Aantekeningen


Treffers 1,851 t/m 1,900 van 87,707

      «Vorige «1 ... 34 35 36 37 38 39 40 41 42 ... 1755» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1851 1791-12-11: Sara Wijnandts, woont te Heerenveen, is bruid.
1794-11-02: Sara Wijnands, is moeder.

Fruitverkoopster in 1821.

Woonde te Heerenveen (05-10-1792, 21-10-1792, 20-12-1796, 29-01-1797, 11-05-1799, 09-06-1799, 09-02-1802, 14-03-1802, 15-01-1805, 10-02-1805, 09-12-1807, 10-01-1808, 27-08-1810, 23-09-1810); Heerenveen, De Dragt 189 (07-10-1813); Heerenveen
(12-01-1817, 02-12-1821, 04-02-1845); Heerenveen, nr. 190, Gem. Schoterland (tot 17-07-1847). 
Wijnands, Sara (I151)
 
1852 1791-12-11: Tobias Reinders, woont te Heerenveen, is bruidegom.
1794-11-02: Tobias Rinnerts, is vader bij doop Sara.

Bij overlijden nalatende 8 kinderen.

Huisinga in 1810, hovenier in 1813.

Woonde te Heerenveen (05-10-1792, 21-10-1792, 20-12-1796, 29-01-1797, 11-05-1799, 09-06-1799, 09-02-1802, 14-03-1802, 15-01-1805, 10-02-1805, 09-12-1807, 10-01-1808, 27-08-1810, 23-09-1810); Heerenveen, De Dragt 189 (tot 07-10-1813). 
Huizinga, Tobias (I150)
 
1853 1791-1794 diaken, 1803 kerkmeester. Schipper, Berend (I1620)
 
1854 1792-01-03: Testament van Gerrit Albers en zijn vrouw Kuneigin Koorts, zijnde Kunigien Koorts geassisteerd met Jan Hendrik Prinsen als haar voogd, waarin genoemd zijn vader, haar beider ouders, zijn vrouw Kunegien Koerts, haar zusters, haar
zuster Roelfjen en haar man Gerrit Albers [T0079_INV10_p123vo].

1820-01-27: Notaris Warnaars, 1820, nr. 010, gifte onder de levenden.

Kunnigje Harmsen heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Hendrik Albers (haar zoon) en Alberdina van den Poelakker.

Kunnigjen Koors heeft verklaard niet te kunnen schrijven bij het huwelijk tussen Hermannus Alberts (haar zoon) en Janna Winkel, op 29 april 1820 te Vriezenveen afgesloten.

Landbouwster in 1820/1822.
Woonde te Vriezenveen (23-03-1788, 04-03-1814, 29-04-1820); Vriezenveen, Westeinde 331 (tot 15-11-1822). 
Koers, Kunne (I15764)
 
1855 1792-01-03: Testament van Gerrit Albers en zijn vrouw Kuneigin Koorts, zijnde Kunigien Koorts geassisteerd met Jan Hendrik Prinsen als haar voogd, waarin genoemd zijn vader, haar beider ouders, zijn vrouw Kunegien Koerts, haar zusters, haar
zuster Roelfjen en haar man Gerrit Albers [T0079_INV10_p123vo]. 
Kosters, Hendriana (I36848)
 
1856 1792-06-23: Hendk Harmer en zijn vrouw Berendina Wiechers verklaren verkocht te hebben aan Jan Voerhuis en zijn vrouw Aale Heetkamp haar twee en een halve akkeren lands opgaans met het huis en daarop verdere staande timmeragien en houtgewassen
alsmede een en een halven akker turfland, gelegen op de ooster hoeve, onverscheiden met Jannes Roehoff een een part in of aan de rosmolen op Harm Wintersland, voor een som van 1000 guldens, zijnde het land opgaans gelimiteerd oostwaards G Roehoff
en westwaards Harm Winter [T0079_INV10_p128].

1794-08-30: Jan Voerhuis en zijn vrouw Aaltjen Heetkamp, verklaren dat zij in en mits dezen doen verhypothiceren en veronderpanden haar huis en landerijen opgaans, zo zij het thans zelfs bezitten, en dat ten profijte van Jan Joostink, wonende te
Geesteren en zijn vrouw [T0079_INV10_p171vo].

1814-05-14: Notaris Warnaars, 1814, nr. 344, verkoop (landerijen).
1814-05-14: Notaris Warnaars, 1814, nr. 347, royement.
1814-05-14: Notaris Warnaars, 1814, nr. 348, borgsom.
1816-07-22: Notaris Warnaars, 1816, nr. 257, borgsom.

1817-08-14: Jan Voerhuis, ongeveer 60, landbouwer, woont te Vriezenveen, Oosteinde 13, is overleden.

1832-02-21: Notaris Warnaars, 1832, nr. 035, royement. 
Voorhuis, Joannes (I12445)
 
1857 1792-06-23: Hendk Harmer en zijn vrouw Berendina Wiechers verklaren verkocht te hebben aan Jan Voerhuis en zijn vrouw Aale Heetkamp haar twee en een halve akkeren lands opgaans met het huis en daarop verdere staande timmeragien en houtgewassen
alsmede een en een halven akker turfland, gelegen op de ooster hoeve, onverscheiden met Jannes Roehoff een een part in of aan de rosmolen op Harm Wintersland, voor een som van 1000 guldens, zijnde het land opgaans gelimiteerd oostwaards G Roehoff
en westwaards Harm Winter [T0079_INV10_p128].

1794-08-30: Jan Voerhuis en zijn vrouw Aaltjen Heetkamp, verklaren dat zij in en mits dezen doen verhypothiceren en veronderpanden haar huis en landerijen opgaans, zo zij het thans zelfs bezitten, en dat ten profijte van Jan Joostink, wonende te
Geesteren en zijn vrouw [T0079_INV10_p171vo].

1814-05-14: Notaris Warnaars, 1814, nr. 347, royement.
1816-07-22: Notaris Warnaars, 1816, nr. 257, borgsom.
1832-01-10: Notaris Warnaars, 1832, nr. 005, koopcontract.
1832-02-21: Notaris Warnaars, 1832, nr. 035, royement.

Landbouwster in 1819/1822/1827.

Aleida Heetkamp heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Egbertus Voerhuis (haar zoon) en Susanna Joostink.
Aleida Heetkamp verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Joannes Voerhuis (haar zoon) en Joanna Stevens (onverwant), op 25 mei 1822 te Vriezenveen afgesloten.
Aleida Heetkamp verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Joannes Voerhuis (haar zoon) en Henrica Holsbos (onverwant), op 24 maart 1827 te Vriezenveen afgesloten.
Aleida Heetkamp verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Gerardus Johannes Boo (onverwant) en Joanna Maria Voorhuis (haar dochter), op 15 september 1827 te Vriezenveen afgesloten.
Aleida Heetkamp verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Anthonij Voerhuis (haar zoon) en Euphemia Mensink (onverwant), op 9 juni 1831 te Vriezenveen afgesloten.

1817-08-14: [Naamloos], woont te Vriezenveen, Oosteinde 13, is partner van Jan Voerkhuis. Woonde te Vriezenveen (01-05-1819, 25-05-1822, 24-03-1827, 15-09-1827, 09-06-1831); Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde (tot 02-03-1837). 
Heetkamp, Aleida (I12446)
 
1858 1792-??-??: Testament van Hendrikus Seberink, waarin genoemd zijn vrouw Geertruit ter Haar, de 3 kinderen van zijn vrouw, die zij in echte verwerkt heeft bij haar wijlen man Abrham Meijer [T0079_INV10_p123]. Akte niet volledig! Seberink, Hendrikus (I5637)
 
1859 1793-01-20: Testament van Aaltjen Lucas, weduwe van Hendriks Pauwels, geassiteerd met haar broer Harm Lubbers als haar voogd, enigzins ziektelijk, doch bij goeden kennelijken verstande immers zo verre ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd haar
dochters, dochter Aleijda Pauwels, dochter Henderika Pauwels en haar zonen Lucas en Jannes Pauwels [T0079_INV10_p131vo].

Timmermansknecht in 1835.

Woonde te Vriezenveen; Hillegersberg (02-12-1781); Zoeterwoude, nr. 53 (tot 08-10-1835). 
Pouwels, Lucas (I55845)
 
1860 1793-01-20: Testament van Aaltjen Lucas, weduwe van Hendriks Pauwels, geassiteerd met haar broer Harm Lubbers als haar voogd, enigzins ziektelijk, doch bij goeden kennelijken verstande immers zo verre ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd haar
dochters, dochter Aleijda Pauwels, dochter Henderika Pauwels en haar zonen Lucas en Jannes Pauwels [T0079_INV10_p131vo].

Woonde te Zoeterwoude (19-05-1804). 
Pouwels, Jannes (I46947)
 
1861 1793-01-20: Testament van Aaltjen Lucas, weduwe van Hendriks Pauwels, geassiteerd met haar broer Harm Lubbers als haar voogd, enigzins ziektelijk, doch bij goeden kennelijken verstande immers zo verre ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd haar
dochters, dochter Aleijda Pauwels, dochter Henderika Pauwels en haar zonen Lucas en Jannes Pauwels [T0079_INV10_p131vo]. 
Pouwels, Hendrika (I34384)
 
1862 1793-01-20: Testament van Aaltjen Lucas, weduwe van Hendriks Pauwels, geassiteerd met haar broer Harm Lubbers {wie is dit?} als haar voogd, enigzins ziektelijk, doch bij goeden kennelijken verstande immers zo verre ons uiterlijk gebleek, waarin
genoemd haar dochters, dochter Aleijda Pauwels, dochter Henderika Pauwels en haar zonen Lucas en Jannes Pauwels [T0079_INV10_p131vo].

Woonde te Vriezenveen. 
Fik, Aaltjen (I34379)
 
1863 1793-01-26: Testament van Gerrit Brouwer {is hij dit?}, verklaarde dat het testament door hem en zijn wijlen vrouw gemaakt, zal blijven in zijne volle waarde, uitgezonderd deze navolgende veranderingen, waarin genoemd Henderika Fronten, weduwe
van Barent Fronten, en deszelfs dochters Johanna Fronten, Roelofdiena Fronten en Gesiena Fronten [T0079_INV10_p133]. 
Brouwer, Gerrit (I12283)
 
1864 1793-01-30: Testament van Hendrik Kruijders, waarin genoemd zijn stiefvader Hendrikus Krujders, zijn broer Gerrit Krujders, nagelaten kinderen Getruit, Arent Jan en Hendrikus Krujders van wijlen zijn broer Jan Krujders, de 4 kinderen van zijn
overleden broer Berend Krujders en de diaconie van Vriezenveen [T0079_INV10_p135vo]. 
Kruijders, Hendrik (I5638)
 
1865 1793-05-04: Egbert Jansen en zijn vrouw Fennigien Jansen verkopen aan hun gaarden, gelegen op Missesland, beneden de Buiterweg, voor een som van 93 gulden, aan Gerrit Hendriks en zijn vrouw [T0079_INV10_p137vo].

1793-05-04: Jennigien Jansen, wedw van Frerik Jansen, geassiteerd met F R Heek als haar voogd, verklaart op 12 februari 1793 verkocht te hebben haar halve huis, halve brink, thans bewoond door Egbert Jansen, staande naast of aan het huis van
Jannes Frielink, voor en som van 50 guldens en 10 stuivers aan Egbert Jansen en zijn vrouw [T0079_INV10_p138].

1794-09-28: Egbert Janzen, woont te Vriezenveen, is vader.

1811-09-25: Egbert Jansen Cobus, 48, landbouwer en nachtwaker, woont te Vriezenveen, is getuige bij aangifte geboorte van Clasina Leushuis.

Landbouwer en nachtwaker in 1811.

Woonde te Vriezenveen (12-02-1786, 19-09-1811, 05-03-1812, tot 10-07-1814).

Egbert Jansen neemt op 05 maart 1812 te Vriezenveen "Kobes" als familienaam aan, en voor zijn kinderen Jannes (14 jaar), Harmina (20 jaar), Berendina (17 jaar) en Clasina (12 jaar). 
Kobes, Egbert (I198)
 
1866 1793-05-04: Egbert Jansen en zijn vrouw Fennigien Jansen verkopen aan hun gaarden, gelegen op Missesland, beneden de Buiterweg, voor een som van 93 gulden, aan Gerrit Hendriks en zijn vrouw [T0079_INV10_p137vo].

1823-08-20: Notaris Warnaars, 1823, nr. 129, borgsom met hypotheek.
1831-06-02: Notaris Warnaars, 1831, nr. 106, boedelscheiding (nalatenschap Egbert Jansen Kobes).
1831-09-01: Notaris Warnaars, 1831, nr. 172, publieke verkoop van vast goed (huis).

Overleden op 89-jarige leeftijd als Fennigjen Koerssen. Volgens de overlijdensakte werd zij in Vriezenveen geboren.

Fennigjen kon ten tijde van het huwelijk tussen Lambert Nijboer en Klasina Kobes (haar dochter) niet schrijven.

Landbouwster in 1819/1822/1830.

Woonde te Rijssen; Vriezenveen (12-02-1786, 10-07-1814, 01-05-1819, 04-05-1822); Vriezenveen, Oosteinde 346 (08-12-1822); Vriezenveen (30-12-1830); Vriezenveen, Wijk 1, Oosteinde 18 (tot 17-04-1840).

1794-09-28: Fennigjen Janzen, woont te Vriezenveen, is moeder. 
Rottink, Fenneken (I199)
 
1867 1793-05-22: Op 22 mei 1793 geeft Fredk Gerrits aan het strefgeval van zijn zuster Trijntjen bestaande in een half huis en onderhorige landerijen [T0003.1_INV2668].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Gerrits, Trijntjen (I21770)
 
1868 1793-06-01: Frerik Gerrits, ter ener, en Janna Harms, ter andere zijde, zijnde zij Janna Harms geassiteerd met F R Heek als haar voogd, welke te samen en ieder afzonderlijk verklaarden te hebben gecontracteerd, gedisponneerd, en overeengekomen
zijn, over hetgeen hier na beschreven, in voegen en manieren als volgt:
- de 1e compt Frerik Gerrits verklaard verkocht te hebben aan Janna Harms voor een som van 300 guldens de hierna benoemde vaste goederen, als zijn huis, thans door hem bewoond wordende, 2 wanden hooiland op zogenaamde Potsland, 2 wanden bouwland
op Lemensland, met de halve opslag, een wand hooiland op Scholsland, 2 wanden bouwland op Krikken Berendsland, een gaarden op Paaschersland, 2 koeweiden op Paschersland gaande van de Kerkweg tot aan de Buiterweg, en een akker turfland op de
westerhoeve;
- alsmede institueerd, maakt, en geeft Frerik Gerrits aan Janna Harms een som van 250 guldens, welke penningen uit de mij aangestorvene erfenis, van mijn overleden zuster, Janna Gerrits, gewoont te Lage, en getrouwd geweest met Jan Schroever,
aldaar;
- alsmede maakt en geeft dadelijk over hij Frerik Gerrits aan voorz Janna Harms, de gehelen inboedel des huizes, kisten en kasten, linnen, wollen, bedden, vee, zaadgewassen, niets uitgezonderd, alles zoals hij het thans bezit en gebruikt in
vollen eigendom;
- daarentegen neemt Janna Harms de voorn Frerik Gerrits de tijd zijnes levens te ouderhouden en te alimenteren in huisvestigen kost, drank, kledinge, beddinge, en verder in alles wat hem benodigd is, zoals naberlijk en bueNOTE Religie:jk bestaan kan, ten
minsten in alles zo goed aan hem te geven, als zij het zelven heeft, ziek of zugtig wordende den zelven goed handreikinge te doen, stervende aan hem een eer en behoorlijk begrafenis te bezorgen, alle de schulden van Frerik Gerrits neemt Janna
Harms aan te betalen, en in val zij Janna Harms mocht komen te overlijden, voor Frerik Gerrits, dan caveert zij mits dezen dat hare erfgenamen het zelve aan hem zullen moeten verschaffen, asl of zij zelfs in leven was, en verplicht was te doen,
zoals hier voorschreven, indien val blijven de voorz goederen daar voor verbonden en verpand [T0079_INV10_p139].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 07-10-1780, 16-08-1801). 
Gerrits, Janna (I21768)
 
1869 1793-06-01: Frerik Gerrits, ter ener, en Janna Harms, ter andere zijde, zijnde zij Janna Harms geassiteerd met F R Heek als haar voogd, welke te samen en ieder afzonderlijk verklaarden te hebben gecontracteerd, gedisponneerd, en overeengekomen
zijn, over hetgeen hier na beschreven, in voegen en manieren als volgt:
- de 1e compt Frerik Gerrits verklaard verkocht te hebben aan Janna Harms voor een som van 300 guldens de hierna benoemde vaste goederen, als zijn huis, thans door hem bewoond wordende, 2 wanden hooiland op zogenaamde Potsland, 2 wanden bouwland
op Lemensland, met de halve opslag, een wand hooiland op Scholsland, 2 wanden bouwland op Krikken Berendsland, een gaarden op Paaschersland, 2 koeweiden op Paschersland gaande van de Kerkweg tot aan de Buiterweg, en een akker turfland op de
westerhoeve;
- alsmede institueerd, maakt, en geeft Frerik Gerrits aan Janna Harms een som van 250 guldens, welke penningen uit de mij aangestorvene erfenis, van mijn overleden zuster, Janna Gerrits, gewoont te Lage, en getrouwd geweest met Jan Schroever,
aldaar;
- alsmede maakt en geeft dadelijk over hij Frerik Gerrits aan voorz Janna Harms, de gehelen inboedel des huizes, kisten en kasten, linnen, wollen, bedden, vee, zaadgewassen, niets uitgezonderd, alles zoals hij het thans bezit en gebruikt in
vollen eigendom;
- daarentegen neemt Janna Harms de voorn Frerik Gerrits de tijd zijnes levens te ouderhouden en te alimenteren in huisvestigen kost, drank, kledinge, beddinge, en verder in alles wat hem benodigd is, zoals naberlijk en bueNOTE Religie:jk bestaan kan, ten
minsten in alles zo goed aan hem te geven, als zij het zelven heeft, ziek of zugtig wordende den zelven goed handreikinge te doen, stervende aan hem een eer en behoorlijk begrafenis te bezorgen, alle de schulden van Frerik Gerrits neemt Janna
Harms aan te betalen, en in val zij Janna Harms mocht komen te overlijden, voor Frerik Gerrits, dan caveert zij mits dezen dat hare erfgenamen het zelve aan hem zullen moeten verschaffen, asl of zij zelfs in leven was, en verplicht was te doen,
zoals hier voorschreven, indien val blijven de voorz goederen daar voor verbonden en verpand [T0079_INV10_p139].

Woonde te Lage [Duitsland]. 
Schrovenwever, Jan (I36124)
 
1870 1793-06-05: Testament van Gerrit Roehoff en zijn vrouw Zwennegien Albers, zijnde Zwennigien Albers geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd Berent Joosten en zijn vrouw Henderika ten Cate als hun universele erfgenamen
[T0079_INV10_p141].

1805-12-31: Op 31 december 1805 zijn verschenen Gerrit Rohof en zijn vrouw Zwennegien Alberts, welke verklaarden te hebben verkocht aan Berend Joosting en zijn vrouw Hindrica ten Cate, op 27 december 1805, een huis met 2 schuren en derde halve
akker lands opgaans, aan de noordzijde van deze Kerkweg, met het daarop staande houtgewas, met 7,5 koeweiden, opgaande zuidwaards, voorts 2 akkeren turfland, op de oostere hoeve, gelegen ten ene zijde van JH Dikkers en ter andere zijde van Gerrit
Bramer, een wand bouwland, met de opslag op Joostesland, 3 ong werken hooiland, op het zgn Kroemenland, beginnende aan de waterleiding en eindigende aan de Buiteren weg, 1 akker woestenland, liggende nabij het woesten hekke, een halve akker
woestenland, onverscheiden met Berend Hof, een halve akker woestenland, gelegen aan de Stuuwe, onverscheiden met Gerrit Bramer en Egbert Jonkman Junior, en nog een dagwerk hooiland, liggende op Hanssen Deele, voor een som van 1000 guldens
[T0079_INV45].

Henrica ten Cate heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Egbertus Gerardus Joostink (haar zoon) en Joanna Stokler. Hendrika ten Cate heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Egbertus Voerhuis en Susanna Joostink (haar dochter).

Woonde te Vriezenveen (21-04-1793, 04-07-1818, 01-05-1819); Vriezenveen, Oosteinde 136 (tot 28-03-1821). 
ten Cate, Hendrika (I12372)
 
1871 1793-07-06: Albert Holland en zijn moeder Berentjen Albers Jonker, weduwe van Wippen Barent, zijnde laatst genoemde geassisteerd met Albert Holland als haar voogd, welke verklaarden te hebben verkocht aan Proc J L Ernst en Lambert Dake, een
gedeelte van een stukke land, den Bol genaamd, zo verre den zelven is uitgebaakt, gelegen aan de Zwarten Plas, voor een som van 150 guldens [T0079_INV10_p144vo].

Dake, lambert, met zijn vrouw, met attestatie van het Vriezenveen overgeg. 6 aug. 1798, vertrokken met attestatie [bron: De Hollandse Hervormde Kerk in Sint-Petersburg 1713-1927, deel III, blz. 8].

Woonde te St. Petersburg [Rusland]; Vriezenveen (05-11-1795). 
Dake, Lambert (I11377)
 
1872 1793-07-30: Testament van Berent Engberts Smit, testator institueerd zijn dochter Gerhardina Berents Smit, getrouwd met Hendk Boesschen in de legiNOTE Tijd: portie, dezelve na rechten, compiterende en niets verder; om reden dat hij testator op 6 maart
1790 alle zijn en wijlen vrouw vaste goederen, zo huis, landerijen, inboedel, mits gaarders, de oliemolen aan zijn voorschreven dochter Gerhardina en haren man Hendk Boesschen, heeft toegedeeeld, mits aan Mannes Costers en vrouw uit die voorsn
goederen door Hendrik Boeschen moet worden betaald 1200 guldens, als verder is te zien uit gemelde verdelings contact, tezamen op gerecht gehouden en gemaakt. Voor het overige maakt testator tot zijn enige en universele erfgenaam het kind van
zijn dochter Gerhardina Berents Smit, genoemt Johanna Boesschen en die kinders zo nog bij voornoemde dochter mochten verwekt worden voor den gerechten halfscheid van zijne verzegelinge en abligatien, toch de moeder zal daarin tijd haars levens de
interest darvan genieten, alsmede maakt testator voor den tweeden halfscheid zijne verzegelingen en obligatien aan zijn dochter Frederika Berents Smit, getrouwd aan Mannes Coster, voor overlijden aan haar wettige kinders, en zulks in alle zijne
met de dood na te latene verzegelingen en obligatien boek schulden leggert geld daarvan niets uitgezonderd, benevens alle zijn linnen en wollen kleratie, zilver en goud, om alles na overlijden van testator in twee egale partien te verdelen, en na
overlijden van testator een behoorlijke begrafenis te doen [T0079_INV10_p148].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 19-06-1756). 
Smelt, Geertjen (I1841)
 
1873 1793-07-30: Testament van Berent Engberts Smit, testator institueerd zijn dochter Gerhardina Berents Smit, getrouwd met Hendk Boesschen in de legiNOTE Tijd: portie, dezelve na rechten, compiterende en niets verder; om reden dat hij testator op 6 maart
1790 alle zijn en wijlen vrouw vaste goederen, zo huis, landerijen, inboedel, mits gaarders, de oliemolen aan zijn voorschreven dochter Gerhardina en haren man Hendk Boesschen, heeft toegedeeeld, mits aan Mannes Costers en vrouw uit die voorsn
goederen door Hendrik Boeschen moet worden betaald 1200 guldens, als verder is te zien uit gemelde verdelings contact, tezamen op gerecht gehouden en gemaakt. Voor het overige maakt testator tot zijn enige en universele erfgenaam het kind van
zijn dochter Gerhardina Berents Smit, genoemt Johanna Boesschen en die kinders zo nog bij voornoemde dochter mochten verwekt worden voor den gerechten halfscheid van zijne verzegelinge en abligatien, toch de moeder zal daarin tijd haars levens de
interest darvan genieten, alsmede maakt testator voor den tweeden halfscheid zijne verzegelingen en obligatien aan zijn dochter Frederika Berents Smit, getrouwd aan Mannes Coster, voor overlijden aan haar wettige kinders, en zulks in alle zijne
met de dood na te latene verzegelingen en obligatien boek schulden leggert geld daarvan niets uitgezonderd, benevens alle zijn linnen en wollen kleratie, zilver en goud, om alles na overlijden van testator in twee egale partien te verdelen, en na
overlijden van testator een behoorlijke begrafenis te doen [T0079_INV10_p148].

Woonde te Vriezenveen (14-04-1814, 04-02-1817, 29-10-1819, 13-07-1822, 27-02-1825, 03-07-1831, 17-08-1833, 30-08-1834); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (tot 13-04-1848). 
Boeschen, Johanna (I15283)
 
1874 1793-09-11: Harmanus Jansen en zijn vrouw Hendrika Berendsen, welke verklaren schuldig te zijn aan zijn broer Frerik Jansen een som van 500 guldens en aan Jan Jansen een som van 510 guldens, te samen 1010 guldens, comparanten verbinden daarvoor
haar persoon en goederen, bestaande in alle hare vaste goederen, vee en gewassen, meubiliare niets exemt, in zo verre het voor zijn schoonmoeder niet is uitbedongen in gevolge maagd scheidingen, en voorts wat voor de broers of zwagers van haar
comparanten is uitbedongen [T0079_INV10_p145vo].

1797-12-30: 3 verkoopakten.

1801-01-02: Den 2 januari 1801 heeft Egbert de Groot in den 50sten pennink aangegeven dat hij in den voorleden jaar 1800 van Harmannus Jansen heeft aangeruild 2 akkeren lands met daarop staande huis en houtgewas, beginnende van dezen Kerkweg
noordwaards to aan het land van Jannes Roothoff, met de opslag daarachter eb 4 koeweiden in het zelfde land, en een goordentien aller zoals het zelfde door de aangever thans wordt bewoond en gebruikt [T003.1_INV5711/T0079_INV45].

1801-01-30: Den 30 januari 1801 heeft Harmannus Jansen in den 50sten pennink aangegeven dat hij in den voorleden jaar 1800 van Egbert de Groot heeft geruild het huis zoals thans door hem bewoond wordt met de goorden achter het huis, een dito
goorden daar tegenaan liggende op Geesenland, 5 wanden bouwland roedel maate, liggende op Koort Braamersland en 2 koeweiden in Koorsland [T003.1_INV5711/T0079_INV45].

1819-01-04: Notaris Warnaars, 1819, nr. 004, royement.

Kleermaker in 1795.
Woonde te Vriezenveen (15-06-1788). 
Jansen, Hermannus (I12627)
 
1875 1793-09-11: Harmanus Jansen en zijn vrouw Hendrika Berendsen, welke verklaren schuldig te zijn aan zijn broer Frerik Jansen een som van 500 guldens en aan Jan Jansen een som van 510 guldens, te samen 1010 guldens, comparanten verbinden daarvoor
haar persoon en goederen, bestaande in alle hare vaste goederen, vee en gewassen, meubiliare niets exemt, in zo verre het voor zijn schoonmoeder {is zij dit?} niet is uitbedongen in gevolge maagd scheidingen, en voorts wat voor de broers of
zwagers van haar comparanten is uitbedongen [T0079_INV10_p145vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 31-08-1754). 
Koster, Fennigjen (I21378)
 
1876 1793-10-01 (lees: 1783-01-10): Testament, opgemaakt ten huize van [Gerrit] Gerritsen Keep, van Gerrit Gerritsen Keep en zijn vrouw Janna Jansen, de laatste enigszins zwak van lichaam, bijgestaan door Jan Evertman als hun voogd, waarin genoemd:
- testator aan zijn naaste bloed, 300 guldens;
- beide aan hun bloedverwanten, linnen en wollen klederen en al wat tot hun lijf mocht versneden zijn [T0079_INV9_p031].

1808-07-11: Verkoopakte [T0079_INV15].

1808-12-14: Op 14 december 1808 zijn verschenen Janna Jansen, wedw van wijlen gerrit Keep, geadsisteert met Jasper ten Cate als haren gekozen en toegelaten voogd in dezen, welke verklaarden op 16 september 1807 te hebben verkocht aan Albartus
Plij en zijn vrouw Aaltien Smelt haar comparantes huis en erve met de daarachter liggende goorden, benevens haar hooi en bouwland met de opslag, zijnde het oostere stukje, breed 1,5 akker, gelegen op het zogenaamde Paaschensland, beginnende het
eerstgemelde dadelijk achter het land van Jan Klaasen, zich uitstrekkende tot aan het land van Roelof Leenders, achter welke land het bouwland weder zijn begin neemt en zich met de opslag noordwaards eindigt, daar de gerechtigheid van Vrisenveen
ophoud, alsmede nog een koeweide met het daarbij behorende hooiland in de daarachter liggende maat in Simondsland, en dan nog de opslag achter het westere stukje op gem[elde] Paaschensland, beginnende met de Hogenleijdijk, de welke wel
expresselijk daaronder wordt begrepen, en eindigende zich waar de Vriezenveensche gerechtigheid ophoudt, zo en in diervoegen als zij verkoopersche en de haaren overleden eheman gemeldes huis en landerijen in eigendom bezeten en gebruikt hebben,
met uitzondering echter van zodanige vrijheden en wat dies meer is, welke zij comparante voor zich gedurende haaren leeftijd uit gedachte vaste goederen heeft uit bescheiden, welke alle in het breede in voorzeide koops conditien dato 16 september
1807 zijn omschreven, en dan voor een som van 493 guldens [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (25-04-1762). 
Jansen, Janna (I36120)
 
1877 1793: Lidmaat te Uelsen [bron: Website Online-ofb.de]. Bekking, Jenne (I64599)
 
1878 1794-01-06: Testament van Aaltjen Feijers, wedwe van wijlen Harmen Egbers Meijer, geassisteerd met Gerrit Henderiks als haar voogd:
- ten tweeden zo stelt zij tot hare enigen universele erfgenamen haar 2 zonen Gerrit en Hendrik Harms Meijjers, en alle hare met de dood ontruimende goederen, actien en crediten waar het ook mocht staande of gelegen wezen niets exemt;
- ten tweeden zullen voorn zoons Gert en Hendk Harms hiervan uitkeren aan haren halfbroer Klaas Klaasen en zuster Henderika Harmsen Meijjer, getroud aan Hendrik Rierink, ieder een som van 20 guldens, die een jaar na het overlijden van haar zullen
moet worden voldaan, en het meisje of dochter Egberdina Harms Meijjer zal hebben 50 guldens, die zij ook zal kunnen vorderen een jaar na haar moeders overlijden als zij die mocht van noden hebben anders met 2 jaar en niet eerder, de kleer die tot
haar moeders lichaam versneden is zo van linnen als wollen zullen door de 2 voorn dochters in eengale delen gedeeld worden [T0079_INV10_p149vo]. 
Meijer, Hendrika (I12551)
 
1879 1794-01-06: Testament van Aaltjen Feijers, wedwe van wijlen Harmen Egbers Meijer, geassisteerd met Gerrit Henderiks als haar voogd:
- ten tweeden zo stelt zij tot hare enigen universele erfgenamen haar 2 zonen Gerrit en Hendrik Harms Meijjers, en alle hare met de dood ontruimende goederen, actien en crediten waar het ook mocht staande of gelegen wezen niets exemt;
- ten tweeden zullen voorn zoons Gert en Hendk Harms hiervan uitkeren aan haren halfbroer Klaas Klaasen en zuster Henderika Harmsen Meijjer, getroud aan Hendrik Rierink, ieder een som van 20 guldens, die een jaar na het overlijden van haar zullen
moet worden voldaan, en het meisje of dochter Egberdina Harms Meijjer zal hebben 50 guldens, die zij ook zal kunnen vorderen een jaar na haar moeders overlijden als zij die mocht van noden hebben anders met 2 jaar en niet eerder, de kleer die tot
haar moeders lichaam versneden is zo van linnen als wollen zullen door de 2 voorn dochters in eengale delen gedeeld worden [T0079_INV10_p149vo]. 
Meijer, Egberdina (I12553)
 
1880 1794-01-06: Testament van Aaltjen Feijers, wedwe van wijlen Harmen Egbers Meijer, geassisteerd met Gerrit Henderiks als haar voogd:
- ten tweeden zo stelt zij tot hare enigen universele erfgenamen haar 2 zonen Gerrit en Hendrik Harms Meijjers, en alle hare met de dood ontruimende goederen, actien en crediten waar het ook mocht staande of gelegen wezen niets exemt;
- ten tweeden zullen voorn zoons Gert en Hendk Harms hiervan uitkeren aan haren halfbroer Klaas Klaasen en zuster Henderika Harmsen Meijjer, getroud aan Hendrik Rierink, ieder een som van 20 guldens, die een jaar na het overlijden van haar zullen
moet worden voldaan, en het meisje of dochter Egberdina Harms Meijjer zal hebben 50 guldens, die zij ook zal kunnen vorderen een jaar na haar moeders overlijden als zij die mocht van noden hebben anders met 2 jaar en niet eerder, de kleer die tot
haar moeders lichaam versneden is zo van linnen als wollen zullen door de 2 voorn dochters in eengale delen gedeeld worden [T0079_INV10_p149vo]. 
Rierink, Hendrik (I36542)
 
1881 1794-01-30: Hendk Leenders en zijn vrouw Janna Roelofs verklaarden verkocht te hebben aan Barent Thijhoff en zijn vrouw Geertjen Thijhof derde half wand bouwland, tegen 2 akkeren gerekend, met de opslag voor een som van 100 guldens
[T0079_INV10_p152vo].

1805-12-31: Op 31 december 1805 geeft Egbert Kolthof aan in de 50e penning een aankoop van een huis met 3,5 wand bouwland en 2 koeweiden en een part van de brink van Berend Tijhof voor een somme van 500-0-0 [T0079_INV45].

1809-04-28: Op 28 april 1809 zijn verschenen Berent Tijhof en zijn vrouw Geertien Tijhof, welke verklaarden enige weken geleden te hebben verkocht aan Jan Nijkamp de helft van hun woonhuis, zijnde de oostzijde, staande in het Westeinde, nummer
300, met een bouwgoordentje aan de oostkant en een dit goordentje aan de westkant, met de daar tussen liggende stege noordwaards dezen Kerkweg opgaands het erve gelegen, nog de helft van een goordentje voort aan achter het voornoemde huis,
onverscheiden met hare verkoper zelve, benevens een wand bouwland, roede maat, op het westere stukje, beginnende achter dat van de wedw van wijlen Jan schoenmaker, alles voor een som van 180 guldens [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (28-09-1788). 
Tijhof, Berend (I10781)
 
1882 1794-01-30: Hendk Leenders en zijn vrouw Janna Roelofs verklaarden verkocht te hebben aan Barent Thijhoff en zijn vrouw Geertjen Thijhof derde half wand bouwland, tegen 2 akkeren gerekend, met de opslag voor een som van 100 guldens
[T0079_INV10_p152vo].

1809-04-28: Op 28 april 1809 zijn verschenen Berent Tijhof en zijn vrouw Geertien Tijhof, welke verklaarden enige weken geleden te hebben verkocht aan Jan Nijkamp de helft van hun woonhuis, zijnde de oostzijde, staande in het Westeinde, nummer
300, met een bouwgoordentje aan de oostkant en een dit goordentje aan de westkant, met de daar tussen liggende stege noordwaards dezen Kerkweg opgaands het erve gelegen, nog de helft van een goordentje voort aan achter het voornoemde huis,
onverscheiden met hare verkoper zelve, benevens een wand bouwland, roede maat, op het westere stukje, beginnende achter dat van de wedw van wijlen Jan schoenmaker, alles voor een som van 180 guldens [T0079_INV15].

1826-06-21: Notaris Warnaars, 1826, nr. 118, testament Geertjen Tijhof.

Broodverkoopster in 1822, tapperster in 1825.

Woonde te Vriezenveen (28-09-1788, 06-04-1822); Vriezenveen, Westeinde 292 (11-04-1822); Vriezenveen (21-05-1825); Vriezenveen, Westeinde 292 (tot 22-11-1826). 
Tijhof, Geertjen (I10778)
 
1883 1794-02-10: Derk Jansen en zijn vrouw Janna Fronten, welke verklaarden 2 dagwerk hooiland, genaamd de Vossemaat, en een dagwerk, genaamd den voor Oever, voor een som van 208 guldens aan Hendrik Freriks [T0079_INV10_p153vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 06-02-1762). 
Fronten, Janna (I19633)
 
1884 1794-04-03: Mannes Nathan, welke verklaarde schuldig te wezen aan Harmen Grobbe en zijn vrouw op de Strijpe een som van 150 guldens, stelt een hypotheek en onderpand zijn persoon en goederen, vaste en roerende, zonder enige uitzonderinge, die
onder gerichte gelegen [T0079_INV10_p157]. 
Nathan, Mannes (I5639)
 
1885 1794-05-09: Lambert Letteboer en zijn vrouw Stientjen Harms, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerrit Haagedoren Lz te Almelo, een som van 250 guldens, stellende een hypotheek en onderpand, niet alleen hare personen, maar ook alle hare
mobile en inmobile goederen en inspecie haar huis, door compters zelfs bewoond worden, met een akker lands opgaans [T0079_INV10_p158vo].

Woonde te Vriezenveen (01-07-1792). 
Hermsen, Stientjen (I7851)
 
1886 1794-05-10: Op 10 mei 1794 geeft Gerriet Geerlinks aan dat hij gekocht heet van de voogden over de kinderen van wijlen Albert Jansen Scheeper een half huis met landerijen voor 558 [T0003.1_INV2668].

1830-11-20: Notaris Warnaars, 1830, nr. 216, testament.

Gerrit Geerlink neemt op 6 maart 1812 te Vriezenveen de naam van 'Geerlinks Schipper' als familienaam aan en voor zijn kinderen Gesiena, Lena, Jennigjen en Fiena (akte 28).

Gerrit Geerlink Schipper was getuige bij het huwelijk tussen Hendrik Webben/Webbink (zijn zwager) en Clasina Cobes, op 8 mei 1819 te Vriezenveen afgesloten, waarbij hij verklaarde niet te kunnen schrijven.

Gerrit Geerlink Schipper was getuige bij het huwelijk tussen Jan Webbink (zijn neefje) en Egberdina Dakhorst (onverwant), op 20 mei 1826 te Vriezenveen afgesloten, waarbij hij verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen.

Gerrit Geerlinks Schipper verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Bernardus Teusink (onverwant) en Fina Geerlinks Schipper (zijn dochter), op 18 november 1826 te Vriezenveen afgesloten.

Gerrit Geerlink Schipper verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Albert Bramer (onverwant) en Jennigjen Geerlink Schipper (zijn dochter), op 2 augustus 1833 te Vriezenveen afgesloten.

Schuitevoerder in 1814, schipper in 1819, landbouwer in 1821/1826/1833-1834.

Woonde te Vriezenveen (14-06-1789, 06-03-1812, 11-01-1814; 08-05-1819); Vriezenveen, Oosteinde 73 (27-12-1821); Vriezenveen (20-05-1826, 18-11-1826, 02-08-1833); Vriezenveen, Oosteinde 73 (tot 01-03-1834). 
Geerlinks Schipper, Gerrit (I10698)
 
1887 1794-05-10: Op 10 mei 1794 geven Fredrik en Grietjen Klumper aan het versterf of zijdval van hare zuster Geertjen Klumper, overleden in de maand april 1794, bestaande in een 3e deel van een huis en gaarden daarachter, 1/3 deel van 4 wanden
bouwland, 1/3 deel van een grasgaarden op Smitsland, 1/3 part van 2 akkeren hoevenland en 1/3 deel van 2 dagwerk hooiland in de woesten [T0003.1_INV2668].

1804-12-05: 5 dec 1804 heeft Fredrik Klumper in den 50sten penning aangegeven het versterf of zijdval van deszelfs zuster Grietje Klumper, bestaande in een half huis met een halve goorden, daarachter, ongeveer 40 treden, verders een halve goorden
op Smitsland ongeveer 75 treden, en een halven akker turfland op de oostere houve, midsgaders 2 wanden bouwland op Hospersland gelegen [T003.1_INV6012/T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Klumper, Grietjen (I13016)
 
1888 1794-05-10: Op 10 mei 1794 geven Fredrik en Grietjen Klumper aan het versterf of zijdval van hare zuster Geertjen Klumper, overleden in de maand april 1794, bestaande in een 3e deel van een huis en gaarden daarachter, 1/3 deel van 4 wanden
bouwland, 1/3 deel van een grasgaarden op Smitsland, 1/3 part van 2 akkeren hoevenland en 1/3 deel van 2 dagwerk hooiland in de woesten [T0003.1_INV2668].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Klumper, Geertjen (I23481)
 
1889 1794-06-21: Jannes Roehof en zijn vrouw Maria Freriks, verklaarden verkocht te hebben haar huis met het gaardentjen daarachter, op 18 april 1787, alsmede 2 koeweiden in Jan Theunis Geesenland, 3 wand bouwland op het voornoemde land, nog 5 wand
bouwland op Coerts Hendriksland, zijnden dezen 5 wanden vrij van verpondinge, voorts met het houtgewas dat op voorn landerijen staat, en dat aan handen en ten profijte van Berend Gerrits voor een som van 515 guldens en 15 stuivers
[T0079_INV10_p164vo].

Maria heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Albartus Rohoff (haar zoon) en Johanna Gospelen en tussen Bernardus Rohoff (haar zoon) en Joanna Kluppels.

Woonde te Vriezenveen (15-04-1775, 29-05-1813, 26-06-1813). 
ter Braake, Anna Maria (I10843)
 
1890 1794-06-22: Hattum, is gedoopt.
1829-01-12: Hattum Kornelis de Vries, 34, schipper, woont te Oudega, is als vader aangever geboorte van Aartje Hattums. Hij verklaarde geen schrijven geleerd te hebben.
1877-04-18: Hattum Kornelis de Vries, woont te Oudega, is weduwnaar.

Schipper in 1824/1829, arbeider in 1856.

Woonde te ... (29-05-1824); Oudega (25-03-1812); Oudega (Smallingerland) (Vanaf 29-05-1794, 22-06-1794, 08-11-1856, 18-04-1877, tot 14-04-1883). 
de Vries, Hattum (I86)
 
1891 1794-07-13: Wilhelmina Cornelia Sophia Wijnanda, dogter van Everhard Alexander Ver Huell, burgemeester van Doesburg, en Anna Aleida Staring, is gedoopt (NG) te Doesburg. Ver Huell, Wilhelmina Cornelia Sophia Wijnanda (I66349)
 
1892 1794-07-26: Berend Gerrits en zijn vrouw Geertruit de Groot, verklaarden schuldig te zijn aan Jannes Engbers en zijn vrouw, een som van 300 gulden, compten verhypothiceren en veronderpanden haar huis, 2 koeweiden en gaarden, 8 wand bouwland en
een gaarden op Koesesland [T0079_INV10_p164].

Geertruid de Groot heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Hendrik Gerrits Oudendijk (haar zoon) en Bernardijna Engberts en tussen Gerhardus Oudendijk (haar zoon) en Gesina Fredriks.

Woonde te Vriezenveen (29-07-1787, 27-04-1815, 14-04-1821); Vriezenveen, Oosteinde 156 (21-09-1823); Vriezenveen, Oosteinde 155 (tot 02-03-1826). 
de Groot, Geertruid (I1696)
 
1893 1794-08-28: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Hendriks [66598] op de Bruinehaar, van Hendrik Jansen, enigszins ziekelijk, doch bij goeden kennelijken verstande, immers zoveel ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd:
- aan zijn neef Jan Hendriks [66598] vooraf 200 guldens en hetgeen hij aan zoon van zijnen voorn neef Jan Hendriks [66598] mocht te goede hebben;
- aan zijne neven Jan [10818] en Harmen [10824] en nicht Swenne [10823] 25 guldens en dan niet meer van hem zullen erven, en zal Jan Hendriks met de andere erfgenamen in egaal delen aangaan;
- aan Harmen [10824] het alder beste en Jan [10818] daarna, en Zwenne [10823] zijne neven en nichten van zijn schapen ook afnemen;
- aan Jan Hendriks [66598] zijn neef voorn, zijne thans 3 hebbende kinderen ieder dan ene van de beste schapen;
- aan het dochtertjen Jenne [?] zijn kiste;
- aan de magel Henderina Theunissen [?], zal 10 gulden van zijn nalatenschap hebben;
- aan gods armen van Vriezenveen hebben de som van 50 guldens, welke een vierendeel jaar na overlijden van hem aan de beheerders in de tijd zullen moeten worden betaald en voldaan door de erfgenamen [T0079_INV10_p166vo].

Woonde te Vriezenveen (20-03-1784). 
Mullink, Jan (I10818)
 
1894 1794-08-28: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Hendriks [66598] op de Bruinehaar, van Hendrik Jansen, enigszins ziekelijk, doch bij goeden kennelijken verstande, immers zoveel ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd:
- aan zijn neef Jan Hendriks [66598] vooraf 200 guldens en hetgeen hij aan zoon van zijnen voorn neef Jan Hendriks [66598] mocht te goede hebben;
- aan zijne neven Jan [10818] en Harmen [10824] en nicht Swenne [10823] 25 guldens en dan niet meer van hem zullen erven, en zal Jan Hendriks met de andere erfgenamen in egaal delen aangaan;
- aan Harmen [10824] het alder beste en Jan [10818] daarna, en Zwenne [10823] zijne neven en nichten van zijn schapen ook afnemen;
- aan Jan Hendriks [66598] zijn neef voorn, zijne thans 3 hebbende kinderen ieder dan ene van de beste schapen;
- aan het dochtertjen Jenne [?] zijn kiste;
- aan de magel Henderina Theunissen [?], zal 10 gulden van zijn nalatenschap hebben;
- aan gods armen van Vriezenveen hebben de som van 50 guldens, welke een vierendeel jaar na overlijden van hem aan de beheerders in de tijd zullen moeten worden betaald en voldaan door de erfgenamen [T0079_INV10_p166vo]. 
Jansen, Swenne (I10823)
 
1895 1794-08-28: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Hendriks [66598] op de Bruinehaar, van Hendrik Jansen, enigszins ziekelijk, doch bij goeden kennelijken verstande, immers zoveel ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd:
- aan zijn neef Jan Hendriks [66598] vooraf 200 guldens en hetgeen hij aan zoon van zijnen voorn neef Jan Hendriks [66598] mocht te goede hebben;
- aan zijne neven Jan [10818] en Harmen [10824] en nicht Swenne [10823] 25 guldens en dan niet meer van hem zullen erven, en zal Jan Hendriks met de andere erfgenamen in egaal delen aangaan;
- aan Harmen [10824] het alder beste en Jan [10818] daarna, en Zwenne [10823] zijne neven en nichten van zijn schapen ook afnemen;
- aan Jan Hendriks [66598] zijn neef voorn, zijne thans 3 hebbende kinderen ieder dan ene van de beste schapen;
- aan het dochtertjen Jenne [?] zijn kiste;
- aan de magel Henderina Theunissen [?], zal 10 gulden van zijn nalatenschap hebben;
- aan gods armen van Vriezenveen hebben de som van 50 guldens, welke een vierendeel jaar na overlijden van hem aan de beheerders in de tijd zullen moeten worden betaald en voldaan door de erfgenamen [T0079_INV10_p166vo].

Hij is een broeder van halven van Jan Hendriksen [bron: Huwelijksextract Vriezenveen, 1815, nr. 12].

Woonde te Bruinehaar (12-10-1815, 26-04-1838, tot 28-02-1844). 
Mullink, Harmen (I10824)
 
1896 1794-08-28: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Hendriks [66598] op de Bruinehaar, van Hendrik Jansen, enigszins ziekelijk, doch bij goeden kennelijken verstande, immers zoveel ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd:
- aan zijn neef Jan Hendriks [66598] vooraf 200 guldens en hetgeen hij aan zoon van zijnen voorn neef Jan Hendriks [66598] mocht te goede hebben;
- aan zijne neven Jan [10818] en Harmen [10824] en nicht Swenne [10823] 25 guldens en dan niet meer van hem zullen erven, en zal Jan Hendriks met de andere erfgenamen in egaal delen aangaan;
- aan Harmen [10824] het alder beste en Jan [10818] daarna, en Zwenne [10823] zijne neven en nichten van zijn schapen ook afnemen;
- aan Jan Hendriks [66598] zijn neef voorn, zijne thans 3 hebbende kinderen ieder dan ene van de beste schapen;
- aan het dochtertjen Jenne [?] zijn kiste;
- aan de magel Henderina Theunissen [?], zal 10 gulden van zijn nalatenschap hebben;
- aan gods armen van Vriezenveen hebben de som van 50 guldens, welke een vierendeel jaar na overlijden van hem aan de beheerders in de tijd zullen moeten worden betaald en voldaan door de erfgenamen [T0079_INV10_p166vo].

Hij is een broeder van halven van Harmen Mullink [bron: Huwelijksextract Vriezenveen, 1815, nr. 12].

Woonde te Bruinehaar (13-05-1787). 
Hendriks, Jan (I66598)
 
1897 1794-09-08: Testament van Jan Thijhof en zijn vrouw Gerridina Winter, de laaste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, waarin genoemd:
- aan de armen alhier 100 guldens [T0079_INV10_p170vo].

1807-09-25: Op 25 september 1807 is verschenen Jan Tijhof Fz en zijn vrouw Gerhardina Winter, welke verklaarden op 21 april 1807 te hebben verkocht aan Johannes Franciscus Heijne en zijn vrouw Gesiena Klomp een huis en erve, staande in het
Oosteinde, zijnde laatst bewoond geweest door Mannes Nathan en vrouw, onder dezelfde voorwaarden als zij het zelf in eigendom hebben bezeten en van voornoemde Mannes Nathan hebben aangekocht, en dat voor een som van 1797 guldens [T0079_INV15].

1808-06-11: Op 11 juni 1808 zijn verschenen Jan Tijhof Fz en zijn vrouw Gerritdiena Winter, welke verklaarden enige weken geleden te hebben verkocht aan Jan Waandres en zijn vrouw Zwennegien Gerrits, hun huis en erve, met den hof en halve brink,
benevens 5,5 wand bouwland en 2 koeweiden opgaans, alsmede nog een bouwgoorden op Bosch Berendsland noordwaards dezen Kerkweg, alles staande en gelegen in het Westeinde, voor een som van 600 guldens [T0079_INV15].

1813-11-11: Notaris Warnaars, 1813, nr. 203, testament Jan Winter
1814-01-11: Notaris Warnaars, 1814, nr. 228, cessie an schuldvordering.
1816-07-09: Notaris Warnaars, 1816, nr. 251, borgsom.
1823-04-12: Notaris Warnaars, 1823, nr. 051, testament van Gerritdina Winter.

Landbouwster in 1820/1824.

Woonde te Vriezenveen (21-10-1770, 04-05-1794, 27-10-1795, 01-11-1795, 30-11-1796, 04-12-1796, 12-01-1799, 13-01-1799, 29-12-1801, 01-01-1802, 02-01-1804, 08-01-1804, 21-12-1805, 22-12-1805, 21-02-1808, 28-02-1808, 22-04-1810, 23-04-1810,
11-03-1812, 15-03-1812); Vriezenveen, Oosteinde 140 (05-04-1817); Vriezenveen (17-06-1820); Vriezenveen, Oosteinde 140 (21-07-1823); Vriezenveen (10-07-1824); Vriezenveen, Oosteinde 140 (tot 16-08-1826). 
Winter, Gerritdina (I9673)
 
1898 1794-09-09: Testament van Berend Hendriks en zijn vrouw Lutgerdina Evertman, de laatste bijgestaan door Albert de Groot als haar voogd, waarin genoemd:
- de kinderen van haar overleden zuster Hendrika Evertman, getrouwd geweest met Gerrit Egbers Ente
- haar broer Jan Evertman;
- testators moeder [T0079_INV10_p176vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 01-08-1761, 18-02-1787). 
Evertman, Hendrika (I12549)
 
1899 1794-09-09: Testament van Berend Hendriks en zijn vrouw Lutgerdina Evertman, de laatste bijgestaan door Albert de Groot als haar voogd, waarin genoemd:
- de kinderen van haar overleden zuster Hendrika Evertman, getrouwd geweest met Gerrit Egbers Ente
- haar broer Jan Evertman;
- testators moeder [T0079_INV10_p176vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 29-05-1785). 
Evertman, Jan (I11159)
 
1900 1794-10-04: Hendk Spijker en zijn vrouw Adolphifin Sophia Hein, verklaren op 15 juli 1791 verkocht te hebben aan Albert Jansen en zijn vrouw Trientjen Jansen haar halve huis met de landerijen, zo en als het destijds door Gerrit Heijdkamp bewoond
en bebouwd wierden voor een som van 420 guldens [T0079_INV10_p173vo].

Trijntjen Jansen verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en dus niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Jan Hendrik Rotman en Johanna Jansen Eupe (haar dochter), op 20 mei 1820 te Vriezenveen afgesloten.

Trijntje Jansen verklaarde niet te kunnen schrijven, bij het huwelijk tussen Bernardus Coes (onverwant) en Alberdijna Jansen Eupe (haar dochter), op 15 september 1821 te Vriezenveen afgesloten.

Landbouwster in 1820-1821/1832.

Woonde te Vriezenveen (07-08-1791, 01-01-1812, 20-05-1820, 15-09-1821); Vriezenveen, Oosteinde 168 (tot 23-07-1832). 
Jansen, Trientje (I12616)
 

      «Vorige «1 ... 34 35 36 37 38 39 40 41 42 ... 1755» Volgende»