Aantekeningen


Treffers 84,251 t/m 84,300 van 87,707


 #   Aantekeningen   Verbonden met 
84251 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 218. Woonde te Vriezenveen. Grobben, Jan (I18071)
 
84252 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 218. Woonde te Vriezenveen. Bramer, Gerrit (I36046)
 
84253 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 218/265.

1753-12-25: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berent Albers Roelofs en zijn vrouw Trientjen Berentsen, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Pr Nicolaas Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Roeloff Wilms en zijn moeder Aaltjen Berentsen, legitieme portie;
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Berent Albers Roelofs, enig en universeel erfgenaam;
- zij broers en zussen, met namen Berent Berentsen, Jan Berentsen, Jannes Berentsen en Janna Berentsen, haar kist met alle haar linnen en wollen kleren tot haar licham behorende;
- beide aan Godsarmen alhier, 25 guldens en een half mudde rogge [T0079_INV5_p410].

1755-12-28: Jannes Berens en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hooiland, beginnende van de Oldenweg, en dat aan of met de dijk of Aa, onverscheiden met Roeloff Wijchers, cs, gelimiteerd oostwaarts de
wedw Derk Harms, westwaarts Wolter Krol, ten profijte van Jannes Lukas en erfgenamen, voor een som van 150 guldens [T0079_INV5_p474].

1755-12-28: Jannes Berens en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden op 10 juni 1754 verkocht te hebben 2 dagwerken hooiland, de VOSSEMAAT genaamd, gelimiteerd aan de ene kant de Plaaij, en de andere zijde Gerrijt Fronten, ten profijte van
Jennegjen Hendriks, weduwe Berent Smelt, voor een som van 200 guldens [T0079_INV5_p476].

1760-05-21: Jannes Berens Hollander, voor hem zelf en als voogd, benevens Berent Albert Roelofs, over de onmondige kinderen, door wijlen Jannes Berens en Janna Berens Hollander nagelaten, voorts Jannes Berens en Berent Alberts Roelofs als voogd
over de onmodige kinderen zo wijlen Berent Berentsen Hollander bij Berentjen Albers Jonker heeft verwekt, en Brent Berens en Jannes Berens als voogden over het onmodige kind van zo Berent Albert Roelofs bij wijlen zijn vrouw Trientjen Berens
heeft verwekt, en tezamen erfgenamen van wijlen Jan Berens Hollander, welke verklaarden op 26 januari 1760 verkocht te hebben de aangeerfde 2 dagwerken hooiland in het zgn Bagijnenland, onverscheiden met de weduwe Wilem Jansen Heer, Wijcher
Jansen en de kinder van Jannes Berens, aan handen van Janna Ottens, weduwe van wijlen Jannes Herwig, voor een som van 248 guldens. [T0079_INV6_p083]

1767-07-24: Jan Broens en zijn vrouw Kunnegien Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer scholtus Jan Hend Dikkers en zijn vrouw, wegens rugstandige 's landsmiddelen, geleend geld, alsmede wegens, geleverde bieren, de som van 560
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 akkeren lands, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, heen buijten en eindigende met de dijk en de Aa, onverscheiden met Jan Smelt, cs, gelimiteerd oostwaarts Jannes Hollander, cs, en
westwaarts Frederik Scholten, cs. Kantlijn akte: Op 6 april 1772 is op verzoek van de Heer Scholtus Jan H Dikkers, die bekende dat dezelve aan hem voldaan was met de interest, waardoor deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p061].

1767-07-25: Jannes Berents Hollander en zijn vrouw Henderikjen Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer Scholtus Jan Henr Dikkers en zijn vrouw, wegens rugstandige 's landsmiddelen, geleend geld, alsmede wegens geleverde bieren,
een som van 375 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, beginnende van deze Kerkweg heen buten en eindigende met de Dijk en de Aa, onverscheiden met Wolter van Utert, cs, oostwaarts Henrik ten Cate en westwaarts
Jan Broens, cs. Kantlijn akte: Op 2 oktober 1773 is deze binnen en tgenstaande verzegelinge de Heer Scholtus Dikkers, zijn getekend verklaring aan zijn Ed zo kapitaal als interest betaald, waardoor deze akte wordt geroyeerd [T0079_INV7_p062].

1769-10-23: Wolter van Uitert en zijn vrouw Jenneken Berentsen Kuijper, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens verstrekte en ten genoegen ontvangen penningen, aan haar dochter Maria van Uitert, in gangbare gelden telkens ontvangen te hebben,
ingevolge zeker handschrift door haar comparanten eigenhandig betekent op 6 februari 1762 (?)m eeb sin vab 720 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en verdere timmeragie, bestaande onder anderen in 2 akkeren lands,
beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot aan de dijk of met de Aa, voor een gedeelte onverscheiden met Jannes Berentsen Hollander, gelimiteerd oostwaarts Henr ten Cate en westwaarts Jan Broenz, cs, alsmede nog 8 wanden bouwland en 2 wanden
goordenland, benevens nog een goorden, alle gelegen heen boven achter het huis, en dan nog een hoek goordenland ahcter het huis bij of achter het hek met de halve steeg, gelimiteerd oostwaarts Jannes Berentsen Hollander en westwaarts Jan Broenz,
cs [T0079_INV7_p118vo].

Op 2 october 1773 zijn Jannes Berents Hollander en zijn huisvrouw Henderikjen Wolters 250 c.g. schuldig aan Gerrit Braemer.

1773-10-02: Jannes Berents Hollander en zijn vrouw Henderikjen Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens verstrekte penningen, aan Jan d Graeff een som van 250 guldens, aan Henderik Arentsen, een som van 250 guldens, en aan Gerrit
Braemer, een som van 250 guldens, tezamen een som van 750 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gelimiteerd oostwaarts en voor een gedeelte onverscheiden met Wolter
van Uitert, en westwaarts Jan Broens, cs, mitsgaders 4 wanden roede maat bouwland op Wolter Van Uitersland, en 3/4 akker woestenland, waarvan een half akker onverscheiden is met Berent Engbers Smit, cs, en het vierendeel akker woestenland met
Egbert Schuirman, cs, en dan nog een akker turfland, op de westere hoeve onverscheiden met Jan Jansen en dan nog 2 akkeren hoevenland naast het Pastorijenland [T0079_INV7_p226].

Woonde te Vriezenveen (15-07-1753, 24-04-1762). 
Holland, Jannes (I7748)
 
84254 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 218/265.

1791-01-20: Gerrit Hospes en Albert Harmsen, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albt Jansen Scheeper, Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltien Albers, verklaarden op 23 april 1790 verkocht te hebben 6 wanden bouwland op het
wester stukke, het gehele ooster stukke, zo verre het zelve zich uitstrekt, 2 koeweiden, mits, het hekke niet verder na den Kerkweg te Lange, de schuur achter het huis om af te breken, de stege, in gemeenschap achter het hekke om over de zelve te
drijven, heen en weer, met zijn schapen en veen, mits een ander daardoor niet te benadelen, alles gelegen op het land, of in het land van wijlen Albert Jansen Scheper, voor een som van 526 guldens, ten profijte van Jan Fikkert en zijn vrouw
[T0079_INV10_p096vo].

1791-01-20: Ger Hospers en Albert Harmsen, voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheper, en Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Albers, verklaarden op 23 april 1790 verkocht te hebben aan Lucas Jansen en zijn vrouw
Gerritdina Feijer, alhier te Vriezenveen gelegen op het land van Alber Jansen Scheper, van den Kerkweg tot den ouden Graaven toe, met het aan part van het weeke houdt dat in de koeweiden staat, voor een som van 55 guldens [T0079_INV10_p098].

1791-01-20: Gerrit Hospers en Albert Harmsen, voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheper, en Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltien Albers, verklaarden op 23 april 1790 verkocht te hebben aan Albert Jansen en zijn
vrouw, het halve huis van wijlen Albert Jansen Scheeper de westkante, met de halve brink en het halve hout daarop staande, welke samen in gemeenschap blijft met de kinderen van Albert Jansen Scheper, alsmede de stege na boven, beginnende achter
het hekke, deze blijft in gemeenschap met Jan Fikkert en voorz kinderen, den gaarden achter het huis, 2 wanden land roede maat op het westenstukke, aan de westzijde, van de scheid af sloot na boven, en nog een koeweide van de Kerkweg tot aan de
Ouden Graven met het weeke hout na buiten, voor zo verre het in de koeweide behoord voor zijn aan part, alles op het land van Albert Jansen Scheper alhier te Vriezenveen, voor een som van 185 guldens [T0079_INV10_p098].

1791-01-20: Gerrit Hospes en Albert Harmsen als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheeper, en Jan Otten Holland en zijn vrouw Aeltjen Alberts, verkopen op 23 april 1790 aan Jannes Reinders de opslag, gelegen achter
het land van voorn kinderen, voor een som van 100 guldens [T0079_INV10_p119vo].

1791-02-28: Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Albers, verklaarden schuldig te zijn aan haren oom Jan Roelofs en zijn vrouw Aaltjen Wolters Kosters, een som van 100 guldens, zij compt bij dezen verbinden buiten generaal verband van persoon
en goederen en wel in specia hun compten eigendommelijk ... bestaande, in een 5e part van een half huis, halve brink, 2 koeweiden, ruim 6 wand bouw of hooiland, en goordens met het daarop staande houtgewas, alhier gelegen op het zogenaamde
Scheper Jans Albersland, ... te mogen verhalen [T0079_INV10_p100].

1791-01-20: G Hospers en Albert Harms, voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Alb Jansen Scheper, en Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Alberts, verkopen op 23 april 1790 aan Harmen Schothuis 2 koeweiden, gelegen in het land van
voorschr kinderen voor een som van 60 guldens [T0079_INV10_p127vo].

1794-10-19: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Otten Holland, Jennegien Albers, bijgestaan door Gerrit Hospes als haar voogd, welke wij hebben bevonden bedlegerig en ziekelijk, na den lichaam doch hare vermogens van de geest als verstand en
oordeel nog volkomen en ongekrenkt bevonden hebbende, waarin genoemd:
- de dochter Siena van Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Albers als universeel erfgenaam, met alle hare klederen en lijfsbehoor, zo van zilver of anderzinds [T0079_INV10_p175vo].

1794-11-12: Op 12 november 1794 geeft Jan Otten Holland aan dat hij gekocht heeft van Albert Harms een half huis en landerijen voor 850 guldens [T0003.1_INV2668_p016].

1795-02-02: Albert Harmsen en Gerrit Hospers, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheper, alsmede Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Albers, F Jansen en zijn vrouw Gerritdina Albers, Berend Albers, welke
verklaarden op 15 april 1794 verkocht te hebben haar ouderljke huis met de halve brink, de oostkant, met het hout daarop staande, behlave 5 bomen die aan Jan Coster toebehoren, ieder zal zijn kante mogen bepoten en betimmeren, mits dat de op weg
vrij en onverhinderd blijft, de brink blijft de oostkant met ... varen voor Albert Jansen met de eigenaar gemeen, met 6 wand bouwland, roede maat op het wester stukke, en ongeveer een half wand land aan de opslag, 2 koeweiden tot aan de Ouden
Graven, en een gaarden voor de Waterleijdijk, koper is geworden Gerrit Geerlinks voor een som van 558 guldens [T0079_INV10_p185].

1795-02-02: Albert Harmsen en Gerrit Hospes, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheper, alsmede Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Albers, F Jansen en zijn vrouw Gerridina Albers en Berend Albers, welke
verklaarden op 15 april 1794 verkocht te hebben 2 gaardens in de Buiterweg, gelegen in het land van Albert Jansen Scheper, aan Lucas Jansen en zijn vrouw Geridina Feijer, voor een som van 53 guldens [T0079_INV10_p186].

1795-02-02: Albert Harmsen en Gerrit Hospes, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheper, alsmede Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Albers, F Jansen en zijn vrouw Gerridina Albers en Berend Albers, welke
verklaarden op 15 april 1794 verkocht te hebben een gaarden genaamd de buitersten gaarden, kennelijk gelegen in het land van wijlen Albert Jansen Scheper, aan Hendrik Jansen voor een som van 55 guldens [T0079_INV10_p186vo].

1795-09-04: Albert Harms en zijn vrouw Hendrika Feijijers, welke verklaarden verkocht te hebben aan Jan Otten Holland en zijn vrouw Altijen Alberts, haren akker lands opgaans, op het zgn Jan Feijijersland, met het halve huis, verscheiden met Jan
Muellink, alsmede het 4e part van de brink, het 4e part boven van de stege, 6,5 wand wand bouwland, met de opslag, nog een half wand booverland, met een half wand goorenland, dan boven aanhet Veen nog een wand land, voorts een gaarden aan de
buijterkant van dezen Kerkweg, beginnende 4 schreden van het imen schoer af tot aan de zgn huijsstee, nog 3 koeweiden, nevens het aandeel van het hooiland, tot aan de Hollander Graaven, voor een som van 850 guldens [T0079_INV11_p007].

1795-09-04: Jan Otten Holland en zijn vrouw Altijen Alberts Scheeper, verklaarden wegens opgenomen en bij haar te danke ontvangen penningen, schuldig te zijn aan Jannes Engberts en zijn vrouw Mina van Dijk, een som van 700 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op haar halve huis, met het 4e part van de brink, gelegen op het zgn Jan Feijijersland, alsmede het 4e part booven van de stege, met het hout daarop, 6,5 wand bouwland met de opslag, nog een half wand boverland, en
een half wand goorenland, voorts een gaarden beginnende ongeveer 20 schreden aan de Buijterkant van dezen Kerkweg tot aan de zgn huijsstee, dan nog 3 koeweiden, met het aandeel van het hooiland, gelegen in rent geverens landerijen. Kantlijn akte:
Op verzoek van Jan Otten Holland wordt op deze akte geroyeerd [datum niet genoemd] [T0079_INV11_p009].

1800-02-21: Jan Otten Holland. Hinderkien Wolters Kosters, weduwe wijlen Jannes Hollandt, geadsisteerdt met Jan Kosters als momber, Jan Otten Holland voor zich zelf als voor zijn vrouw Aaltien Albers en Bernardus Hollandt, voor zich zelf als voor
zijn zus Fenneken Hollandt, verkoopt aan Derk Nollen een huis en 2 akkeren lands opgaans met daarop staande houten verdere timmeragien, 4 wanden bouwland op de weduwe Hans van Uijtert haar lands, ongeveer een akker hoeven landt op de westere
hoeve, een halven akker woesten landt, een dito quart akker woestenlandt voor 1.787,10 gulden. [VZ1795-468/469]

1802-04-16: Op 16 april 1802 heeft Harmen Hendrik Meijer in de 50e penning aangegeven een aankoop van een half huis met een akker land opgaans, aangekocht van Jan Otten Holland voor [T0079_INV45_p103].

1803-06-07: Jan Otten Holland en zijn vrouw Alatjen Alberts, welke verklaarden verkocht te hebben aan Harmen Hindrik Meijer en zijn vrouw Fenneken Bakkes, een akker lands opgaans met daarop staaande half huis, schuur en houtgewas, op het zgn Jan
Feijersland, voor een som van 1125 guldens [T0079_INV11_p483].

1803-06-07: Harmen Hindrik Meijer en zijn vrouw Fenneken Bakkes, welke verklaarden voor ontvangen penningen schuldig te zijn aan Jan Alberts, Willemina Alberts, wed Gt J Planthof, en Janna Alberts, een som van 800 guldens en 20 stuivers,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op hun half huis, schuur en een akker opgaans, zoals zij dezelve van Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Alberts hebben aangekocht [T0079_INV11_p485].

1817-02-14: Notaris Warnaars, 1817, nr. 20, borgsom.
1818-04-06: Notaris Warnaars, 1818, nr. 74, publieke verkoop van turf.
1818-05-04: Notaris Warnaars, 1818, nr. 127, borgsom.
1818-10-21: Notaris Warnaars, 1818, nr. 233, publieke verkoop van vast goed (huis).
1819-06-11: Notaris Warnaars, 1819, nr. 108, scheiding.
1825-03-24: Notaris Warnaars, 1825, nr. 028, publieke verkoop van mobilia.
1829-04-16: Notaris Warnaars, 1829, nr. 081, publieke inzate en definitieve toewijzing van vast goed (huis).
1830-04-08: Notaris Warnaars, 1830, nr. 050, publieke verkoop van mobilia.
1830-05-08: Notaris Warnaars, 1830, nr. 076, koopcontract van vast goed (huisjen te Wierden) en borgsom met hypotheek.
1832-11-22: Notaris Warnaars, 1832, nr. 254, testament van Gerhardus Coster.
1833-01-04: Notaris Warnaars, 1833, nr. 002, publieke verkoop van vast goed (half huis).

Jan Otten Holland heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Jannes Meulenbeld en Hanna Otten Holland (zijn dochter) en tussen Jan Holland (zijn zoon) en Gerritdina Engberts.

Jan Otten Holland was mede-aangever van het overlijden van zijn buurvrouw Clasina Harwig, echtgenoot van Lambert de Vries.

Jan Otten Holland (54 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerhardus Abbink (onverwant) en Johanna Harms), op 5 april 1817 te Vriezenveen afgesloten.

Ten zijne huize aan het Oosteinde 90a te Vriezenveen overleed Fennigjen Holland (zijn zuster) op 10 april 1828.

Jan Otten Holland (70 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Wilhelmus Kisjes (onverwant) en Aleida ten Cate (onverwant), op 7 augustus 1833 te Vriezenveen afgesloten.

Jan Otten Holland (73 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Hendrik Schipper (onverwant) en Sina van Dijk (onverwant), op 18 april 1835 te Vriezenveen afgesloten.

Landbouwer in 1818/1820/1827-1828/1835/1839.

Woonde te Vriezenveen (09-04-1786, 11-04-1818, 15-07-1820, 21-07-1827); Vriezenveen, Oosteinde 90a (10-04-1828); Vriezenveen, Oosteinde (29-12-1829); Vriezenveen (28-11-1835); Vriezenveen, Wijk 2, Oosteinde 90 (tot 02-05-1839). 
Holland, Jan Otten (I7747)
 
84255 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219-220.

1922-04-15: Wicher Engberts, 30, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als vader aangever geboorte.
1945-06-05: Wicher Engberts, 53, landbouwer, woont te Vriezenveen, is vader bruid.
1962-02-15: Wicher Engberts, 69, landbouwer, woont te Vriezenveen, is overleden.

Landbouwer in 1962.
Woonde te Vriezenveen, Westermaatweg 8 (tot 15-02-1962). 
Engberts, Wicher (I24842)
 
84256 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1720-06-12: Jan Leuirink, bijgestaan met procurator Nicolaas Harwich als voogd en nevens Jan Pauwels en Jochem Adolph Bonthe als voogden over de 4 onmondige kinderen van wijlen Jan Leujrink, met approbatie van zijn Hoogh Graaff Excellentie van
Rechteren en zulks tot stuijr van hare creditoren ingevolge gerechtelijken en opgerichtigen voorwaarden en condities gepasseerd op 6 oktober 1719, welke verklaarden verkohct te hebben 2 wand bouwland, gelimiteerd oostwaarts Luicas Hols,
westwaarts Arendt Hinrixen, ten profijte van Albert Freriksen Jonker en zijn vrouw Jenneken Luicas Smidt, voor een som van 117 guldens en een stuiver, alsmede een goordentien, genaamd de Huisstede, gelimiteerd oostwaarts Jan Roeleffs {is hij
dit?}, westwaarts Arendt Hinricksen, voor een som van 51 guldens, 5 stuivers en 8 penningen, benevens een grasgoorden liggende achter de buijteren doorgravenen weg en dat voor een som van 85 guldens en 10 stuivers, aan handen van Albert Freriksen
Jonker, welke voornde huisstede en grasgoorden liggende achter de doorgegravenen weg, bekende hij Albert Freriksen Jonker voor zijn zus Frerikjen Freriksen, weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager gekocht te hebben [T0079_INV4_p196].

1726-07-26: Jan Pauwels, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Scholtes Claas Cruis en zijn vrouw Geertjen Luicas Schol, een som van 187 guldens, 11 stuivers en 14 penningen, en aan Berend Engberts Klooster en zijn vrouw, een som van 170
guldens en 19 stuivers, en aan Frerick Henriks en zijn erfgenamen, een somv an 200 guldens, en aan Jochem Adolph Bonthe als voogd over de onmondige kinderen van wijlen Jan Leuijrink, een som van 275 guldens en 15 stuivers, aan Henrik Faaijer en
zijn vrouw, een som van 111 guldens en 8 stuivers, aan Jan ten Caathe, koopman tot Almelo, een som van 74 guldens en 14 stuivers, aan Willem Braamer en zijn vrouw, een som van 156 guldens, aan Adolph Henrik Harwig, een som van 14 guldens, en aan
Procr Nicolaes Harwich, een som van 17 guldens en 2 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en goorden, daarachter liggende, gelimiteerd oostwaarts Henrik Wolters, westwaarts Jan Roeleffs Linkert, en dan nog een akker
hooiland in Pixenland gelegen, beginnende van de buijteren weg, onverscheiden met Leenert Wolters, westwaarts Gerrit Braemhaer, nog een half dagwerk geerenland, en ... [puntjes] wanden bouwland met een goorden gelegen op Jan Leuijrinckland
[T0079_INV4_p402].

Woonde te Vriezenveen (15-01-1682). 
Toet, Jan (I33574)
 
84257 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1723-03-22: Testament van Jan Janssen Grobbe en zijn vrouw Mettien Harmssen Schulten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- beide aan Godsarmen alhier, 10 ducaten;
- zij aan haar broer Frerik Harmsen Scholten, 200 guldens;
- zij aan haar zus Aaltien Harmsen Scholten, 200 guldens;
- zij aan haar broer [Frerik Harmsen Scholten] en zus [Aaltien Harmsen Scholten], alle haar kleren, zo linnen als wollen;
- zij aan haar zusters kind, genaamd Jennigien, haar zilveren wijzer;
- zij aan haar man Jan Janssen Grobben, universeel erfgenaam [T0079_INV4_p282].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 28, nr. 5:
Man : Frederik Scholten.
Vrouw : Jaspertien Croll.
Kinderen >10 jaar : Wolter Freriks, Geertjen Freriks, Harmen Freriks, Janna Freriks.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : Luicas Croll.

1750-10-21: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Jansen Grubben en zijn vrouw Mettjen Harmsen Scholten, van Mettjen Harmsen Scholten, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met de onderscholte Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- zij vernietigd alle voorgaande testamenten;
- zij haar man Jan Jansen Grubben, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Frerick Harmsen Scholten, 150 guldens;
- zij haar zus Aaltjen Harmsen Scholten, 150 guldens;
- zij aan Jenneken Jansen Tutertjen, alle haar linnen en wollen kleren, wat tot haar lichaam, wat gehorende dezelve daarin legateerde zij dezen;
- zij aan Godsarmen alhier, 20 guldens [T0079_INV5_p305].

1751-07-31: Frerick Hermsen Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, welke verklaren schuldig te zijn aan de E Geertjen Schol, wedw van wijlen de Scholtus Claas Cruis, een som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
3 akker land, beginnende van deze nieuwe Kerkweg en gaande tot aan de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts Jan Jansen Bruer [T0079_INV5_p331].

1755-11-29: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, welke verklaarden op 28 februari 1755 verkocht te hebben een halve akker boverwegesland, zijnde gelimiteerd oostwaarts Gerrijt Winter, westwaarts Arent Hindriks, ten profijte van
Wijcher Jansen en zijn vrouw Leena Lubbers, voor een som van 300 guldens [T0079_INV5_p471].

1756-01-17: Henrik Jaspers Braamer, welke verklaarde op 11 januari 1751 verkocht te hebben 1,5 akker land, met zijn anpart van alle timmeragie, met top en twijg, en dat te vene, te velde, te heide, te weide, zijnde gelimiteerd oostwaarts aan de
oostzijde Jan Smelt, cs, en aan de westzijde Frerick Scholten, ten profijte van Lubbert Jansen en zijn vrouw Eesse Jaspers Braamer, voor een som van penningen, zo de verkoper bekend dat aan hem door de koper ten vollen waren voldaan en betaald,
blijvende hetgeen de verkoper volgens koopcedul, zo van de inboedel als anderzins voor hem heeft behouden en bedongen [T0079_INV5_p501].

1757-05-03: Frerik Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, welke verklaarden in erfkoop verkocht te hebben 300 treden roede maat bouwland, in het zgn Fransmansland gelegen, zo en als zij verkopers hetzelve in het gebruik hebben gehad, ten
profijte van Steeven Nilant en zijn vrouw, voor een som van 130 guldens [T0079_INV5_p636].

1761-09-19: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Walters Krol, welke verklaarden op 18 september 1760 3 akkers en op 12 juli 1761 een akker hooiland, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de Dijkck of Aa verkocht te hebben, bij deze
overdracht te doen van haar bovengenoemde 4 akkers hooiland, beginnende van de Oldenweg tot aan de Dijck of Aa, gelegen in de verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts Roeloff Jansen, voorts is gecoriditioneerd dat
de kopers over de verkopers landerijen zullen hebben een vrijen opweg te varen wat zij te varen hebben, en haar vee daar in mogen drijven als het haar zal gelieven, mits de opweg helpende maken, ten profijte van Jan Schol, en Jannes Schol,
dezelver vrouwen, voor een som van 1133 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p157]

1761-09-19: Volgens consent van de Graaf van Almelo van 21 januari 1761 aan Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krol, zij gegeven en overgedaan de goederen in eff (?) laten so mobile als vaste goederen, actien en crediten van haren
innocenten en on... zwager en broer Lukas Wolters Krul, gelijk word gedaan kracht dezes, edog en wel expresselijk onder deze conditie, dat daar voor en tegens hij frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, zo voor mij Scholtus voornd
en keurnoten bij deze geloven en aannemen, gelijk door kracht dezes gezeijde haar zwager en broer Lukas Wolters Krul deze tijd zijnes levens te zullen willen en moeten onderhouden in kost en kleren linnen en wollen, ... en ... zo als haren ...
ver... alsmede een bekwame slaapplaas, ziek of zugtig wordende goede handreikingen te doen, dat zij het voor God, en deze welede gerecht zullen kunnen en moeten verantwoorden en komende te sterven een behoorlijk begrafenis te geven, tot
verkominge van le... onder ..., en als ... hij Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Kruil bij deze gerchtelijk komen ... passeren in goederen, en wel in specie haar eigen toebehorende 2 akkers bouwland, zijnde de oostere 2 akkers,
met daarop staande voorste huis en 2 akkers hooi- en weiland, beginnende van deze Kerkweg, tot aan de Oldenweg, om in als hiervan in gebroken mochten mochten komen te verblijven, hetzij door versterf of anderzins, het gerichte als ... van deze
onnozele Lukas Wolters Kruil haar daaraan ten allen tijden heeft en schadeloos te zullen kiezen ... en ... verhalen. [T0079_INV6_p159]

1761-10-03: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de Ed Nicol Harwig, secretaris op 't Vriezenveen, een som van 145 guldens. Comparanten stellen hypotheek met
onderpand op 2 halve grasgoordens, beginnende aan deze Kerkweg tot aan de Waterleiding, in hare landerijen gelegen, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts de Steege. Kantlijn akte: Deze akte wordt op verzoek van Berent Wiegers (?) op
29 mei 1770 vernietigd. [T0079_INV6_p173]

1765-08-26: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krol, welke verklaarden op 9 augustus 1765, na consent van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie, van hare onnozelen zwager en broer Lukas Wolters Krol, na gepubliceerde kerksprake,
verkocht te hebben 4 akkers hooiland, beginnende van de Buiteren doorgravenen weg, tot aan de Oldenweg, en zal de opweg van de buiteren doorgravenen sloot geheel en al bij het buitere land zijn en blijven in de verkopers landerijen gelegen en
gelimiteerd oostwaarts Jan Lubbersland, westwaarts Roelof Jansen, en maken van de Stegen deele, en ruimen van de water ..., na contingent en zullen de kopers, over de verkopers landerijen een vrijen opweg hebben te varen, wat zij te varen hebben,
en haar vee daarin te mogen drijven, als het hare zal gelieven, te weten 's morgens hene en 's avonds wederom, mits deze opweg helpende maken, ten profijte van Jan Schol, en Jannes Schol, derzelver vrouwen, voor een som van 420 guldens.
[T0079_INV6_p444]

1767-06-03: Frederik Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Croll, welke verklaarden verkocht te hebben een stukjen bouwland, beginnende op de hoogte alsmede de opslag daaraan volgende, zo ver zich dezelven uitstrekt, ten profijte van Jan Jansen Broer
en zijn erfgenamen, voor een som van 94 guldens [T0079_INV7_p057].

1767-07-24: Jan Broens en zijn vrouw Kunnegien Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer scholtus Jan Hend Dikkers en zijn vrouw, wegens rugstandige 's landsmiddelen, geleend geld, alsmede wegens, geleverde bieren, de som van 560
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 akkeren lands, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, heen buijten en eindigende met de dijk en de Aa, onverscheiden met Jan Smelt, cs, gelimiteerd oostwaarts Jannes Hollander, cs, en
westwaarts Frederik Scholten, cs. Kantlijn akte: Op 6 april 1772 is op verzoek van de Heer Scholtus Jan H Dikkers, die bekende dat dezelve aan hem voldaan was met de interest, waardoor deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p061].

1768-05-05: Fred Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Crol, voor haar zelfs en alsmede voor deszelfs zwager en broeder, de innocenten, Luicas Crol, welke verklaarden verkocht te hebben haar tezamen in gemeenschap toebehorende landerijen, beginnende
van deze Kerkweg en eindigende tot aan de zgn doorgravenen of buiterenweg, exempt, de goordens, welke van deze Kerkweg, in de gemelde landerijen van de verkoper gelegen en omgraven zijn, tot aan de Waterleijdink, daar buiten bescheiden, behouden
de verkoper over geseijde landerijen, de vrijen op weg langs en tot in de gemelde goordens, te varen en te drijven, heen en wederom, oostwaarts Jan Broens, cs, en westwaarts Jan Jansen, cs, voor een som van 650 guldens, ten profijte van Jan Schol
en Jannes Schol en derzelve huisvrouwen [T0079_INV7_p075].

1771-07-04: Frederik Scholten, voor zichzelf en deszelfs dochter Janna Frederixen, de laatste bijgestaan met haar vader Fred Scholten als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Dr en advocaat E Dull, wegens verdient salaris en
verschot in zake van hun comparanten op en tegens Berent Wieggers noe uxous Jenneken Harwig, een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende met de Waterleijdink, zo
en als dezelve omgraven zijn, gelimiteerd oostwaarts Jan Broen, cs, en westwaarts de stege zo Jannes en Jan Schol behoort. Kantlijn akte: Op 15 mei 1773 volgens vertoonde handtekening van d Hr Dr en advocaat E Dull, wordt deze akte doorgehaald
[T0079_INV7_p158].

1772-01-04: Fenneken Roelofs, weduwe van wijlen Wolter Gerrits Costers, bijgestaan met Jan Jansen als haar voogd, welke verklaarden in oktober 1771 verkocht te hebben de landerijen, bestaande in 1,5 akker buterland, zijnde weide en hoogland met
de anparten van de goordens, gelegen in de landerije van Jan Broens, cs, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Dijk en de Aa, gedeeltelijk onverscheiden met Jan Broens, cs, en in zover als hetzelve haar is competerende, gelimiteerd
oostwaarts Wolter van Uitert en westwaarts Frerik Scholten, cs, zo en als verkoper het zelve heeft geprossideert en de leisecten (?), namelijk 2,5 koeweide, met het anpart van voorn goordens en dat aan handen en ten profijte van Roelof Jansen en
zijn vrouw, alsmede 2 koeweiden met het anpart van voorn goordens en dat aan handen van Jan Tijhof en zijn vrouw, tezamen onverscheiden, de 1e voor een som van 195 guldens, en aan de 2e Jan Tijhoff voor een som van 156 guldens, tezamen een som
van 350 guldens [T0079_INV7_p167].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Scholten, Fredrik (I10539)
 
84258 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1743-01-10: Ad Henr Harwig en zijn vrouw Berentjen Waanders, tutore marito en als vader en voogd van zijn minderjarige dochter Stientjen, voorts Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, Grietjen Jansen, wed Nicol Harwig, bijgestaan met Ad
Henr Harwig als haar voogd, Egbert Harms en zijn vrouw Hindrikjen Jansen Kleijne, Berent Harms zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms zijn vrouw Hindrikjen Hindriks Bramer, en mede voor haar broer Hindrik Harms, voorts Klaas Hindriks
Braamer zijn vrouw Harmtjen Jansen, Hindrik Hindriks Braamer zijn vrouw Hindrikjen Engbers, Wolter Hendriks Bramer zijn vrouw Janna Eevers Costers, en Frerick Scholten zijn vrouw Jaspertjen Crol, en Luicas Crol voor zijn broer Hendrik Crol, alles
bijgestaan met haar man als hare voogden, en erfgenamen van wijlen Jan Crol en Mettjen Jans Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker boverwegesland alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wed Jan Brouwer, cs, westwaarts
Leenart Wolters, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff en zijn vrouw, voor een som van 416 guldens [T0079_INV5_p075].

1761-09-19: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Walters Krol, welke verklaarden op 18 september 1760 3 akkers en op 12 juli 1761 een akker hooiland, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de Dijkck of Aa verkocht te hebben, bij deze
overdracht te doen van haar bovengenoemde 4 akkers hooiland, beginnende van de Oldenweg tot aan de Dijck of Aa, gelegen in de verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts Roeloff Jansen, voorts is gecoriditioneerd dat
de kopers over de verkopers landerijen zullen hebben een vrijen opweg te varen wat zij te varen hebben, en haar vee daar in mogen drijven als het haar zal gelieven, mits de opweg helpende maken, ten profijte van Jan Schol, en Jannes Schol,
dezelver vrouwen, voor een som van 1133 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p157]

1761-09-19: Volgens consent van de Graaf van Almelo van 21 januari 1761 aan Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krol, zij gegeven en overgedaan de goederen in eff (?) laten so mobile als vaste goederen, actien en crediten van haren
innocenten en on... zwager en broer Lukas Wolters Krul, gelijk word gedaan kracht dezes, edog en wel expresselijk onder deze conditie, dat daar voor en tegens hij frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, zo voor mij Scholtus voornd
en keurnoten bij deze geloven en aannemen, gelijk door kracht dezes gezeijde haar zwager en broer Lukas Wolters Krul deze tijd zijnes levens te zullen willen en moeten onderhouden in kost en kleren linnen en wollen, ... en ... zo als haren ...
ver... alsmede een bekwame slaapplaas, ziek of zugtig wordende goede handreikingen te doen, dat zij het voor God, en deze welede gerecht zullen kunnen en moeten verantwoorden en komende te sterven een behoorlijk begrafenis te geven, tot
verkominge van le... onder ..., en als ... hij Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Kruil bij deze gerchtelijk komen ... passeren in goederen, en wel in specie haar eigen toebehorende 2 akkers bouwland, zijnde de oostere 2 akkers,
met daarop staande voorste huis en 2 akkers hooi- en weiland, beginnende van deze Kerkweg, tot aan de Oldenweg, om in als hiervan in gebroken mochten mochten komen te verblijven, hetzij door versterf of anderzins, het gerichte als ... van deze
onnozele Lukas Wolters Kruil haar daaraan ten allen tijden heeft en schadeloos te zullen kiezen ... en ... verhalen. [T0079_INV6_p159]

1761-10-03: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de Ed Nicol Harwig, secretaris op 't Vriezenveen, een som van 145 guldens. Comparanten stellen hypotheek met
onderpand op 2 halve grasgoordens, beginnende aan deze Kerkweg tot aan de Waterleiding, in hare landerijen gelegen, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts de Steege. Kantlijn akte: Deze akte wordt op verzoek van Berent Wiegers (?) op
29 mei 1770 vernietigd. [T0079_INV6_p173]

1765-08-26: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krol, welke verklaarden op 9 augustus 1765, na consent van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie, van hare onnozelen zwager en broer Lukas Wolters Krol, na gepubliceerde kerksprake,
verkocht te hebben 4 akkers hooiland, beginnende van de Buiteren doorgravenen weg, tot aan de Oldenweg, en zal de opweg van de buiteren doorgravenen sloot geheel en al bij het buitere land zijn en blijven in de verkopers landerijen gelegen en
gelimiteerd oostwaarts Jan Lubbersland, westwaarts Roelof Jansen, en maken van de Stegen deele, en ruimen van de water ..., na contingent en zullen de kopers, over de verkopers landerijen een vrijen opweg hebben te varen, wat zij te varen hebben,
en haar vee daarin te mogen drijven, als het hare zal gelieven, te weten 's morgens hene en 's avonds wederom, mits deze opweg helpende maken, ten profijte van Jan Schol, en Jannes Schol, derzelver vrouwen, voor een som van 420 guldens.
[T0079_INV6_p444]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Crol, Jaspertjen (I15562)
 
84259 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1753-02-08 (ws lees: 1783-02-08): Coobus Bokhove en zijn vrouw Fredrica Scholten, verklaarden schuldig te zijn aan Mannes Derks een som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op hun huis en verdere timmeragie, met al het
bouw of grasland, bestaande in 7,5 wand, mits gaders 2 grasgoorden, beginnende van dezen Kerkweg tot aan de zogenaamde Waterleijdink op het zogenaamde Fredrik Scholtensland gelegen [T0079_INV9_p039vo].

1771-07-04: Frederik Scholten, voor zichzelf en deszelfs dochter Janna Frederixen, de laatste bijgestaan met haar vader Fred Scholten als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Dr en advocaat E Dull, wegens verdient salaris en
verschot in zake van hun comparanten op en tegens Berent Wieggers noe uxous Jenneken Harwig, een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende met de Waterleijdink, zo
en als dezelve omgraven zijn, gelimiteerd oostwaarts Jan Broen, cs, en westwaarts de stege zo Jannes en Jan Schol behoort. Kantlijn akte: Op 15 mei 1773 volgens vertoonde handtekening van d Hr Dr en advocaat E Dull, wordt deze akte doorgehaald
[T0079_INV7_p158].

1773-02-25: Janna Frederix Scholten, bijgestaan met haar broer Hermen Frederix Scholten als haar voogd, welke verklaarden wegens verstrekte penningen schuldig te zijn aan Adolph Henr Bartelink en zijn vrouw, een som van 200 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot aan de Waterleijdink gelegen, gelimiteerd oostwaarts Jan Broens, cs, en westwaarts de steeg van gemelde goordens, alsmede het huis en verdere
landerijen gelegen aan de boverzijde van deze Kerkweg [T0079_INV7_p207vo].

Johanna heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Fredrik Bokhoeve (haar zoon) en Jenneken Jansen.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 12-11-1774); Vriezenveen, Westeinde 314 (tot 03-07-1818). 
Scholten, Janna (I9994)
 
84260 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1753-02-08 (ws lees: 1783-02-08): Coobus Bokhove en zijn vrouw Fredrica Scholten, verklaarden schuldig te zijn aan Mannes Derks een som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op hun huis en verdere timmeragie, met al het
bouw of grasland, bestaande in 7,5 wand, mits gaders 2 grasgoorden, beginnende van dezen Kerkweg tot aan de zogenaamde Waterleijdink op het zogenaamde Fredrik Scholtensland gelegen [T0079_INV9_p039vo].

1781-09-27: Cobus Bokhoeve en zijn vrouw Fredrica Scholten, welke verklaarden schuldig te zijn aan de weeduwe A H Bartelink en erfgenamen een som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn huis en verdere timmeragie, met
het bouw of zaailand op het oostere in 7,5 wand bestaande, mitsgaders 2 grasgoordens, beginnende van dezen kerkweg en eindigende tot aan de zgn Waaterleijdijk, alles op het zgn Frederik Scholtensland. Kantlijk akte: Op 27 september 1784 verklaart
de wedw van Ad Hind Bartelink, voor haar zelfs en als moeder en wettige voogd van haar kinders, bijgestaan met haar zoon Bartelijk als haar voogd, dat dit kapitaal, groot 400 guldens met de rente, door Cobes Boekhoeve was voldaan en het
vervolgens deze akte wordt geroyeerd [T0079_INV8_p217vo].

Cobes heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Fredrik Bokhoeve (zijn zoon) en Jenneken Jansen.

Cobus Bokhoeve (61 jaar, wever te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Albartus Companje (onverwant) en Wilhelmina Schoenmaker (onverwant), op 19 juni 1813 te Vriezenveen afgesloten.

Landbouwer in 1824.

Woonde te Almelo (12-11-1774); Vriezenveen, Westeinde 314 (03-07-1818, tot 24-10-1824). 
Bokhove, Cobus (I9993)
 
84261 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1762-02-11: Testament van Lubbert Jansen en zijn vrouw Kunnegjen Wolters, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij de legiNOTE Tijd: portie zijn vader Jan Lubbers;
- zij de legiNOTE Tijd: portie haar vader Walter Gerrits Koster en haar moeder Fenneken Roelofs;
- beide tot enig en universele erfenamen, de eerste stervende, de langst levende;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen, een mudde rogge. [T0079_INV6_p188]

1764-06-30: Henrik Braamer en zijn vrouw Grietjen Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker, en een half vierendeel akker hoevenland, op de westere hoeve gelegen, onverscheiden met de weduwe van Lubbert Hulshoff, gelimiteerd
oostwaarts Jannes Tutertjen, westwaarts Hindrik Arens, ten profijte van Hindrikjen van Uijttert, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p334]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 26-08-1764). 
Koster, Kunnigjen (I13008)
 
84262 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1767-07-24: Jan Broens en zijn vrouw Kunnegien Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer scholtus Jan Hend Dikkers en zijn vrouw, wegens rugstandige 's landsmiddelen, geleend geld, alsmede wegens, geleverde bieren, de som van 560
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 3 akkeren lands, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, heen buijten en eindigende met de dijk en de Aa, onverscheiden met Jan Smelt, cs, gelimiteerd oostwaarts Jannes Hollander, cs, en
westwaarts Frederik Scholten, cs. Kantlijn akte: Op 6 april 1772 is op verzoek van de Heer Scholtus Jan H Dikkers, die bekende dat dezelve aan hem voldaan was met de interest, waardoor deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p061].

1767-07-25: Jannes Berents Hollander en zijn vrouw Henderikjen Wolters, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heer Scholtus Jan Henr Dikkers en zijn vrouw, wegens rugstandige 's landsmiddelen, geleend geld, alsmede wegens geleverde bieren,
een som van 375 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, beginnende van deze Kerkweg heen buten en eindigende met de Dijk en de Aa, onverscheiden met Wolter van Utert, cs, oostwaarts Henrik ten Cate en westwaarts
Jan Broens, cs. Kantlijn akte: Op 2 oktober 1773 is deze binnen en tgenstaande verzegelinge de Heer Scholtus Dikkers, zijn getekend verklaring aan zijn Ed zo kapitaal als interest betaald, waardoor deze akte wordt geroyeerd [T0079_INV7_p062].

1768-05-05: Fred Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Crol, voor haar zelfs en alsmede voor deszelfs zwager en broeder, de innocenten, Luicas Crol, welke verklaarden verkocht te hebben haar tezamen in gemeenschap toebehorende landerijen, beginnende
van deze Kerkweg en eindigende tot aan de zgn doorgravenen of buiterenweg, exempt, de goordens, welke van deze Kerkweg, in de gemelde landerijen van de verkoper gelegen en omgraven zijn, tot aan de Waterleijdink, daar buiten bescheiden, behouden
de verkoper over geseijde landerijen, de vrijen op weg langs en tot in de gemelde goordens, te varen en te drijven, heen en wederom, oostwaarts Jan Broens, cs, en westwaarts Jan Jansen, cs, voor een som van 650 guldens, ten profijte van Jan Schol
en Jannes Schol en derzelve huisvrouwen [T0079_INV7_p075].

1769-10-23: Wolter van Uitert en zijn vrouw Jenneken Berentsen Kuijper, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens verstrekte en ten genoegen ontvangen penningen, aan haar dochter Maria van Uitert, in gangbare gelden telkens ontvangen te hebben,
ingevolge zeker handschrift door haar comparanten eigenhandig betekent op 6 februari 1762 (?)m eeb sin vab 720 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en verdere timmeragie, bestaande onder anderen in 2 akkeren lands,
beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot aan de dijk of met de Aa, voor een gedeelte onverscheiden met Jannes Berentsen Hollander, gelimiteerd oostwaarts Henr ten Cate en westwaarts Jan Broenz, cs, alsmede nog 8 wanden bouwland en 2 wanden
goordenland, benevens nog een goorden, alle gelegen heen boven achter het huis, en dan nog een hoek goordenland ahcter het huis bij of achter het hek met de halve steeg, gelimiteerd oostwaarts Jannes Berentsen Hollander en westwaarts Jan Broenz,
cs [T0079_INV7_p118vo].

1771-07-04: Frederik Scholten, voor zichzelf en deszelfs dochter Janna Frederixen, de laatste bijgestaan met haar vader Fred Scholten als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Dr en advocaat E Dull, wegens verdient salaris en
verschot in zake van hun comparanten op en tegens Berent Wieggers noe uxous Jenneken Harwig, een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende met de Waterleijdink, zo
en als dezelve omgraven zijn, gelimiteerd oostwaarts Jan Broen {is hij dit?}, cs, en westwaarts de stege zo Jannes en Jan Schol behoort. Kantlijn akte: Op 15 mei 1773 volgens vertoonde handtekening van d Hr Dr en advocaat E Dull, wordt deze akte
doorgehaald [T0079_INV7_p158].

1772-01-04: Fenneken Roelofs, weduwe van wijlen Wolter Gerrits Costers, bijgestaan met Jan Jansen als haar voogd, welke verklaarden in oktober 1771 verkocht te hebben de landerijen, bestaande in 1,5 akker buterland, zijnde weide en hoogland met
de anparten van de goordens, gelegen in de landerije van Jan Broens, cs, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Dijk en de Aa, gedeeltelijk onverscheiden met Jan Broens, cs, en in zover als hetzelve haar is competerende, gelimiteerd
oostwaarts Wolter van Uitert en westwaarts Frerik Scholten, cs, zo en als verkoper het zelve heeft geprossideert en de leisecten (?), namelijk 2,5 koeweide, met het anpart van voorn goordens en dat aan handen en ten profijte van Roelof Jansen en
zijn vrouw, alsmede 2 koeweiden met het anpart van voorn goordens en dat aan handen van Jan Tijhof en zijn vrouw, tezamen onverscheiden, de 1e voor een som van 195 guldens, en aan de 2e Jan Tijhoff voor een som van 156 guldens, tezamen een som
van 350 guldens [T0079_INV7_p167].

1772-04-06: Jan Broens en zijn vrouw Berentjen Willemsen Schipper, welke verklaarden schuldig te zijn wegens opgenomen en verstrekte penningen, aan Jan de Graeff, een som van 250 guldens, aan Jan Gerrits Braemer of derzelve kinderen een som van
250 guldens, en aan Henrik Arentsen een som van 200 guldens, dus tezamen een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 1,5 akker lands, beginnende van deze Kerkweg heen buiten, en dan nog van deze Kerkweg heen boven, 3
akkeren land, met daarop staande huis en timmeragie en dat tot aan het pad, en dan van het pad hen boven, exempt 2,5 wand bouwland, zijnde 1,5 akker breed opgaans, alsmede een half akker en een half vierendeel turfland, gelegen op de westerhoeve
naast dat van Henr Arentsen en Jan Jansen [T0079_INV7_p169].

1772-04-06: Fenneken Roelofs, wedw van wijlen Wolter Gerrits Costers, bijgestaan met haar zoon Albert Wolters Costers als haar voogd, welke verklaarde in 17.. [puntjes] verkocht te hebben het land, beginnende van deze Kerkweg heen booven tot aan
het pad, breed 1,5 akker, voor een som van 190 guldens, ten profijte van Jan Broens en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p170].

1773-02-25: Janna Frederix Scholten, bijgestaan met haar broer Hermen Frederix Scholten als haar voogd, welke verklaarden wegens verstrekte penningen schuldig te zijn aan Adolph Henr Bartelink en zijn vrouw, een som van 200 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot aan de Waterleijdink gelegen, gelimiteerd oostwaarts Jan Broens, cs, en westwaarts de steeg van gemelde goordens, alsmede het huis en verdere
landerijen gelegen aan de boverzijde van deze Kerkweg [T0079_INV7_p207vo].

Woonde te Vriezenveen (26-08-1764, 07-04-1770). 
Bruins, Jan (I13007)
 
84263 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1773-02-25: Janna Frederix Scholten, bijgestaan met haar broer Hermen Frederix Scholten als haar voogd, welke verklaarden wegens verstrekte penningen schuldig te zijn aan Adolph Henr Bartelink en zijn vrouw, een som van 200 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot aan de Waterleijdink gelegen, gelimiteerd oostwaarts Jan Broens, cs, en westwaarts de steeg van gemelde goordens, alsmede het huis en verdere
landerijen gelegen aan de boverzijde van deze Kerkweg [T0079_INV7_p207vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 03-04-1756). 
Scholten, Hermen (I9403)
 
84264 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1778-11-08: Geertien Harmsen Scholten, nicht testatrice, benoemd als legataris van 25 gulden (Testament Dorothea Harwig, ev Wolter Leenders). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (29-04-1792). 
Scholten, Geertjen (I10509)
 
84265 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1780-02-26: Jenneken Coerts, dochter van de weduwe van Coert Harms, benoemd als legataris van 200 gulden (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]

1789-11-20: Testament, opgesteld ten huize van Wichger Roelofs, van Wichger Roelofs en zijn vrouw Jenneken Koers, geassiteerd met Jan Dikkers als hun voogd, waarin genoemd hun beider moeders, Janna ten Cate en Aaltien Egbers [T0079_INV10_p056].

1790-06-01: Jenneken Roelofs, weduwe van Wicher Roelofs, geassisteerd met Jan Jonkman als haren voogd, welke verklaarde schuldig te wezen aan Grietjen Heineman de som van 540 guldens, aan de Heer Gerrit Costers Gerritsz 784 guldens en aan
Mejuffrouw de weduwe Bavink en zoon 310 guldens, bij dezen ter voordele van voornoemde crediteuren te passeren gerchtelijk vrijwillig verwin op alle hare losse en vaste goederen, inboedel, vee, zaaigewassen & niets uitgezonderd, en wel in de 1e
graad, aan Grietjen Heineman, van alle exceptein zulks ad decretum stellende [T0079_INV10_p083].



Woonde te Vriezenveen (18-02-1787, 18-01-1795). 
Coerts, Jenneken (I12554)
 
84266 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1789-02-27: Aaltjen Gerrits Faijijer, weduwe van wijlen Harm Egberts, geasssisteerd met haar zoon Gerrit Harms als voogd, verklaard schuldig te wezen aan haar zoon Klaas Klaasen een som van 100 guldens [T0079_INV10_p039].

1794-01-06: Testament van Aaltjen Feijers, wedwe van wijlen Harmen Egbers Meijer, geassisteerd met Gerrit Henderiks als haar voogd:
- ten tweeden zo stelt zij tot hare enigen universele erfgenamen haar 2 zonen Gerrit en Hendrik Harms Meijjers, en alle hare met de dood ontruimende goederen, actien en crediten waar het ook mocht staande of gelegen wezen niets exemt;
- ten tweeden zullen voorn zoons Gert en Hendk Harms hiervan uitkeren aan haren halfbroer Klaas Klaasen en zuster Henderika Harmsen Meijjer, getroud aan Hendrik Rierink, ieder een som van 20 guldens, die een jaar na het overlijden van haar zullen
moet worden voldaan, en het meisje of dochter Egberdina Harms Meijjer zal hebben 50 guldens, die zij ook zal kunnen vorderen een jaar na haar moeders overlijden als zij die mocht van noden hebben anders met 2 jaar en niet eerder, de kleer die tot
haar moeders lichaam versneden is zo van linnen als wollen zullen door de 2 voorn dochters in eengale delen gedeeld worden [T0079_INV10_p149vo].

1813-05-02: Notaris Warnaars, 1813, nr. 69, huren.

Landbouwer in 1815.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 18-01-1795); Vriezenveen, Westeinde 316 (tot 30-01-1815). 
Meijer, Gerrit (I12550)
 
84267 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1789-11-20: Testament, opgesteld ten huize van Wichger Roelofs, van Wichger Roelofs en zijn vrouw Jenneken Koers, geassiteerd met Jan Dikkers als hun voogd, waarin genoemd hun beider moeders, Janna ten Cate en Aaltien Egbers [T0079_INV10_p056].

Woonde te Vriezenveen (18-02-1787). 
Roelofs, Wicher (I12555)
 
84268 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1791-06-07: Gerrit Smeld en zijn vrouw Fennegien Gerrits, verklaren schuldig te zijn aan Jan Jansen 180 guldens, aan Jan Hulshoff Junior 70 guldens en aan Albert Prinsen 50 guldens, samen 300 guldens, zij compten tot een hypotheek en onderpand
stellen alle hare vaste goederen onder dezen gerechte gelegen, niet alleen, maar ook alle hare mobile goederen, gene daarvan uitgezonderd [T0079_INV10_p109vo].

1792-08-13: Gerrit Smeld en zijn vrouw Fenneken Gerrits, verklaren schuldig te zijn aan Geertjen Smeld, weduwe van Albert Prinsen, een som van 225 guldens, te passeren vrijwllig verwin of cond..tie op alle hunne mobile en vaste goederen, zonder
enig onderscheid van wat aard of natuur dezelve ook mogen zijn [T0079_INV10_p129].

1814-07-16: Notaris Warnaars, 1814, nr. 388, testament Gerrit de Groot.
1814-07-16: Notaris Warnaars, 1814, nr. 389, testament Aaltjen Brinkmans.
1818-09-28: Notaris Warnaars, 1818, nr. 222, testament Albert Smelt.
1819-06-13: Notaris Warnaars, 1819, nr. 111, testament Fennegien Jansen.

Landbouwster in 1818/1821.

Woonde te Vriezenveen (12-06-1785, 01-10-1818, 22-12-1821); Vriezenveen, Westeinde 312 (tot 12-01-1826). 
de Groot, Fennigjen (I11700)
 
84269 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1813-05-02: Notaris Warnaars, 1813, nr. 69, huren.
1824-07-15: Notaris Warnaars, 1824, nr. 090, testament Gerrit van de Schelfhorst.

Gerrit verklaarde niet te kunnen schrijven, bij zijn huwelijk met Fenneken Woolthuis.

Landbouwer in 1812/1814/1817-1819/1822/1825-1826/1832.
Woonde te Vriezenveen (29-04-1792, 27-10-1812, 10-05-1814, 13-02-1817); Vriezenveen, Westeinde 313 (26-06-1818); Vriezenveen (19-11-1819); Vriezenveen, Westeinde 313 (04-12-1819); Vriezenveen (31-01-1822, 27-10-1825, 24-10-1826); Vriezenveen,
Westeinde 313 (tot 18-01-1832). 
van de Schelfhorst, Gerrit (I10508)
 
84270 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1814-07-16: Notaris Warnaars, 1814, nr. 388, testament Gerrit de Groot.
1814-08-30: Notaris Warnaars, 1814, nr. 412, verkoop (landerijen).
1823-12-15: Notaris Warnaars, 1823, nr. 184, koopcontract.
1832-10-08: Notaris Warnaars, 1832, nr. 217, publieke verkoop van vast goed (huis).
1833-07-08: Notaris Warnaars, 1833, nr. 114, royement.

Landbouwer in 1826.
Woonde te Vriezenveen, Westeinde 312 (12-01-1826); Vriezenveen (28-01-1826); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde 383 (tot 10-09-1839). 
Bruins, Klaas (I14281)
 
84271 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1819-06-13: Notaris Warnaars, 1819, nr. 111, testament Fennegien Jansen.
1832-10-08: Notaris Warnaars, 1832, nr. 217, publieke verkoop van vast goed (huis).

Landbouwer in 1826-1829/1831/1833/1835-1836/1838-1839/1841/1844/1846/1872-1874.

Woonde te Vriezenveen (28-01-1826, 08-07-1826, 07-11-1827); Vriezenveen, Westeinde 310 (14-06-1828); Vriezenveen (30-03-1829); Vriezenveen, Westeinde 312 (08-01-1831); Vriezenveen (03-04-1831); Vriezenveen, Westeinde 312 (14-10-1831); Vriezenveen
(31-01-1833, 10-09-1835); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde 305 (30-12-1836); Vriezenveen (03-01-1838); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde 305 (17-03-1839); Vriezenveen (18-10-1841); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (27-09-1844, 03-07-1846); Vriezenveen
(31-08-1872, 12-04-1873); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 278 (tot 25-01-1874). 
Bruins, Gerrit (I14280)
 
84272 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1824-08-25: Notaris Warnaars, 1824, nr. 111, kwitantie.

Fenneken verklaarde niet te kunnen schrijven, bij haar huwelijk met Gerrit van de Schelfhorst.

Dienstmeid in 1812, landbouwster in 1832.
Woonde te Vriezenveen (27-10-1812, 10-05-1814, 13-02-1817); Vriezenveen, Westeinde 313 (26-06-1818); Vriezenveen (19-11-1819); Vriezenveen, Westeinde 313 (04-12-1819); Vriezenveen (31-01-1822, 27-10-1825); Vriezenveen, Westeinde 313 (18-01-1832,
tot 26-06-1832). 
Wolthuis, Fenneken (I10512)
 
84273 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

1832-08-07: Notaris Warnaars, 1832, nr. 170, publieke verkoop van mobilia en rogge.

Schaapherder in 1835, landbouwer in 1836/1838-1840/1842-1844/1848-1849.

Woonde te Vriezenveen (02-05-1835, 11-03-1836, 21-01-1838 [afwezig], 04-05-1839, 23-01-1840 [op reis], 08-08-1842); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (08-12-1843); Vriezenveen (07-12-1844, 31-08-1848); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (27-12-1848, tot
27-05-1849). 
van de Schelfhorst, Harmannus (I15374)
 
84274 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

Dochter van Jan Hendrik Kamp en Marchien Nieuwpoort.

Kaartje Kamp verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij haar huwelijk met Hermannus van de Schelfhorst, op 2 mei 1835 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen (02-05-1835 [sedert 11 jaren], 11-03-1836,
21-01-1838, 23-01-1840, 08-08-1842); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (08-12-1843); Vriezenveen (07-12-1844, 31-08-1848); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (27-12-1848, 27-05-1849); Vriezenveen (01-09-1860, 15-03-1867); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 378
(03-03-1873, tot 21-05-1879). 
Kamp, Kaartje (I11784)
 
84275 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

Dochter van Jannes Niesink/Nijzink en Jenne/Jenneken/Janna Willems/Willemsen, Wilmsen

Dienstmeid in 1826, landbouwster in 1828/1831/1836/1839/1844.

Woonde te Vriezenveen (28-01-1826 [sedert meer dan 3 jaren], 08-07-1826, 07-11-1827); Vriezenveen, Westeinde 310 (14-06-1828); Vriezenveen (30-03-1829); Vriezenveen, Westeinde 312 (08-01-1831); Vriezenveen (03-04-1831); Vriezenveen, Westeinde 312
(14-10-1831); Vriezenveen (31-01-1833, 10-09-1835); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde 305 (30-12-1836); Vriezenveen (03-01-1838); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde 305 (17-03-1839); Vriezenveen (18-10-1841); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (27-09-1844,
tot 03-07-1846). 
Niesink, Janna (I14283)
 
84276 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

Heb hem aan deze ouders en partners gekoppeld, omdat hij tussen 1705 en 1731 de enige is die als Roelof Jansen in Vriezenveen gedoopt is.

1758-09-22: Egbert Jansen Toet, bijgestaan met Egbert Jansen als zijn voogd, ten eerste, voorts zijn schoonzoon Roeloff Jansen, ter andere zijde, welke verklaarden deze minzame conventie en accoord met melkanderen te hebben ingegaan, getroffen en
gelaten, namelijk en voor eerst, zo cedeert hij Egbert Jansen Toet, in vollen eigendom over aan zijn schoonzoon Roeloff Jansen, zijn eigen toebehorende halve huis, en verdere halve timmeragie, met een akker lands opgaans, onverscheiden met de
kinderen van Roeloff Jansen, gelimiteerd oostwaarts Jan Jansen, en aan de westzijde Egbert Schuirman, alsmede zijn gerechte halfscheid van het uijtland, zo hem Egbert Jansen is toebehorende, en bij hem in eigendom is bezittende, het hooiland de
halfscheid van 5/4 akker boverwegesland, 1 en 1/4 dagwerk in het wester vierendeel, en 1/4 akker in het ooster vierendeel, alles in gemeenschap met de kinderen van Roeloff Jansen voornoemd, mitsgaders alle de inboedel des huizes, zover hem Egbert
Jansen Toet voernoemd dezelven is competerende (?) en toebehorende, en alsnog met de kinderen van Roeloff Jansen onverscheiden is bezittende, niets daarvan uitgezonderd van wat naam of nature dezelve moesten wezen. Waarvoor en tegens hij Roeloff
Jansen of de bezitter des lands belooft, en aanneemt, om zijn schoonvader Egbert Jansen Toet, voornoemd, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen, te zullen, moeten en willen geven, voor de tijd zijnes levens, te weten een wand hart en wak
koren, van 100 tret roede maat, tegen melkanderen af te nemen, als het koren aan garsten staat, waar het hun belieft, met een wand koren (?) in den trekkeltijd (?), ook af te nemen waar het hem belieft, benevens 6 schepel rogge, en een mudde
haver in den zak op St Martini te betalen en dat zo goed als op het land verbouwd wordt, nog heeft de schoonvader Egbert Jansen Toet, voor hem bescheiden 70 treden goordenland achter het bovere hek, tegen de stege, af te nemen waar het hem
belieft, nog zal de schoonvader mogen nemen, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen een goorden, zijnde het 4e part, gelegen achter de weg hen buiten, onverscheiden met Jan Jansen, en de kinderen van voornd Roeloff Jansen, nog heeft de vader
bescheiden voor hem een koeweide om met bezitter des lands zijne beesten, zo boven als buiten geweidet te worden, met een varkens gank in gras en akkeren, zowel gelegen als ongelegen, met 2 hoender gangen, om met bezitter des lands zijne hoenders
ongejaagt te mogen gaan, nog voor hem aan stede bij de haard, licht en brandvrij, benevens zijn slaapplaatse te behouden, daar hij die heeft, voorts zoveel plaatse in het huis, alwaar het hem belieft, daar hij zijn hooi en stro of andere voeragie
droog en onbeschadigd kan liggen, voorts heeft de schoonvader bescheiden, dat de bezitter des lands voor hem zijn gras zal maaien, en droog maken, droog zijnde invaderen, edog gras maaiende wil de vader behoorlijk kost en drank verschaffen,
voorts voor hem te varen op het vene, en daar af, wat hij te varen heeft, voorts zijn koe te voeren, ... halen en hakken, karnen en melken, en alles te doen wat de vader te doen heeft, als hij niet wel kan, voorts zijn hart en week koren te
malen, zijn brood bakken, en op de beste plaatse in de oven te zetten, voorts behoud de schoonvader de tijd zijnes levens het anpart van alle bedden, lakens en kussen, slopen, zo thans nog tussen hem, en de kinderen van Roeloff Jansen
onverscheiden zijn, voorts zal de bezitter des lands, verplicht en gehouden wezen, hem Egbert Jansen Toet, daar en boven te onderhouden zo lange in leven is, in alle het linnen en wollen kleren, zo aan zijn lichaam is, of zal moeten dragen,
hetzelve te wassen en te naaien, voorts ziek of zugtig wordende, dezelven goede handreikingen te doen, dat het voor God en goeden luiden kan worden verantwoord en als de vader, zijn kost alleen komt te nemen, dan mag hij op een na beste koe
afnemen, nog heeft de vader bescheiden om zijn koe te mogen zetten in de sietstal (?)of in de groten stal, nog heeft de vader bescheiden voor hem als hij zijn kost alleen neemt het halve boverwegesland westert het halve hooi achter de weteringe
en dan een voor hooi uit de goorden, nog heeft de vader voor hem bescheiden dat zo wanneer het kwam te gebeuren, dat hij zijn kost alleen kwam te nemen, dat hij dan het spek en vlees met bezitter des lands wil delen, dat gene, dat er dan is
vervolgens heeft de schoonvader bescheiden, dat bezitter des lands zal uitkeren aan hem als hij het van nadere (?) heeft, de som van 400 guldens, die anders in het land zullen blijven staan, maar na dood zullen dezelve aan de bezitter des huizes
en land verblijven, uitgezonderd 100 guldens die de bezitter des lands als aan de kinderen van Roelof Jansen met namen Wijcher en Janna Jansen zullen moeten uitkeren en betalen, voorts is tussen contractanten goed gevonden dat Roelof Jansen, of
de bezitter des lands aan voornoemde Egbert Jansen Toet jaarlijks aan interest daarvan zal geven de som van 7 guldens en 10 stuivers, en als Egbert Jansen Toet, of zijn schoonvader, de kost niet alleen komt te nemen, dat aldan de vader met geen
enigerhande lasten te doen zal hebben, maar zo zijn kost alleen kwam te nemen, en de bedongene metinge trekt, alsdan zal de vader zijn haustgeld (?), geslagt en gemaal zelfs betalen, en verder niets [T0079_INV5_p711].

1769-02-11: Geertjen Jansen, weduwe van wijlen Henderik Gerrits Coster, als moeder en wettige voogd van haar 2 minderjarige kinderen, bijgestaan met Gerrit Brouwer en Frederik de Jonge als haar voogden, welke verklaarde op 1 februari 1769
verkocht te hebben een opslag achter het bouwland gelegen, op het ooster stuk veen waarts in gaande, gelimiteerd oostwaarts Egbert Geersen, en de verkoper westwaarts, ten profijte van Roelof Jansen en zijn vrouw, voor een som van 51 guldens
[T0079_INV7_p097].

1772-01-04: Fenneken Roelofs, weduwe van wijlen Wolter Gerrits Costers, bijgestaan met Jan Jansen als haar voogd, welke verklaarden in oktober 1771 verkocht te hebben de landerijen, bestaande in 1,5 akker buterland, zijnde weide en hoogland met
de anparten van de goordens, gelegen in de landerije van Jan Broens, cs, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Dijk en de Aa, gedeeltelijk onverscheiden met Jan Broens, cs, en in zover als hetzelve haar is competerende, gelimiteerd
oostwaarts Wolter van Uitert en westwaarts Frerik Scholten, cs, zo en als verkoper het zelve heeft geprossideert en de leisecten (?), namelijk 2,5 koeweide, met het anpart van voorn goordens en dat aan handen en ten profijte van Roelof Jansen {is
hij dit?} en zijn vrouw, alsmede 2 koeweiden met het anpart van voorn goordens en dat aan handen van Jan Tijhof en zijn vrouw, tezamen onverscheiden, de 1e voor een som van 195 guldens, en aan de 2e Jan Tijhoff voor een som van 156 guldens,
tezamen een som van 350 guldens [T0079_INV7_p167].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn broer Jan], 08-09-1764). 
Broer, Roelof (I21284)
 
84277 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

Landbouwer in 1897/1932.

Woonde te Vriezenveen, 5-nvm (Vanaf 05-10-1862); Vriezenveen, 5-549 (21-07-1897, 08-02-1898); Vriezenveen, 5-683 (tot 18-08-1932). 
Engberts, Roelof (I19444)
 
84278 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

Turfschipper in 1867-1868, landbouwer in 1871-1872/1898.

Woonde te Vriezenveen (Vanaf 21-04-1839, 15-03-1867, 28-10-1868, 01-12-1871); Vriezenveen, 1-nvm (29-01-1872); Vriezenveen (08-02-1898); Vriezenveen, 5-494 (17-07-1917, tot 22-02-1919). 
Jonker, Wicher (I17944)
 
84279 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 28, nr. 7:
Man : Egbert Jansen.
Vrouw : Janna Wiegers.
Kinderen >10 jaar : Wieger Egbertsen, Janna Egberts.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.

1758-09-22: Egbert Jansen Toet, bijgestaan met Egbert Jansen als zijn voogd, ten eerste, voorts zijn schoonzoon Roeloff Jansen, ter andere zijde, welke verklaarden deze minzame conventie en accoord met melkanderen te hebben ingegaan, getroffen en
gelaten, namelijk en voor eerst, zo cedeert hij Egbert Jansen Toet, in vollen eigendom over aan zijn schoonzoon Roeloff Jansen, zijn eigen toebehorende halve huis, en verdere halve timmeragie, met een akker lands opgaans, onverscheiden met de
kinderen van Roeloff Jansen, gelimiteerd oostwaarts Jan Jansen, en aan de westzijde Egbert Schuirman, alsmede zijn gerechte halfscheid van het uijtland, zo hem Egbert Jansen is toebehorende, en bij hem in eigendom is bezittende, het hooiland de
halfscheid van 5/4 akker boverwegesland, 1 en 1/4 dagwerk in het wester vierendeel, en 1/4 akker in het ooster vierendeel, alles in gemeenschap met de kinderen van Roeloff Jansen voornoemd, mitsgaders alle de inboedel des huizes, zover hem Egbert
Jansen Toet voernoemd dezelven is competerende (?) en toebehorende, en alsnog met de kinderen van Roeloff Jansen onverscheiden is bezittende, niets daarvan uitgezonderd van wat naam of nature dezelve moesten wezen. Waarvoor en tegens hij Roeloff
Jansen of de bezitter des lands belooft, en aanneemt, om zijn schoonvader Egbert Jansen Toet, voornoemd, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen, te zullen, moeten en willen geven, voor de tijd zijnes levens, te weten een wand hart en wak
koren, van 100 tret roede maat, tegen melkanderen af te nemen, als het koren aan garsten staat, waar het hun belieft, met een wand koren (?) in den trekkeltijd (?), ook af te nemen waar het hem belieft, benevens 6 schepel rogge, en een mudde
haver in den zak op St Martini te betalen en dat zo goed als op het land verbouwd wordt, nog heeft de schoonvader Egbert Jansen Toet, voor hem bescheiden 70 treden goordenland achter het bovere hek, tegen de stege, af te nemen waar het hem
belieft, nog zal de schoonvader mogen nemen, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen een goorden, zijnde het 4e part, gelegen achter de weg hen buiten, onverscheiden met Jan Jansen, en de kinderen van voornd Roeloff Jansen, nog heeft de vader
bescheiden voor hem een koeweide om met bezitter des lands zijne beesten, zo boven als buiten geweidet te worden, met een varkens gank in gras en akkeren, zowel gelegen als ongelegen, met 2 hoender gangen, om met bezitter des lands zijne hoenders
ongejaagt te mogen gaan, nog voor hem aan stede bij de haard, licht en brandvrij, benevens zijn slaapplaatse te behouden, daar hij die heeft, voorts zoveel plaatse in het huis, alwaar het hem belieft, daar hij zijn hooi en stro of andere voeragie
droog en onbeschadigd kan liggen, voorts heeft de schoonvader bescheiden, dat de bezitter des lands voor hem zijn gras zal maaien, en droog maken, droog zijnde invaderen, edog gras maaiende wil de vader behoorlijk kost en drank verschaffen,
voorts voor hem te varen op het vene, en daar af, wat hij te varen heeft, voorts zijn koe te voeren, ... halen en hakken, karnen en melken, en alles te doen wat de vader te doen heeft, als hij niet wel kan, voorts zijn hart en week koren te
malen, zijn brood bakken, en op de beste plaatse in de oven te zetten, voorts behoud de schoonvader de tijd zijnes levens het anpart van alle bedden, lakens en kussen, slopen, zo thans nog tussen hem, en de kinderen van Roeloff Jansen
onverscheiden zijn, voorts zal de bezitter des lands, verplicht en gehouden wezen, hem Egbert Jansen Toet, daar en boven te onderhouden zo lange in leven is, in alle het linnen en wollen kleren, zo aan zijn lichaam is, of zal moeten dragen,
hetzelve te wassen en te naaien, voorts ziek of zugtig wordende, dezelven goede handreikingen te doen, dat het voor God en goeden luiden kan worden verantwoord en als de vader, zijn kost alleen komt te nemen, dan mag hij op een na beste koe
afnemen, nog heeft de vader bescheiden om zijn koe te mogen zetten in de sietstal (?)of in de groten stal, nog heeft de vader bescheiden voor hem als hij zijn kost alleen neemt het halve boverwegesland westert het halve hooi achter de weteringe
en dan een voor hooi uit de goorden, nog heeft de vader voor hem bescheiden dat zo wanneer het kwam te gebeuren, dat hij zijn kost alleen kwam te nemen, dat hij dan het spek en vlees met bezitter des lands wil delen, dat gene, dat er dan is
vervolgens heeft de schoonvader bescheiden, dat bezitter des lands zal uitkeren aan hem als hij het van nadere (?) heeft, de som van 400 guldens, die anders in het land zullen blijven staan, maar na dood zullen dezelve aan de bezitter des huizes
en land verblijven, uitgezonderd 100 guldens die de bezitter des lands als aan de kinderen van Roelof Jansen met namen Wijcher en Janna Jansen zullen moeten uitkeren en betalen, voorts is tussen contractanten goed gevonden dat Roelof Jansen, of
de bezitter des lands aan voornoemde Egbert Jansen Toet jaarlijks aan interest daarvan zal geven de som van 7 guldens en 10 stuivers, en als Egbert Jansen Toet, of zijn schoonvader, de kost niet alleen komt te nemen, dat aldan de vader met geen
enigerhande lasten te doen zal hebben, maar zo zijn kost alleen kwam te nemen, en de bedongene metinge trekt, alsdan zal de vader zijn haustgeld (?), geslagt en gemaal zelfs betalen, en verder niets [T0079_INV5_p711].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Toet, Egbert (I11272)
 
84280 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219.
Gerhardus Tromp was getuige bij het huwelijk tussen Jannes Waanders Tromp (zijn broer) en Johanna Gerritdina Hospers, op 7 augustus 1819 te Vriezenveen afgesloten.
Gradus Tromp was getuige bij het huwelijk tussen Albert Bramer (onverwant) en Gerritdina Tromp (zijn zus), op 4 mei 1833 te Vriezenveen afgesloten.
Gerhardus Tromp (36 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerrit Schrootenboer (onverwant) en Sophia Charlotta Resink (onverwant), op 7 maart 1835 te Vriezenveen afgesloten.
Gerhardus Tromp was getuige bij het huwelijk tussen Jan Winkel (zijn neefje) en Alberdina Masselink (onverwant), op 25 april 1835 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen (11-05-1812, 07-08-1819, 21-04-1832, 20-10-1832, 04-05-1833,
14-09-1834, 25-04-1835, 15-07-1836, 12-01-1838, 08-04-1840); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (29-09-1841); Vriezenveen (23-02-1843, 17-09-1848, 01-02-1852); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (tot 22-05-1855). 
Tromp, Gerhardus (I12252)
 
84281 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219. Woonde te Vriezenveen (03-04-1756). Veneman, Hendrika (I9404)
 
84282 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219. Woonde te Vriezenveen (21-04-1832, 20-10-1832, 14-09-1834, 15-07-1836, 12-01-1838, 08-04-1840); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (29-09-1841); Vriezenveen (23-02-1843, 17-09-1848,
01-02-1852); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (22-05-1855); Vriezenveen (24-12-1868); Vriezenveen, 5-nvm (13-10-1871, 18-12-1872); Vriezenveen (12-04-1873, 14-06-1886); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 549 (tot 20-08-1899). 
Pleij, Egbertdina (I9075)
 
84283 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 07-04-1770). Schipper, Berendjen (I13006)
 
84284 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 07-12-1844, 15-03-1867, 28-10-1868, 01-12-1871); Vriezenveen, 1-nvm (29-01-1872); Vriezenveen (08-02-1898); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 494 (tot 17-07-1917). Schelfhorst, Johanna (I17945)
 
84285 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 219. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 28-10-1868); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 549 (21-07-1897, tot 08-02-1898). Jonker, Roelofdina (I19445)
 
84286 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 22/23.

Ten zijne huize staande bij de molen in de 6de wijk te Vriezenveen overleed zijn broer Fredrik Willem Steffen op 14 oktober 1836.

Molenaar in 1836/1841/1843/1845/1847-1849/1851/1854/1857/1873/1891.

Hij bezat een molen op Jasper (tegenover de R.K. Kerk) achter de waterleiding. In 1860 of 1861 (is waarschijnlijk 1870) sloegen op een stormachtige morgen de wieken van deze molen los. De molen zelf geraakt in brand en werd geheel vernield. Zij
werd niet herbouwd.
Hij verkoopt de molen in 1863 aan molenaar Gerhard Bauman.
Op 31 juli 1869 koopt Steffen een perceel bouwland te Almelo, waarop hij een windkorenmolen laat bouwen, genaamd "de Hoop", die in 1870 gereed komt en die heden nog de enigste molen is die Almelo rijk is. (Zie ook: Jaarboek Twente 1973, blz. 48
ev.). Frappant is dat ook "De Hoop" al eens afbrandde.
Woonde te Vriezenveen, Wijk 6, bij de molen (15-10-1836); Vriezenveen (15-10-1836, 08-11-1841, 08-07-1843, 15-02-1845, 13-01-1847); Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde (30-01-1848); Vriezenveen (01-01-1849, 11-03-1851, 07-05-1854); Vriezenveen, Wijk
4, Westeinde (03-09-1857, 09-09-1857, 13-10-1857); Vriezenveen (tot 1862); Duitsland (Vanaf 1862).

BR: Vriezenveen, Westeinde, Wijk 4, nr. 247a (1860 t/m 28-10-1862); Ambt Hardenberg (Vanaf 28-10-1862); Almelo. 
Steffen, Johan Heinrich (I15891)
 
84287 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 22/29/30/98/263; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 95; Artikel 17-07-1862 op Delpher, fotoalbum.

Op zijn verjaardag in het jaar van zijn overlijden werd hem door zijn leerlingen het lied "Op den verjaardag van onzen onderwijzer" (afb. in Voorouderboek Daphne en Jessica Schčutte, blz. 58) [bron: Website Henri Schčutte].

In Vriezenveen is een straat naar Jan Kunst genoemd.

Zie: Algemeen Handelsblad, 17-07-1862.

Woonde te Vriezenveen (24-08-1819); Vriezenveen, Westeinde 207 (15-09-1819); Vriezenveen (28-10-1820, 07-06-1822, 11-05-1824, 05-08-1826, 16-07-1828, 19-10-1830, 17-12-1832, 11-02-1835, 20-03-1837, 26-10-1838); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde 206
(22-01-1839); Vriezenveen (20-09-1855, 13-09-1856, 25-07-1857); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (09-12-1857); Vriezenveen, 4-nvm (tot 08-10-1862). 
Kunst, Jan (I14623)
 
84288 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220-221.

1813-01-21: Notaris Warnaars, 1813, nr. 11, jaarlijkse lijfrente.

Koerdina verklaarde niet te kunnen schrijven bij haar huwelijk met Albertus Companjen.

1813-01-31: Coerdina Jansen, woont te Vriezenveen, is moeder van Hermannus Gerhardus Companje. Woonde te Vriezenveen (01-04-1812, 31-01-1813); Vriezenveen, Westeinde 315 (tot 03-02-1813). 
Jansen, Koerdina (I10031)
 
84289 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220.

1780-02-26: Janna Coerts, dochter van de weduwe van Coert Harms, benoemd als legataris van 200 gulden (Testament Jan de Graeff). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (28-05-1787). 
Coerts, Janna (I10033)
 
84290 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220.

Ca. 1881 [tussen 1880-07-12 en 1882-06-01] tot 1890: Albertus Wichers, NH, schippersknecht, woont als [in dienst] bij ? te Vriezenveen. Gekomen van ? [BR1880-DB44]
1890 tot ?: Albertus Wichers, NH, boerenknecht, woont als [in dienst] bij B. Jansen te Vriezenveen, 6-706. Vertrokken naar blad 1048 Vriezenveen. [BR1890-DB44]

Landbouwer in 1898, pakhuisknecht in 1900, landbouwer in 1900, fabrieksarbeider in 1901-1904/1906/1909, landbouwer in 1909/1934.

Woonde te Vriezenveen (Vanaf 11-06-1864); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 552 (23-11-1895); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 553 (26-11-1898); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 588 (04-03-1900, 16-07-1900); Vriezenveen (27-02-1901); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 588
(02-11-1901); Vriezenveen (24-04-1902); Vriezenveen, Wijk 5, nr. 588 (07-02-1903, 23-12-1909, 19-05-1934); Wierden (07-12-1934, tot 04-03-1949). 
Wichers, Albertus (I19471)
 
84291 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220.

Landbouwer in 1854-1856/1858-1859/1861/1864/1866-1868/1871/1874/1880.

Woonde te Vriezenveen (Vanaf 23-09-1825, 21-01-1854, 14-04-1854); Vriezenveen, 2-nvm, Oosteinde (03-02-1855); Vriezenveen (29-04-1856); Vriezenveen, 2-nvm (07-10-1858); Vriezenveen, Wijk 2, Oosteinde (29-12-1858); Vriezenveen, 2-nvm (13-01-1859,
26-02-1861); Vriezenveen (11-06-1864, 31-12-1866); Vriezenveen, 2-nvm (28-04-1867); Vriezenveen (06-05-1868, 27-08-1871); Vriezenveen, 5-379 (05-04-1874, 02-07-1874); Vriezenveen, 5-542 (tot 18-06-1880). 
Wichers, Johannes (I15225)
 
84292 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220.

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 28, nr. 6:
Man : Jan Jansen.
Vrouw : Jenneken Jansen.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Janna Jansen, Jan Jansen, Harmen Jansen.
Dienstboden : -.
Inwonenden : D. weed. Jan Jansen Bruer, Roeloff Jansen.

1751-07-31: Frerick Hermsen Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krul, welke verklaren schuldig te zijn aan de E Geertjen Schol, wedw van wijlen de Scholtus Claas Cruis, een som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
3 akker land, beginnende van deze nieuwe Kerkweg en gaande tot aan de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts Jan Jansen Bruer [T0079_INV5_p331].

1758-09-22: Egbert Jansen Toet, bijgestaan met Egbert Jansen als zijn voogd, ten eerste, voorts zijn schoonzoon Roeloff Jansen, ter andere zijde, welke verklaarden deze minzame conventie en accoord met melkanderen te hebben ingegaan, getroffen en
gelaten, namelijk en voor eerst, zo cedeert hij Egbert Jansen Toet, in vollen eigendom over aan zijn schoonzoon Roeloff Jansen, zijn eigen toebehorende halve huis, en verdere halve timmeragie, met een akker lands opgaans, onverscheiden met de
kinderen van Roeloff Jansen, gelimiteerd oostwaarts Jan Jansen, en aan de westzijde Egbert Schuirman, alsmede zijn gerechte halfscheid van het uijtland, zo hem Egbert Jansen is toebehorende, en bij hem in eigendom is bezittende, het hooiland de
halfscheid van 5/4 akker boverwegesland, 1 en 1/4 dagwerk in het wester vierendeel, en 1/4 akker in het ooster vierendeel, alles in gemeenschap met de kinderen van Roeloff Jansen voornoemd, mitsgaders alle de inboedel des huizes, zover hem Egbert
Jansen Toet voernoemd dezelven is competerende (?) en toebehorende, en alsnog met de kinderen van Roeloff Jansen onverscheiden is bezittende, niets daarvan uitgezonderd van wat naam of nature dezelve moesten wezen. Waarvoor en tegens hij Roeloff
Jansen of de bezitter des lands belooft, en aanneemt, om zijn schoonvader Egbert Jansen Toet, voornoemd, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen, te zullen, moeten en willen geven, voor de tijd zijnes levens, te weten een wand hart en wak
koren, van 100 tret roede maat, tegen melkanderen af te nemen, als het koren aan garsten staat, waar het hun belieft, met een wand koren (?) in den trekkeltijd (?), ook af te nemen waar het hem belieft, benevens 6 schepel rogge, en een mudde
haver in den zak op St Martini te betalen en dat zo goed als op het land verbouwd wordt, nog heeft de schoonvader Egbert Jansen Toet, voor hem bescheiden 70 treden goordenland achter het bovere hek, tegen de stege, af te nemen waar het hem
belieft, nog zal de schoonvader mogen nemen, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen een goorden, zijnde het 4e part, gelegen achter de weg hen buiten, onverscheiden met Jan Jansen, en de kinderen van voornd Roeloff Jansen, nog heeft de vader
bescheiden voor hem een koeweide om met bezitter des lands zijne beesten, zo boven als buiten geweidet te worden, met een varkens gank in gras en akkeren, zowel gelegen als ongelegen, met 2 hoender gangen, om met bezitter des lands zijne hoenders
ongejaagt te mogen gaan, nog voor hem aan stede bij de haard, licht en brandvrij, benevens zijn slaapplaatse te behouden, daar hij die heeft, voorts zoveel plaatse in het huis, alwaar het hem belieft, daar hij zijn hooi en stro of andere voeragie
droog en onbeschadigd kan liggen, voorts heeft de schoonvader bescheiden, dat de bezitter des lands voor hem zijn gras zal maaien, en droog maken, droog zijnde invaderen, edog gras maaiende wil de vader behoorlijk kost en drank verschaffen,
voorts voor hem te varen op het vene, en daar af, wat hij te varen heeft, voorts zijn koe te voeren, ... halen en hakken, karnen en melken, en alles te doen wat de vader te doen heeft, als hij niet wel kan, voorts zijn hart en week koren te
malen, zijn brood bakken, en op de beste plaatse in de oven te zetten, voorts behoud de schoonvader de tijd zijnes levens het anpart van alle bedden, lakens en kussen, slopen, zo thans nog tussen hem, en de kinderen van Roeloff Jansen
onverscheiden zijn, voorts zal de bezitter des lands, verplicht en gehouden wezen, hem Egbert Jansen Toet, daar en boven te onderhouden zo lange in leven is, in alle het linnen en wollen kleren, zo aan zijn lichaam is, of zal moeten dragen,
hetzelve te wassen en te naaien, voorts ziek of zugtig wordende, dezelven goede handreikingen te doen, dat het voor God en goeden luiden kan worden verantwoord en als de vader, zijn kost alleen komt te nemen, dan mag hij op een na beste koe
afnemen, nog heeft de vader bescheiden om zijn koe te mogen zetten in de sietstal (?)of in de groten stal, nog heeft de vader bescheiden voor hem als hij zijn kost alleen neemt het halve boverwegesland westert het halve hooi achter de weteringe
en dan een voor hooi uit de goorden, nog heeft de vader voor hem bescheiden dat zo wanneer het kwam te gebeuren, dat hij zijn kost alleen kwam te nemen, dat hij dan het spek en vlees met bezitter des lands wil delen, dat gene, dat er dan is
vervolgens heeft de schoonvader bescheiden, dat bezitter des lands zal uitkeren aan hem als hij het van nadere (?) heeft, de som van 400 guldens, die anders in het land zullen blijven staan, maar na dood zullen dezelve aan de bezitter des huizes
en land verblijven, uitgezonderd 100 guldens die de bezitter des lands als aan de kinderen van Roelof Jansen met namen Wijcher en Janna Jansen zullen moeten uitkeren en betalen, voorts is tussen contractanten goed gevonden dat Roelof Jansen, of
de bezitter des lands aan voornoemde Egbert Jansen Toet jaarlijks aan interest daarvan zal geven de som van 7 guldens en 10 stuivers, en als Egbert Jansen Toet, of zijn schoonvader, de kost niet alleen komt te nemen, dat aldan de vader met geen
enigerhande lasten te doen zal hebben, maar zo zijn kost alleen kwam te nemen, en de bedongene metinge trekt, alsdan zal de vader zijn haustgeld (?), geslagt en gemaal zelfs betalen, en verder niets [T0079_INV5_p711].

1763-02-19: Jan Faijer en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een akker woestenland, gelegen in de wester woesten, onverscheiden met Frerick Smelt cs, ten profijte van Jan Jansen Broer, voor een som van 220 guldens.
[T0079_INV6_p238]

1767-02-12: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de kinderjarige kinderen van wijlen Luicas Brouwer en wijlen Trientjen Jansen Broer, wegen
verstrekte penningen, de som van 100 guldens, behalve de reeds verlopen interest, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gelegen alhier op het Vriezenveen. Kantlijn akte: Op
27 juli 1768 zijn verscheen Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen L Brouwer, welke verklaarden door Jannes Joost en zijn vrouw voldaan zijn de genoemde schuld met interest, waarbij deze akte
geroyeerd wordt [T0079_INV7_p049].

1767-06-03: Frederik Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Croll, welke verklaarden verkocht te hebben een stukjen bouwland, beginnende op de hoogte alsmede de opslag daaraan volgende, zo ver zich dezelven uitstrekt, ten profijte van Jan Jansen Broer
en zijn erfgenamen, voor een som van 94 guldens [T0079_INV7_p057].

1772-12-29: Geesjen Telgenkamp, weduwe van wijlen Jasper Braemer, bijgestaan met haar zoon Jannes Braemer als haar voogd, voor haar zelfs en als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar meerderjarige kinderen, welke verklaarden op 30
januari 1772 verkocht te hebben 2 akkeren woestenland, gelegen in de westere woesten, namelijk de ene akker gelegen omtrent het wuesten (?) hek, naast dat van het Pastorijenland, en aan de ene kant Alb Bruertjen, cs, en dan een halve akker,
gelegen tusen de halve hoeve en Bol, ingeland, met de weedw Coop Derksen, cs, en de overigen halve akker, gelegen aan de Stuwwe (Stuwe?) onverscheiden met Henrik Egbers d Groot, en zulks voor de som, als te weten de akker voor 135 guldens en 10
stuivers, en de 2e, de halve akker, voor een som van 20 guldens en 11 stuivers, en de 3e, de halve akker bij de Stueuwe, voor een som van 85 guldens en 10 stuivers, dus tezamen een som van 241 guldens en 11 stuivers, ten proftije van Jan Jansen
Bruer {is hij dit?} en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p193].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Broer, Jan (I10035)
 
84293 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [als d. weed. Jan Jansen Bruer inwonend bij haar zoon Jan]). Jansen, Hermtjen (I21283)
 
84294 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220. Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). Jansen, Jenneken (I26291)
 
84295 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220. Woonde te Vriezenveen. Broer, Jan (I21282)
 
84296 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 220/239.

1818-10-21: Notaris Warnaars, 1818, nr. 233, publieke verkoop van vast goed (huis).
1819-06-11: Notaris Warnaars, 1819, nr. 108, scheiding.
1821-04-21: Notaris Warnaars, 1821, nr. 073, huwelijksconsent.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 28-05-1787, 29-09-1793). 
Jansen, Hermannus (I10032)
 
84297 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221-222.

1719-08-27: Harmen Luicas Koster, en zulks per ordre alsmede de rato caverende voor zijn absente broer Henrick Luicas Koster, zo ook mede caverende de rato voor zijn broer Otto Luicas Koster, en zo en als den voornden Henrik Koster heeft verkocht
en voor zijn broer Otto Luicas Koster, mede caverende, verklarende verkocht te hebben de huisplaatse, met de brink, nevens 2 goordenties, zijnde gelegen aan de boovere kant deze Kerkweg tussen de limieten oostwaarts Wiecher Roeleffs, westwaarts
Gerrit Hinrixen Braamhaar, voor een som van 160 guldens, met het bezwaar van het 9e part te betalen wegens Pastoors koren, kosters koren, ..fferen haver, ..ollen holdens, de Heer van Almeloos haver, armen jaegers, koren en de boveren weg te maken
en het gezaai het geene Harmtjen Hinrixen daarop mocht kunnen opleggen en de opweg moet daarovergaan naar het booverland te varen en te drijven, en dat aan handen van Jan Janssen Tijhoff en zijn vrouw Fennigien Janssen [T0079_INV4_p153].

1719-08-28: Jan Janssen Tijhoff en zijn vrouw Fennigien Janssen, welek verklaarden schuldig te zijn aan de tijdelijke kerkmeesters wegens de Godsarmen, met namen Bartelt Hinrixen, Fredericus Fronten, Engbert Janssen en Jan Prinssen, een som van
170 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis en huisplaatse met de brink, nevens 2 goordentiens zijnde gelegen aan de boovere kant deze Kerkweg tussen limieten oostwaarts Wiecher Roeleffs, westwaarts Gerrit Hinrixen
Braamer [T0079_INV4_p156].

1729-01-14: Harmen Luicas Koster en zijn vrouw Fenneken Janssen Schol, welke verklaarden verkocht te hebben 3 akker land, Picksenland genaamd, beginnende van deze nieuwe kerkweg en eindigende tot aan de buijteren doorgravenen weg, gelimiteerd
oostwaarts Wijcher Roeleffs, westwaarts Gerrit Braamhaar, ten profijte van Procurator Nicolaas Harwig en zijn vrouw en Jan Schol en zijn vrouw, voor een som van 500 guldens, mits dat moeten betalen aan Jan Hinrixen Post, waarvoor zich hebben
verbonden als borgen een som van 300 guldens over zulks kopers daaraan erven en ons daarvan ontervende bij dezen [T0079_INV4_p480].

1741-11-11: Geertjen Berens, weduwe van wijlen Jan Broertjen, voor haar zelf, mede als boedelhoudster van haar wijlen mans nalatenschap, voorts als moeder en voogd van haar beide kinderen bij haar man voornoemd geprocureert, bijgestaan met Pr
Nicol Harwig als haar voogd, welke wegens gekochte linnens schuldig is aan de Ed Oothmar ten Caate, koopman tot Almelo, de som van 231 guldens en 15 stuivers, en aan de Ed Egbert Costers, de som van 155 guldens, voorts aan de Ed Garrit Costers,
de som van 55 guldens en 7 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op aan de 1e te weten de Ed Oothmar ten Caate een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, onverscheiden met Jan Geurs, gelimiteerd oostwaarts Jan
Smeld en westwaarts Hendrik Winter, en dan nog een vierendeel akker woestenland, onverscheiden met Berent Gerrits, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Jan Geers, westwaarts Hendrik Roelofs Huisman, voorts een halve grasgoorden gelegen in het zgn
Piksensland, onverscheiden met Berent Gerrits, oostwaarts Wicher Roelof, westwaarts de stege, en aan de 2e de Ed Egbert Costers, haar 400 treden roede maat bouwland gelegen in Albert Raphuisland, oostwaarts Jan Bartelsland, westwaarts St Cruis
Viccarie, en aan de 3e de Ed Garrit Costers, haar koeweide mede in Albert Raphuisland gelegen, beginnende van deze weg tot aan de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Engbert Smid, westwaarts St Crucen Vicarie [T0079_INV5_p040].

1746-09-15: Wicher Roeloffs, als vader, voogd en boedelhouder wegens zijn onmondige kinderen, voorts Roeloff Wichers, welke verkocht hebben een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Piksensland, aanvang nemende van de buiterenweg tot aan of
met de dijk en de Aa, gelimiteerd oostwaarts verkoper, westwaarts Jan Krol, en onverscheiden met de koper en Jan Krol, cs, ten profijte van Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw, voor een som van 185 guldens [T0079_INV5_p183].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 28, nr. 9:
Man : Wieger Roelofs, weeduwenaer.
Vrouw : -.
Kinderen >10 jaar : Waander Wiegers, Aeltien Wiegers, Berent Wiegers.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.

1753-04-13: Testament van Roeloff Wijchers en zijn vrouw Grietjen ten Caate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Herwig als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Wijcher Roelofs, legitieme portie;
- zij haar vader Jan ten Caate en haar moeder Aaltjen Jansen Schol, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam, doch zo het gebeurde dat een van begin in val geen kind of kinderen mochten verwekken komen te overlijden, en de langstlevende zich wederom in een 2e huwelijk willende begeven, in zonderen val
gehouden zal wezen aan zijn of haar erfgenamen te zullen uitkeren en betalen de som van 150 guldens en de linnen en wollen kleren tot dat overledens lichaam gehorende en zij aldim (?) de langste levende zich in geen (?) 2e huwelijk mochte
begeven, en als zonder kind of kinderen te overlijden willen en begeven hij testator, en zij testatrice dat in zodanen val, hetgene aldaar mocht komen over te schieten, des testator naaste bloedverwanten, en die van de testatrice ieder voor de
halfscheid zullen erven, trekken en genieten;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 15 guldens [T0079_INV5_p401].

1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Roelofs, Wicher (I10009)
 
84298 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221.

1719-11-24: Testament, opgemaakt ten huize van Berend Willemsen Glas, van Geesien Wiechers, ziek van lichaam, bijgestaan met Gerrit Braamer en Wiecher Bramer als haar voogden, waarin genoemd:
- aan Godsarmen alhier, 30 guldens;
- aan haar broer Jan Wiechers de Olste, aan haar zus Aaltien Wiechers en aan haar zus Geertien Wiechers, en stellen alle deze 3 gezamenlijk tot universeel erfgenaam [T0079_INV4_p164].

Woonde te Vriezenveen (09-07-1682). 
Wichers, Aaltjen (I15729)
 
84299 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221. Woonde te St. Petersburg [Rusland]. Zwerner, Wilhelmina Emilie (I11274)
 
84300 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 221. Woonde te Vriezenveen (09-07-1682). Berends, Roelof (I15728)