Aantekeningen


Treffers 83,751 t/m 83,800 van 87,707


 #   Aantekeningen   Verbonden met 
83751 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177.

1794-12-12: Nicolaas Mulder en zijn vrouw Gerritdina Schuelenberg, verklaren schuldig te zijn aan Jan Kleise en zijn vrouw Pieternelle Mulder, een som van 250 guldens, comparanten stellen hypotheek en met onderpand op haar huis en landerijen,
door haar bewoond en van Wolter Leenders aangekocht hebben. In de kantlijn staat: Op 12 april 1799 verklaren Nicolaas Mulder en zijn vrouw Gerritdiena Schilenberg, als mede, Jan Kleijsen en zijn vrouw, dat deze akte wordt doorgehaald
[T0079_INV10_p179].

1814-10-20: Notaris Warnaars, 1814, nr. 452, testament Jan Kleijsen.
1814-10-20: Notaris Warnaars, 1814, nr. 453, testament Pieternella Mulders.

Timmerman in 1819-1820/1823/1828.
Woonde te Vriezenveen 223 (06-08-1818); Vriezenveen (28-08-1819, 26-06-1820, 04-07-1823); Vriezenveen, Westeinde 224 (tot 04-11-1828). 
Kleijsen, Jan (I11410)
 
83752 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177.

1795-01-20: Albertus Mulder en zijn vrouw Jenneken Alberts, verklaren schuldig te zijn aan zijn moeder Jacomiena Harwig, wedw van Jan Mulder, een som van 500 guldens, stellen hypotheek met onderpand op hun huis en gaarden daarachter met alle
landerijen. Kantlijn akte: Op 28 februari 1799 verklaren de erfgenamen van wijlen de wedw Jan Mulder, dat deze akte wordt vernietigd [T0079_INV10_p188].

Woonde te Vriezenveen (02-03-1788); Vriezenveen, Westeinde (tot 20-05-1819). 
Alberts, Jenne (I11390)
 
83753 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177.

1818-05-02: Notaris Warnaars, 1818, nr. 122, gifte onder de levenden.

Dienstmeid in 1820.
Woonde te Vriezenveen (10-05-1820, 11-02-1821, 05-01-1824, 26-01-1826); Vriezenveen, Westeinde (07-02-1826); Vriezenveen (09-04-1827, 07-06-1830, 03-05-1834); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (24-07-1842); Vriezenveen (07-04-1849, 08-06-1850,
10-04-1852, 02-07-1853, 26-04-1862); Vriezenveen, 4-nvm (tot 26-09-1865). 
Lemans, Kunnigjen (I10603)
 
83754 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177.

1829-03-10: Notaris Warnaars, 1829, nr. 048, publieke verkoop van mobilia en vee.
1835-01-23: Notaris Warnaars, 1835, nr. 012, testament van Gerritdina Evers.

Margaretha Gerrits verklaarde door zwakheid buiten staat te zijn om te tekenen bij het huwelijk tussen Adam Kleissen (haar zoon) en Hanna Evers, afgesloten op 28 april 1849 te Vriezenveen.

Naaister in 1819-1820, huiswerkster in 1843.
Woonde te Vriezenveen (09-05-1812, 28-08-1819, 26-06-1820, 04-07-1823); Vriezenveen, Westeinde 224 (04-11-1828); Vriezenveen (30-08-1843, 28-04-1849); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (tot 20-06-1851). 
Evers, Gerhardina (I10481)
 
83755 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177.

1910 tot 1911-08-27: Adam Kleijsen, NH, woont als kostganger bij gezin Adam Evers te Vriezenveen, 4-342. [BR1910-VV0381]

Wever in 1849, landbouwer in 1850, wever in 1851, landbouwer in 1856/1858/1866-1867/1900/1908.
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 04-07-1823, 28-04-1849, 25-04-1850, 01-11-1851, 11-02-1856); Vriezenveen, 4-nvm (12-05-1858, 18-01-1866); Vriezenveen (14-12-1867); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 308 (26-10-1873); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 417 (11-11-1900,
08-11-1908); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 342 (tot 27-08-1911). 
Kleijssen, Adam (I17144)
 
83756 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177.

Jan Muller was getuige bij het huwelijk tussen Coenraad Muller (zijn broer) en Johanna Bakker, op 29 maart 1820 te Vriezenveen afgesloten.

Jan Mulder was getuige bij het huwelijk tussen Adam Evers (zijn aangehuwde neefje) en Aleida Alberts (onverwant), op 14 april 1827 te Vriezenveen afgesloten.

Jan Mulder was bij zijn huwelijk nog niet opgeroepen geweest voor de Nationale Militie. Signalement: 5 voet en 3 streek lang, rond aangezicht en voorhoofd, blauwe ogen, kleine neus en mond, ronde kin, blond haar en wenkbrauwen, twee misvromde
vingers aan de linker hand als merkbare tekenen, geen handtekening gezet.

Timmerman in 1820-1821/1824/1826-1827/1830/1834/1842.

Woonde te Vriezenveen (29-03-1820, 10-05-1820, 11-02-1821 [afwezig], 05-01-1824, 26-01-1826); Vriezenveen, Westeinde (07-02-1826); Vriezenveen (09-04-1827, 14-04-1827, 07-06-1830, 03-05-1834); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (tot 24-07-1842). 
Mulder, Jan (I11395)
 
83757 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177.

Testament 29-12-1688 (bron: Website Erik Berkhof).

Woonde te Vriezenveen (29-12-1688). 
Smelt, Fredrik (I16438)
 
83758 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177.

Woonde te Wierden, op het Hexel (29-03-1743). 
Mulder, Coert Wolters (I19918)
 
83759 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177. Woonde te Vriezenveen (13-04-1696). Arends, Geertjen (I16452)
 
83760 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 01-11-1851); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 417 (tot 08-11-1908). Kleijssen, Jan (I26124)
 
83761 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 25-04-1850); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 417 (tot 11-11-1900). Kleijssen, Margaretha (I45743)
 
83762 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 29-10-1812, 28-04-1849, 25-04-1850, 01-11-1851, 11-02-1856); Vriezenveen, 4-nvm (12-05-1858, tot 18-01-1866). Evers, Hanna (I9557)
 
83763 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177. Woonde te Vriezenveen. Roelofs, Janna (I16440)
 
83764 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 38/48.

1772-05-14: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jaccomina Herwig, wedw van wijlen Jan Muller, bijgestaan met Jannes Schol als haar voogd, zijnde zij ziekelijk, waarin genoemd:
- haar kinderen Piteronella, Piter Willem, Maria, Johanan, Nicolaas en Albertus Muller, enige en universele erfgenamen, te ontruimen en na te laten goederen, zo mobile als immobile, geen van dien uitgezonderd, van wat name en nature dezelve ook
mochten wezen of waar ter plaatse ook gelegen zijn, met uitsluiting van haar zoon Coenraad Muller, woonachtig te St. Petersburg, de welke, zij testatrice bij deze alleen komt te institueren in de blote ligitieme portie, zo hem na rechten en niet
verder komt te competeren [T0079_INV7_p176].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748); St. Petersburg [Rusland] (10-01-1769, 01-04-1772 [lidmaat], 1773, 1774). 
Mulder, Koenraad (I11404)
 
83765 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 48.

1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Mettjen de Ruiter, ten profijte van Jakomina Harwig, wedw van wijlen Jan Muller, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p151]

1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Jacomina Harwig, ten profijte van Mettjen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p153]

1768-07-01: Henderikjen Jansen Smit, weduwe van Jannes Prinsen, bijgestaan met haar schoonzoons Henrik Roelofs Schuirman en Jan Schipper als haar voogden, welke verklaarden op 9 maart 1768 verkocht te hebben ruim een wand bouwland, honderd treden
roede maat, gelegen in en op de landerijen van het zgn Mos Roelofsland of anders ook wel genaamd Roelof Gerrits Smeltsland, ten profijte van Jaccomina Herwig, weedw van Jan Muller en haar kinderen, voor een som van 67 guldens en 20 stuivers
[T0079_INV7_p080].

1772-05-14: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jaccomina Herwig, wedw van wijlen Jan Muller, bijgestaan met Jannes Schol als haar voogd, zijnde zij ziekelijk, waarin genoemd:
- haar kinderen Piteronella, Piter Willem, Maria, Johanan, Nicolaas en Albertus Muller, enige en universele erfgenamen, te ontruimen en na te laten goederen, zo mobile als immobile, geen van dien uitgezonderd, van wat name en nature dezelve ook
mochten wezen of waar ter plaatse ook gelegen zijn, met uitsluiting van haar zoon Coenraad Muller, woonachtig te St. Petersburg, de welke, zij testatrice bij deze alleen komt te institueren in de blote ligitieme portie, zo hem na rechten en niet
verder komt te competeren [T0079_INV7_p176].

1795-01-20: Albertus Mulder en zijn vrouw Jenneken Alberts, verklaren schuldig te zijn aan zijn moeder Jacomiena Harwig, wedw van Jan Mulder, een som van 500 guldens, stellen hypotheek met onderpand op hun huis en gaarden daarachter met alle
landerijen. Kantlijn akte: Op 28 februari 1799 verklaren de erfgenamen van wijlen de wedw Jan Mulder, dat deze akte wordt vernietigd [T0079_INV10_p188].

Jacomijne kocht op 27 augustus 1761 (als wed. van Jan Muller) "1 vierendeel akker boven Wagenland op de Westere Hoeve". Op 1 juli 1768 kocht zij land in "Mos Roelofland" voor 67 Carolus gulden. In haar testament (14 mei 1772) werd bepaald dat
haar zoon Coenraad Muller wonende te St. Petersburg onterfd zou worden. Deze Coenraad was als eerste Vriezenvener lid van de kerkeraad van de Nederlands hervormde Kerk te St. Petersburg en trad aldaar als zodanig op bij de
heroprichtingsvergadering in 1769.

Woonde te Vriezenveen (29-03-1743, 27-08-1748). 
Harwig, Jacomijne (I11402)
 
83766 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

1717-03-09: Derck Timmer en zijn vrouw Berendjen Jansen Smidt, en Aaltjen Jansen, weduwe van wijlen Jan Spijcker, bijgestaan met Egbert ten Caathe als haar voogd, welke verklaarden verkocht te hebben het huis en daarachter gelegen goorden land,
280 tret roede maat vrijland, zover als voornoemde Aaltjen Berendsen ten Caathe die in het gebruik heeft gehad, alwaar ten einde een gruppe of Sloot is door gesneden, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, alsmede zal koper de opworp van de sloot
tegen de stege mogen genieten, maar indien een bruek of vak in de stege kwam, zal verkoper zoveel zand uit de sloot mogen nemen daar het goed mede kan worden gemaakt, de sloten voor de helft zal koper mogen doen met de vrije opweg tussen beide
wegen heen en wederom met een varkensgang in ras en eekelen, met een koeweide in het land van de Olden Jan Claasen, herkomende voornde huis en goorden gelegen tussen bepalingen ooster de stege Frederik Janssen, westwaarts de wedw Luicas
Braamhaar, cs, met hetgen in het huis aard, nagel en paalvast is, voor een som van 600 guldens, aan handen van haar mede erfgenaam Hendrik Spijker en zijn vrouw Grietjen ten Caathe [T0079_INV4_p032].

1717-07-06: Al zo er enige kwestie was ontstaan wegens de opweg naar en uit de gaardens van de kosterse weduwe Bonthe, alsmede van haar zoon Jochem Adolph Bonthe, zo die gelegen zijn buiten die doorgegraven Waterleijdik, tussen de landerije van
Egbert ten Caathe, ter ener, en Warner Roelofs ter andere zijde, en ik onder geschreven, zodanen ...tiensen opweg tot 2 maal in ogenschijn genomen hadden zonder daarvoor de partijen in de minne te hebben kunnen vergelijken, dat evenwel volgens
landrecht part 2, lid 16, art 1 daargeen land zonder weg kan zijn, van en wederom op de gemenen weg als het poinct in kwestie en alleen maar op aankomt, wie dat met zodane opweg bezwaard behoort te worden, en dan omtrent voorschr pinct in qualtie
geconfidereerd zijnde dat het Vriezenveene volgens alle oude brieven tot heden ten dage verdeeld is geweest in hoeven en ijder hoove, naderhand in vierendeel of vierakkers en sommige vierendeels, vervolgens wederom in akkers, en dat alle voorschr
akkers luid de gemelde brieven liggende op de daale te velde te twijge met haar recht en gerechtigheid daad en onraad, dat verder op het verzoek en ter instantie van de gemeente van het Vriezenveene tot gemene beste van voorschrevene carspel van
het Vriezenveene door mij orders de gemene weg of de zgn Waterleijdik is door gegraveng eworden, en de kosterse en Jochem Adolph Bonthe des halven daardoor zijn ontzet geworden om lange de gemene weg of zogn door gegravene Waterleijdijk naar haar
huis te varen en te drijven zo is, dat ik Adolph Henderick des Heiligen Roomschen Rijks Graaff van Rechteren, etc, om voorschrevene redenen tot de cisie van gemelde kwestie voor recht verstaan, dat de last van de opweg zijnde een onraad wederom
moet komen en gelegd worden op de bezitter van het vierendeel of akkeren van degene daar de gaardens van voorschr kosterse en Jochem Adolph Bonthe boven of beneden naarmate ingelegen zijn, en dat derhalve zij kosterse uit haar gaarden zal moeten
varen als zij van ouds en voor het doorgraven van de Waterleijdijck heeft gedaan tot aan de voornde door gegraven Waterleijdijck of weg en de vandaar af zal gebruiken de stege van Egbert ten Caathe achter wiens land haar gaarden gelegen is en dat
vermits de weg uit de gaarden van Jochem Adolph Bonthe naar de stege oostwaarts onbruikbaar is, en gelegen achter de gaarden van de weduwe Prinssen, welke de stege van Waander Roelofs gebruikt, hij Jochem Adolph Bonte uit zijn gaarden de stege
van Waander Roelofs ook zal gebruiken, met dat zij kosterse en Jochem Adolph Bonthe ook zullen gehouden wezen de 1e om de stege van Egbert ten Caathe en de 2e stege van Waander Roelofs naar behoren te helpen maken, in zoverre zij die gebruiken,
aldus [T0079_INV4_p064].

1720-02-19: Anneken Hinrixen, weduwe van wijlen Hinrik Roeleffs, bijgestaan met Frerik Janssen Tuttertien als haar voogd, voorts Jan Pauwels en Lambert Harms als voogden over de onmondige kinderen van wijlen Hinrik Roeleffs, welke verklaarden
verkocht te hebben 3 akkeren lands, beginnende van de weg van de Waterleijdik hen buijten in, of tot aan de Aa, alsmede de stege in delen dier daarin tegen liggen, gelimiteerd oostwaarts Berend ten Caate, westwaarts Cromneusenland, voor een som
van 1600 guldens, voorts koper hebben bescheiden de opweg naar woestenland gerechtigdheid te varen en te drijven, alsmede in een bekwame tijd, aan handen van Egbert ten Caate en zijn vrouw Jenneken Janssen, Berend ten Caate en zijn vrouw Aaltien
Berends, en Arend Bartels Dodde en zijn vrouw Jenneken Wolters [T0079_INV4_p173].

1720-09-15: Jan Henricks en zijn vrouw Aaltien Janssen Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben de landerijen, beginnende van de Oldenweg met Eekelhorst tot aan de Aa of met de Aa, met daarop staande lopende (?) twijg, gelimiteerd oostwaarts
Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Schol, en stegen delen die de ..gen liggen te maken en de halve Oldenweg te ruimen, en mits zal koper bij hebben 20 van de beste eikenbomen die op de buijterenweg en op de huisstede staan, en dat op 4 oktober
1720 verkocht, aan handen van de Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol [T0079_INV4_p211].

1723-04-10: Willem Hinriksen Glass en zijn vrouw Stijne Harmssen Knoeff, welke wegens verstrete penningen schuldig te zijn aan Linieur Henrik Werners junior, koopman tot Almelo, een som van 200 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op het huis en land, met de weg, gelegen alhier op het Vriezenveen booven, gelimiteerd oostwaarts Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Hinrixen.
Kantlijn akte: Op 29 7ber 1725 heeft de Ed Ger Linieur Henrik Werners Junior, koopman tot Almelo, van Willem Henrix Glas en cuen uxore, het bedrag met rente ontvangen en daarmee de akte is doorgehaald [T0079_INV4_p285].

1725-07-12: Roeleff Gerridtsen Smelt en zijn aankomende eheliefste Jenneken Arendtsen Moss, welke verklaarden schuldig te zijn aan de oude kerkmeester Jan Prinssen en zijn vrouw Mettjen Henrixen Arendts, alsmede aan de weduwe van Engbert Smelt,
een som van 800 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, welk 648 guldens wegens de koop van het land uit deze booven staande 800 guldens zijn betaald geworden, comparanten stellen hypotheek met onderpand op de landerijen, te weten twee
en een derde part akkeren land, met daarop staande huis en schuur met top en twijg op en daale en een gedeelte onverscheiden met Lubbert Dercks Smidt, gelimiteerd oostwaarts Pastoorijenland, westwaarts Lubbert Dercks tot booverland, en na buijten
voor een gedeelte onverscheiden met Lubbert Dercks en gelimiteerd aan de westzijde Egbert ten Caathe, alsmede drie vierendeel hoeven akkeren, gelimiteerd oostwaarts Lutt Jan, westwaarts Arendt Henrixen [T0079_INV4_p326].

1725-09-25: Willem Hinriksen Glas en zijn vrouw Stijne Harmssen Knoeff, welke verklaarden verkocht te hebben 1,5 akker bouwland, nemende zijn aanvang van deze nieuwe kerkweg en dan venewaarts in, met de opslag zo en als verkopere in het gebruik
hebben gehad, buijten het huis met de weg te maken, gelimiteerd oostwaarts koper Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Hinrixen Schoemaaker, cs, aan handen van Egbert ten Caathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 230 guldens
[T0079_INV4_p354].

1727-09-07: Jan Brouwer en Arent Bartels als door de Hooch Graafflijk Excellentie aangestelde voogden van Jan Wolters Smidt, en Jan Hinriksen van Olde en Koort Hinrixen van Olde als voogden van Henrikien Berendsen, vrouw van gemelde Jan Wolters
Smidt, welke verklaarden verkocht te hebben een akker hooiland in Voss Willemsland gelegen, met het houtgewas daarop is staande, beginnende van de waterleijdik en eindigende tot aan de dijk of Aa, onverscheiden met Jan Grobben, Henrik Gerridts en
Leennart Wolters, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van Engbert Smelt, westwaarts de weduwe van Jan Harmssen Kluppels, ten profijte van Egbert ten Kaathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 583 guldens en 3 stuivers [T0079_INV4_p450].

1741-08-25: Roelof Gerritsen Smelt en zijn vrouw Jenneken Arens, hebben op 2 december 1740 gepasseerd en op 25 januari 1741 verkocht een weide en hooiland, beginnende van deze nieuwe kerkweg tot aan of met de dijk of de Aa, uitgezonderd de
goordens, en het eikenhout tegenwoordig op het land staande, zijnde het land onverscheiden met Lubbert Smid, en gelimiteerd oostwaarts Pastorijenland, westwaarts Egbert ten Caate, ten profijte van Lubbert Derks Smid en zijn vrouw, en Jan Berens
Smeld en zijn erfgenamen, voor een som van 600 guldens [T0079_INV5_p031].

1741-10-07: Roelof Gerrits Smeld en zijn vrouw Jenneken Arens, hebben op 24 januari 1741 verkocht een grasgoorden en des verkopers landerijen tegens de Weeme gelegen, gelimiteerd oostwaarts de stege, westwaarts Egbert ten Caate, ten profijte van
Albert Frijlink en zijn vrouw Hartjen Garrits, voor een som van 136 guldens [T0079_INV5_p034].

1749-03-19: Jasper ten Caate, Jan, Jannes, Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Hendrik ten Caate als haren voogd, welke verklaarden op 9 februari 1749 aan Hindrik Gerrits en zijn vrouw verkocht te hebben
een akker hooiland, gelegen in het zgn Voss Wilmsland (?), beginnende van de Waterleijdick, en eindigende met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Jan Smelt, westwaarts Klaas Berens, cs, zo en als comparanten wijlen vader Egbert ten Caate in het
gebruik heeft gehad, voor een som van 537 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p250].

Woonde te Vriezenveen (26-03-1699). 
ten Cate, Egbert (I20691)
 
83767 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

1725-07-12: Roeleff Gerridtsen Smelt en zijn aankomende eheliefste Jenneken Arendtsen Moss, welke verklaarden schuldig te zijn aan de oude kerkmeester Jan Prinssen en zijn vrouw Mettjen Henrixen Arendts, alsmede aan de weduwe van Engbert Smelt,
een som van 800 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, welk 648 guldens wegens de koop van het land uit deze booven staande 800 guldens zijn betaald geworden, comparanten stellen hypotheek met onderpand op de landerijen, te weten twee
en een derde part akkeren land, met daarop staande huis en schuur met top en twijg op en daale en een gedeelte onverscheiden met Lubbert Dercks Smidt, gelimiteerd oostwaarts Pastoorijenland, westwaarts Lubbert Dercks tot booverland, en na buijten
voor een gedeelte onverscheiden met Lubbert Dercks en gelimiteerd aan de westzijde Egbert ten Caathe, alsmede drie vierendeel hoeven akkeren, gelimiteerd oostwaarts Lutt Jan, westwaarts Arendt Henrixen [T0079_INV4_p326].

1741-08-25: Roelof Gerritsen Smelt en zijn vrouw Jenneken Arens, hebben op 2 december 1740 gepasseerd en op 25 januari 1741 verkocht een weide en hooiland, beginnende van deze nieuwe kerkweg tot aan of met de dijk of de Aa, uitgezonderd de
goordens, en het eikenhout tegenwoordig op het land staande, zijnde het land onverscheiden met Lubbert Smid, en gelimiteerd oostwaarts Pastorijenland, westwaarts Egbert ten Caate, ten profijte van Lubbert Derks Smid en zijn vrouw, en Jan Berens
Smeld en zijn erfgenamen, voor een som van 600 guldens [T0079_INV5_p031].

1741-10-07: Roeloff Gerrits Smeld en zijn vrouw Jenneken Arens, hebben op 28 augustus verkocht drie vierendeel akker hoevenland, gelegen op de oostere hoeve, onverscheiden met Lubbert Derks Smitd, gelimiteerd oostwaarts Lut Jan, westwaarts Garrit
Roelofs, ten profijte van Frerik Smelt en zijn vrouw, voor een som van 107 guldens [T0079_INV5_p036].

1741-10-13: Gerrit Gerritsen en zijn vrouw Aaltjen Berens, wegens gekocht en geleverd hout aan Engbert Mensink tot Ommen schuldig te zijn, een som van 196 guldens, 6 stuivers en 12 penningen, voorts aan Berent Jansen, een som van 50 guldens en
aan de wedw van Derk Harms, een som van 43 guldens, aan de erfgenamen van wijlen Aaltjen Lubbers, de som van 100 guldens, aan de kerkmeesters alhier, een som van 100 guldens, aan Garrit Otten, 20 guldens, aan Garrit Schipper, 60 guldens, aan
Egbert en Harmen Jansen, 28 guldens, aan Frerik Feijer, 107 guldens, en dan aan Lubbert Smid, 27 guldens, samen een som van 756 guldens, 6 stuivers en 12 penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de goorden daarachter
gelegen en staande op de landerijen van Lambert Glas en Garrit Berens, gelimiteerd oostwaarts de stege, westwaarts Pr Nicolaas Harwig zijn land, voorts haar landerijen gelegen in het zgn Paaschensland, zo en als zij hetzelve van Jan Derks, cs,
hebben aangekocht [T0079_INV5_p037].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 20, nr. 8:
Man : Lubbert Smit, weduwenaar.
Vrouw : -.
Kinderen >10 jaar : Berent Lubberts, Mettjen Lubberts, Wolterdine Lubberts.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : Roelof Waanders, Weed. Jan Berets.
Inwonenden : -.

1748-09-28: Albert Vrijlink en zijn dochter Aaltjen Berens Vrijlink, bijgestaan met kerkm Hindrik Eevertman als haren voogd, welke wenges genegotieerde penningen en geleverde winkelwaren schuldig te zijn aan de Ed Jan Thoms Schimmelpennink en
zijn vrouw, een som van 75 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 200 treden roedemaat bouwland, gelegen in de landerijen van de wedw wijlen Roeloff Gerrits Smelt, gelimiteerd oostwaarts Pastorienland, westwaarts Lubbert Smit.
Kantlijn akte: Deze ... is aan de rentheffer voldaan, waardoor de akte wordt doorgehaald [T0079_INV5_p235].

1749-07-19: Jenneken Aarens, wedw van Roeloff Gerrits Smelt en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henrik Harwig als haar voogd, welke wegen genegotieerde penningen schuldig te zijn aan de Ed Jan Thomas
Schimmelpennink en zijn vrouw, een som van 25 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op, uit de geabandoneerde boelel van Albert Vrijlink, gerechtelijk aangekochte 200 treden roede maat bouwland, in de landerijen van haar comparante
gelegen, gelimiteerd oostwaarts Pastorienland, westwaarts Lubbert Smit [T0079_INV5_p264].

1750-06-13: Lubbert Derks Smit, als aangestelde voogd, nevens Derk Harms, over de prodigus [=verkwister] verklaarden Jan Berens Smelt, welke verklaarden ingevolge daarvan gerechtelijke condities en voorwaarden op 12 janauari 1750 verkocht te
hebben, overdracht deszelfs prodigus verklaren Jan Berns Smelt eigen toebehorende huis, met de plaatse, en een stukjen goordenland daarachter liggende en 3,5 koeweide, alles staande en gelegen op en in het land van Lubbert Derks Smit en de wedw
van Roeloff Gerrits Smelt, en dan nog 300 treden roede maat bouwland op een stuk, gelegen in het zgn Haaloversland, alhier op het Vriezenveen gelegen, zo en als het Jan Berens Smelt in het gebruik heeft gehad, aan handen van Derk Harms en zijn
vrouw Jenneken Brens Barkhoff, voor een som van 940 guldens, van welke volle kooppenningen hij Lubbert Derks Smit bekent dat daar zijn mede voogd Derk Harms ten vollen zijn voldaan en betaald [T0079_INV5_p288].

1750-06-13: Lubbert Derks Smit en Derk Harms, als aangestelde voogden over Jan Berens Smelt, verklaarden over te dragen, gelijk doen kracht dezes genoemde Jan Berens Smelt zijn akker hoevenland op de westere Hoeve gelegen, gelimiteerd oostwaarts
Gerrijt Jansen, cs, westwaarts Croll Kleijn Jan, cs, en dan nog een halve akker woesten land, zijnde gelimiteerd aan de oostzijde de wedw van Harmen Berens, cs, en aan de westzijde Engbert Jansen, cs, zo en als hij Jan Berens Smelt hetzelve in
het gebruik heeft gehad, ten profijte van Harmen Egbers en zijn vrouw Aaltjen Gerrits Feijer, voor een som met de mest haver en hooi van 230 guldens [T0079_INV5_p293]. 
Smit, Lubbert (I16504)
 
83768 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

1749-03-19: Jasper ten Caate, Jan, Jannes, Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Hendrik ten Caate als haren voogd, welke verklaarden op 9 februari 1749 aan Hindrik Gerrits en zijn vrouw verkocht te hebben
een akker hooiland, gelegen in het zgn Voss Wilmsland (?), beginnende van de Waterleijdick, en eindigende met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Jan Smelt, westwaarts Klaas Berens, cs, zo en als comparanten wijlen vader Egbert ten Caate in het
gebruik heeft gehad, voor een som van 537 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p250].

1750-02-19: Jasper ten Caate, Jan en Jannes ten Cate, voorts Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Henrik ten Caate en Engbert Henriks als haren voogden, welke verklaarden op 9 februari 1749 verkocht te
hebben het halve land, opgaans te vene, te velde met top en twijg daarop staande, zijnde het oostere stukke bouwland, blijvende het verdere land in gemeenschap, maar de goordens zullen kunnen en mogen verdeeld worden, en de brink in gemeenschap
blijven, met het houtgewas daarop staande, maar de timmeragie behouden verkopers voor haar, zijnde het land bezwaard boven de ordinairis lasten met 2 ...nt rogge jaarlijks aan de tijdelijke predikant tot Almelo, en behouden de verkopers het recht
om een brug te mogen leggen van de gemeenschappelijke brink achter verkopers schuur om na of op het zgn Glase Klaas Hindriksland te mogen varen en drijven, wat zij te vader hebben, ten profijte van Wijcher Jansen en zijn vrouw, voor een som van
810 guldens en 11 stuivers [T0079_INV5_p279].

1750-11-26: Testament van Frederika ten Caate, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Engbert Timmerman als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Jannes ten Caate en haar 2 zussen, met namen Berentjen en Janna ten Caate, enig en universele erfgenamen;
- aan de armen alhier op het Vriezenveen, 15 guldens [T0079_INV5_p311].

1758-12-18: De E Jan ten Caate en zijn vrouw Judith Costers, voorts Jan Harmen Costers en zijn vrouw Aaltjen Costers, en doen bij dezen in kwalitiet als verkopers van de bij sententie verwonnen en executabel verklaarde vaste goederen van Jasper
ten Caate, gerechtelijk cessie, transport en overdracht aan Jannes ten Caate, Berentjen ten Caate, Frederika en Janna ten Caate, en haar erfgenamen van het huis, schuur, varkensschot, met de halve brink, en houtgewas daarop staande, alsmede de
halve goorden achter het huis, met nog 4 wanden bouwland en de opslag, zo en als zij verkopers hetzelve gerechtelijk op 30 oktober 1751 ingevolge condities en voorwaarden uit de boedel van Jasper ten Caate hebben aan haar gekocht, voor een som
van penningen, zo de verkopers bekennen dat aan haar door de kopers ten vollen waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p734].

1791-10-03: De wedw van wijlen Jan Roelof Smeld en deszelfs dochter Josina Smelt, de eerste geassisteerd met Hendrik Jansen Bramer en de laatste met F R Heek als hun voogden, welke samen en ieder afzonderlijk verklaren schuldig te zijn aan
Abraham Hanterman te Almelo een som van 300 guldens, aan de weduwe van Jasper ten Cate 150 guldens en aan de kinderen van wijlen P W Harwig 50 guldens, te samen 500 guldens, zij comparanten gesterkt als voren tot een speciaal hypotheek en
onderpand stellen, haar huis en landerijen opgaans met het houtgewas daarop staande [T0079_INV10_p112vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn broer Jasper], 10-05-1755). 
ten Cate, Janna (I16477)
 
83769 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

1749-03-19: Jasper ten Caate, Jan, Jannes, Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Hendrik ten Caate als haren voogd, welke verklaarden op 9 februari 1749 aan Hindrik Gerrits en zijn vrouw verkocht te hebben
een akker hooiland, gelegen in het zgn Voss Wilmsland (?), beginnende van de Waterleijdick, en eindigende met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Jan Smelt, westwaarts Klaas Berens, cs, zo en als comparanten wijlen vader Egbert ten Caate in het
gebruik heeft gehad, voor een som van 537 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p250].

1750-02-19: Jasper ten Caate, Jan en Jannes ten Cate, voorts Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Henrik ten Caate en Engbert Henriks als haren voogden, welke verklaarden op 9 februari 1749 verkocht te
hebben het halve land, opgaans te vene, te velde met top en twijg daarop staande, zijnde het oostere stukke bouwland, blijvende het verdere land in gemeenschap, maar de goordens zullen kunnen en mogen verdeeld worden, en de brink in gemeenschap
blijven, met het houtgewas daarop staande, maar de timmeragie behouden verkopers voor haar, zijnde het land bezwaard boven de ordinairis lasten met 2 ...nt rogge jaarlijks aan de tijdelijke predikant tot Almelo, en behouden de verkopers het recht
om een brug te mogen leggen van de gemeenschappelijke brink achter verkopers schuur om na of op het zgn Glase Klaas Hindriksland te mogen varen en drijven, wat zij te vader hebben, ten profijte van Wijcher Jansen en zijn vrouw, voor een som van
810 guldens en 11 stuivers [T0079_INV5_p279].

1750-11-26: Testament van Frederika ten Caate, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Engbert Timmerman als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Jannes ten Caate en haar 2 zussen, met namen Berentjen en Janna ten Caate, enig en universele erfgenamen;
- aan de armen alhier op het Vriezenveen, 15 guldens [T0079_INV5_p311].

1758-12-18: De E Jan ten Caate en zijn vrouw Judith Costers, voorts Jan Harmen Costers en zijn vrouw Aaltjen Costers, en doen bij dezen in kwalitiet als verkopers van de bij sententie verwonnen en executabel verklaarde vaste goederen van Jasper
ten Caate, gerechtelijk cessie, transport en overdracht aan Jannes ten Caate, Berentjen ten Caate, Frederika en Janna ten Caate, en haar erfgenamen van het huis, schuur, varkensschot, met de halve brink, en houtgewas daarop staande, alsmede de
halve goorden achter het huis, met nog 4 wanden bouwland en de opslag, zo en als zij verkopers hetzelve gerechtelijk op 30 oktober 1751 ingevolge condities en voorwaarden uit de boedel van Jasper ten Caate hebben aan haar gekocht, voor een som
van penningen, zo de verkopers bekennen dat aan haar door de kopers ten vollen waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p734].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar broer Jasper]). 
ten Cate, Berendjen (I19876)
 
83770 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

1749-03-19: Jasper ten Caate, Jan, Jannes, Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Hendrik ten Caate als haren voogd, welke verklaarden op 9 februari 1749 aan Hindrik Gerrits en zijn vrouw verkocht te hebben
een akker hooiland, gelegen in het zgn Voss Wilmsland (?), beginnende van de Waterleijdick, en eindigende met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Jan Smelt, westwaarts Klaas Berens, cs, zo en als comparanten wijlen vader Egbert ten Caate in het
gebruik heeft gehad, voor een som van 537 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p250].

1750-02-19: Jasper ten Caate, Jan en Jannes ten Cate, voorts Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Henrik ten Caate en Engbert Henriks als haren voogden, welke verklaarden op 9 februari 1749 verkocht te
hebben het halve land, opgaans te vene, te velde met top en twijg daarop staande, zijnde het oostere stukke bouwland, blijvende het verdere land in gemeenschap, maar de goordens zullen kunnen en mogen verdeeld worden, en de brink in gemeenschap
blijven, met het houtgewas daarop staande, maar de timmeragie behouden verkopers voor haar, zijnde het land bezwaard boven de ordinairis lasten met 2 ...nt rogge jaarlijks aan de tijdelijke predikant tot Almelo, en behouden de verkopers het recht
om een brug te mogen leggen van de gemeenschappelijke brink achter verkopers schuur om na of op het zgn Glase Klaas Hindriksland te mogen varen en drijven, wat zij te vader hebben, ten profijte van Wijcher Jansen en zijn vrouw, voor een som van
810 guldens en 11 stuivers [T0079_INV5_p279].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn broer Jasper]). 
ten Cate, Jan (I19877)
 
83771 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

1766-11-19: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berent Lubberts Smit en zijn vrouw Jenneken Gerritsen Smelt, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Roelof Wolters als haar voogd, waarin genoemd:
- zij aan haar vader Gerrit Harmsen Smelt en haar moeder Mettjen Frederix Tuitertien, legitieme portie;
- beide aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV7_p043].

1773-12-11: Jan Schol en zijn vrouw Gerhardina Cruijs, welke verklaarden in 1773 verkocht te hebben een gras en hooiland, gelegen in en op de landerijen van het zgn Sijmensland hen booven, ongeveer lang 200 trat roede maat, westwaarts Jan
Leenders en oostwaarts het zgn Olde Scholsland, ten profijte van Berent Lubberts Smit en zijn vrouw, voor een som van 170 guldens [T0079_INV7_p232].

1779-06-05: Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, Henderik Arents en zijn vrouw Fenneken Berents, Aeltien Arents, weedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents als haar voogd, benevens Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt,
Albert Broertien en zijn vrouw Janna Hinderiks Hoff en Derk Broertien, tezamen erfgenamen van wijlen Gerrit Gerritsen Scholten, welke verklaarden verkocht te hebben op 28 januari 1779 een akker hooiland in het zgn Paeschensland, zijnde
onverscheiden met Luicas Derksen, cs, beginnende van de buijterenweg en eindigende met de dijk en de Aa, gelimiteerd oostwaarts Frontemansland en westwaarts het zgn Busschersland, aan handen van Adolph Henderik Schoemaaker, voor een som van 175
guldens [T0079_INV8_p131].

1779-06-05: Claas Jansen Auken en Gerrit Luicas Keppeling, als voogden over Aaltien Evers Costers, weduwe van wijlen Gerrit Scholten, benevens Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, Henderik Arents en zijn vrouw Jenneken Berents, Aeltien
Arents, wedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents Smit als haar voogd, benevens Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt, Albt Broertien en zijn vrouw Janna Hinderiks Hoff en Derk Broertien, te samen erfgenamen van wijlen Gerrit
Gerritsen Scholten junior, welke verklaarden verkocht te hebben op 28 januari 1779 van 8 wanden bouwland of grasland, zijnde de 1e wanden alle op voornoemde Gerrit Scholtensland, hen booven en onder dezen gerigte gelegen, gelimiteerd westwaarts
Wieger Gerritsen en oostwaarts Scharphoff, en met het recht om hunne beesten te drijven over de brink dagelijks heen en weder, op gelijke wijk als Wieger Gerrits en Freedk Roelofs, ten profijte van Gerrit Braemer en Jan de Graeff, voor een som
van 420 guldens [T0079_INV8_p132].

1788-07-07: Koopakte [T0079_INV_p036].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 23-04-1758). 
Smit, Berend (I16503)
 
83772 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

1788-07-07: Koopakte [T0079_INV_p036].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 23-04-1758). 
Smelt, Jenneken (I16425)
 
83773 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

1816-07-25: Notaris Warnaars, 1816, nr. 263, borgsom.

Landbouwer in 1816/1829/1833, wever in 1835.
Woonde te Vriezenveen (05-07-1816, 18-04-1829, 18-08-1833, 18-04-1835, 11-03-1837); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (tot 12-09-1845).

Jan Abbink was getuige bij het huwelijk tussen Derk Eshuis (onverwant) en Gerritdina Koorsen (zijn nichtje), op 18 april 1835 te Vriezenveen afgesloten. 
Abbink, Jan (I12382)
 
83774 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

Jasper Jansen was getuige bij het huwelijk tussen Johannes van Dijk (onverwant) en Egberdina Jansen (zijn zus), op 5 mei 1838 te Vriezenveen afgesloten.

1837-05-05: Jasper Jansen, woont te Vriezenveen, is bruidegom. Woonde te Vriezenveen (06-03-1838, 05-05-1838); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde 225 (22-11-1839); Vriezenveen (01-04-1841, 10-11-1844); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (23-01-1848);
Vriezenveen, 4-nvm (12-07-1862); Vriezenveen (09-04-1868, 14-07-1880); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 404 (tot 14-03-1887). 
Jansen, Jasper (I17992)
 
83775 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178.

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 20, nr. 10:
Man : Jasper ten Cate.
Vrouw : -.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : 1 scheper Hinr. Hinderixen.
Inwonenden : Jan ten Cate, Jannes ten Cate, Berentjen ten Cate, Janna ten Cate (zijn broers en zussen).

1749-03-19: Jasper ten Caate, Jan, Jannes, Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Hendrik ten Caate als haren voogd, welke verklaarden op 9 februari 1749 aan Hindrik Gerrits en zijn vrouw verkocht te hebben
een akker hooiland, gelegen in het zgn Voss Wilmsland (?), beginnende van de Waterleijdick, en eindigende met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Jan Smelt, westwaarts Klaas Berens, cs, zo en als comparanten wijlen vader Egbert ten Caate in het
gebruik heeft gehad, voor een som van 537 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p250].

1750-02-19: Jasper ten Caate, Jan en Jannes ten Cate, voorts Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Henrik ten Caate en Engbert Henriks als haren voogden, welke verklaarden op 9 februari 1749 verkocht te
hebben het halve land, opgaans te vene, te velde met top en twijg daarop staande, zijnde het oostere stukke bouwland, blijvende het verdere land in gemeenschap, maar de goordens zullen kunnen en mogen verdeeld worden, en de brink in gemeenschap
blijven, met het houtgewas daarop staande, maar de timmeragie behouden verkopers voor haar, zijnde het land bezwaard boven de ordinairis lasten met 2 ...nt rogge jaarlijks aan de tijdelijke predikant tot Almelo, en behouden de verkopers het recht
om een brug te mogen leggen van de gemeenschappelijke brink achter verkopers schuur om na of op het zgn Glase Klaas Hindriksland te mogen varen en drijven, wat zij te vader hebben, ten profijte van Wijcher Jansen en zijn vrouw, voor een som van
810 guldens en 11 stuivers [T0079_INV5_p279].

1758-12-18: De E Jan ten Caate en zijn vrouw Judith Costers, voorts Jan Harmen Costers en zijn vrouw Aaltjen Costers, en doen bij dezen in kwalitiet als verkopers van de bij sententie verwonnen en executabel verklaarde vaste goederen van Jasper
ten Caate, gerechtelijk cessie, transport en overdracht aan Jannes ten Caate, Berentjen ten Caate, Frederika en Janna ten Caate, en haar erfgenamen van het huis, schuur, varkensschot, met de halve brink, en houtgewas daarop staande, alsmede de
halve goorden achter het huis, met nog 4 wanden bouwland en de opslag, zo en als zij verkopers hetzelve gerechtelijk op 30 oktober 1751 ingevolge condities en voorwaarden uit de boedel van Jasper ten Caate hebben aan haar gekocht, voor een som
van penningen, zo de verkopers bekennen dat aan haar door de kopers ten vollen waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p734].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
ten Cate, Jasper (I19875)
 
83776 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178. Woonde te Almelo (12-01-1765) Abbink, Gerrit Jan (I12579)
 
83777 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178. Woonde te Vriezenveen. ten Cate, Fredrik (I19947)
 
83778 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178/190.

1749-03-19: Jasper ten Caate, Jan, Jannes, Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Hendrik ten Caate als haren voogd, welke verklaarden op 9 februari 1749 aan Hindrik Gerrits en zijn vrouw verkocht te hebben
een akker hooiland, gelegen in het zgn Voss Wilmsland (?), beginnende van de Waterleijdick, en eindigende met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Jan Smelt, westwaarts Klaas Berens, cs, zo en als comparanten wijlen vader Egbert ten Caate in het
gebruik heeft gehad, voor een som van 537 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p250].

1750-02-19: Jasper ten Caate, Jan en Jannes ten Cate, voorts Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Henrik ten Caate en Engbert Henriks als haren voogden, welke verklaarden op 9 februari 1749 verkocht te
hebben het halve land, opgaans te vene, te velde met top en twijg daarop staande, zijnde het oostere stukke bouwland, blijvende het verdere land in gemeenschap, maar de goordens zullen kunnen en mogen verdeeld worden, en de brink in gemeenschap
blijven, met het houtgewas daarop staande, maar de timmeragie behouden verkopers voor haar, zijnde het land bezwaard boven de ordinairis lasten met 2 ...nt rogge jaarlijks aan de tijdelijke predikant tot Almelo, en behouden de verkopers het recht
om een brug te mogen leggen van de gemeenschappelijke brink achter verkopers schuur om na of op het zgn Glase Klaas Hindriksland te mogen varen en drijven, wat zij te vader hebben, ten profijte van Wijcher Jansen en zijn vrouw, voor een som van
810 guldens en 11 stuivers [T0079_INV5_p279].

1750-11-26: Testament van Frederika ten Caate, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Engbert Timmerman als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Jannes ten Caate en haar 2 zussen, met namen Berentjen en Janna ten Caate, enig en universele erfgenamen;
- aan de armen alhier op het Vriezenveen, 15 guldens [T0079_INV5_p311].

1758-12-18: De E Jan ten Caate en zijn vrouw Judith Costers, voorts Jan Harmen Costers en zijn vrouw Aaltjen Costers, en doen bij dezen in kwalitiet als verkopers van de bij sententie verwonnen en executabel verklaarde vaste goederen van Jasper
ten Caate, gerechtelijk cessie, transport en overdracht aan Jannes ten Caate, Berentjen ten Caate, Frederika en Janna ten Caate, en haar erfgenamen van het huis, schuur, varkensschot, met de halve brink, en houtgewas daarop staande, alsmede de
halve goorden achter het huis, met nog 4 wanden bouwland en de opslag, zo en als zij verkopers hetzelve gerechtelijk op 30 oktober 1751 ingevolge condities en voorwaarden uit de boedel van Jasper ten Caate hebben aan haar gekocht, voor een som
van penningen, zo de verkopers bekennen dat aan haar door de kopers ten vollen waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p734].

1776-01-18: Testament van Jannes ten Cate en zijn vrouw Fenneken Jansen, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Derk Jansen als haar voogd, waarin genoemd:
- aan de kerk van deze plaats, 50 guldens [T0079_INV8_p041vo].

1776-12-12: Jan Berents Berkhoff en Jannes ten Cate, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Gerrit Jansen, benevens Jannes ten Cate en zijn vrouw Fenneken Jansen, ende Janna Jansen, vrouw van Jan Feijer, welke prodigus (=wegens
verkwisting onder curatele gesteld), zijnde zij in dezen bijgestaan met Jannes ten Cate als haar voogd, welke comparanten verklaarden verkocht te hebben hare grasgoorden, in en op de landerijen van het zgn Doddenland, achter de Waterleijdink,
alhier op 't Vriezenveen gelegen, ten profijte van Jannes Henderiksen en zijn vrouw, voore en som van 121 guldens [T0079_INV8_p056].

1780-01-01: Testament, opgemaakt ten huize of woning van, van Jannes ten Caete en zijn vrouw Fenneken Jansen, de 1e enigszins ziek van lichaam, de laatste gezond van lichaam, verklaarde niet te kunnen schrijven en bijgestaan met Wieger Jansen
als haar voogd, enigszins ziek van lichaam bevonden, waarin genoemd:
- hij aan zijn naaste bloedverwanten, 400 guldens, waarvan 200 guldens voor zijn zuster Hendrica ten Cate, getrouwd met Henderik van Olde;
- hij aan HenderikGerrits, zijn borstrok met de daarin zijnde zilveren knopen en zijn zilveren gespen van de schoenen;
- zij aan haar naaste bloedverwanten, 400 guldens;
- beide aan Gods armen alhier, 50 guldens;
- beide aan de kerk alhier, 50 guldens [T0079_INV8_p157]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn broer Jasper], 21-05-1768). 
ten Cate, Jannes (I19946)
 
83779 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178/195/239.

1771-01-09: Henr ten Cate en Roelof Jansen, als voogden van de weduwe van wijlen Luicas Berents en haar innocente dochter, de welke bekende en verklarende op 27 september 1769 verkocht te hebben, ten 1e, het bouwland, beginnende van dat van
Gerrit Willemsen Heer, bovenwaarts opgaande met de opslag, veen waarts in en opgaande, voor een som van 220 guldens, welk bouwland en opslag betekend is ten oosten Wieger Gerrits en ten westen Luicas Derks, cs, voor het 2e, op 30 jnauari 1770
verkocht te hebben 5 koeweiden, beginnende van deze Kerkweg, tot aan de Oldenweg, behalve de goorden achter het hek, die van de weg begint, zover dezelve aan de verkoper behoord behouden die aan zich alsmede de verdere goordens, dus zijn 5
koeweiden, alleen verkocht voor een som van 130 guldens, ten 3e, mede verkocht te hebben de halve brink, met de 4 wanden, beginnende van de brink bovenwaarts in en eindigende tot aan Gerrit Willemsen, en dan 2 wanden achter Gerrit Willemsen in
een koop en zulks voor een som van 310 guldens, tezamen een som van 660 guldens, ten profijte van Luicas Derks, Gerrit Derks, Harmannus Derks en Janna Derksen, en hare erfgenamen [T0079_INV7_p142].

1779-09-20: Berent Gerrits Pijp, verklaarde in dezen jaar 1779 verkocht te hebben een akker turfland op de westere hoeve, gelimiteerd westwaarts Barent Winter en oostwaarts H Gerritsen, aan Lucas en Mannes Derksen, voor een som van 189 guldens
[T0079_INV9_p039].

1779-12-24: Testament, opgemaakt ten huize of woning van, Luicas Derksen, Mannes Derksen en Janna Derksen, tezamen broeders en zusters en allen getekend, de laatste bijgestaan met Egbt Harms als haar voogd, de 1e enigszins ziek van lichaam, de
laatste 2 gezond van lichaam, waarin genoemd:
- aan de diaconie en armenstaat, 100 guldens [T0079_INV8_p156]

1753-02-08 (ws lees: 1783-02-08): Coobus Bokhove en zijn vrouw Fredrica Scholten, verklaarden schuldig te zijn aan Mannes Derks een som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op hun huis en verdere timmeragie, met al het
bouw of grasland, bestaande in 7,5 wand, mits gaders 2 grasgoorden, beginnende van dezen Kerkweg tot aan de zogenaamde Waterleijdink op het zogenaamde Fredrik Scholtensland gelegen [T0079_INV9_p039vo].

1784-12-28: Mannes Derks, broer (Testament Gerrit Derks en Hendrikjen Jansen) [Toeg079_Inv9].

1794-10-06: Mans Derks en zijn vrouw Henderika Jansen, verklaarden in het jaar 1791 te hebben overgedaan en verruild haar huis, schuur en landerijen, gelimiteerd oostwaarts Wichr Gerrits en westwaarts het land van H Leenders aan Hendk Jansen en
zijn vrouw Harmina Hendriksen, compeeranten verklaarden dat aan hun wegens deze overdoeninge in alle dele door Hendk Jansen alles [T0079_INV10_p174vo].

1794-10-06: Hendk Jansen Bramer en zijn vrouw Harmina Hendriksen, verklaarden in het jaar 1791 haar huis en landerijen te hebben verruild en overgedaan aan Mans Derks en zijn vrouw Henderika Jansen, zijnde gelimiteerd oostwaarts de wedw Mulders
en westwarts Wichr Jansen [T0079_INV10_p175].

1798-03-26: Op 26 maart 1798 heeft Mannes Derks in de 50sten penning aangegeven voor en namens zijn kinderen de erfenis van wijlen zijn broer Gerrit Derks op voormelde kinderen, gedevolveerd in de maant januari jongstleden, bestaande uit de
volgende vaste goederen: 1,5 akker land opgaans met een half huis en een halve schuur, 2 dagwerk hooiland in Geesenland, 1 koeweide in Klaas Bramersland, 1,25 dagwerk hooiland in de woesten en ... een halve akker hoeven land [T0079_INV45].

1798-03-26: Op 26 maart 1798 geeft Mannes Derks de 50e penning aan voor en namens zijn kinderen vanwege de erfenis van wijlen zijn broer Gerrit Derks aan hen bij testament gelegateerd in de afgelopen maand januari. Het betreft een halve akker
land opgaans en een half huis met de halve schuur en 2 dagwerk hooiland in Geesenland; een koeweide in Klaas Bramersland; 1 dagwerk hooiland in de Woesten en een halve akker Hoevenland [bron: HCO, toeg. 3.1, inv. 2668/Website Erik Berkhof].

1808-07-15: Op 15 juli 1808 zijn verschenen Wicher Jansen en zijn aangetrouwde kinderen Lucas Joosst en zijn vrouw Fiena ten Cate, en Margareta Winter, vrouw van Lucas Jansen, caverende voor hare man voornoemd onder adsistentie van Gerhardus
Kruijs, als hare gekooren en toegelaten voogd in dezen, en voorts Gerhardus Hulshof als gevolmachtigde van zijne vrouw Gerhardiena Jansen, welke verklaarden ingevolge met malkanderen geslotene conventie in dato 8 juli 1808 waarvan hier copia
Aalhentigue annex sub nr A bij dezen te cederen en te transporteren aan Mannes Derks en zijn huisvrouw Hendrica Jansen alle de vaste en mobile goederen waaronder begrepen zijn het huis, schuur en alle landerijen met het houtgewas zoals de vader
Wicher Jansen het op heden in zijn gebruik heeft, voorts alle de inboedel van wat aard het ook zij, alsmede paard, koebeesten en alles wat onder het bouwgereedschap kan of mag getrokken worden en dus met een woord alle roerende en onroerende
goederen voor een som van 2000 guldens. Benevens de onder de navolgende voorwaarden in meer gemelde acte omschreven, dat de vader Wicher Jansen voor zich blijft behouden ene stede bij de haard, licht en brand vrij, dezelfs de slaapplaats en in
allen delen de vrijheid in 't huis of ophet land van wat aard het ook zij niets uitgezonderd zoals hij het tot heden toe gehad heeft. Waar tegens aan hem comprarenten uit den voorzeiden boedels van Wicher Jansen en kinderen uit de effecten rente
of comptante penningen zal uitgekeerd worden een som van 4000 guldens [T0079_INV15].

1808-08-15: Op 15 augustus 1808 zijn verschenen Mannes Derks en zijn vrouw Hendrika Jansen, welke verklaarden dezer dagen te hebben verkocht aan zijnen schoonzoon Jan Winter en zijn vrouw Derkdiena Derks, hun comperanten eigene dochter, haar
huis, schuur, zijnde numero 236, met alle de daar aanhorige zo hoge als lage landerijen opgaans het erve of te elders gelegen benevens alle de mobilaire en beweeglijke goederen, als zij comparanten het voorzijde huis en landerijen volgens acte
van overdacht voor dezen gerichte in dato 15 juli 1808 gepasseert en ten Prothocolle van transport van vaste goederen op folio 80, 81 & 82 geregistreert, met ene daarbij annex zijnde onderhandse concentie, welke mede ten Prothocolle voornoemd op
foll 82, 83 & 84 is geregistreerd in eigendom hebben verkregen en zuls alles voor een som van 1200 guldens [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 14-11-1784). 
Derks, Hermannus (I10620)
 
83780 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178/291; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 79/116.

Koopman in 1853/1855/1857/1859, grondeigenaar in 1887.

Woonde te Vriezenveen (Vanaf 14-01-1819); St. Petersburg [Rusland] (Vanaf 1835); Vriezenveen (30-11-1853, 31-01-1855 [afwezig], 02-08-1857); Vriezenveen, 4-nvm (25-08-1859, 30-12-1872); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 409 (tot 19-09-1887).

BR: Woonde te Vriezenveen, Wijk 4, nr. 254 / nr. 275, Westeinde (1860 t/m ?, inwonend is schoonzus Gezina Derks, in dienst zijnde Johanna Abbink en in dienst zijnde Gezina Post); Naar blz. 672. 
Winkel, Wicher (I11788)
 
83781 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 178; De Hollandse Hervormde Kerk in Sint-Petersburg 1713-1927, deel II, blz. 252?
In zijn overlijdensadvertentie valt te lezen, dat De Affaire op dezelfde voet, onder de firmanaam J.W. en H. Harmsen, zal worden voortgezet door zijn twee broeders.

1815-09-08: Notaris Warnaars, 1815, nr. 122, gifte onder de levenden.
1816-07-25: Notaris Warnaars, 1816, nr. 263, borgsom.
1816-11-23: Notaris Van Riemsdijk, 1816, nr. 303, koopcontract.
1822-12-05: Notaris Warnaars, 1822, nr. 173, royement.
1823-10-04: Notaris Warnaars, 1823, nr. 143, borgsom met hypotheek.
1823-11-26: Notaris Warnaars, 1823, nr. 172, borgsom met hypotheek.
1824-08-05: Notaris Warnaars, 1824, nr. 095, cessie van borgsom.
1824-08-05: Notaris Warnaars, 1824, nr. 096, borgsom met hypotheek.
1827-12-05: Notaris Warnaars, 1827, nr. 247, publieke verkoop van vast goed.
1829-11-19: Notaris Warnaars, 1829, nr. 244, publieke inzate en definitieve toewijzing van vast goed (huis).
1830-12-11: Notaris Warnaars, 1830, nr. 231, borgsom met hypotheek.
1832-10-08: Notaris Warnaars, 1832, nr. 217, publieke verkoop van vast goed (huis).
1834-04-04: Notaris Warnaars, 1834, nr. 047, borgsom met hypotheek.

Wicher Harmsen (24 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Fredrik Bokhoeve (onverwant) en Jenneken Jansen (onverwant) en tussen Albertus Companjen (onverwant) en Koerdina Jansen (onverwant) en tussen
Gerhardus Jansen (onverwant) en Janna Hendriks (onverwant), alle drie op 1 april 1812 te Vriezenveen afgesloten.
Wicher Harmsen (27 jaar, kooplui te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerrit Hekhuis (onverwant?) en Jenneken Leenderts (onverwant?), op 1 april 1815 te Vriezenveen afgesloten.
Wicher Harmsen (27 jaar, koopman en landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Hendrikus Aman (onverwant?) en Grietjen Tutertjen (onverwant?), op 10 juni 1815 te Vriezenveen afgesloten.
Wicher Harmsen was getuige bij het huwelijk tussen Jan Harmsen (zijn broer) en Johanna Hendriks Aman.
Wicher Harmsen (29 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerrit Stenvers (onverwant) en Hendrina Wolthuis (onverwant) en tussen Jannes Meulenbeld (onverwant) en Hanna Otten Holland (onverwant) en tussen
Zwerus Evers (onverwant) en Jenneken Koes (onverwant), alle drie op 5 april 1817 te Vriezenveen afgesloten.
Wicher Harmsen (34 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Hendrik Prinsen (onverwant) en Hendrika Bekkink (onverwant), op 6 april 1822 te Vriezenveen afgesloten.
Wicher Harmsen was getuige bij het huwelijk tussen Jan Hendrik Hulshof (zijn aangehuwde neef) en Juliana Helena Jansen (haar aangehuwde neef), op 13 december 1827 te Vriezenveen afgesloten [DEZE VERWANTSCHAP HEB IK NOG NIET AANGETOOND].
Wicher Harmsen was getuige bij het huwelijk tussen Wicher Jansen (zijn aangehuwde neef) en Aleida Christina Joost (onverwant), op 21 november 1828 te Vriezenveen afgesloten.
Wicher Harmsen (42 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Leonard Karel Dull (zijn angehuwde neef) en Johanna Wicherdina Joost (onverwant), op 2 december 1830 te Vriezenveen afgesloten [DEZE VERWANTSCHAP
HEB IK NOG NIET AANGETOOND].
Wicher Harmsen (47 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Derk Eshuis (onverwant) en Gerritdina Koorsen (onverwant), op 18 april 1835 te Vriezenveen afgesloten.

Koopman in 1815/1817/1820/1822/1827-1828/1830/1843.
Woonde te Vriezenveen (04-11-1815, 25-11-1815, 04-08-1817, 24-05-1820, 17-08-1822); Vriezenveen, Westeinde 215 (28-11-1822); Vriezenveen (13-01-1827, 21-11-1828, 11-08-1830, tot 09-12-1843 [verlijf houdende aan de Warmoesstraat, kantoon 1, nr.
85]). 
Harmsen, Wicher (I10005)
 
83782 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 179.

1751-05-22: Jenneken Berens Barkhoff, weduwe van Derk Harms, bijgestaan met Berent Jansen Barkhoff als haar voogd, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben een bovere hoekjen bouwland, zijnde ongeveer of ruim 1,5 wand, met de opslag, en
dan nog 200 treden roede maat bouwland, en gelimiteerd oostwaarts Jan Eevertman, westwaarts Jan Wolters Smitsland, ten profijte van Berent Hindriks en erfgenamen, voor een som van 133 guldens [T0079_INV5_p326].

1751-05-22: Jenneken Berens Barkhoff, wedw van Derk Harms, bijgestaan met Berent Jansen Barkhoff als haar voogd, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben 400 treden roede maat bouwland, de twee (?) beginnende van bovenaan van Berent
Hindriks zijn land, en de twee (?) aanvang nemende van Jan Evertmansland binnen in, gelimiteerd oostwaarts Jan Eevertman, westwaarts Jan Wolters Smitsland, ten profijte van Harmannes Jansen Pleij en zijn vrouw, voor een som van 101 guldens
[T0079_INV5_p328].

1765-05-09: Roeloff Wolters Koster en zijn vrouw Jenneken Berens Barkhoff, welke verklaarden in maart 1765 verkocht te hebben 6 wanden bouwland, alhier op 't Vriezenveen, in het zgn Haaloversland gelegen, ten profijte van Jan Schol, zijn vrouw
Garrijtdina Kruis en kinderen, voor een som van 210 guldens. [T0079_INV6_p401]

1765-05-09: Roeloff Wolters Koster en zijn vrouw Jenneken Berens Barkhoff, welke verklaarden in maart 1765 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, alhier op 't Vriezenveen in wijlen Egbert Ten Caate zijn land gelegen, ten profijte van Wijcher
Jansen, zijn vrouw en kinderen, voor een som van 100 guldens. [T0079_INV6_p402]

1778-03-09: Roelof Wolters Costers en zijn vrouw Jenneken Berents Berkhof, welke verklaarden schuldig te zijn wegens verstrekte penningen aan Johan Julius Diederik mr Chirurgijn alhier, een som van 225 guldens, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op hun bouwland, op de zgn landerijen van Jan Waanders Freriksland, zo voorheen hebben aangekocht, beginnende, achter de bouwgoorden van Gerrit Heethuijs, zijnde de 2 westeren akker met de opslag daar achter gelegen, bovenwaarts in, en
alhier op 't Vriezenveen gelegen, naast het land van Albert Prinsen, en oostwaarts Gerrit Heethuijs. Kantlijn akte: Op 7 juli 1785 verklaart de heer Dr Johan Julius Driedricks dat op 7 mei 1785 deze akte geroyeerd is [T0079_INV8_p094vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Berkhof, Jennigjen (I19678)
 
83783 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 179.

1761-04-12: Jan Captein, woont te Itterbeck, is gedoopt. Zoon van Hendrik Captein.

1830-01-08: Notaris Warnaars, 1830, nr. 006, testament van Jan Kaptein.

Landbouwer in 1833.
Woonde te Nienhuis [Duitsland] (1806); Vriezenveen (28-06-1828); Vriezenveen, Westeinde 228 (tot 06-10-1833). 
Captein, Jan (I15006)
 
83784 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 179.

1765-05-09: Frerick Frederiks Waanders, voor zich zelf, alsmede Berent Gerrits als voogd van de kinderen van wijlen Frerick Frederiks Waanders, benevens Berent Boer, namens zijn schoonzoon Gerrijt Geerdink, alsmede voogd van voorn kinderen, welke
verklaarden op 8 februari 1765 ingevolge gepubliceerde kerkensprake en approbatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombare Heer, verkocht te hebben van de compt en de pupillen eigen toebehorende 2 akkers bouwland, zijnde het wester
stuk, beginnende achter de bouwgoorden, met de opslag daarachter gelegen, alles alhier op 't Vriezenveen liggende, ten profijte van Roeloff Gerrits Koster [IS HIJ DIT?], zijn vrouw en kinderen. [T0079_INV6_p399]

1765-05-09: Roeloff Wolters Koster en zijn vrouw Jenneken Berens Barkhoff, welke verklaarden in maart 1765 verkocht te hebben 6 wanden bouwland, alhier op 't Vriezenveen, in het zgn Haaloversland gelegen, ten profijte van Jan Schol, zijn vrouw
Garrijtdina Kruis en kinderen, voor een som van 210 guldens. [T0079_INV6_p401]

1765-05-09: Roeloff Wolters Koster en zijn vrouw Jenneken Berens Barkhoff, welke verklaarden in maart 1765 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, alhier op 't Vriezenveen in wijlen Egbert Ten Caate zijn land gelegen, ten profijte van Wijcher
Jansen, zijn vrouw en kinderen, voor een som van 100 guldens. [T0079_INV6_p402]

1766-06-09: Engeltien Egberts Braemer, weduwe van Berent Harmsen Cromnuese, bijgestaan met haar meerderjarige zoon Egbert Berentsen, welke verklaarden op 28 februari 1765 verkocht te hebben een halve akker woestenland, gelegen in de westere
woestene, gelimiteerd oostwaarts de Rigterije en westwaarts Berentien Harmsen Klinge, ten profijte van Roelof Wolters en zijn vrouw, voor een som van 100 guldens en 12 stuivers [T0079_INV7_p019].

1766-06-14: Jan Scholl en zijn vrouw Gerhardina Cruijs, welke verklaarden in april 1766 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, gelegen op het zgn Haaloversland, op het oostere stukke, zo en als de comparanten voorheen hetzelve van Roelof Wolters
hebben aangekocht, gelimiteerd oostwaarts het zgn Glaese Klaasland en westwaarts de comparanten voornoemd, aan handen van deszelfs broer Jannes Scholl en zijn vrouw Janna Otten, voor een som van 120 guldens [T0079_INV7_p021].

1778-03-09: Roelof Wolters Costers en zijn vrouw Jenneken Berents Berkhof, welke verklaarden schuldig te zijn wegens verstrekte penningen aan Johan Julius Diederik mr Chirurgijn alhier, een som van 225 guldens, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op hun bouwland, op de zgn landerijen van Jan Waanders Freriksland, zo voorheen hebben aangekocht, beginnende, achter de bouwgoorden van Gerrit Heethuijs, zijnde de 2 westeren akker met de opslag daar achter gelegen, bovenwaarts in, en
alhier op 't Vriezenveen gelegen, naast het land van Albert Prinsen, en oostwaarts Gerrit Heethuijs. Kantlijn akte: Op 7 juli 1785 verklaart de heer Dr Johan Julius Driedricks dat op 7 mei 1785 deze akte geroyeerd is [T0079_INV8_p094vo].

1785-07-07 (?): Roelof Wolters Costers, voor hem zelfs en als vader boedelhouder en wettige voogd van zijn kinders, verklaarde wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan Jan Engberts en zijn vrouw, een som van 300 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op zijn huis, zoals thans door hem wordt bewoond, met de goorden daarachter gelegen, gelimiteerd met het huis van Berent Luberts Smitt, alsmede zijn bouwland op de zogenaamde landerijen van Jan Wanders Freriksland,
zo voor hem hebben gekocht beginnende achter de bouwgoorden van Gerrit Heethuijs, zijnde de 2 westere akker met de opslag daarachter gelegen [T0079_INV9_p099].

Woonde te Vriezenveen. 
Koster, Roelof (I15619)
 
83785 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 179.

1830-01-08: Notaris Warnaars, 1830, nr. 007, testament van Fennegien Coster.
1832-11-22: Notaris Warnaars, 1832, nr. 254, testament van Gerhardus Coster.

Landbouwster in 1828.

Woonde te Vriezenveen (24-11-1793, 28-06-1828); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde 228; Vriezenveen, Westeinde 228 (06-10-1833); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde 228 (tot 29-11-1837). 
Koster, Fennigjen (I15007)
 
83786 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 179.

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 35, nr. 2:
Man : Derk Harmsen.
Vrouw : Jenneken Berentsen.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : De Weed. Harmen Berends.

Waarschijnlijk vernoemd naar de eerste echtgenoot van zijn moeder.

1750-06-13: Lubbert Derks Smit, als aangestelde voogd, nevens Derk Harms, over de prodigus [=verkwister] verklaarden Jan Berens Smelt, welke verklaarden ingevolge daarvan gerechtelijke condities en voorwaarden op 12 janauari 1750 verkocht te
hebben, overdracht deszelfs prodigus verklaren Jan Berns Smelt eigen toebehorende huis, met de plaatse, en een stukjen goordenland daarachter liggende en 3,5 koeweide, alles staande en gelegen op en in het land van Lubbert Derks Smit en de wedw
van Roeloff Gerrits Smelt, en dan nog 300 treden roede maat bouwland op een stuk, gelegen in het zgn Haaloversland, alhier op het Vriezenveen gelegen, zo en als het Jan Berens Smelt in het gebruik heeft gehad, aan handen van Derk Harms en zijn
vrouw Jenneken Brens Barkhoff, voor een som van 940 guldens, van welke volle kooppenningen hij Lubbert Derks Smit bekent dat daar zijn mede voogd Derk Harms ten vollen zijn voldaan en betaald [T0079_INV5_p288].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).

NA ZIJN OVERLIJDEN:

1751-05-22: Jenneken Berens Barkhoff, weduwe van Derk Harms, bijgestaan met Berent Jansen Barkhoff als haar voogd, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben een bovere hoekjen bouwland, zijnde ongeveer of ruim 1,5 wand, met de opslag, en
dan nog 200 treden roede maat bouwland, en gelimiteerd oostwaarts Jan Eevertman, westwaarts Jan Wolters Smitsland, ten profijte van Berent Hindriks en erfgenamen, voor een som van 133 guldens [T0079_INV5_p326]. 
Does, Derk (I19948)
 
83787 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 179/195; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 66/83-86/90-91; De Vriezenveense Courant, 30-01-2003, Vriezenveen van voorbij, Koopmanshuis/dokterspraktijk: Villa Ter
Brake; De Nederlanders en hun kerk in Sint Petersburg, 1704-1927, blz. 38.

1807-09-17: Op 17 september 1807 is verschenen Gerhardus Hulshoff, wonende te Veldhuizen, gevolmachtigd van deszelfs huisvrouw Gerritdiena Jansen, verklarende als erfgenaam van wijlen procureur Hendrikus Hoek voor enige tijd te hebben verkocht
aan Lucas Jansen en zijn vrouw Margraretha Winter de hof en huisplaats met de daarbij behordende brink met alle de daarop staande houtgewassen, gelegen op het zogenaamde Hendr Feijersland als door wijlen procureur HEndrikus Hoek in eigendeom is
bezeten, en dat voor een som van 255 guldesn [T0079_INV15].

1808-06-09: Op 9 juni 1808 zijn verschenen Wicher Jansen en zijn kinderen Hendrica Jansen, in huwelijk hebbende en geadsisteert met Mannes Derks, Lucas Joost en zijn vrouw Fiena ten Cate en Gerhardus Hulhof, in huwelijk hebbende Gerhardiena
Jansen, welke verklaarende kragt dezen cessie transport en de overdracht te doen van de navolgende vaste goederen aan Lucas Jansen en zijn vrouw Margareta Winter, als een huis met de halve brink en goorentjes, een hofje achter het huis van Wicher
Jansen tegen de stege met 4 wanden bouwland, gelegen op Kwat Boersland, voor enige jaren door eerstgemelde comparant aangekocht van de voogden van de innocente dochter Josina Smelt, benevens nog 2 wanden bouwland, mede gelegen op Kwat Boersland,
nog 2 koeweiden gelegen in het land van Wicher Jansen en eindelijk 2 stukjes goordenland liggende op Haloversland, zuidwaards dezen Kerkweg, voor een som van 518 guldens [T0079_INV15].

1811-07-06: Akte van borgtocht tbv de gemeente Vriezenveen. Lucas Jansen en Jan Winter, beide wonende te Vriezenveen, als borgen voor Jan Tijhof, ontvanger der plaatselijke inkomensten te Vriezenveen. [NL-ZIHCO_0122_2_nr046]

1811-10-02: Lucas Jansen, koopman, woont te Vriezenveen, is vader van Lena Juliana Jansen. Bij zijn afwezigheid, werd de geboorte aangeven door de vroedvrouw Jenneken de Groot.

1812-06-22: Notaris Warnaars, 1812, nr. 32, hypotheek (woont op nr. 230).
1812-09-05: Notaris Warnaars, 1812, nr. 112.
1813-11-11: Notaris Warnaars, 1813, nr. 203, testament Jan Winter
1815-01-20: Notaris Warnaars, 1815, nr. 9, Cessie van schuldvordering.
1816-07-09: Notaris Warnaars, 1816, nr. 251, borgsom.
1816-07-25: Notaris Warnaars, 1816, nr. 263, borgsom.
1817-07-10: Notaris Warnaars, 1817, nr. 151, borgsom.
1819-03-01: Notaris Warnaars, 1819, nr. 039, borgsom.
1819-09-29: Notaris Warnaars, 1819, nr. 167, volmacht.
1820-10-02: Notaris Warnaars, 1820, nr. 159, borgsom.
1820-10-23: Notaris Warnaars, 1820, nr. 171, cessie van borgsom.
1821-02-19: Notaris Warnaars, 1821, nr. 037, cessie van borgsom.
1821-04-10: Notaris Warnaars, 1821, nr. 068, volmacht.
1821-06-05: Notaris Warnaars, 1821, nr. 106, borgsom.
1821-09-14: Notaris Warnaars, 1821, nr. 152, borgsom.
1822-03-19: Notaris Warnaars, 1822, nr. 032, volmacht.
1823-04-01: Notaris Warnaars, 1823, nr. 042, volmacht.
1823-11-26: Notaris Warnaars, 1823, nr. 170, borgsom met hypotheek.
1824-03-12: Notaris Warnaars, 1824, nr. 035, volmacht.
1826-04-17: Notaris Warnaars, 1826, nr. 052, cessie.
1830-11-20: Notaris Warnaars, 1830, nr. 217, royement.
1833-05-28: Notaris Van Riemsdijk, 1833, nr. 1810, consent tot royement.

Koopman in 1811/1816.
Woonde te Vriezenveen (02-10-1811 [afwezig], 15-01-1816); St. Petersburg [Rusland] (tot 04-09-1818); Vriezenveen (Vanaf 04-09-1818, 13-12-1827, 21-11-1828, 11-12-1828, 09-04-1829, 08-12-1831, 11-12-1833, 22-03-1838); Vriezenveen, Wijk 4,
Westeinde 232 (tot 30-07-1838).

Lucas Jansen was getuige bij het huwelijk tussen Lambert ter Brake (onverwant) en Maria Helena Hulshof (zijn nichtje), op 11 december 1828 te Vriezenveen afgesloten.

Lucas Jansen was getuige bij het huwelijk tussen Jan de Lange (zijn aangehuwde neefje) en Gerhardina Bramer (onverwant), op 9 april 1829 te Vriezenveen afgesloten. 
Jansen, Lucas (I9753)
 
83788 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180-181/243-244.
Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 54/60/83-84/90/103.

1808-06-09: Op 9 juni 1808 zijn verschenen Wicher Jansen en zijn kinderen Hendrica Jansen, in huwelijk hebbende en geadsisteert met Mannes Derks, Lucas Joost en zijn vrouw Fiena ten Cate en Gerhardus Hulhof, in huwelijk hebbende Gerhardiena
Jansen, welke verklaarende kragt dezen cessie transport en de overdracht te doen van de navolgende vaste goederen aan Lucas Jansen en zijn vrouw Margareta Winter, als een huis met de halve brink en goorentjes, een hofje achter het huis van Wicher
Jansen tegen de stege met 4 wanden bouwland, gelegen op Kwat Boersland, voor enige jaren door eerstgemelde comparant aangekocht van de voogden van de innocente dochter Josina Smelt, benevens nog 2 wanden bouwland, mede gelegen op Kwat Boersland,
nog 2 koeweiden gelegen in het land van Wicher Jansen en eindelijk 2 stukjes goordenland liggende op Haloversland, zuidwaards dezen Kerkweg, voor een som van 518 guldens [T0079_INV15].

1808-06-09: Op 9 juni 1808 zijn verschenen Wicher Jansen en zijn kidneren Hindrica Jansen, in huwelijk hebbende en geadsisteert met Mannes Derks, Margaretha Winter, in huwelijk hebbende Lucas Jansen, careerende mede voor den zelven, geadsisteert
met Gerhardus Kruijs, als haaren momber in dezen en Gerhardus Hulshof, in huwelijk hebbende Gerhardiena Jansen, als gerechtelijk gevolmachtigde van dezelve, welke verklaarden kracht dezen cessie, overdracht en de transport te doen van alle
zodanige vaste goederen als door hem eerstgemelde comparant in de maand februari 1780 zijn aangekocht en op 4 maart 1780 zijn getransporteerd en overgedragen geworden door de erfgenamen van wijlen Jan Berendsen, de welke bestaodn in een huis, met
de plaatse en de goorden daarachter gelegen in en op de landerijen van Wicher Jansen aan de zuidkante van dezen Kerkweg, zo en als den zelven om greven licht, mits gaders een vierde part van het zogenaamde Haloversland, beginnende van hekke heen
buiten tot aan den Oldenweg, alsmede ongeveer 4 wand bouw en zaailand op t eene stukken gelegen op de landerijen van gemelde Haloverland, benevens 2 zielen wanden bouwland gelegen op 't zogenaamde Cat Boersland en zulks alles voor een som van 670
guldens. En vervolgens van de zogenaamde Glaase Klaas Gaarden, gelegen op Halvoversland, beginnende van den Kerkweg tot aan de Waterleijdinge, zomede door hem eerst gemelde comparant op 15 mei 1787 aangekocht en op 2 mei 1788 aan hem overgedragen
van en door de weduwe van Adolph Hendrik Bartelink, voor een som van 285 guldens en 11 stuivers. Voorts nog 2 koeweiden gelegen in het land van Mannes Derks, beginnende van dezen Kerkweg en eindigende aan den dijk of Aa, voor een som van 80
guldens. En zulk alles aan en ten profijte van Lucas Joost en zijn vrouw Fiena ten Cate, voor een som voormeld [T0079_INV15].

1811-05-25: Akte van schuldvordering en hypotheek. Gerrit Ringlink, eigenaar en landbouwer, wonende te Vriezenveen, welke verklaarde schuldig te zijn aan de heer Lucas Joost, eigenaar en koopman, wonende te Vriezenveen, doch zich thans om zaken
van negotie bevindende te Petersburg in Rusland, een som van 425 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis en erve, nr. 191, met de halve brink, zijnde de westzijde, met het daarop staande houtgewas en de daarachter gelegen
aanhorige goordens en stege, het bouwland tegen de stege, de stege daaronder mede begrepen, met nog 3 wanden bouwland roede maat, voort achter aan de stegen, en wijders nog 2 koeweiden, met het aandeel per rato van het daarop staande houtgewas,
beginnende van het hek, zuidwaarts den Kerkweg, en eindigende aan de zgn Achermate, achter de Wetering, en eindelijk een grasgoorden, oostwaarts op Hopmansland en zuidwaarts den Kerkweg, beginnende aan deze Kerkweg en eindigende aan de
Waterleiding, zijnde deze grasgoorden door de schuldenaar in gemeenschap bezeten, met Hendricus Janssen Hopster en Gerrit Berends Oldendijk en met Jan HK Bezoer [?], voorts mede een akker veengrond, oostwaarts op Hopmansland, beginnende achter
het bouwland van Frerik Jan Gosen en Gerrit Berends Oldendijk en zich uitstrekkende naar de kant van Sibculo. [NL-ZIHCO_0122_1_nr035]

1811-11-20: Akte van kwitantie tot royement van hypotheek. De heer Lucas Joost, wonende te Vriezenveen, aan het Westeinde, nr. 231, welke voor zich en namens zijn vrouw verklaarde door hun echtelieden terug ontvangen en zij alzo ten vollen
betaald en voldaan te zijn, wegens alzodanige kapitale som van 249 guldens met verschuldigde rente te vorderen hadden van Frerik Jan Goossink en zijn vrouw, wonende te Vriezenveen, volgens hypotheek op 26 november 1807, op hun huis, met nog 4
wanden bouwland, gelegen op het zgn Duddenland. [NL-ZIHCO_0122_2_nr090]

1811-11-22: Akte van schuldvordreing en hypotheek. Frerik Jan Goossink, eigenaar en landbouwer, wonende te Vriezenveen, aan het Westeinde, nr. 297, welke verklaarde schuldig te zijn aan de heer Lucas Joost, eigenaar en koopman, wonende te
Vriezenveen, aan het Westeinde, nr. 231, een som van 398 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 1e een huis en erve, aan hem schuldenaar gehoende, staande en gelegen te Vriezenveen aan het Westeinde, naast het huis van Berend
Waanders ter ener, en het huis van Derk Mensink ter andere zijde, zijnde bekendelijk bij de laatste brand te Vriezenveen afgebrand geweest en thans weder opgebouwd wordende, met een akker bouwland groot 6,5 wanden op hetzelfde erve gelegen en
daartoe behorende, 2e 2 koeweiden tezamen groot ongeveer 2,5 dagwerk of morgen, liggen op het zgn Hopmansland, noordwaarts aan de Kerkweg, zuidwaarts aan de Aa, oostwaarts aan het land van Berend Waanders, westwaarts aan het land van Derk
Mensink. [NL-ZIHCO_0122_2_nr092]

1811-11-22: Akte van schuldvordreing en hypotheek. Hermanus ten Bruggencate, eigenaar en broodbakker, wonende te Vriezenveen, aan het Westeinde, nr. 290, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Lucas Joost, eigenaar en koopman, wonende te
Vriezenveen, aan het Westeinde, nr. 231, een som van 398 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 1e een woonhuis en erve, staande en gelegen binnen dit dorp Vriezenveen aan het Westeinde, nr. 290, 2e 4 wanden bouwland, gelegen op
het zgn Duddenland, belendende noordwaarts aan het land van Jan Winkel, zuidwaarts aan het land van Gerrit Nijkamp, oostwaarts aan de Kerkweg, en westwaarts aan het land van Gerrit Geerling, welke laatstgemelde 4 wanden bouwland de schuldenaar
thans in eigendom heeft geacquireerd en gekocht van Frerik Jan Goossink, eigenaar mede wonende te Vriezenveen bij akte van 20 november 1811, 3e 3 wanden hooiland, noordwaarts het land van Leendert Leenders, zuidwaarts aan het voormelde woonhuis
van hem Hermanus ten Bruggencate, oostwaarts aan het land van Derk Mensink en westwaarts aan het land van reeds genoemde Leendert Leenders, 4e 6 wanden bouwland, oostwaarts het land van Hendrik Harms, en westwaarts aan het land van Leendert
Leenders, 5e 1,5 koeweide, noordwaarts aan de Kerkweg, zuidwaarts aan de Aa, oostwaarts aan het land van Hendrik Harms, en westwaarts aan het land van Gerrit Nijkamp. [NL-ZIHCO_0122_2_nr093]

1812-05-12: Notaris Warnaars, 1812, nr. 10.
1812-05-12: Notaris Warnaars, 1812, nr. 10 (woont op nr. 231).
1812-09-05: Notaris Warnaars, 1812, nr. 112.
1816-04-29: Notaris Warnaars, 1816, nr. 210, borgsom.
1817-04-25: Notaris Warnaars, 1817, nr. 77, royement.
1817-04-25: Notaris Warnaars, 1817, nr. 78, royement.
1817-05-06: Notaris Warnaars, 1817, nr. 102, borgsom (Fredrik Jan Goosselink of Goossink heeft schuld aan Lucas Joost).
1817-05-25: Notaris Warnaars, 1817, nr. 118, borgsom.
1817-12-23: Notaris Warnaars, 1817, nr. 246, borgsom.
1818-05-04: Notaris Warnaars, 1818, nr. 127, borgsom.
1818-07-15: Notaris Van Riemsdijk, 1818, nr. 511, delegatie.
1819-08-20: Notaris Warnaars, 1819, nr. 148, borgsom.
1819-10-07: Notaris Warnaars, 1819, nr. 178, borgsom.
1819-12-01: Notaris Warnaars, 1819, nr. 208, borgsom.
1820-03-04: Notaris Warnaars, 1820, nr. 022, borgsom.
1820-03-10: Notaris Warnaars, 1820, nr. 027, borgsom.
1820-05-02: Notaris Van Riemsdijk, 1820, nr. 700, hypotheek (te Wierden).
1820-05-29: Notaris Warnaars, 1820, nr. 086, borgsom.
1820-11-30: Notaris Warnaars, 1820, nr. 198, borgsom.
1821-02-14: Notaris Warnaars, 1821, nr. 032, borgsom.
1821-11-29: Notaris Van Riemsdijk, 1821, nr. 892, hypotheek (te Albergen).
1822-03-05: Notaris Van Riemsdijk, 1822, nr. 915, consent tot royement.
1823-03-05: Notaris Warnaars, 1823, nr. 031, borgsom met hypotheek.
1823-05-03: Notaris Van Riemsdijk, 1822, nr. 1022, consent tot royement (te Wierden).
1824-05-29: Notaris Warnaars, 1824, nr. 072, royement.
1826-05-15: Notaris Warnaars, 1826, nr. 084, royement.
1827-03-16: Notaris Warnaars, 1827, nr. 039, borgsom met hypotheek.
1827-07-30: Notaris Warnaars, 1827, nr. 152, publieke verkoop van veldvruchten.
1828-02-10: Notaris Warnaars, 1828, nr. 031, borgsom met hypotheek.
1828-11-27: Notaris Warnaars, 1828, nr. 230, borgsom met hypotheek.
1831-05-17: Notaris Warnaars, 1831, nr. 093, ratihabitie.
1833-03-11: Notaris Warnaars, 1833, nr. 043, royement (te Almelo).
1835-08-01: Notaris Warnaars, 1835, nr. 128, royement.

Lucas Joost (45 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerhard Bernard Elfers (onverwant) en Aleida Bruggehuis (onverwant), op 19 november 1813 te Vriezenveen afgesloten.

Lucas Joost (51 jaar, zonder beroep te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jan Mulder (onverwant) en Kunnigjen Lemans (onverwant), op 10 mei 1820 te Vriezenveen afgesloten.

Lucas Joost was getuige bij het huwelijk tussen Jan Hendrik Hulshof (zijn aangehuwde oom) en Juliana Helena Jansen (haar aangehuwde oom), op 13 december 1827 te Vriezenveen afgesloten [IK HEB DEZE FAMILIE-LINK NOG NIET AANGETOOND].

Lucas Joost was getuige bij het huwelijk tussen Lambert ter Brake (onverwant) en Maria Helena Hulshof (zijn aangehuwde nichtje), op 11 december 1828 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te St. Petersburg [Rusland] (tot kort voor 25-01-1800);
Vriezenveen (Vanaf kort voor 25-01-1800, 21-11-1828, 11-12-1828); Vriezenveen, Westeinde 229 (13-12-1829); Vriezenveen, Westeinde 231 (tot 27-12-1829). 
Joost, Lucas (I11304)
 
83789 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180.

1717-07-06: Al zo er enige kwestie was ontstaan wegens de opweg naar en uit de gaardens van de kosterse weduwe Bonthe, alsmede van haar zoon Jochem Adolph Bonthe, zo die gelegen zijn buiten die doorgegraven Waterleijdik, tussen de landerije van
Egbert ten Caathe, ter ener, en Warner Roelofs ter andere zijde, en ik onder geschreven, zodanen ...tiensen opweg tot 2 maal in ogenschijn genomen hadden zonder daarvoor de partijen in de minne te hebben kunnen vergelijken, dat evenwel volgens
landrecht part 2, lid 16, art 1 daargeen land zonder weg kan zijn, van en wederom op de gemenen weg als het poinct in kwestie en alleen maar op aankomt, wie dat met zodane opweg bezwaard behoort te worden, en dan omtrent voorschr pinct in qualtie
geconfidereerd zijnde dat het Vriezenveene volgens alle oude brieven tot heden ten dage verdeeld is geweest in hoeven en ijder hoove, naderhand in vierendeel of vierakkers en sommige vierendeels, vervolgens wederom in akkers, en dat alle voorschr
akkers luid de gemelde brieven liggende op de daale te velde te twijge met haar recht en gerechtigheid daad en onraad, dat verder op het verzoek en ter instantie van de gemeente van het Vriezenveene tot gemene beste van voorschrevene carspel van
het Vriezenveene door mij orders de gemene weg of de zgn Waterleijdik is door gegraveng eworden, en de kosterse en Jochem Adolph Bonthe des halven daardoor zijn ontzet geworden om lange de gemene weg of zogn door gegravene Waterleijdijk naar haar
huis te varen en te drijven zo is, dat ik Adolph Henderick des Heiligen Roomschen Rijks Graaff van Rechteren, etc, om voorschrevene redenen tot de cisie van gemelde kwestie voor recht verstaan, dat de last van de opweg zijnde een onraad wederom
moet komen en gelegd worden op de bezitter van het vierendeel of akkeren van degene daar de gaardens van voorschr kosterse en Jochem Adolph Bonthe boven of beneden naarmate ingelegen zijn, en dat derhalve zij kosterse uit haar gaarden zal moeten
varen als zij van ouds en voor het doorgraven van de Waterleijdijck heeft gedaan tot aan de voornde door gegraven Waterleijdijck of weg en de vandaar af zal gebruiken de stege van Egbert ten Caathe achter wiens land haar gaarden gelegen is en dat
vermits de weg uit de gaarden van Jochem Adolph Bonthe naar de stege oostwaarts onbruikbaar is, en gelegen achter de gaarden van de weduwe Prinssen, welke de stege van Waander Roelofs gebruikt, hij Jochem Adolph Bonte uit zijn gaarden de stege
van Waander Roelofs ook zal gebruiken, met dat zij kosterse en Jochem Adolph Bonthe ook zullen gehouden wezen de 1e om de stege van Egbert ten Caathe en de 2e stege van Waander Roelofs naar behoren te helpen maken, in zoverre zij die gebruiken,
aldus [T0079_INV4_p064].

1720-03-18: Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Luicas Kosters en zijn vrouw Fenneken Schol, alsmede Procurator Nicolaas Harrewich en zijn vrouw Janna Schol, voorts Jan Gerritsen ten Caate en zijn vrouw Aaltien Schol, nevens
Frederik Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonkman, als alle gezamenlijke kinderen en erfgenamen van wijlen kerkmeester Jan Schol en Jenneken Willemsen, welke verklaarden verkocht te hebben 3 akker tot buijten de Olden kerkweg en van daar
hen buijten wat meer zo het omgraven leijdt, gelimiteerd oostwaarts weduwe Waender Roeleffs, westwaarts Berendt Jansen Olijslaeger, met het huis en 2 schuren te veene, te velde, te heijde, te weijde, te top en te twiegh, met een akker hoevenland,
genaamd Patersland, onverscheiden met verkoper, en dat alle ingevolg opgerichten koopcedel van 13 januari 1719, hetgene daaruit bescheiden is, verkopers hebben bedongen de halve bomen in de plantage of genaamd de Horst aan de dijk zowel hard als
week niets uitgezonderd en zo de vader of de moeder die van nooden hadden tot zijn profijt zal mogen verkopen en anders zullen de 6 andere kinderen de voornoemenden halfscheid tezamen delen naar de grond en de eikels (?) al na de ouders dood bij
koper blijven, voorts heeft vader en moeder bescheiden voor eeuwig en altijd het huis buijten de kerkweg, en zo het mocht gebeuren dat verkopers of de zijne het huis wilden vertimmeren het aan de westkant, 2 voet mogen uitzetten en hen buijten
tot aan de glindt en van voren zo verre dat de weg onbeschadigd blijft, voor een som van 1800 guldens, aan handen van Jan Janssen Scholl en zijn vrouw Jenneken Hinrixen [T0079_INV4_p182].

Woonde te Vriezenveen (03-07-1698). 
Roelofs, Werner (I19954)
 
83790 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180.

1720-08-03: Jan Hinrixen en zijn vrouw Aaltien Janssen Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben een grasgoorden en zulks met de opweg zover als de voornden goordens gaat, te weten van buijten aan, tot aan de draaij hen binnen in, voorts het
goordentiens van de draaij tot aan de Waterleijdik, en wijders hebben kopers bedongen de ersten opworp van de aarde van de gehelen sloot en de na dato de opworp elk halfs en half te vruchten, over zulks hebben kopers bescheiden na het hooien en
maart te halen, en te drijven, wanneer koper belist (?), gelimiteerd oostwaarts kopers stege, westwaarts verkopers stege, voor een som van 499 guldens, alles ingevolge gerechtelijke voorwaarden en condities gepasseerd op 4 februari 1720, en dat
aan handen aan Jan Schol en Jennigien Hinrixen [T0079_INV4_p203].

1720-09-15: Jan Henricks en zijn vrouw Aaltien Janssen Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben de landerijen, beginnende van de Oldenweg met Eekelhorst tot aan de Aa of met de Aa, met daarop staande lopende (?) twijg, gelimiteerd oostwaarts
Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Schol, en stegen delen die de ..gen liggen te maken en de halve Oldenweg te ruimen, en mits zal koper bij hebben 20 van de beste eikenbomen die op de buijterenweg en op de huisstede staan, en dat op 4 oktober
1720 verkocht, aan handen van de Schultes Claas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol [T0079_INV4_p211].

1723-04-10: Willem Hinriksen Glass en zijn vrouw Stijne Harmssen Knoeff, welke wegens verstrete penningen schuldig te zijn aan Linieur Henrik Werners junior, koopman tot Almelo, een som van 200 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op het huis en land, met de weg, gelegen alhier op het Vriezenveen booven, gelimiteerd oostwaarts Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Hinrixen.
Kantlijn akte: Op 29 7ber 1725 heeft de Ed Ger Linieur Henrik Werners Junior, koopman tot Almelo, van Willem Henrix Glas en cuen uxore, het bedrag met rente ontvangen en daarmee de akte is doorgehaald [T0079_INV4_p285].

1725-09-25: Willem Hinriksen Glas en zijn vrouw Stijne Harmssen Knoeff, welke verklaarden verkocht te hebben 1,5 akker bouwland, nemende zijn aanvang van deze nieuwe kerkweg en dan venewaarts in, met de opslag zo en als verkopere in het gebruik
hebben gehad, buijten het huis met de weg te maken, gelimiteerd oostwaarts koper Egbert ten Caathe, westwaarts Jan Hinrixen Schoemaaker, cs, aan handen van Egbert ten Caathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 230 guldens
[T0079_INV4_p354].

Woonde te Vriezenveen. 
Schoenmaker, Jan (I19956)
 
83791 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180.

1743-01-10: Berent Garritsen en zijn vrouw Swenneken Harms van der Aa, verklaarden wegens aan haar verkochte en geleverde linnens schuldig te zijn aan de Ed Garrit Coster, een som van 120 guldens, aan de Ed Othmar ten Cate, een som van 228
guldens, aan de Ed Lambert Coster, een som van 138 guldens en 15 stuivers, en aan de Ed Jan Harmsen Coster, de som van 120 guldens, samen de som van 606 guldens en 15 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de
halve goorden daarachter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Engbert Jansen Smid, voorts een koeweide en 2,5 wand bouwland, gelegen in de landerijen van Jan Bartels Dodde, oostwaarts Roelof Smelt, westwaarts St. Cruicen Viccarie, en
de halve grasgoorden aan deze kant van de waterleijdick, in het zgn Pihsensland [Pixensland] gelegen, en een vierendeel akker woestenland, onverscheiden met de weduwe Broertjen.
Kantlijn akte: Mij is gebeleken dat deze verzegeling door Berent Gerriijts is ... ... wordt dezelve kracht dezes geroyeerd [T0079_INV5_p073].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 21, nr. 4:
Man : Roeloff Jaspers Smelt.
Vrouw : Mette Arents.
Kinderen >10 jaar : Jude Roelofs, Geertjen Roelofs.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : Jan Jansen, 1 jongen in kost van de diakenin.

1750-07-11: Roeloff Jaspers Smelt, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben 200 treden roede maat bouwland, in verkopers landerijen gelegen, aan handen van Berentjen
en Geertruit Harms en derzelver erfgenamen, voor een som van 72 guldens [T0079_INV5_p295].

1750-07-11: Roeloff Jaspers Smelt, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben 400 treden roede maat bouwland, in verkopers landerijen gelegen, aan handen van Pieter
Willem Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, voor een som van 150 guldens [T0079_INV5_p297].

1750-07-11: Roeloff Jaspers Smelt, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben 200 treden roede maat bouwland, in verkopers landerijen gelegen, aan handen van Frerik
Jansen Dodde en erfgenamen, voor een som van 75 guldens [T0079_INV5_p297].

1750-07-11: Roeloff Jaspers Smelt, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben 200 treden roede maat bouwland, in verkopers landerijen gelegen, aan handen van Jan Koerts
en zijn vrouw Geertjen Jansen Bom, voor een som van 67 guldens [T0079_INV5_p300].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).

NA HET OVERLIJDEN:

1755-10-18: Jan Smelt en Klaas Arens, als voogden over de 2 onmondige kinderen door wijlen Roeloff Jaspers Smelt en wijlen Mettjen Arens nagelaten, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens opgenomen penningen, aan de Ed Pieter Wilh Harwig en
zijn vrouw Janna Harwig, een som van 318 guldens en 9 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, met de halve brink, alsmede een bouwgaarden, beginnende van het bovere hek, boverwaarts in, zover dezelve omgraven is, met de
halve stege daartegen liggende, met nog een hoekjen bouwland, daarachter liggende en omtrent 300 treden roede maat bouwland, met de opslag, en dan nog een koeweide, alles alhier op het Vriezenveen [T0079_INV5_p469]. 
Smelt, Roelof (I12943)
 
83792 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Arends, Metjen (I12948)
 
83793 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180.
1707-05-29: Den 29 maijus 1707: Arent Klaesen en de moeder Gertin Derks; doopnaam niet genoemd (akte doorgehaald) [bron: DTB 506, blz. 41, nr. 18].
In 1719 naast Olijslager en in 1728 woont hij oostelijk van Jan Bartels Dodde. Woonde te Vriezenveen (29-01-1693). 
Moss, Arend (I33807)
 
83794 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180. Woonde te Vriezenveen (Vanaf 03-12-1831, 19-04-1851, 04-08-1852, 16-05-1856); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (14-02-1857, 25-12-1857); Vriezenveen, 4-nvm (18-07-1860); Vriezenveen
(25-12-1866, 05-12-1871); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 292 (tot 30-09-1877). 
Bom, Willemina (I14661)
 
83795 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180. Woonde te Vriezenveen. Fronten, Jan (I19952)
 
83796 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180/185.

1918-01-29: Leonard Willem Smelt, 27, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als vader aangever geboorte.
1919-09-17: Leonard Willem Smelt, 29, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als vader aangever geboorte.
1921-09-11: Leonard Willem Smelt, 31, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als vader aangever geboorte.
1923-06-03: Leonard Willem Smelt, 33, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als vader aangifte geboorte van tweeling, dochter en zoon.
1943-09-03: Leonard Willem Smelt, 53, landbouwer, woont te Vriezenveen, is als oom huwelijksgetuige bruid.
1947-11-28: Leonard Willem Smelt, 57, landbouwer, woont te Vriezenveen, is vader bruid.
1947-12-19: Leonard Willem Smelt, 57, landbouwer, woont te Vriezenveen, is vader bruid.
1948-06-03: Leonard Willem Smelt, 58, landbouwer, woont te Vriezenveen, is vader bruid.
1948-07-08: Leonard Willem Smelt, landbouwer, woont te Vriezenveen, is vader bruidegom.
1961-09-14: Leonard Willem Smelt, 71, woont te Vriezenveen, is overleden.

Landbouwer in 1922-1923/1932.
Woonde te Vriezenveen, Wijk 4, nr. 379 (05-01-1922, 22-06-1923); Vriezenveen, Wijk 4, nr. 489 (08-08-1932); Vriezenveen, Westeinde 98. 
Smelt, Leonard Willem (I16805)
 
83797 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180/188-189.

1771-01-09: Henr ten Cate en Roelof Jansen, als voogden van de weduwe van wijlen Luicas Berents en haar innocente dochter, de welke bekende en verklarende op 27 september 1769 verkocht te hebben, ten 1e, het bouwland, beginnende van dat van
Gerrit Willemsen Heer, bovenwaarts opgaande met de opslag, veen waarts in en opgaande, voor een som van 220 guldens, welk bouwland en opslag betekend is ten oosten Wieger Gerrits en ten westen Luicas Derks, cs, voor het 2e, op 30 jnauari 1770
verkocht te hebben 5 koeweiden, beginnende van deze Kerkweg, tot aan de Oldenweg, behalve de goorden achter het hek, die van de weg begint, zover dezelve aan de verkoper behoord behouden die aan zich alsmede de verdere goordens, dus zijn 5
koeweiden, alleen verkocht voor een som van 130 guldens, ten 3e, mede verkocht te hebben de halve brink, met de 4 wanden, beginnende van de brink bovenwaarts in en eindigende tot aan Gerrit Willemsen, en dan 2 wanden achter Gerrit Willemsen in
een koop en zulks voor een som van 310 guldens, tezamen een som van 660 guldens, ten profijte van Luicas Derks, Gerrit Derks, Harmannus Derks en Janna Derksen, en hare erfgenamen [T0079_INV7_p142].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 25-06-1763).
Bewoner Bomsspil. 
Lohuis, Gerrit (I12951)
 
83798 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180/188.

1755-10-18: Jan Smelt en Klaas Arens, als voogden over de 2 onmondige kinderen door wijlen Roeloff Jaspers Smelt en wijlen Mettjen Arens nagelaten, welke verklaarden schuldig te zijn, wegens opgenomen penningen, aan de Ed Pieter Wilh Harwig en
zijn vrouw Janna Harwig, een som van 318 guldens en 9 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, met de halve brink, alsmede een bouwgaarden, beginnende van het bovere hek, boverwaarts in, zover dezelve omgraven is, met de
halve stege daartegen liggende, met nog een hoekjen bouwland, daarachter liggende en omtrent 300 treden roede maat bouwland, met de opslag, en dan nog een koeweide, alles alhier op het Vriezenveen [T0079_INV5_p469].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 25-06-1763). 
Smelt, Juditjen (I12950)
 
83799 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180/263. Woonde te Vriezenveen. Fronten, Johan (I19951)
 
83800 Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 180?; Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 51.

Dit echtpaar kocht op 2 december 1758 een huis voor 50 Carolus gulden en 5 stuiver en op 20 januari 1773 voor 437 Carolus gulden verschillende landerijen. Op 5 mei 1764 verklaren Jan Gerrits Servyrs, Jan Prinsen en Barend Wichers dat zij handel
drijven op Spanje (bron: "Overijssel" maart 1931). Op 1 october 1773 werd "(...) ter presentatie van de naaste bloedverwanten van gemelde Magdalena Harwig haar testament geopent ende uytgelesen nadat de zegels ongeschonden gevonden waren".

Hij dreef in 1752 een textielhandel op Rusland in de koopmanschap met Gerrit ten Cate, Lucas Fronten en Jan(nes) Lamberts. Hij ging zelfs op jacht met de Czarina, waarbij hij geschenken van haar kreeg.

1756-02-21: Jan Berens Spijker, voor hem zelf, en de rato caverende voor zijn absente broer Egbert Berens Spijker, welke verklaarde in het jaar 1756 verkocht te hebben de bouw en grasgoorden, gelegen in de landerijen van wijlen Berent Egbers
Spijker, gelimiteerd oostwaarts de stege, westwaarts Jan Gerrits, zijn aanvang nemende van deze nieuwe Kerkweg en eindigende tot aan de dwarssloot, ten profijte van Jan Gerrits en zijn vrouw Magdalena Harwig, voor een som van 170 guldens
[T0079_INV5_p521].

1756-12-21: Jan van den Beek, Hindrikjen van den Beek, wedw van Henrikus Boer, bijgestaan met haar broer Jan van den Beek als haar voogd, en Albert Meijnderink, samen de rato caverende voor de absente zusters en moeje [=tante] Anna en Geertjen
van den Beek, welke verklaarden in 1755 verkocht te hebben 2 akker en een vierendeel akker boverwegesaland, beginnende van de Waterleijdick en dat bovenwaarts in, alhier op het Vriezenveen op de westere hoeve, naar contingent met de verkopers als
eigenaren van het land van deze Waterleijdick tot aan de buiteren doorgravenen weg te verdelen, ten profijte van Jan Gerrits en zijn vrouw Magdalena Harwig en erfgenamen, en aan Berentjen en Geertruit Harmsen en erfgenamen, voor een som van 335
guldens [T0079_INV5_p594].

1758-12-02: Berent Harms en zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, voorts Jannes Egbers, alle de rato caverende voor haar broer Hindrik Harms, welke verklaarden op 21 februari 1756 verkocht hebben een
goorden met de huisplaatse, beginnende van deze Nieuwe Kerkweg, bovenwaarts in, zover hij omgraven is, alsmede de opwerp (?) van de gehelen sloot, alhier gelegen, ten profijte van Jan Gerrits en zijn vrouw Magdalena Harwig, voor een som van 50
guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p725].

1771-02-14: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrit d Ruiter, als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Jan d Ruiter als haar voogd, welek verklaarden op 7 februari 1770 verkocht te hebben de
landerije, gelegen in het zgn Glase Berentsland, beginnende van de buiterenweg en eindigende met de Dijk en de Aa, gedeeltelijk onverscheiden met Jan Gerrits, ten profijte van Jan Gerritsen en zijn vrouw Magdalena Herwig, voor een som van 460
guldens [T0079_INV7_p147vo].

1773-01-20: Roelof Wiegers, noie uxous zijn vrouw Grieten ten Cate, en Harmannus Boesschen en zijn vrouw Jana ten Cate, mitsgaders Jannes Derksen Feijer, en als vader en wettige voogd van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Henderikjen ten Cate
in echte geprocerreerd, benevens Hinderik ten Cate, de rato caverende voor Grehardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate bij wijlen zijn vrouw Frederica ten Cate in echte verwekt, tezamen kinderen
en erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, welke verklaarden op 28 maart 1772 verkocht te hebben het zgn Busscherland, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, en eindigende tot aan de buiteren doorgravenen weg of anders aan Henderik Schoemakersland toe,
exempt de goordens of land, zo voorheen daaruit verkocht zijn, zo en als het wijlen Jan ten Cate in zijn gebruik gehad heeft, gelimiteerd oostwaarts het zgn Paesschensland en westwaarts het zgn Krikken Berentsland, voor een som van 437 guldens,
ten profijte van de koopman Jan Gerritsen en zijn vrouw Magdalena Herwig [T0079_INV7_p197].

1773-10-01: Copia, alhier geregistreert van het beslotene testament tussen Jan Gerritsen en wijlen zijn vrouw Magdelana Harwig, op 24 april 1755 opgericht en op dato voor het Weledele gerichte van Vriezenveen geapprobeert, ge..n firmeat en
gerotificeert, en zijnde op 1 oktober 1773 ter presentie van de naaste bloedverwanten van gemelde Magdalena Harwig, gerechtelijk geoisiteert geopend en uitgelezen, nadat de zegels ongeschonden bevonden waren, luidende als volgt:
Jan Gerritsen en Magdalena Harwig, beide gezond van lichaam, de laatste haar man het voogdijschap opgezegd hebbende, in deze bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Gerrit Berents en moeder Aaltjen Jansen Feijer, als enige en universele erfgenamen in de legitieme portie;
- zij haar vader Nicolaas Harwig en moeder Johanna Schol, als enige en universele erfgenamen in de legitieme portie;
- elkander op langstlevende;
- beide aan hun naast bloedverwanten ieder voor de halfscheid zullen erven, trekken en genieten, maar de linnen of wollen kleren tot testators of testatricen lichaam behoren zal na afsterven van de 1e door de langstlevende aan de testators of
testatricen naast bloedverwanten worden uitgereikt en getrokken en zal na overlijden van de testatoren door de erfgenamen van dezelve, aan de armen alhier op het Vriezenveen worden uitgereikt en betaald de som van 50 guldens [T0079_INV7_p223].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 16-10-1773); St. Petersburg [Rusland] (01-04-1772 [lidmaat]). Was in 1751 en 1769/1770 enige tijd te St. Petersburg [Rusland]. 
Gerrits, Jan (I11717)