6 april 1772 is op verzoek van de Heer Scholtus Jan H Dikkers, die bekende dat dezelve aan hem voldaan was met de interest, waardoor deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p061].
1767-07-25: Jannes Berents Hollander en zijn vrouw Henderikjen Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer Scholtus Jan Henr Dikkers en zijn vrouw, wegens rugstandige 's landsmiddelen, geleend geld, alsmede wegens geleverde bieren,
een som van 375 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, beginnende van deze Kerkweg heen buten en eindigende met de Dijk en de Aa, onverscheiden met Wolter van Utert, cs, oostwaarts Henrik ten Cate en westwaarts
Jan Broens, cs. Kantlijn akte: Op 2 oktober 1773 is deze binnen en tgenstaande verzegelinge de Heer Scholtus Dikkers, zijn getekend verklaring aan zijn Ed zo kapitaal als interest betaald, waardoor deze akte wordt geroyeerd [T0079_INV7_p062].
1769-07-22: Jannes Frederixs Tuitertien, welke op 11 januari 1769 verkocht 14 wanden bouw of hooiland, waarvan 8 wanden roede maat gelegen zijn op het wester stuk of land, naast dat van de weedw van wijlen Henderik Gerrits Coster, cs, beginnende
achter de goorden van verkoper, daar Smittiesland begint, en zo bovenwaarts in, vervolgens destijds mede verkocht 6 wanden roede maat gelegen op het zgn Jan Wolters Smitsland, alias Smittiesland, met een bekwame opweg en dat alle 14 wanden
tezamen voor een som van 475 guldens, ten handen van de Weledele Heer Jan Henderik Dikkers, scholtus van het Vriezenveen, en zijn vrouw Geertien Brouwer [T0079_INV7_p111].
1770-01-18: Henderikjen Jansen, weduwe van wijlen Berent Coertsen, voor zichzelf en als moeder, boedelhoudster en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Jan Berentsen als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de
Heer Scholtus Jan Henderik Dikkers en zijn vrouw Geertjen Brouwer, uithoofde van een door haar verschuldigede en betekende obbligatie van 21 maart 1763 een som van 242 guldens met interest vandien zegge 242 guldens, en een som van 133 guldens
wegens verschuldigde 's landsmiddelen en geleend geld, zegge 133 guldens, dus tezamen 375 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akkeren lands, met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd oostwaarts
Luicas Claesen en westwaarts Berent Schipper [T0079_INV7_p122vo].
1770-01-18: Steven Nijlant en zijn vrouw Maria Egberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer Scholtus Jan Henderik Dikkers en zijn vrouw, een som van 60 guldens, wegens verschuldigde 's landsmiddelen, geleverde bieren en geleend geld,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 wanden, ieder 100 trat roede maat bouwland, gelegen op het zgn Fransmansland Kantlijn akte: Op 22 juni 1810 is het kapitaal en interest voldaa, waardoor deze akte wordt doorgehaald
[T0079_INV7_p124].
1771-07-13: Jan Egbers Schoemaker en zijn vrouw Fenneken ... [puntjes], welke in 1771 verkocht hebben een grasgoorden, gelegen in en op het zgn Jan Wolters Smitsland, heen boven, voor een som van 105 guldens, ten profijte van de Heer Scholtus Jan
Hinderik Dikkers en zijn vrouw Geertjen Brouwer [T0079_INV7_p159].
1771-08-05: Jannes Frederixen Tuitertien, welke verklaarde in 1769 verkocht te hebben aan de Heer Scholtus Jan Hinderik Dikkers en zijn vrouw Geertjen Brouwer, een goorden, beginnende van het hek achter de brink van de verkoper boverwaarts
ingaande zover dezelven omgraven is, gelimiteerd aan de westkant Hnrik Henrixen en de weeduwe van wijlen Henr Costers, daar benevens heeft geseijd Jannes Tuitertien an wel gemelde Scholtus verkocht de stege zo aan de oostzijde van gemelde goorden
daartegen leijd, tezamen voor een som van 225 guldens, in gevolgen daarvan opgerichte condities van 11 januari 1769, vervolgens verklaart verkoper verkocht te hebben de schuur, zo voor de goorden op de brink is staande, met die conditie dat het
de koper zal vrij staan om ges schuur of schapenschot, waartoe dezelve thans gebruikt wordt, daarop te mogen laten staan, na de kopers goedvinden, met het recht om de schapen of vee over de brink heen en weder te mogen drijven, en die schuur en
die schuur of schapenschot, verkocht voor een som van 65 guldens, dus tezamen 290 guldens [T0079_INV7_p163].
1775-02-07: Berend Wolterus Boerman en zijn vrouw Fenneken Puever, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Hr Jan Henderik Dikkers, scholtus alhier en zijn vrouw Geertjen Brouwer, een som van 200 guldens wegens verschuldigde en restante 's
landsmiddelen en geleverde bieren, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar landerijen, alwaar dezelve op wonen, bestaande in het bovere en butere land, groot 2,5 akker in zijne Breete (?), en gaande tot aan de Aa en den Dijk,
gelimiteerd oostwaarts Egbert Berents en westwaarts Henderikjen Jansen van de Beek, wedw van wijlen Henricus de Boer [T0079_INV8_p020].
1776-03-18: Berent Geerligs en zijn vrouw Jenneken Grutters, welke verklaarden schuldig te wezen aan de Hr Jan Henderik Dikkers, scholtus alhier en zijn vrouw een som van 50 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grond of stukken
zaailand, de Horst genaamd, gelegen in de landerijen van het zgn Gurten Willemsland, nu behorende de Scholtus Dikkers, en diervoegen zoals het zelve voorheen van wijlen Willem Braemer en zijn vrouw hebben of aangekocht is [T0079_INV8_p047].
1776-12-28: Gerrit Geerdink, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijne kinderen, verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Jan Henderik Dikkers, scholtus en ontvanger alhier, en zijn vrouw, wegens verlopende en restante
landsmiddelen en geleverde bieren, een som van 128 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op een akker turfland op de oosterhoeve, alhier op 't Vriezenveen gelegen. Kantlijn akte: Op 27 juli 1781 is deze akte geroyeerd
[T0079_INV8_p061].
1778-01-22: Berent Frerik van Olde en zijn vrouw Janna Egberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Scholtus Dikkers als ontvanger van 's landsmiddelen alhier, een som van 263 guldens en 3 stuivers, wegens aan de zelven verschuldigen en
verlopen landsmiddelen en geleverd bieren, alsmede van een obligatie groot 124 guldens, met datm 4 januari 1743 met 5 jaren rente van dien en geleend geld, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkers land met het huis en verdere
timmeragie, daarop staande, welke landerijen voor een gedeelte onverscheiden zijn met Berent Bramer, mede 1,5 akker woestenland in de westere woesten, benevens 1,5 akker turfland op de oostere hoeve, mitsgaders alle dezelven inboedel, zo van
paarden en beesten en al wat voor inboedel kan gerekend worden daarvan niets uitgezonderd [T0079_INV8_p174].
1779-03-15: Freederik Smelt, voor zich zelfs alsmede deszelfs dochter Engberdina Smelt, voor zich, bijgestaan met deszelfs vader voornd als haar voogd, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer Jan Henderik Dikkers, schultus en ontvanger
alhier, en zijn vrouw Geertien Brouwer, eens deels uit hoofde van zekere obligatie van dato ... (lees: puntjes), anderen deels wegens aan dezelven restante en verschuldige 's landsmiddelen, tezamen bedragende een som van 360 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands van het erve of vierendeel land alsnog onverscheiden zijnde, en gaande opgaans, beginnende met de Dijk en de Aa, tot bovenwaarts ingaande te Veene te Velde met top en twijg, oostwaarts het zgn
Henderik Coersland en westwaarts het zgn Jan Henderiks Hoff, cs, en de alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p118].
1785-10-15: Roeloff Wieggers en zijn zoon Jan Wieggers, alsmede zijn dochter Jenneke Wieggers, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Scholtus J H Dikkers, wegens ruijgstandige en verlopene landsmiddelen, tot het jaar 1784 ingesloten, een som
van 240 guldens en 16 suitvers, te passeren vrijwillig verwin op alle derzelven mobilaire en onmobilaire goederen,of vaste goederen, niets van dien hoe genaamd uitgezonderd [T0079_INV9_p105].
1790-09-04: Op 8 februari 1789 bij exectutie geveilde vaste goederen heeft aangekocht 2 akkeren land opgaans met het huis en houtgewas, toebehorende de weduwe Berend van Olde en hare kinderen en door dezelve thans bewoond wordende, door Heer J H
Dikkers zijn aangekocht voor een som van 310 guldens [T0079_INV10_p088].
1792-03-27: Pr Hendrikus Hoek verklaart schuldig te zijn aan zijn zwager en zuster Harmen Grobben en zijn vrouw, wegens opgenomen penningen, en voor hem aan de Scholte Dikkers aangenomen penningen te betalen een som van 420 guldens, alle te samen
berkeend, zijn dus 1800 guldens, hij comparant bij dezen komt te verhypotiseren, en te veronderpanden zijn persoon en geoderen, en wel in specie alle zijne vaste goederen onder dezen gerechte gelegen [T0079_INV10_p124vo].
1792-03-16: Jan Roelofs, voor hem zelfs, en als vader en wettige voogd van zijn 2 minderjarige kinderen, verklaart schuldig te zijn aan de Heer J Henk Dikkers en Juffrouw Fenneken Mollink een som van 1472 guldens, wegens een obligatie van 10
januari 1789, groot 1265-0-0, als mede 3 jaren rente van gedacht kapitaal tot dan is januari 1792 incluis 3 ... 113-17-0, komende bij een restant van de Heeren lasten van den jare 1790, 14-8-2, wegens geleverde bieren tot den 19 oktober 1791
incluis 78-16-14, som 1472-2-0, bij deze komt te verbinden en te verhypothiseren zijn eigendomlijke huis, schuur en verdere timmeragie, met de langerijen opgaans of ook int generaal waar die onderdeze gerechte mochten gelegen wezen, en 2de den
inboedel des huizes, paarde, beesten, veersen, varkens, schapen of hoe ook genaamd worden, met de gewassen op den landen, en doende daar van vrijwillig verwin bij dezen, van voorschreven inboedel en gewassen [T0079_INV10_p125vo].
1794-03-06: Jan Roelofs {is hij dit?}, voor hem zelfs en als vader en wettige voogd over zijn 2 minderjarige kinder, verklarende schuldig te wezen aan de Heer J H Dikkers, scholtus en ontvanger alhier, een som van 1693 guldens, 19 stuiver en 12
penningen, op alle zijne roerende en vaste goederen en daarvoor te zullen houden, als of dezelve daar voor landstedelijk met pandige opbeding en aan eiginge per omnis juris tramites waren in gewonnen [T0079_INV10_p160].
1794-10-08: Engbert Lucas, voor hem zelfs en als vader en voogd zijner minderjarige kinderen, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer J H Dikkers, ontvangen alhier, een som van 115 guldens, te passeren vrijwillig verwin op comparants mobile
en vaste goederen [T0079_INV10_p187vo].
Schout te Vriezenveen 30 april 1756 tot 1795, 13 februari 1803 tot 16 maart 1811.
Woonde te Rijssen (08-03-1755); Vriezenveen (24-11-1780). | Dikkers, Jan Hendrik (I15754)
|
85948 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 97/136/137.
1751-03-13: Testament van Hermannes Boesschen en zijn vrouw Janna ten Caate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar vader Jan ten Cate en haar moeder Aaltjen Jansen Schol, legitieme portie;
- maken elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers en zussen, Jan, Henrikus en Janna Boeschen, alle zijn metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zussen Hindrikjen, Grietjen en Frederika ten Caate, alle haar metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- beide aand e armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p322].
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben een gaarden gelegen in de verkoperen landerijen, beginnende achter deze Waterleiding tot hen buiten in zoverre denzelven
aangraven ligt, ten profijte van Jan Boeschen en zijn vrouw, voor een som van 102 guldens. [T0079_INV6_p064]
1767-01-08: Harmannus Boesschen en Jan Boesschen, als voogden van de minderjarige kinderen van Jan Geerts Toeter en wijlen zijn vrouw Jenneken Boesschen, welke verklaarden op 12 februari 1766 verkocht te hebben het halve huis, thans bewoond door
Jan Geerts Toeter, met de halve goorden daarachter gelegen, beginnende en staande, van deze nieuwe Kerkweg, tot zo ver dezelve omgraven is, gelimiteerd oostwaarts de Steege van Jan Harmsen, cs, en westwaarts Roelof Warnink zijn goorden, zijnde de
oostkant van het huis en goorden, en met Jan Geerts Toeter ieder voor de halfscheid gescheiden, zijnde mits conditie zullen de 2 ongetrouwde kinderen met namen Henderik en Hendericus in het halve huis behouden zo lang zij ongetrouwd zijn een
steede bij de haard, licht en brandvrij, een bekwame slaapplaats en ook plaats om haar ger..heden te plaatsen, ziek of zuchtig wordende goede handreikinge te doen, alsmede verklaarden dezelve bij dezen nog verkocht te hebben een wand bouwland,
waar nevens Jan Geerts Toeter, ook een wand behoord, en met hem onverscheiden, ten profijte van Henricus Boesschen en zijn vrouw, voor een som van 220 guldens [T0079_INV7_p046].
1756-01-17: Henrikjen Evertman, bijgestaan met Hendrik Evertman als haar voogd, welke verklaarden op 9 maart 1754 verkocht te hebben 2 akker land op en dale, te vene, te velde met top en twijg, met alles deszelfs timmeragie, gelimiteerd aan de
oostzijde Jan Berens, en aan de westzijde Hermen Luicas Fick, alsmede een turfakker, zijnde onverscheiden met Jan Berens, een dagwerk slagland ook onverscheiden met Jan Berens, voorts alle het oostere landhalf, onverscheiden met Jan Berens, ten
profijte van Jan Hindriks Boeschen en zijn vrouw Gerhardina Jansen Broertjen, voor een som van 500 guldens, in dezen navolgende inboedel, beesten, paard, kisten, kasten, ketels, potten, roggenkist, pannen, hangijzer, tafels, stoelen, spiegel,
voorts alle werkgereedschap (?), voorts de washoek ongespoljeerd (?), voorts alles wat onder inboedel kan gerekend worden, voorts wagen, ploeg, egeden, hekken, grepen, vorken, voorts alles bouwgereedschap kan gerekend, genoemd als ongenoemd en is
aan haar dezen inboedel verkocht voor een som van 450 guldens, maakt dat met de kooppennig van het land een som van 950 guldens, van welke volle kooppenningen uitgezonderd 100 guldens, zo voor de metinge zijn blijven staan, zij verkopers bekend
dat aan haar door de koper zijn voldaan en betaald, voorts heeft de moeder of verkoper uit deze hare verkochte landerijen bescheiden en dat voor de tijd hares levens, en dat als izj haar kost alleen kwam te komen (?), ten 1e een wand roede maat
hart en weeg tegens melkander of te namen (?), waar het haar belieft, als die rogge aan garsten staat, met een want knollen in de trekkeltijd ook of te nemen (?), waar het haar belieft, met een mudde rogge in de zak op St Martinij met een mudde
haver in de zak, ook op St Martinij en zo goed als op het land verbouwd wordt, voorts zo heeft die moeder nog voor haar bescheiden de halven westeren goorden, liggende achter de waterleijdink partijen beweest, met nog 30 treden goorden land,
genaamd de NIEUWE GOORDEN, nog heeft die moeder bescheiden om alle jaar een spint lien te mogen s..ijen op bezitter des lands zijn land waar het haar belieft, nog heeft die moeder bescheiden als zij haar kost alleen komt te ... ... voor haar of
te nemen op de na die beste koe, doch zal na dood van de moeder wederom bij het land komen, nog heeft die moeder bescheiden een koeweide om met bezitter des lands zijn beesten buiten en boven geweijdet te worden, met een varkens gank in het gras
en ekkelen, zo wel gelezen als ongelezen, voorts haar gras te maaien droog maken, droog zijnde in te varen, doch gras maaiende wil de moeder behoorlijk kost en drank verschaffen, voorts haar koe tevoren cool (?) haelen (?) en hakken, voorts
karnen melken, voorts haar linnen en wollen naaien en wassen, voorts voor haar te varen op het veen of daar of, wat zij te varen heeft, voorts alles te doen,w at die moeder te doen heeft, als zij niet wel en kan, voorts haar slaapplaatse te
behouden daar zij die tot dusver gehad heeft, voorts een stede bij de haard, ligt en brand vrij, en als zij des winters spint de lamp op de hand, nog 2 hoender gangen ommet bezitteren des lands zijn hoender ongejaagt te mogen gaan, voorts haar
brood te bakken en op die beste plaats in de over te zetten, voorts haar hart en weck koren te malen, voorts is bescheiden dat die moeder den voren verkochten inboedel haar leven lang wel mede gebruiken, nog behoud die moeder voor haar alle van
de schotels, zo aarden als tinnen, zo in de washoek staan, met een tinnenkommetje, met en koffiekannetje, met de tinnenlepels, met een tinnenbekertje, met het paperdoosje (?), met een tinen zouthuisje, nog houdt de moeder voor haar de 2
koperenketels, met het koperenpotje, met de westere kist en de oostere kast, hoort de dochter Grietjen en de zoon Hendrik die hoort de slapeskist met de linnenkist partjen beweest, nog houdt de moeder voor haar de 3 eikenplanken met een
vurenplank, nog zal de zoon Hendrik hebben de eikenboom, zo in de andere koopcedul benoemd is, nog zal bezitter des lands aan die zoon geven 26 gulden tot een nieuw kleed, nog is bescheiden voor de 2 ongetrouwd kinderen elk op een na de beste
waar toe bezitter des lands zal moeten geven anderhalf en Jan Berens een halve koe, als zij komen te trouwen, nog is voor die 2 ongetrouwde kinderen de kost zo als in het koopcedul vermeld is en dat bij weken (?0 of te rekenen, met elke kind een
broodstoel van bezitter des lands, voorts een stede bij de haard ligt en brand vrij, voorts een bekwame slaapplaats, voorts haar hart en week koren te malen, voorts hare geraakheden op een bekwame plaats te zetten, voorts vrij scharbier drinken
als daar wat is, voorts ziek of zugtig wordende haar goede handreikinge te doen, en dat alles zo lange zij ongetrouwd zijn en langer niet. Voorts is nog voor die moeder bescheiden een bekwame plaats daar zij haard voorafij (?), droog en
onbeschadigd kan liggen, waar het haar belieft, nog behoudt de moeder de bedden voor haar, nog is bescheiden dat de bezitter des lands die Heerenlasten van jaar 1753 zal betalen, mits conditie houdt de bezitter des lands het koren dat er is, en
zullen 100 guldens voor die metinge blijven staan, renteloos, doch zo wanneer die moeder het mocht van noden hebben zal bezitter des lands haar daarvan uitkeren zoveel als zij van noden mochten hebben, nog is bescheiden dat zo wanneer als die
zoon komt te trouwen een zijde spek van 25 pond van bezitter des lands [T0079_INV5_p512].
Bij de volkstelling in 1748 te Vriezenveen woonde hij in bij zijn broer Hermen. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwoner bij zijn broer Hermen], 05-10-1754). | Boeschen, Jan (I11205)
|
85949 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 98/263.
1910 tot 1920: Emma Wilhelmian Engels, NH, woont als zus bij Johanna Engels te Vriezenveen, 2-179. [BR1910-VV0359]
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 28-03-1870); Apeldoorn. | Engels, Emma Wilhelmina (I9089)
|
85950 |
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 98/263.
1910 tot 1920: Johanna Engels, NH, woont als hoofd te Vriezenveen, 2-179. Inwonend is zus Emma Wilhelmina Engels. [BR1910-VV0359]
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 21-07-1857, 02-1900); Apeldoorn; Baarn (tot 28-03-1939). | Engels, Johanna (I9088)
|
|
|
|