Aantekeningen


Treffers 23,151 t/m 23,200 van 87,707

      «Vorige «1 ... 460 461 462 463 464 465 466 467 468 ... 1755» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
23151 Handtekening moeder van de bruidegom Lena Kokkelink. Gezin F11775
 
23152 Hanna Hendrika, dochter van Jannes Fokke en Zina Hof, geb. 27 Maart en ged. 6 Mei 1860. Fokke, Hanna Hendrika (I30756)
 
23153 Hanna Jezina, geb. 8 maart, ged. 6 mei 1900, d.v. Jan Dekker en Hendrika Johanna Bom. Dekker, Hanna Jezina (I2220)
 
23154 Hanna, dochter van Derk Adolf Boschen en Alberdina Dekker, geb. 29 Dec. 1859 en ged. 12 Febr. 1860. Boeschen, Johanna (I9477)
 
23155 Hanna, dochter van Johannes Meulenbelt en Gerritdina Prinsen, geb. 23 Juny en ged. 5 Aug. 1860. Meulenbeld, Hanna (I30764)
 
23156 Hanna, geb. 15/12/95, ged. 2 febr. 1896, Jan Hendrik Boeschen en Fredrika Magdalena Hoff. Boesschen, Hanna (I24334)
 
23157 Harm en Trijntje zijn drie dagen na elkaar overleden. Siemeling, Harm (I25297)
 
23158 Harm en Trijntje zijn drie dagen na elkaar overleden. Smit, Trijntje (I25298)
 
23159 Harm was getuige bij het huwelijk tussen Gerrit Egberts en Henderkien Schuttrop (zijn schoonzuster). Woonde te Eext (06-05-1813). Sloots, Harm (I8850)
 
23160 Harm, geb. 31 mei 1858, ged. 11 apr. 1886, z.v. Henrik Scholtens en Uribke de Boer (gedoopt na belijdenis zijns geloofs). Scholtens, Harm (I32216)
 
23161 Harmen Aalderink neemt op 20 augustus 1812 te Almelo de naam Krabshuis aan voor zichzelf, zijn kinderen Hendrikus (33 jaar), Hendrik (30 jaar, wonende te Vriezenveen), Janna (28 jaar), Abraham (25 jaar), Jan (22 jaar), Hendrina (19 jaar), Eva (14
jaar) en zijn kleinkinderen Harmen (6 jaar, zv. Hendrikus), Jan (3 jaar, zv. Hendrik, wonende te Vriezenveen). Woonde te Almelo (28-03-1779). 
Krabshuis, Harmen (I44138)
 
23162 Harmen ligt begraen op regel 5. de Heij, Harmen (I5359)
 
23163 Harmen ligt begraven op regel 11. Groen, Harmen (I2820)
 
23164 Harmina is ongehuwd/kinderloos gebleven.

1916-06-14: Harmina Jansen, woont te Vriezenveen, is geboren. 
Jansen, Harmina (I63730)
 
23165 Harmke's grafsteen vermeld, dat zij op 17 maart 1886 geboren is. Poepjes, Harmke (I1895)
 
23166 Harmpje, geb. (niet vermeld), ged. 6 mei 1906, Hendrik Schonewille en Albertje de Lange. Schonewille, Harmpje (I26655)
 
23167 He was a driver in a Horse Unit in WW1 taking supplies to front line troops. Atter marriage became a partner in Robinson & Eastwood ice cream business and looked after the horses used to pull ice cream carts around Southport. Eastwood, Ernest (I68059)
 
23168 Heb haar koppeld aan deze Egbert Spijker, omdat dochter Cunnigjen waarschijnlijk vernoemd is naar de eerste echtgenote van Egbert. Woonde te Vriezenveen. Klumper, Kunnegien Jansen (I58261)
 
23169 Heden morgen ten agt uuren te Vriesenveen is bevallen van kind van het vrouwerlijk geslacht, het welk kort na de geboorte is overleden. du Pon, Dochter (I36852)
 
23170 Heden overleed onze waarde Tante Janna Offen, laatst Weduwe van Jannes Schol. Verval van Levenskragten, ten gevolge van verouderde en aanhoudende Krampen in de Ingewanden; deed eindelijk onder eenen last van ruim Tachtig Jaren bezwijken. Haar
welgemoed en gelovig fcheiden fschenkt ons het troostlyk vertrouwen dat zy dit haar fints lang zoo moeyelyk leven met een beter en zalig zal hebben verwisreld. Jan kruijs, M.J. Kruijs, Geb: U. Grevenftein. Gerhardus Kruijs, Aaltjen Kruijs, geb:
Winter Willem van der Voort, Johanna van der Voort, geb: Kruijs. Vriezenveen den 9 September 1815 [bron: Overijssche courant, 15-09-1815].
Overleden ten huize van Gerhardus Kruijs, staand in het Westeinde 233 te Vriezenveen. 
Otten, Janna (I11075)
 
23171 Heden zyn Ondertrouwd G. Penningk, En B. Spyker. Vriezenveen, den 13
april 1799 [bron: Oprechte Haarlemse courant, 20-04-1799]. 
Gezin F13112
 
23172 Heiltje Marie, geb. (niet vermeld), ged. aug. 1885 (dag niet vermeld), d.v. Johanens Christiaan Hakkert en Hendrika Aaltje Agron, E.L. Hakkert, Heiltje Marie (I32193)
 
23173 Hein de Ruiter


Pagina 5 van dagblad "Het Noord-Oosten" van vrijdag 21 februari 1975 vermeld:

"HIJ SLOOPTE DIE BEL UIT ELKAAR EN GING DAARMEE AAN HET REPAREREN".

Oom Hein en tante Hiltje genietenvan een goede oude dag. Ze genieten er echt nog van op hun hoge leeftijd. 't Vorig jaar ging het met Oom Hein wat minder goed, maar in het ziekenhuis te Coevorden hebben ze hem best weer op gang gekregen. Toen Oom
Hein een tijdje geleden toch weer wat kraakte nam tante Hiltje hem resoluut door de arme en getweeèen zijn ze naar dokter Olthoff gegaan. Die woont zo'n zeshonderd meter bij hun vandaan. 'Hoe zijn jullie hier gekomen?' wilde de dokter weten. 'We
hebben gelopen.' 'Dat moet je niet weer doen. Als er wat is, dan laat je maar bellen. Voor jullie maak ik een uitzondering en kom ik graag.' Maar nu is dokter Olthoff zef ziek, nogal langdurig ook en daarom is er een plaatsvervanger gekomen. Daar
kunnen ze het ook best mee vinden. Met dat mooie weer van een paar weken terug was Oom Hein in de tuin gaan spitten en toen kreeg hij het zo vreselijk in de rug. 'Zou de dokter daar niet wat voor hebben?', dacht hij hardop en meteen ging er al
een telefoontje naar de plaatsvervanger. Die kende de twee ouwetje al van een vorige keer. Maar hij probeerde ook de huisbel. Die deed het niet. 'Dat is te gek voor die ouwe mensen', moet hij gedacht hebben en hij holde terug naar zij auto,
waarin hij gereedschap wist. Hij sloopte de bel uit elkaar en ging daarmee aan het repareren. Oom Hein en tante Hiltje zaten lekker warm in de voorkamer, vooral warm om die zere rug van Hein. Ze zagen de dokter komen, weer terug draven naar de
auto, maar hij kwam niet verder. Wat zou ie hebben? Toe oom Hein ging kijken had hij de hele bel van de deur gesloopte en was bezig die te repareren. En dat lukte hem best. Wat een knappe, beste dokter moet dat toch wezen. Want de bel doet het
nog helemaal goed! 'Weten jullie wel hoe lang wij elkaar al kennen?' Nee, daar wist geen van beiden een antwoord op te geven. Seinen kenden ze al zo heel lang. Toen kwam 't verhaal van onze kant. 't Was ook een beetje bedoeld om ze goed aan de
praat te krijgen. Als jongkerel fietsten we een keer naar Coevorden. Iedereen fietste toen. Alleen de fabriek had een auto en Van der Baan reed daarmee meneer Groeneveld. En Piet Smeenk en Kees Smeenk en even later ook Hendrik Bleeker. Maar wij
fietsten. En op die scherpe weg van basaltgruis in de Scheere kregen we een lekke band. Daar was je als jongkerel op berekend. Je ging nooit weg zonder bandafnemers en een doosje met plakmateriaal. Ook had je zo'n handpompje. Maar zo'n handpompje
was een snertding. Dat gebruikte je alleen in hoge nood. In de Scheere stond dat breedwerpige huis van moeder De Ruiter met haar kinderen. Daar vroegen we een pomp en een emmer. Je moest met een emmer water het lek immers kunnen vinden. Dat werd
heel vriendelijk verstrekt. Vlot hadden we die buitenband er afgesloopt. Het lek was ook gemakkelijk te vinden. We schuurden de binnenband goed ruig en plakten. Het was net tijden het middaguur. Toen werd onze aandacht getrokken door een
beschaafde welluidende stem, die overluid een hoofdstuk uit de bijbel las. Moeder De Ruiter was een beetje hardhorend, maar de heldere stem van haar Hein kon ze op die manier wel verstaan. Toen we de fietspomp en emmer met dankwoordjes
terugbrachten mochten we op het aanrechthoekje ook even onze vuile handen wassen. De mensen waren erg vriendelijk. We hebben dat nooit weer vergeten. Oom Hein en tante Hiltje hebben die vriendelijkheid dus niet van vreemden en er zijn heel was
Krimmenaars, dei weten hoe gezellig die twee over alles en nog wat kunnen mee praten. Daarom hebben ze het nooit eenzaam ook, die twee.

"Hein de Ruiter uit De Krim maakte veel mee".
"OUDSTE INWONER VAN DE GEMEENTE GRAMSBERGEN KAN VEEL VERTELLEN".

Bij Onder Ons.
Hein de Ruiter, de alleroudste inwoner van de gemeente Gramsbergen, een zeer bekende figuur in de gemeenschap van De Krim is met zijn 95 jaren nog net zo glashelder en dapper als hij altijd geweest is. Hij kan vertellen over zijn gevarieerd
levenspatroon uit die oude tijden, toen alles nog zoveel beter was en de mensen zo heel tevreden hun weg gingen, dward door alle moeilijkheden heen.
Als je in het verleden wat wilde, dan kwam je bij Onder Ons terecht. 'De fabriek', zeiden de mensen uit de plaats, want er was in hun gedachtengang maar âeâen fabriek, een fabriek die prestaties wist te belonen. Daar werkte je dan in de campagne in
ploegendienst, maar je verdiende een aanzienlijk hoger loon dan met het andere werk, dat in die jaren misschien nog wel spaarzamer was dan in deze tijd. Daar werd De Ruiter stoker. Het is moeilijk om je daar een voorstelling van te maken. Men
stookte er turf. Goedkope lichte, groot gegraven turven. Uren ver in de omgeving zag je in de nazomer nergens zulke grote turf bulten als bij Onder Ons. Ze staken als donkere pyramides boven de fabriek uit. Je zag ze al op een verre afstand. Ze
waren vooral in die oorlogsjaren van '14 tot '18 de gewaardeerde ernergiebron voor de fabriek, die zo geleidelijk aan doorging naar hogere productiesystemen. Want die fabriek moest blijven draaien. Elk uur was kostbaar met die vele mensen, die
men in de campagne nodig had. Toen ging âeâen van de machines kapot. Er was een lager los gelopen. Dat ding klopte, dat het niet mooi meer was en wanneer je een klein beetje verstand van machines hebt dan weet je, dat een kapotgelopen lager je hele
machine in de soep kan draaien. 'Die machine is kapot, Gols.' Ja, toen ie er op geattendeerd was, hoorde opzichter Gols dat ook wel. En stilstand van de machine betekende een aanzienlijk verlies van productie. 'Hoe mouten wie dat doun?', vroeg
Gols, die heeel zijn leven aan de Krimse fabriek de Groninger taal trouw was gebleven, evenals al die Groninger boeren uit de plaats. 'Ik wil hem wel maken', zei De Ruiter, die we voor 't vervolg van dit verhaal maar Oom Hein zullen noemen. Hij
zegt de dingen een klein beetje melodieus, rustig en vertrouwenwekkend. 'Kanst oe dat doun?' 'Jawel, als je mij er maar rustig mee laat werken. Ik wil er geen anderen bij hebben'. 'En hoe lang duurt dat dan?' 'Niet langer dan een uur, maar
misschien lukt het in een half uur ook wel'. Op die voorwaarde kreeg Oom Hein de machtiging op zelf zijn machine te herstellen. Dat was wat. Je moest die machines met hun enorme stoomketels van die tijd zien. Vuurhaarden had men daaronder, die al
maar door om nieuwe brandstof bleven vragen, wilde men het water op de juiste temperatuur houden. Toen ging Oom Hein zijn machine demonteren. Er kwam een nieuwe lager in en ruim binnen een uur tijds kon de machine opnieuw onder stroom worden
gebracht Hij liep prachtig en Gols, die niet erg royaal met lofuitingen was, zei voldaan dat de machine nu nog veel harder kon draaien.

De promotie.
Oom Hein vond dat toch wel plezierig. Tenslotte probeer je er wat van te maken. Als de fabriek van De Krim goed draait, dan betekent dat voor heel veel gezinnen een goede boterham en hij slingerde de lichte turven met nieuwe energie in de grote
vuren en de stoomketels deden hun werk. Het draaide allemaal magnifiek. Daar gingen een paar weken overheen en toen kwam âeâen der mannen van de fabriek Oom Hein zeggen, dat hij op 't kantoor moest komen, bij meneer Groeneveld. 'Groeneveld? Wat zou
die toch van mij wilen?' 'Och, je zult wel het âeâen of ander niet naar zijn zin hebben gedaan', plaagde die ander weerom en daar maakte Oom Hein zich niet bepaald bezorgd over. Hij slingerde de turven weer in de grote vuren en haalde met de lange
pook de as van de roosters. De hete as kruide hij weg naar die grote ruimten achter de fabriek, zodat hij daar verder geen hinder van zou ondervinden. En op het afgesproken uur stapte hij naar meneer Groeneveld, de machtige uit die jaren voor een
wijde omgeving, de man, die het internationaal voor het zeggen had met die aardappelmeelafzet, de gedelegeerde voor de regering. Hij zal de pet wel van zijn weinige hoofdharen hebben genomen en beleefd zijn entree hebben gemaakt, zoals hij dat in
zijn verdere levensjaren altijd heeft gedaan. Groeneveld was door Gols geèinformeerd over de prestatie van Oom Hein. Samen hebben ze misschien wel afgesproken om even een paar dagen af te wachten of de machine het goed zou blijven doen. En toen
ales zo goed ging mocht de hulde niet achterwege blijven. Die kreeg hij onomwonden, zoals Groeneveld dat met zijn duidelijke stem met de wat metalen neusklank kon zeggen. En die waardering ging vergezeld van een kapitaal van vijftig gulden.
Vijftig gulden! Dat was de jaarhuur voor een normale arbeiderswoning. Maar dat was het niet alleen. Daar kwam de vraag bij of Oom Hein voortaan ook als machinist wilde blijven werken. Ja, dat wilde hij maar wat graag. Dat was ook nog weer een
paar guldentjes in de week meer, maar het was bovendien veel mooier werk. En sedertdien draaiden de machines bij Onder Ons, dat het een lieve lust was

Een horloge voor zus.
Oom Hein is altijd een huiselijk aangelegd man geweest, die huwelijkskansen maar aan anderen over liet. Hij is nooit getrouwd geweest. Was het dan zo'n wonder, dat hij zich aangetrokken voelde tot zijn jongere zuster Hiltje. Die is ook altijd bij
hem gebleven en samen hebben ze in het centrum van de De Krim een goede oude dag. Toen oom hein zomaar vijftig gulden kreeg, toe was hij de koning te rijk. Hij kocht daar een fijn dameshorloge aan een kettig vor en gaf dat aan Hiltje, die nu 87
jaar is. 'Ik heb het nog wel', zegt tante Hiltje zacht en blij als voor zich heen. 'Het loppt altijd nog zo goed' en dan blikt ze zorgzaam naar haar broer, die ze nu wel heel oud weet en waar ze eigenlijk nog zo heel graag een poosje voor zal
blijven zorgen.

Naar de venen.
Maar bij de aardappelmeelfabriek Onder Ons was het alleen tijdens de campagne maar druk. Spiekman was toen al aan de gang met de verkoop van Cracfree, maar dat was allemaal nog maar van zo'n bescheiden omvang. Meine Kloppenburg was toen nog de
boodschappenjongen van Groeneveld en wat die deed, dat was altijd goed. Op Meine kon je rekenen. Dat weet vandaag nog ieder van de werkers op de fabriek en de grappenmakers van nu denken dan meteen aan die weinige haren van Meine. In de Krimse
venen had men een goede machinist nodig. Bij Berkmeer stonden de verveners Minke en Geerders voor die grote brokken maagdelijk veen langs de Kleizerswijk. Die brokken waren vaak meer dan drie meter hoog boven de vaste bodem. Daar had men de
persturfmachines voor nodig. De turfgravers werkten zo totaal anders. Die gingen eerst de ruige veen wegsteken. 'Bonken', noemde men dat. Dan werd er grauwe gegraven. Dat was meer winterwerk. Dan had men vijf áa zes klem scherpe turf, die men de
aanduiding 'grote' ok wel fabrieksturf werd genoemd en dan kwam men aan de beste veen, de 'darg', waarvan de kleine turfje veel langer brandden. Die gaven zware rode as. Een uitkomst voor de huismoeders, want die hoefden dan lang niet zo vaak met
de aslade te lopen en bovendien stoof die rode as hoegenaamd niet door het woonvertrek.

Persturf.
De persturfmahine was de nieuwe vorm van turfproductie. Het was weer de stoommachine, die voor de energie zorgde. In het veen keek men op geen turfje, maar dat vuur onder de stoomketel van de persturfmachine moest voldoende branden om voor de
nodige energie te zorgen voor een machine, die het voordeliger deed dan de turfgravers. Machinist kon je wel wezen. Wat anders was dat werken in de ploeg. Daar werd het denkbeeldige bloed gezweet. Je moest wel een heel sterke kerel wezen om dat
werk vol te kunnen houden. Dat lag niet aleen aan het werk. Het lag ook aan het systeem en de totaal andere verhoudingen. Het leven was zo verschrikkelijk hard. In de poeg werkte je voor acoordlonen: zoveel per duizend turven werd er aan de ploeg
betaald. En je had dat geld zo verschrikkelijk hard nodig. In de winter waren er zulke grote achterstanden ontstaan. Was het een wonder, dat men elkaar tot steeds hogere prestaties opdreef, daar onder in die meters diepe veenkuil, war men de
zware brokken natte veen in die ales verslindende persturfmachine spitte. Die klauwde het veen fijn en perste het dan in gelijke moten, die met een jakobsladder en transportband de turven op het 'hoge' bracht, waar rappe handen voor de
vermoeiende uitleg zorgden. Het ellendige in dat ploegenverband was, dat een wat 'zwakke broeder' niet die productie kon maken als zijn sterkere collega. Hij werd daarbij moreelonder de voet gelopen. Maar de machinist van de ploeg had met dat
alles niets te maken. Dat was de kerel, die maar âeâe opdracht had, dat mechanisch altijd alles goed functioneerde. En dat is voor Oom Hein nooit moeijlijk geweest .... 
de Ruiter, Hein (I1115)
 
23174 Hein is nimmer gehuwd geweest, wel was hij verloofd met Geesje van der Scheer (1887-1912). Hij was aangifte-getuige bij het overleden van Abraham van der Scheer en het levenloze kind van der Scheer (beide kinderen van Hendrik van der Scheer en
Immigje de Ruiter). Hein had bij de begrafenissen altijd een soort Napoleon hoed op met een grote veer. Hein was gedurende 29 jaar aanspreker van de begrafenisvereniging te De Krim. Woonde te De Krim (vanaf 22-12-1879); De Scheere; Gem.
Gramsbergen (19-04-1926, 20-02-1927); De Krim, Parallelweg 16 (tot 31-03-1976). 
de Ruiter, Hein (I1115)
 
23175 Hein, geb. 21 juli, ged. 5 dec. 1875, Gerhardus Albertus Bramer en Hermina Letteboer. Bramer, Hein (I26027)
 
23176 Helena, dochter van de ongehuwden Hermannus Smelt en Johanna Pleij, geboren den 3 Aug. en gedoopt 20 Sept. 1863. Smelt, Helena (I16540)
 
23177 Hemina (!), geb. 10 junij, ged. 2 aug. 1874, Hendrik Hof en Johana (!) Scherphof. Hof, Hermina (I31633)
 
23178 Henderik, geb. 6 dec. 1872, ged. 5 jan. 1873, Wicher Kobus en Gerritdina Kobus. Kobes, Hendrik (I853)
 
23179 Hendrick Jans op 't Hillegens te Egene. Heijligers, Hendrick (I19655)
 
23180 Hendrik Albertus, zoon Jan Wildvang en Berendina Schoemaker, geb. 23 Sept. en ged. 6 Oct. 1861. Wiltvank, Hendrik Albertus (I22491)
 
23181 Hendrik en Lambertus, tweeling zonen van Gerrit Engberts en Hendrika Endeman, geb. 6 Oct., ged. 13 Nov. 1864. Engberts, Hendrik (I19234)
 
23182 Hendrik en Lambertus, tweeling zonen van Gerrit Engberts en Hendrika Endeman, geb. 6 Oct., ged. 13 Nov. 1864. Engberts, Lambertus (I31006)
 
23183 Hendrik Eshuis minimus (junior). Eshuis, Hendrik (I28042)
 
23184 Hendrik Fredrik was getuige bij het huwelijk tussen Jan Johan Aman (zijn broertje) en Jennigjen Fikkert en tussen Barend Kobes (zijn zwager) en Geertje Arendshorst, welke op dezelfde dag voltrok als zijn huwelijk en tussen Gerhard Boom en Jesina
Kobes (zijn schoonzus).

Landbouwer in 1859-1861/1863-1866/1869/1871-1873/1875-1876/1888/1899.
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 11-07-1830, 03-06-1859); Vriezenveen, 1-nvm (20-01-1860, 22-09-1861, 27-11-1861, 03-12-1863); Vriezenveen (25-03-1864, 13-04-1865, 15-02-1866, 03-04-1869); Vriezenveen, 1-nvm (06-02-1871); Vriezenveen (06-12-1871);
Vriezenveen, 1-nvm (04-10-1872); Vriezenveen (02-08-1873); Vriezenveen, Wijk 1, nr. 66 (22-06-1875, 30-10-1876); Vriezenveen, Wijk 1, nr. 93 (23-03-1887); Vriezenveen (13-11-1888); Vriezenveen, Wijk 1, nr. 97 (tot 17-12-1899). 
Aman, Hendrik Fredrik (I9419)
 
23185 Hendrik Gabes Kuindersma op de middag van 21 november 1985
overleden in het Prot. Verpleeghuis de Flecke te Joure in het
bijzijn van zijn vrouw en broer Sjouke. 
Kuindersma, Hendrik Gabes (I6829)
 
23186 Hendrik Gerrit (doorgehaald Hendrikus Gerrit), geb. 3/1/96, ged. 1 mrt. 1896, Jan Hendrik Olthof en Fina Fredrika Scherphof. Olthof, Hendrikus Gerrit (I32682)
 
23187 Hendrik heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Derk Hendriks (zijn zoon) en Hendrika Jansen. Woonde te Magelen [Den Ham] (13-09-1811). Egberts, Hendrik (I9910)
 
23188 Hendrik heeft op Ruimzicht te Doetichem gezeten. Zijn eerste gemeente was Gelselaar in de Achterhoek. Daarna naar Balk, omstreeks 1935. Later naar Wageningen gegaan, waar hij de oorlog heeft meegemaakt. Daarna naar Groningen. Van Groningen naar
Amersfoort, waar hij leraar aan het Christelijk Lyceum is geweest. In Amersfoort overleden. Hij en zijn vrouw zijn in Wageningen begraven. Woonde te Gaasterland (16-10-1935). 
Groenewoud, Hendrik Gerard (I44442)
 
23189 Hendrik Hekhuis (36, landbouwer te Vriezenveen) was getuige bij de geboorte van Jesina Schipper, geboren op 13 januari 1813 te Vriezenveen.

Hendrik Hekhuis was getuige bij het huwelijk tussen Jan Hospers en Wolterdijna Hendriks Aman (zijn schoonzus) en tussen Jan Dekker (onverwant) en Gerhardijna Hendriks (onverwant), beide op 10 april 1814 te Vriezenveen afgesloten.

Hendrik Hekhuis (42 jaar, koopman en landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jan Dekker (onverwant) en Gerhardijna Hendriks (onverwant), op 10 april 1819 te Vriezenveen afgesloten.

Hendrik Hekhuis (53 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Albert Hekhuis (onverwant) en Magdalena Stok (onverwant), op 09 januari 1830 te Vriezenveen afgesloten.


Koopman en landbouwer in 1812, landbouwer in 1813-1814/1817, koopman en landbouwer in 1818, landbouwer in 1819-1820/1822/1824/1827/1830/1840/1850-1851.
Woonde te Vriezenveen (13-08-1812, 13-01-1813, 30-09-1814); Vriezenveen, Westeinde 200 (02-01-1819); Vriezenveen (10-04-1819, 07-02-1820 [op reis], 02-03-1822, 01-05-1824, 29-04-1827, 24-08-1830); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde 200 (22-06-1840);
Vriezenveen (30-03-1850); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (tot 08-01-1851). 
Hekhuis, Hendrik (I12398)
 
23190 Hendrik Huisken doet op 21 september 1813 om 11:00 uur bij Gerrit Engels aangifte van zijn overlijden. In de akte wordt vermeld dat: "van het welk hij verklaard heeft vader te wezen ... uit hem en Gerritdina Boshoeve ... zijnde de gemelde
persoonen ongehuwd". 
Huisken, Hendrik (I10893)
 
23191 Hendrik is ongehuwd op 57-jarige leeftijd overleden ten huize van Barend Schoenmaker te Vriezenveen. Schoenmaker, Hendrik (I10992)
 
23192 Hendrik is ongehuwd overleden ten huize van zijn zwager, staande in het Oosteinde 84 te Vriezenveen. Smit, Hendrik (I20426)
 
23193 Hendrik Jansen Pot was getuige bij het huwelijk tussen Berend Jansen Pot (zijn broer) en Miene Eshuis. Hendrik, en zijn broers Berent, Mannes en Johannes namen op 8 april 1826 om 20:00 uur de naam van "Pot" aan en voor hun kinderen. Woonde te
Vriezenveen (26-04-1811, 08-04-1826); Vriezenveen, Westeinde 368 (tot 25-12-1829). 
Pot, Hendrik (I7727)
 
23194 Hendrik Jansen was getuige bij het huwelijk tussen Jan Jansen (zijn broer) en Aaltjen Schipper (onverwant), op 3 mei 1834 te Vriezenveen afgesloten.

Wever in 1834/1837-1838, landbouwer in 1840, wever in 1842, landbouwer in 1849/1852/1862/1865/1869-1870.

Woonde te Vriezenveen (03-05-1834, 16-12-1837, 11-05-1838, 06-06-1840, 13-01-1842); Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde (08-01-1849); Vriezenveen (16-09-1852, 20-12-1862); Vriezenveen, 3-nvm (04-03-1865); Vriezenveen (20-09-1869); Vriezenveen, 3-nvm
(tot 06-02-1870). 
Jansen, Hendrik (I15319)
 
23195 Hendrik Johannes (bij Johannes staat een ? vermeld), geb. 6 dec. 1900, ged. 6 jan. 1901, Hendrik Schipper en Aaltjen Abbink. Schipper, Hendrik Johannes (I26611)
 
23196 Hendrik Johannes, geb. 11 okt. 1903, ged. 3 jan. 1904, z.v. Jacob Dekker en Antje Schotman. Dekker, Hendrik Johannes (I33141)
 
23197 Hendrik Klein Halle en Hanna Grobben te Meer, in Marsman. Kleinhalle, Willemina (I17807)
 
23198 Hendrik Knol (59 jaar, landbouwer te Vriezenveen) verklaarde bij het aangeven van het overlijden van Mina Eshuis op 23 maart 1864 te Vriezenveen, dat hij wegens zwakheid van gezicht momenteel niet te kunnen tekenen.

Landbouwer in 1834-1835/1838, timmerman in 1839, landbouwer in 1841, timmerman en landbouwer in 1843, landbouwer in 1844/1863-1864, timmerman in 1864, landbouwer in 1866/1868/1871.

Woonde te Vriezenveen (08-04-1826, 05-04-1834, 14-02-1835, 02-09-1838, 09-11-1839, 23-11-1839, 19-12-1841); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (17-03-1843); Vriezenveen (06-05-1844); Vriezenveen, 6-nvm (31-08-1863); Vriezenveen (23-03-1864,
26-03-1864, 31-03-1866, 04-01-1868); Vriezenveen, 6-nvm (tot 13-03-1871). 
Knol, Hendrik (I11106)
 
23199 Hendrik Koster is zeer waarschijnlijk ongehuwd overleden. Koster, Hendrik (I11235)
 
23200 Hendrik Stegeman (54 jaar) is overleden in gehuwde staat (naam echtgenote niet vermeld). Mede-aangever was Berend Stegeman (zijn broer), welke verklaarde niet te kunnen schrijven. Stegeman, Hendrik (I3597)
 

      «Vorige «1 ... 460 461 462 463 464 465 466 467 468 ... 1755» Volgende»