Aantekeningen


Treffers 1,801 t/m 1,850 van 87,707

      «Vorige «1 ... 33 34 35 36 37 38 39 40 41 ... 1755» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1801 1789-04-24: Testament van Gerrit Jan Planthof en Willemina Alberts, geassisteerd met haar broeder Jan Alberts als hun voogd, zonder specifieke personen te hebben benoemd [T0079_INV10_p041vo].

1803-06-07: Harmen Hindrik Meijer en zijn vrouw Fenneken Bakkes, welke verklaarden voor ontvangen penningen schuldig te zijn aan Jan Alberts, Willemina Alberts, wed Gt J Planthof, en Janna Alberts, een som van 800 guldens en 20 stuivers,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op hun half huis, schuur en een akker opgaans, zoals zij dezelve van Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Alberts hebben aangekocht [T0079_INV11_p485].

1802-01-27: Den 27 januari 1802 heeft de weduwe G J Planthoff in den 50 pennink aangegeven het verstreft van wijlen haar man op haar gedevolveerd in het laatst van december 1801 bestaande in enige vaste goederen ten waarde van 600-0-0
[T003.1_INV5711/T0079_INV45].

1812-12-12: Notaris Warnaars, 1812, nr. 162, testament Jan Nijboer.
1814-03-26: Notaris Warnaars, 1814, nr. 286, huwelijkscontract.
1814-04-30: Notaris Warnaars, 1814, nr. 322, borgsom.
1814-05-01: Notaris Warnaars, 1814, nr. 326, borgsom.
1817-05-11: Notaris Warnaars, 1817, nr. 111, royement.

Landbouwster in 1837.

Woonde te Vriezenveen (07-05-1791, 30-10-1814); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde 233 (07-08-1836); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde 239 (tot 31-03-1837). 
Nijboer, Willemina (I37331)
 
1802 1789-05-16: Op 16 mei 1789 zijn verschenen Derk Harmsen en zijn vrouw Jenneken Waanders, Albert Harmsen en zijn vrouw Henderika Faijer, Gradus Gerrits en zijn vrouw Janna Harmsen, Esse Jansen en zijn vrouw Berendina Harmsen, Lambert Veldhuis en
zijn vrouw Siena Harmsen en Hendrik Harmsen, welke verklaarden op 10 oktober 1788 verkocht te hebben haar toebehorende halve huis, zijnde nog onverdeeld met de wedw van Harmen Berends, met 1/4 pand van de brink en daarop staande houtgewas,
uitgezonderd dat Esse Jansen achter zijn huis van de brink alleen toebehoord, alsmede de volgende landerijen, anderhalf wand op Hoffenmansland, voordat van Hendrik de Groot, nog een en een half wand op dito land in 't Laage, waaronder de gaarden
en de halve telgen die reeds verdeeld zijn, mede moeten gerekend worden, als ook het aan part van de stege een wand op Huismansland, naast dat van Jan Krol, den halven gaarden het boven en de mede op Huismansland gelegen, den halven gaarden op
Hospesland, zijnde het boveneinde, vrij van boswaaren (?) met het aan part van de stege, zijnde vrij van jaaren (?) lasten, nog een half gaardentjen op dito land gelegen in den Buiterweg, en ongeveer een en een half wand bouwland met de opslag,
mede gelegen op Hospesland, voor een som van 282 guldens, ten profijte van Hendrik Leeman en zijn vrouw [T0079_INV10_p048].

Woonde te Vriezenveen (02-04-1769, 02-03-1771). 
Veldhuijs, Lambert (I847)
 
1803 1789-05-16: Op 16 mei 1789 zijn verschenen Derk Harmsen en zijn vrouw Jenneken Waanders, Albert Harmsen en zijn vrouw Henderika Faijer, Gradus Gerrits en zijn vrouw Janna Harmsen, Esse Jansen en zijn vrouw Berendina Harmsen, Lambert Veldhuis en
zijn vrouw Siena Harmsen en Hendrik Harmsen, welke verklaarden op 10 oktober 1788 verkocht te hebben haar toebehorende halve huis, zijnde nog onverdeeld met de wedw van Harmen Berends, met 1/4 pand van de brink en daarop staande houtgewas,
uitgezonderd dat Esse Jansen achter zijn huis van de brink alleen toebehoord, alsmede de volgende landerijen, anderhalf wand op Hoffenmansland, voordat van Hendrik de Groot, nog een en een half wand op dito land in 't Laage, waaronder de gaarden
en de halve telgen die reeds verdeeld zijn, mede moeten gerekend worden, als ook het aan part van de stege een wand op Huismansland, naast dat van Jan Krol, den halven gaarden het boven en de mede op Huismansland gelegen, den halven gaarden op
Hospesland, zijnde het boveneinde, vrij van boswaaren (?) met het aan part van de stege, zijnde vrij van jaaren (?) lasten, nog een half gaardentjen op dito land gelegen in den Buiterweg, en ongeveer een en een half wand bouwland met de opslag,
mede gelegen op Hospesland, voor een som van 282 guldens, ten profijte van Hendrik Leeman en zijn vrouw [T0079_INV10_p048].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Hermsen, Sijne (I932)
 
1804 1789-05-16: Op 16 mei 1789 zijn verschenen Derk Harmsen en zijn vrouw Jenneken Waanders, Albert Harmsen en zijn vrouw Henderika Faijer, Gradus Gerrits en zijn vrouw Janna Harmsen, Esse Jansen en zijn vrouw Berendina Harmsen, Lambert Veldhuis en
zijn vrouw Siena Harmsen en Hendrik Harmsen, welke verklaarden op 10 oktober 1788 verkocht te hebben haar toebehorende halve huis, zijnde nog onverdeeld met de wedw van Harmen Berends, met 1/4 pand van de brink en daarop staande houtgewas,
uitgezonderd dat Esse Jansen achter zijn huis van de brink alleen toebehoord, alsmede de volgende landerijen, anderhalf wand op Hoffenmansland, voordat van Hendrik de Groot, nog een en een half wand op dito land in 't Laage, waaronder de gaarden
en de halve telgen die reeds verdeeld zijn, mede moeten gerekend worden, als ook het aan part van de stege een wand op Huismansland, naast dat van Jan Krol, den halven gaarden het boven en de mede op Huismansland gelegen, den halven gaarden op
Hospesland, zijnde het boveneinde, vrij van boswaaren (?) met het aan part van de stege, zijnde vrij van jaaren (?) lasten, nog een half gaardentjen op dito land gelegen in den Buiterweg, en ongeveer een en een half wand bouwland met de opslag,
mede gelegen op Hospesland, voor een som van 282 guldens, ten profijte van Hendrik Leeman en zijn vrouw [T0079_INV10_p048].

1794-08-18: Janna Harms, weduwe van Grardus Keep, bijgestaan met F R Heek als haar voogd, verklaart schuldig te zijn aan Jannes Engbers en zijn vrouw de som van 500 guldens, compt stellen hypotheek met onderpand op haar huis met de gaarden, en 4
wand bouwland, alsmede 4 wanden land op Simonsland, met de halve opslag, en een en een halve akker turfland op de westerhoeve [T0079_INV10_p166vo].

1794-09-26: Op 26 september 1794 geeft Hendk Wichers aan dat hij gekocht heeft van de wedwe Gerhardus Keeip een rosmeule (rosmolen) voor 98 [T0003.1_INV2668].

Woonde te Vriezenveen (03-07-1785, 20-09-1795). 
Harmsen, Janna (I9942)
 
1805 1789-05-16: Op 16 mei 1789 zijn verschenen Derk Harmsen en zijn vrouw Jenneken Waanders, Albert Harmsen en zijn vrouw Henderika Faijer, Gradus Gerrits en zijn vrouw Janna Harmsen, Esse Jansen en zijn vrouw Berendina Harmsen, Lambert Veldhuis en
zijn vrouw Siena Harmsen en Hendrik Harmsen, welke verklaarden op 10 oktober 1788 verkocht te hebben haar toebehorende halve huis, zijnde nog onverdeeld met de wedw van Harmen Berends, met 1/4 pand van de brink en daarop staande houtgewas,
uitgezonderd dat Esse Jansen achter zijn huis van de brink alleen toebehoord, alsmede de volgende landerijen, anderhalf wand op Hoffenmansland, voordat van Hendrik de Groot, nog een en een half wand op dito land in 't Laage, waaronder de gaarden
en de halve telgen die reeds verdeeld zijn, mede moeten gerekend worden, als ook het aan part van de stege een wand op Huismansland, naast dat van Jan Krol, den halven gaarden het boven en de mede op Huismansland gelegen, den halven gaarden op
Hospesland, zijnde het boveneinde, vrij van boswaaren (?) met het aan part van de stege, zijnde vrij van jaaren (?) lasten, nog een half gaardentjen op dito land gelegen in den Buiterweg, en ongeveer een en een half wand bouwland met de opslag,
mede gelegen op Hospesland, voor een som van 282 guldens, ten profijte van Hendrik Leeman en zijn vrouw [T0079_INV10_p048].


Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [dienstbode bij Gerrit Freriksen], 10-04-1756). 
Jansen, Harmine (I11668)
 
1806 1789-05-16: Op 16 mei 1789 zijn verschenen Derk Harmsen en zijn vrouw Jenneken Waanders, Albert Harmsen en zijn vrouw Henderika Faijer, Gradus Gerrits en zijn vrouw Janna Harmsen, Esse Jansen en zijn vrouw Berendina Harmsen, Lambert Veldhuis en
zijn vrouw Siena Harmsen en Hendrik Harmsen, welke verklaarden op 10 oktober 1788 verkocht te hebben haar toebehorende halve huis, zijnde nog onverdeeld met de wedw van Harmen Berends, met 1/4 pand van de brink en daarop staande houtgewas,
uitgezonderd dat Esse Jansen achter zijn huis van de brink alleen toebehoord, alsmede de volgende landerijen, anderhalf wand op Hoffenmansland, voordat van Hendrik de Groot, nog een en een half wand op dito land in 't Laage, waaronder de gaarden
en de halve telgen die reeds verdeeld zijn, mede moeten gerekend worden, als ook het aan part van de stege een wand op Huismansland, naast dat van Jan Krol, den halven gaarden het boven en de mede op Huismansland gelegen, den halven gaarden op
Hospesland, zijnde het boveneinde, vrij van boswaaren (?) met het aan part van de stege, zijnde vrij van jaaren (?) lasten, nog een half gaardentjen op dito land gelegen in den Buiterweg, en ongeveer een en een half wand bouwland met de opslag,
mede gelegen op Hospesland, voor een som van 282 guldens, ten profijte van Hendrik Leeman en zijn vrouw [T0079_INV10_p048].

1794-10-07: Op 7 oktober 1794 geeft Albert Harms aan dat hij gekocht heeft van de voogden over de kinderen van wijlen Hendrik Harms een huis met 2 akkeren lands opgaans voor 1160 [T0003.1_IINV2668].

Woonde te Vriezenveen (15-04-1792). 
Harmsen, Hendrik (I11670)
 
1807 1789-06-28: Testament, opgemaakt ten huize van Grietjen Bramer, van Grietjen Bramer, geassisteerd met Otto Freriks als haar voogd, waarin genoemd haar 2 nichten Hendrica Warnink/Waarnink en Johanna Meijlink, haar broer Jannes Bramer
[T0079_INV10_p049vo].

1824-02-12: Notaris Warnaars, 1824, nr. 028, borg.

Janna Warmink verklaarde geen schrijven te hebben geleerd, bij het huwelijk tussen Joannes ten Oever (onverwant) en Euphemia Maria Leuvink of Leunk (haar dochter), op 20 maart 1824 te Vriezenveen afgesloten.

Janna Waanders verklaarde wegens gebreken des ouderdoms zwak gezigt en bevende hanen niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Henricus Leunk (haar zoon) en Wilhelmina Wergers (onverwant), op 25 september 1830 te Vriezenveen afgesloten.

Landbouwster in 1824/1830.
Woonde te Vriezenveen (13-05-1787, 04-04-1794, 03-05-1794); Vriezenveen, Oosteinde 179 (29-04-1817); Vriezenveen (20-03-1824, 25-09-1830); Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde 177 (tot 13-03-1836). 
Warmink, Janna (I14023)
 
1808 1789-06-28: Testament, opgemaakt ten huize van Grietjen Bramer, van Grietjen Bramer, geassisteerd met Otto Freriks als haar voogd, waarin genoemd haar 2 nichten Hendrica Warnink/Waarnink en Johanna Meijlink, haar broer Jannes Bramer
[T0079_INV10_p049vo].

Woonde te Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde 133 (tot 09-09-1840). 
Meenderink, Janna (I25469)
 
1809 1789-09-19: Testament, opgemaakt ten huize van Klaas Kruijs, van Jenneken Brouwer, vrouw van Hendrik ten Cate, geassisteerd met haar man Hendr ten Cate als haar voogd, waarin genoemd haar 2 dochters Janna, vrouw van Jannes Schol, en Grietjen
Otten, vrouw van Klaas Kruis, uit haar huwelijk met wijlen haar man Gerrit Otten, kinderen van haar dochter Grietjen Otten, waaronder Gerrit Hendrik en Gesiena Julijana Kruis [T0079_INV10_p050vo].

1807-02-22: Op 22 februari 1807 is verschenen Janna Otten, laatst wedw van Jannes Schol, geadsisteert met Nicolaas Harwig als haar voogd, de welke verklaarde na zeer rijpen beraade uit hoofde hare hoge jaren en zwakke lichaams krachten, te hebben
besloten alle hare vaste en mobilaire goederen achtien en crediten bij dezen te transporteren en in vole eigendom over te geven, gelijk zij comprante dat in en bij dezen met alle der zelver rechten en gerechtigdheden lusten en lasten onder
renanciatie van alle tegestrijdigen aceptien regtens, aan haar volle neven en nchten, als Jan Kruijs, Grhardus Kruijs, Johanna Kruijs en Jesina Juliana Kruijs op voorwaarden als volgens: eerstens bedingd zij comprante van haar voorzeide neven en
nichten dat zij haar gedurende haren leeftijd behoorlijk zullen huisvesten en in het kost dran, klederen, etc onderhouden, tweedens dat zij haar bij ziekte of ander ongeluk in allen op zicht de behulpzaame hand zullen bieden en van alle
noodzaakelijkheeden verzorgen en derdens dat wanner zij comprante van hier zal zijn gescheiden als dan haare voorn neven en nichten of der zelver erfgenamen zullen zorgen dat haar lichaam behoorlijk ter aarde worde besteld en alle de dooden
andere schulden worden voldaan. Hierop verschenen Jan Kruijs, prose en namens zijn broeder Gerhardus Kruijs, en JOhanna Kruijs, geadsisteert met Hendk Boesschen en Jesina Juliana Kruijs, geadsisteert met Jannes Bom, biede als haare mombaars in
dezen zeggende alle de vaste en mobilaire goederen achtien en crediten op voorw conditien op heeden over te nemen en de in eigendom te aanvaarden ..iptelijk aan het daarvoor door hare tante bedongenen te zullen voldoen, alles onder verband als
naar rechten [T0079_INV15].

1807-03-02: Op 2 maart 1807 hebben J H Dikkers, schultus van Vriezenveen, ten verzoeke van Janna Otten, laatst weduwe van Jannes Schol, ter eener en de nagelatene kinderen door wijlen Claas Kruijs en wijlen deszelfs huisvrouw Grietjen Otten, ter
andere zijde, contractanten volgens acte in dato 22 febr 1805 door hun lieden voor desen gerichte van Vriezenveen gepasseert op de eed bij den aanvang mijner bediening gedaan, getacixeert de hier onder gespecificeerde vaste en mobile goederen van
Janna Otten, laast weduwe van Jannes Schol voornaemt zijnde mij dezelven door twee haarer naaste deskundige nabuuren Niclaas Harwig en Jan ten Cate aangewesen en der zelver presumptieren waarde voorgesteld, en dewelke wij waardig hebben
geoordeelt als hier navolgende is geexpresseert, conform de ordonnantie op het regt van successie bepaald, eerstens, de vaste goederen: no 1 een huis en schuur staande op de St. Crusen Vicarge, getauxeert op 400-0-0, no 2 t/m 10: diverse percelen
land, tweedens de mobile goederen: no 1 een glase kast met eenig tin en koperwerk, getauxeert op 20-0-0, no 2 t/m 18 diverse persoonlijke spullen [T0079_INV15]. 
Kruijs, Jesina Juliana (I10096)
 
1810 1789-12-23: Op 23 december 1789 zijn verschenen de meerderjarige erfgenamen van Hendr Boeschen, als Frerik Harms en zijn vrouw Jenneken Boeschen, Berend Bramer en zijn vrouw Berendina Boeschen, Henderik Boeschen en zijn vrouw Berendina
Olijslager, Harmanus Boeschen, en voor de minderjarige kinderen de voogden Harmanus Boeschen en Barend Berkhof, verklaarden verkocht te hebben aan Jan Berends Bramer 2 wanden land, op Jasper Onweersland, voor een som van 76 guldens en 10 stuivers
[T0079_INV10_p068vo].

1793-07-30: Testament van Berent Engberts Smit, testator institueerd zijn dochter Gerhardina Berents Smit, getrouwd met Hendk Boesschen in de legiNOTE Tijd: portie, dezelve na rechten, compiterende en niets verder; om reden dat hij testator op 6 maart
1790 alle zijn en wijlen vrouw vaste goederen, zo huis, landerijen, inboedel, mits gaarders, de oliemolen aan zijn voorschreven dochter Gerhardina en haren man Hendk Boesschen, heeft toegedeeeld, mits aan Mannes Costers en vrouw uit die voorsn
goederen door Hendrik Boeschen moet worden betaald 1200 guldens, als verder is te zien uit gemelde verdelings contact, tezamen op gerecht gehouden en gemaakt. Voor het overige maakt testator tot zijn enige en universele erfgenaam het kind van
zijn dochter Gerhardina Berents Smit, genoemt Johanna Boesschen en die kinders zo nog bij voornoemde dochter mochten verwekt worden voor den gerechten halfscheid van zijne verzegelinge en abligatien, toch de moeder zal daarin tijd haars levens de
interest darvan genieten, alsmede maakt testator voor den tweeden halfscheid zijne verzegelingen en obligatien aan zijn dochter Frederika Berents Smit, getrouwd aan Mannes Coster, voor overlijden aan haar wettige kinders, en zulks in alle zijne
met de dood na te latene verzegelingen en obligatien boek schulden leggert geld daarvan niets uitgezonderd, benevens alle zijn linnen en wollen kleratie, zilver en goud, om alles na overlijden van testator in twee egale partien te verdelen, en na
overlijden van testator een behoorlijke begrafenis te doen [T0079_INV10_p148].

Woonde te Vriezenveen (03-11-1781, tot 25-03-1816). 
Olijslager, Gerritdina (I10954)
 
1811 1790 te Oudehaske 17 (met 12 koeien).
1811 te Heerenveen, neemt familienaam De Boer aan (en voor 3
kinderen).
(Kroes) 
de Boer, Jacob Luites (I4468)
 
1812 1790 te Oudehaske 35.
Schipper (Nijehaske 1808). 
Nijmeijer, Hendrik Kiers (I4616)
 
1813 1790-01-21: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Boerman, van Dijka/Dijkka Jansen, vrouw van Jan Boerman, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd haar moeder, haar man Jan Boerman, aan het kind Diena van Hendrik Timmerman en
diens eerste vrouw [T0079_INV10_p057vo].

1790-12-06: Jan Wolters de Boer en zijn vrouw Henderica Jansen verklaren schuldig te zijn aan de koopman Barend Hagedoren en zijn vrouw Christina Rost te Almelo, een som van 1900 guldens, stellende een hypotheek met als onderpand hun huis, thans
door haar bewoond wordenen, met alle de landerijen daarbij, of daaronder horende, als een gaarden daarachter gelegen, 3 wanden bouwland, zo van de weduwe De Ruiter aangekocht, 3 koeweiden, en 8 wand bouwland, alsmede een gaarden, alle op Gerrit
Hendriksland gelegen [T0079_INV10_p093].

1793-05-27: Jan Wolters de Boer en zijn vrouw Henderika Jansen, verklaarden schuldig te zijn aan de koopman Berent Hagedoren, woonende te Almelo, een som van 260 guldens, te passeren vrij willig verwin of condemnatie op alle hunnen ganzen
inboedel des huizes, paarde, beesten, varkens of ander vee, gereedschappen, wagens, ploeg, van wat naam of aard het ook mocht zijn, daarvan niets uitgezonderd, alsmede het zaadgewas op het land, en een halve akker turfland [T0079_INV10_p144].

1799-03-02: Den 2 maart 1799 heeft de weduwe J Boerman in den 50sten pennink aangegeven het versterf van haar wijlen man op haar gedevolveerd in het laatst van de maand januari 1799, bestaande in een half huis en den halven gaarden achter het
huis, 4 wand bouwland op anderhalf akker op Gerrit Hendriksland, 1 wand bouwland op den akker op Huijsmansland, 1 koeweide op Gerrit Hendriksland, akker turfland op de oostere hoeve [T003.1_INV5711/T0079_INV45].

1804-05-14: 14 maij 1804 heeft Jannes ten Brugge namens deszelfs zwager G Raatgers in den 50sten penning aangegeven een aankoop van een huis en goorden, 3 koeweiden en 8 wanden bouwland opgaans, alsmede 3 wanden [bouwland] op Huijsmansland en een
half akker turfland op de oostere hoeve, aangekocht van de wed. Jan Boerman voor 1800-0-0 [T003.1_INV6012/INV45].

1804-12-04: Op 4 december 1804 is verschenen Hindrica Jansen, wed J Boerman, zijnde in dezen geadsisteerd met Harmen Grobben Jansen, als derzelver mombaar, verklarende zij comparante onder voormelde adsistentie in dezen jare te hebben verkocht
aan Berendiena te Brugge en wijlen derzelver eheman Hindrik Raatgink naar comparante eigendomlijk toebehorende huis met een goorden daarachter met 3 koeweiden en 8 wanden bouwland op Huijsmansland en een halve akker turfland op de oostere hoeve,
alles zoals zij comparante voormelde goederen in eigendom bezeten heeft, (behalven is voor de verkopersche het vrije vruchtgebruik van de kamer voor aan het huis tot aan mei 1806 uitbedongen), voor 1800 gulden [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (11-11-1769). 
Jansen, Hendrika (I37996)
 
1814 1790-01-21: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Boerman, van Dijka/Dijkka Jansen, vrouw van Jan Boerman, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd haar moeder, haar man Jan Boerman, aan het kind Diena van Hendrik Timmerman en
diens eerste vrouw [T0079_INV10_p057vo]. 
(I4455)
 
1815 1790-01-21: Testament, opgemaakt ten huize van Jan Boerman, van Dijka/Dijkka Jansen, vrouw van Jan Boerman, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd haar moeder, haar man Jan Boerman, aan het kind Diena van Hendrik Timmerman en
diens eerste vrouw [T0079_INV10_p057vo]. 
Timmerman, Gerhardina (I69982)
 
1816 1790-02-15: Genoemd in akte van overdracht, zie Gerrit Jansen Wonde [11642] [T0079_INV10_p060].

1791-03-16: Testament van Fenneken Jansen Olijslager, weduwe van Wolter Bramer, geassisteert met Jan Engbers als haar voogd, waarin genoemd haar voogd Jan Engbers, haar zuster Jennegien/Jenneken, vrouw van Gerrit Jansen, en hun kinderen Albert,
Jannes, Jan, Janna, Hendrikje en Aleijda, Jenneken Harms Bom, vrouw van Gerrit Jansen Hospers, Grietjen Willems, wedw van wijlen Jan Wolters, Klaas Kruis, zijn vrouw en kinderen [T0079_INV10_p101].

1802-05-19: Jan Gerrits. Jan Kolthoff en Hendrieka Jansen verklaren 150 gulden schuldig te zijn aan Jan Gerrits en Klasiena Jansen Does. Hypotheek en onderpand wordt gevestigd op huis, door haar zelf bewoond, en wanden land (Jan ten Cate landt en
Jannes Fredriks landt). [VZ1795/432-433]

1813-07-04: Notaris Warnaars, 1813, nr. 112 (mogelijk is hij Jan Gerriessen).
1826-02-07: Notaris Warnaars, 1826, nr. 023, testament Jan Gerrits.
1829-08-13: Notaris Warnaars, 1829, nr. 169, koopcontract van vast goed (hooiland) [is hij dit?].

Woonde te Vriezenveen, Westeinde 303 (tot 30-11-1832). 
Gerrits, Jan (I12156)
 
1817 1790-02-15: Genoemd in akte van overdracht, zie Gerrit Jansen Wonde [11642] [T0079_INV10_p060].

1791-03-16: Testament van Fenneken Jansen Olijslager, weduwe van Wolter Bramer, geassisteert met Jan Engbers als haar voogd, waarin genoemd haar voogd Jan Engbers, haar zuster Jennegien/Jenneken, vrouw van Gerrit Jansen, en hun kinderen Albert,
Jannes, Jan, Janna, Hendrikje en Aleijda, Jenneken Harms Bom, vrouw van Gerrit Jansen Hospers, Grietjen Willems, wedw van wijlen Jan Wolters, Klaas Kruis, zijn vrouw en kinderen [T0079_INV10_p101].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 04-04-1774). 
Gerrits, Janna (I11644)
 
1818 1790-02-15: Genoemd in akte van overdracht, zie Gerrit Jansen Wonde [11642] [T0079_INV10_p060].

1791-03-16: Testament van Fenneken Jansen Olijslager, weduwe van Wolter Bramer, geassisteert met Jan Engbers als haar voogd, waarin genoemd haar voogd Jan Engbers, haar zuster Jennegien/Jenneken, vrouw van Gerrit Jansen, en hun kinderen Albert,
Jannes, Jan, Janna, Hendrikje en Aleijda, Jenneken Harms Bom, vrouw van Gerrit Jansen Hospers, Grietjen Willems, wedw van wijlen Jan Wolters, Klaas Kruis, zijn vrouw en kinderen [T0079_INV10_p101]. 
Gerrits, Jannes (I11647)
 
1819 1790-02-15: Genoemd in akte van overdracht, zie Gerrit Jansen Wonde [11642] [T0079_INV10_p060].

Wever in 1816.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 04-04-1774, tot 21-12-1816). 
Buter, Jan (I11650)
 
1820 1790-02-23: Testament, opgemaakt ten huize van Berend Wiechers, van Jan Gerrits, waarin genoemd zwager Berend Wiechers, zuster Geertjen Gerrits, het jongste meisje Wiecherdina van genoemde zwager en zuster [T0079_INV10_p066].

Woonde te Vriezenveen (22-11-1813, 19-04-1814); Vriezenveen, Westeinde (tot 09-03-1820). 
Wichers, Wichertdina (I9329)
 
1821 1790-02-23: Testament, opgemaakt ten huize van Berend Wiechers, van Jan Gerrits, waarin genoemd zwager Berend Wiechers, zuster Geertjen Gerrits, het jongste meisje Wiecherdina van genoemde zwager en zuster [T0079_INV10_p066]. Gerrits, Jan (I15684)
 
1822 1790-05-22: Testament, opgemaakt ten huize van Hendrik Bakker, van Janna Bramer, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd haar moeder, haar zwager Hendrik Bakker en haar zuster Trientjen Bramer, echtelieden [T0079_INV10_p080].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jansen, Janna (I64191)
 
1823 1790-05-22: Testament, opgemaakt ten huize van Hendrik Bakker, van Janna Bramer, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd haar moeder, haar zwager Hendrik Bakker en haar zuster Trientjen Bramer, echtelieden [T0079_INV10_p080]. Bramer, Janna (I10872)
 
1824 1790-05-27: Johanna Brouwers, woont te Wierden, is bruid.
1793-08-11: Johanna Brouwer, woont te Wierden, is moeder. 
Brouwer, Johanna (I3953)
 
1825 1790-06-01: Jenneken Roelofs, weduwe van Wicher Roelofs, geassisteerd met Jan Jonkman als haren voogd, welke verklaarde schuldig te wezen aan Grietjen Heineman de som van 540 guldens, aan de Heer Gerrit Costers Gerritsz 784 guldens en aan
Mejuffrouw de weduwe Bavink en zoon 310 guldens, bij dezen ter voordele van voornoemde crediteuren te passeren gerchtelijk vrijwillig verwin op alle hare losse en vaste goederen, inboedel, vee, zaaigewassen & niets uitgezonderd, en wel in de 1e
graad, aan Grietjen Heineman, van alle exceptein zulks ad decretum stellende [T0079_INV10_p083].

1790-11-01: Schuldbekentenis van Hendrik Leenders en zijn vrouw Janna Reolofs, welke verklaarden schuldig te zijn aan Grietjen Heineman een som van 700 guldens, bij dezen hypotheek en onderpand stellen op hun land opgaans zoals thans door hun
bewoond en gebruikt wordt, met het daarop staande huis en verdere timmeragien, land op het zogenaamde Jan Aukensland, benoorden deze Kerkweg hebben liggen. De akte werd op 20 november 1801 geroyeerd. In de kantlijn van de akten staan nog meer
voorwaarden [T0079_INV10_p091].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Heijneman, Grietjen (I14524)
 
1826 1790-08-05: Schuldbekentenis van Gerrit Heethuis en zijn vrouw Kunne Freriks Waanders, wegens opgenomen en ontvangen penningen, schuldig te wezen aan Albert Prinsen en zijn vrouw, een som van 132 guldens, bij dezen gerechtelijk komen te
verhypothiceren en veronderpanden haar personen en goederen, en in specie haar eigen toe behorende 4 akkeren hooiland, van den zogenaamde Oldenweg tot en met de dijk of de Aa, gelegen in eerste gevers landerijen [T0079_INV10_p085].

1794-08-12: Gerrit Heethuis en zijn vrouw Cunne Freriks, verklaarden schuldig te wezen aan Geertjen Smelt, wedw van Albert Prinsen, een som van 515 guldens, compten verhypothiceren en veronderpanden haar buijterland van de Kerkweg tot aan de Dijk
[T0079_INV10_p165vo].

1809-01-02: Op 2 januari 1809 zijn verschenen Kunne Waanders, wedw van wijlen Gerrit Heethuis, geadsisteert met Jasper ten Cate als haren voogd in deze zaak, als mede Jan Heethuis, zoon van comparante, benevens Mr J H Warnaars als gesubstitueerde
gevolmachtigde van Abraham Hanterman te Almelo, in gevolge volmacht door Gesiena Heethuis en de haaren eheman op laatst gemelden tot het doen van de nagevolgende overdracht voor de burgemeester van de Stad Amsterdam op 8 december 1808 gepasseerd,
met macht van subsitutie hierin judicio vertoonden ten prothocolle van verdrag der geregistreerd, welke verklaarden op 4 augustus 1808 te hebben verkocht aan Jan Koersen haar huis, no 212, met 6 wanden bouwland tegen de stege gelegen, zijnde
roede maat, met de brink, de gaarden achter het huis, en de stege bij het huis, benevens 3 dagwerken hooiland, van de wetering aangerekend naar binnen of te noordwaards zich uitstrekkende, en dan nog 6 koeweiden, alles opgaands het erve gelegen
voor een som van 852 guldens en 10 stuivers. Voorts nog 4 wanden bouwland, roede maat, gelegen aan en achter het vorige voor een som van 150 guldens en 1 stuiver [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 14-09-1766, tot 31-10-1817). 
Waanders, Kunne (I34556)
 
1827 1790-09-05: Koopakte van Jan Albers, op 8 februari 1789, met de weduwe Berent van Olde [T0079_INV10_p087vo].

1790-09-04: Op 8 februari 1789 bij exectutie geveilde vaste goederen heeft aangekocht 2 akkeren land opgaans met het huis en houtgewas, toebehorende de weduwe Berend van Olde en hare kinderen en door dezelve thans bewoond wordende, door Heer J H
Dikkers zijn aangekocht voor een som van 310 guldens [T0079_INV10_p088].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 06-02-1762). 
Engberts, Janna (I19865)
 
1828 1790-11-01: Schuldbekentenis van Hendrik Leenders en zijn vrouw Janna Reolofs, welke verklaarden schuldig te zijn aan Grietjen Heineman een som van 700 guldens, bij dezen hypotheek en onderpand stellen op hun land opgaans zoals thans door hun
bewoond en gebruikt wordt, met het daarop staande huis en verdere timmeragien, land op het zogenaamde Jan Aukensland, benoorden deze Kerkweg hebben liggen. De akte werd op 20 november 1801 geroyeerd. In de kantlijn van de akten staan nog meer
voorwaarden [T0079_INV10_p091].

1791-05-10: Hendrik Leenders en zijn vrouw Janna Roelofs, verklaarden verkocht te hebben aan Jannes Scherphoff en zijn vrouw Janna Roelofs, 2 koeweiden, gelegen in Bongersland, eindigende aan de zogenaamde Oudenweg, met een gaarentien, mede
aldaar gelegen, zo en compten het in eigendom hebben bezeten, de koeweiden onverscheiden met Klaas Berends, en Klaas Jansen cum suis, gelimiteerd oostwaards Harms Derks, en westwaards Hendk ten Cate, en dat samen voor een som van 80 guldens
[T0079_INV10_p108vo].

1791-04-09: Hendrik Leenders en zijn vrouw Janna Roelofs verklaren verkocht te hebben aan Jans/Jannes Scherphof en zijn vrouw Berendiena Gerrits, 2 koeweiden, gelegen in Bongersland, eindigende aan de zogenaamde Oldenweg, met een gaardentjen,
mede aldaar gelegen, zoals comparant het in eigendom hebben bezeten, de koeweiden verscheiden met Klaas Berend en Klaas Jansen, cum suis, gelimiteerd oostwaards H Derks en westwaards HK ten Cate, voor een som van 80 guldens [T0079_INV10_p110].

1794-01-30: Hendrik Leenders en zijn vrouw Janna Roelofs verklaarden verkocht te hebben aan Jan Koster en zijn vrouw 2 wanden bouwland met de opslag op Kosters Gerritsland, op het ooster stukke kennelijk gelegen voor een som van 161 guldens, van
welke volle kooppenningen zij comparanten voldaan zij, vermits zij dezelve aan haren stiefzoon Derk Roelofs hebben overgegeven, over zulks daarna van doende in optima jurisforma landsedelijke cessie, transport en overdracht van voorn land en
opslag met zijn rechten gerechtigheden lusten en lasten, zo verkopers dat hebben bezeten [T0079_INV10_p151].

1794-01-30: Hendrik Leenders en zijn vrouw Janna Roelofs verklaarden verkocht te hebben aan Frerik Roelofs en zijn vrouw Hinderika Bramer, twee en een half wand bouwland op het ooster stukke en wel voor een som van 81 guldens
[T0079_INV10_p151vo].

1794-01-30: Hendk Leenders en zijn vrouw Janna Roelofs verklaarden verkocht te hebben aan Barent Thijhoff en zijn vrouw Geertjen Thijhof derde half wand bouwland, tegen 2 akkeren gerekend, met de opslag voor een som van 100 guldens
[T0079_INV10_p152vo]. 
Roelofs, Janna (I27149)
 
1829 1790-12-02: Albert Jansen en zijn vrouw Harmina Hendriks verklaren schuldig te zijn aan Fredrk Hendriks en zijn vrouw Kunnetjen Berkhof 150 guldens, stellende zij hypotheek en onderpand haar halve huis, de westkante, met het bouw en hooiland,
koeweide & van wijlen Alb Jansen Scheeper, alles zo en als zij het op 23 april 1790 hebben aangekocht [T0079_INV10_p095vo].

1791-01-20: Gerrit Hospers en Albert Harmsen, voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheper, en Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltien Albers, verklaarden op 23 april 1790 verkocht te hebben aan Albert Jansen en zijn
vrouw, het halve huis van wijlen Albert Jansen Scheeper de westkante, met de halve brink en het halve hout daarop staande, welke samen in gemeenschap blijft met de kinderen van Albert Jansen Scheper, alsmede de stege na boven, beginnende achter
het hekke, deze blijft in gemeenschap met Jan Fikkert en voorz kinderen, den gaarden achter het huis, 2 wanden land roede maat op het westenstukke, aan de westzijde, van de scheid af sloot na boven, en nog een koeweide van de Kerkweg tot aan de
Ouden Graven met het weeke hout na buiten, voor zo verre het in de koeweide behoord voor zijn aan part, alles op het land van Albert Jansen Scheper alhier te Vriezenveen, voor een som van 185 guldens [T0079_INV10_p098].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 13-04-1783). 
Hendriks, Hermina (I1607)
 
1830 1790-12-02: Albert Jansen en zijn vrouw Harmina Hendriks verklaren schuldig te zijn aan Fredrk Hendriks en zijn vrouw Kunnetjen Berkhof 150 guldens, stellende zij hypotheek en onderpand haar halve huis, de westkante, met het bouw en hooiland,
koeweide & van wijlen Alb Jansen Scheeper, alles zo en als zij het op 23 april 1790 hebben aangekocht [T0079_INV10_p095vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [dienstbode bij Henr. Arentsen en Geertruijt Cruis], 06-02-1762). 
Coes, Stientjen (I387)
 
1831 1790-12-06: Jan Wolters de Boer en zijn vrouw Henderica Jansen verklaren schuldig te zijn aan de koopman Barend Hagedoren en zijn vrouw Christina Rost te Almelo, een som van 1900 guldens, stellende een hypotheek met als onderpand hun huis, thans
door haar bewoond wordenen, met alle de landerijen daarbij, of daaronder horende, als een gaarden daarachter gelegen, 3 wanden bouwland, zo van de weduwe De Ruiter aangekocht, 3 koeweiden, en 8 wand bouwland, alsmede een gaarden, alle op Gerrit
Hendriksland gelegen [T0079_INV10_p093]. 
Ros, Christina (I36253)
 
1832 1791-01-09: Hendrik Timmerman en zijn vrouw Janna Hoekhuis verkopen aan Pieter Willem Steevens en zijn vrouw Janna ter Brugge, hun grasgaardens, op het zogenaamde Grietenland, voor een som van 157 guldens [T0079_INV10_p095].

1794-09-xx: Hendk Arentsen, als gevolmachtigde van Engbert Coersen te Amsterdam, verklaarde op 20 februari 1793 gerechtelijk door Engbert Coersen verkocht is een grasgaarden op de Buiterweg, en een grasgaarden aan of achter de Waterleidinge,
gelegen in zogenaamde Coersland, voor een som van 52 guldens, ten profijte van Pieter Willem Steevens en zijn vrouw [T0079_INV10_p170].

1800-01-13: Den 13e janauri 1800 heeft Pieter Willem Steevens in den 50sten pennink aangegeven een aankoop van de halve landerijen opgaans met het halve huis daarop staande in 1799 aangekocht van de wedw Jan Hendriks Hoff voor de somme van
730-0-0 [T003.1-INV5711/T0079_INV45].

1822-05-01: Notaris Warnaars, 1822, nr. 060, testament Pieter Willem STevens.

Landbouwer in 1819/1822, timmerman in 1825, landbouwer in 1825-1826, timmerman in 1839.
Woonde te Vriezenveen, Oosteinde 167 (11-02-1819); Vriezenveen (25-05-1822, 14-01-1825, 20-08-1825, 07-11-1826); Vriezenveen, 3-nvm (tot 29-12-1839). 
Stevens, Pieter Willem (I13976)
 
1833 1791-01-09: Hendrik Timmerman en zijn vrouw Janna Hoekhuis verkopen aan Pieter Willem Steevens en zijn vrouw Janna ter Brugge, hun grasgaardens, op het zogenaamde Grietenland, voor een som van 157 guldens [T0079_INV10_p095].

1804-12-04: Op 4 december 1804 is verschenen Berendiena Raatgink, zo voor haar zelfs alsmede in qualiteit als moeder en voogdes over derzelver minderjarige kinderen, zijnde zij comparante in dezen geadsisteerd met Joha te Brugge {is zij dit?},
als haren voorgd in dezen, verklarende onder voormelde adsistentie te hebben verkocht een huis met een goorden daarachter, verders 3 koeweiden en 8 wanden bouwland opgaans, verders 3 wanden bouwland op het zogenaamde Huismansland en een halve
akker turfland op de oostere hoeve, alles zoals zij comprante en wijlen deszelfs eheman in dezen jare van de wed Jan Boerman hebben aangekocht, en zulks verkocht aan Gerrit Jan Wissink en deszelfs huisvoruw Janna Scholtan, derzelver kidneren en
erfgenamen voor een som van 1550 gulden [T0079_INV15].


Woonde te Vriezenveen. 
ter Brugge, Joanna (I13977)
 
1834 1791-01-20: Ger Hospers en Albert Harmsen, voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheper, en Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Albers, verklaarden op 23 april 1790 verkocht te hebben aan Lucas Jansen en zijn vrouw
Gerritdina Feijer, alhier te Vriezenveen gelegen op het land van Alber Jansen Scheper, van den Kerkweg tot den ouden Graaven toe, met het aan part van het weeke houdt dat in de koeweiden staat, voor een som van 55 guldens [T0079_INV10_p098].

1795-02-02: Albert Harmsen en Gerrit Hospes, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheper, alsmede Jan Otten Holland en zijn vrouw Aaltjen Albers, F Jansen en zijn vrouw Gerridina Albers en Berend Albers, welke
verklaarden op 15 april 1794 verkocht te hebben 2 gaardens in de Buiterweg, gelegen in het land van Albert Jansen Scheper, aan Lucas Jansen en zijn vrouw Geridina Feijer, voor een som van 53 guldens [T0079_INV10_p186].

1814-03-20: Notaris Warnaars, 1814, nr. 277, testament Aaltjen Dekker.

1815-11-13: Notaris Warnaars, 1815, nr. 143, verkoop (huis op Hendrikes Jonkmansland, gelegen tussen huizen van Meijndert Roseboom en Hendrik ten Cate).

1815-11-13: Notaris Warnaars, 1815, nr. 146, akte van verbintenis.

1818-05-04: Notaris Warnaars, 1818, nr. 128, kwitantie.

1821-01-16: Notaris Warnaars, 1821, nr. 010, consent tot een huwelijk.

Landbouwer in 1813/1820/1824.

Lucas Jansen neemt op 6 maart 1812 te Vriezenveen 'DEKKER' als familienaam aan, en voor zijn kinderen Jannes (22 jaar, militair), Gradus (20 jaar) en Adolph (16 jaar).

Lucas Jansen Dekker verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Johannes Dekker (zijn zoon) en Berendina Schipper (onverwant), op 27 maart 1824 te Vriezenveen afgesloten.
Woonde te Vriezenveen (22-02-1789, 29-03-1813, 31-07-1820, 27-03-1824); Vriezenveen, Oosteinde 77 (25-01-1813); Vriezenveen (tot 19-10-1825). 
Dekker, Lucas (I1118)
 
1835 1791-01-20: Gerrit Hospes en Albert Harmsen als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Albert Jansen Scheeper, en Jan Otten Holland en zijn vrouw Aeltjen Alberts, verkopen op 23 april 1790 aan Jannes Reinders de opslag, gelegen achter
het land van voorn kinderen, voor een som van 100 guldens [T0079_INV10_p119vo].

1793-03-31: Op 31 maart 1793 geeft Jannes Reinders aan dat gekocht heeft van Engbert Koers een huis met land voor 560 [T0003.1_INV2668].

1793-09-07 Sch [Archief Kruys, blad Oosteinde 26a].

1793-09-07: Jannes Reinders en zijn vrouw Maria Klomp, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerrit Reinershuis en Leida Gesina Reinershuis, woonende te Geesteren een som van 550 guldens, zij comparanten tot een speciaal hypotheek en onderpand
stellen haar huis en daaronder horend landerijen, alles zo en als zij het op 20 februari 1793 gerechtelijk hebben aangekocht van Engbert Koersen [T0079_INV10_p146].

1793-09-07: Hendk Arentzen, als gevolmachtigde van Engbert Koersen te Amsterdam, verklarende dat op 20 februari 1793 gerechtelijk door voorn Engbet Koersen verkocht is geworden, zijn huis, de brink en het onverkochte hout, 7 wanden bouwland met
de opslag, 4 koeweiden en enig garenland, gelegen op zogenaamde Koersland, aan Jannes Reinders en zijn vrouw voor een som van 560 guldens [T0079_INV10_p147].

1817-09-11: Notaris Warnaars, 1817, nr. 184, testament Jannes Reijnders.
1817-09-11: Notaris Warnaars, 1817, nr. 185, testament Maria Klomp.
1818-12-09: Notaris Warnaars, 1818, nr. 266, gifte onder de levenden.

Joannes Reiners heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Joannes Reiners (zijn zoon) en Maria Oude Voshaar. Joannes Reiners heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Joannes Reiners (zijn zoon) en Aleida Ruhof.

Landbouwer in 1813/1819.

Woonde te Geesteren (27-02-1791); Vriezenveen (27-11-1813, 17-04-1819); Vriezenveen, Westeinde 160 (09-08-1819). 
Reiners, Joannes (I11368)
 
1836 1791-03-16: Testament van Fenneken Jansen Olijslager, weduwe van Wolter Bramer, geassisteert met Jan Engbers als haar voogd, waarin genoemd haar voogd Jan Engbers, haar zuster Jennegien/Jenneken, vrouw van Gerrit Jansen, en hun kinderen Albert,
Jannes, Jan, Janna, Hendrikje en Aleijda, Jenneken Harms Bom, vrouw van Gerrit Jansen Hospers, Grietjen Willems, wedw van wijlen Jan Wolters, Klaas Kruis, zijn vrouw en kinderen [T0079_INV10_p101].

1807-11-26: Op 26 november 1807 is verschenen Fennegien Jansen Olijslager, wedw van Wolter Bramer, geadsisteert met Jan Harms, als haaren verkooren en toegelatene momber in dezen, welke verklaarden op heden, 26 november 1807, te hebben verkocht
aan de kinderen en erfgenamen van wijlen Claas Kruijs en zijn vrouw Grietjen Otten haar huis en erven met alle deszelfs opgaande hoge en lage landerijen, zo veen als goorden gronden, met alle de daarop staande houtgewassen of verdere getimmerden,
en zulks voor een som van 7 gulden [T0079_INV15].

1808-04-27: Overdracht al haar bezittingen [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [mogelijk dienstbode bij Frerik Feijer en Henderina Jansen], 16-09-1769). 
Olijslager, Fennigjen (I65430)
 
1837 1791-04-08: Testament, opgemaakt ten huize van de kinderen van Jannes Feijer, van Derk Feijer, zijnde enigszinds zwakkelijk, doch bij goeden kennelijken verstande, immers zoveel ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd broer Jan Feijer, zijn 2
zusters Janna Feijijer en Aaltjen Feijijer, vrouw van Derk Jasper [T0079_INV10_p103vo].

1827-04-28: Notaris Warnaars, 1827, nr. 074, royement. 
Faijer, Derk (I19699)
 
1838 1791-04-08: Testament, opgemaakt ten huize van de kinderen van Jannes Feijer, van Derk Feijer, zijnde enigszinds zwakkelijk, doch bij goeden kennelijken verstande, immers zoveel ons uiterlijk gebleek, waarin genoemd broer Jan Feijer, zijn 2
zusters Janna Feijijer en Aaltjen Feijijer, vrouw van Derk Jasper [T0079_INV10_p103vo].

Woonde te Vriezenveen (tot 26-02-1818). 
Faijer, Janna (I19702)
 
1839 1791-05-10: Jenneken Koers, weduwe Lucas de Vries, geassisteerd met Frerik van den Bosch als haar voogd, verklaarde schuldig te zijn aan haar 4 kinderen, een som van 800 guldens, hypotheek en onderpand stelt alle hare vaste goederen onder dezen
gerecht gelegen, niet alleen, maar ook alle hare mobile goederen, geen daar van uitgezonderd [T0079_INV10_p108].

1794-09-25: Jan Schoemaker en zijn vrouw Johanna de Vries, en de moeder van Jan Schoemaker Stientjen Harwig, weduwe van wijlen Hendrikus Schoemaker, de laatste bijgestaan door F R Heek als haar voogd, verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan de
Heren Jan ten Cate Jz, Lambert ten Cate en Gerrit Coster Gz, een som van 18871 guldens en 2 stuivers, wegens aan haar compt gelverde linnens, waar over echter een akkoord gemaakt is op 25 mei 1793 voor 50 procent in 4 termijnen te betalen, zo nog
thans dat indien zjj van ingebreke blijven tot de voldoeninge van de gehele som gehouden zijn. Dat hierop door dezelven is betaald een som van 5794 gulden en 10 stuivers, waarvan dus nog aan de gehele som resteert 13076 guldens en 12 stuivers, en
volgens het gemaakte akkoord moeten zij nog betalen 3641 guldens en 1 stuiver, voor welke betalingen zij comparanten ten profijte van hier voren genoemde Heeren verklaarden gerechtelijk te verbinden en te veronderpanden, alle hare vaste goederen:
1. een huis en schuur met een hof daarachter;
2. 2 akkeren weide en hooiland op Fransmansland;
3. 6 dagwerk hooiland in Busschersland;
4. 2,5 dagwerk woestenland;
5. 2 koeweiden in Minsland;
6. 11 wand bouwland op zgn Foeterij en Vutterjenland;
7. een wand op Loo Gerritsland;
8. 2 dagwerk hooiland in Paasenland;
9. het Bovenweegs en turfland;
10. 1,5 wand hooiland op Glaase Berendsland.
Dit niet alleen maar ook alle mobile goederen, inboedel, vee en zaadgewassen, niet uitgezonderd [T0079_INV10_p172].

1830-02-06: Notaris Warnaars, 1830, nr. 017, testament van Gerrit Schoenmaker.

Landbouwster in 1817, zonder beroep in 1825, landbouwster in 1830.

Johanna de Vries heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Jan Abbink en Josijna Schoenmaker (haar dochter). Woonde te Vriezenveen (23-06-1793); Vriezenveen, Westeinde (24-07-1816); Vriezenveen (24-05-1817); Vriezenveen, Westeinde 271
(20-09-1821); Vriezenveen, Westeinde 270 (27-10-1825, tot 18-07-1830). 
de Vries, Johanna (I12048)
 
1840 1791-05-10: Jenneken Koers, weduwe Lucas de Vries, geassisteerd met Frerik van den Bosch als haar voogd, verklaarde schuldig te zijn aan haar 4 kinderen, een som van 800 guldens, hypotheek en onderpand stelt alle hare vaste goederen onder dezen
gerecht gelegen, niet alleen, maar ook alle hare mobile goederen, geen daar van uitgezonderd [T0079_INV10_p108].

Woonde te Nijmegen, Molenstraat 406 (tot 20-05-1870). 
de Vries, Josina (I12158)
 
1841 1791-05-10: Jenneken Koers, weduwe Lucas de Vries, geassisteerd met Frerik van den Bosch als haar voogd, verklaarde schuldig te zijn aan haar 4 kinderen, een som van 800 guldens, hypotheek en onderpand stelt alle hare vaste goederen onder dezen
gerecht gelegen, niet alleen, maar ook alle hare mobile goederen, geen daar van uitgezonderd [T0079_INV10_p108]. 
de Vries, Valijna (I12157)
 
1842 1791-05-26: Gesina Tijhoff, is nicht testator. Zij wordt legetaris van 100 guldens (Testament Berent ten Caate, ev Aeltjen Hindriks) [Toeg0079_Inv9]. Tijhof, Gesina (I12930)
 
1843 1791-05-26: Zwerus Tijhoff, neef van testator, wordt genoemd tot legataris van 200 guldens, welke hem worden betaald als hij 25 jaar oud wordt. Daarnaast ontvangt hij testators kist met zijn kleren en lijfsbehoren, zo linnen als wollen wat tot
zijn lijf toebehoort, daarvan niets uitgezonderd en eindelijk een ambacht te laten leren en wel het timmeren (Testament Berent ten Caate, ev Aeltjen Hindriks) [Toeg0079_Inv9].

Timmerman in 1848.
Woonde te Dedemsvaart (tot 13-11-1848). 
Tijhof, Swerus (I12928)
 
1844 1791-05-29: Akke Poppes, woont te Oosterzee, is bruid.

Boerin in 1827.

Woonde te Oosterzee, nr. 20 (24-02-1792); Eesterga (07-06-1807, 15-03-1818, tot 13-03-1827). 
Hooysma, Acke (I153)
 
1845 1791-05-29: Jan Cornelisz, woont te Oosterzee, is bruidegom.

Woonde te Oosterzee, nr. 20 (24-02-1792). 
Pranger, Jan Cornelis (I152)
 
1846 1791-06-07: Gerrit Smeld en zijn vrouw Fennegien Gerrits, verklaren schuldig te zijn aan Jan Jansen 180 guldens, aan Jan Hulshoff Junior 70 guldens en aan Albert Prinsen 50 guldens, samen 300 guldens, zij compten tot een hypotheek en onderpand
stellen alle hare vaste goederen onder dezen gerechte gelegen, niet alleen, maar ook alle hare mobile goederen, gene daarvan uitgezonderd [T0079_INV10_p109vo].

1791-11-18: Testament van Fenneken Smelt, weduwe van Harmanus Smelt, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, waarin genoemd haar dochter Geertjen Smeld, haar dochter Martjen Smelt, de kinderen van haar zoon Gerrit Smeld, zoon Gerrit Smeld,
oudste zoon Harmanus van haar zoon Gerrit Smeld [T0079_INV10_p116vo].

1792-08-13: Gerrit Smeld en zijn vrouw Fenneken Gerrits, verklaren schuldig te zijn aan Geertjen Smeld, weduwe van Albert Prinsen, een som van 225 guldens, te passeren vrijwllig verwin of cond..tie op alle hunne mobile en vaste goederen, zonder
enig onderscheid van wat aard of natuur dezelve ook mogen zijn [T0079_INV10_p129].

Woonde te Vriezenveen (12-06-1785). 
Smelt, Gerrit (I10281)
 
1847 1791-07-09: Wedw van Gerr Peppels, als moeder en wettige voogdes van hare kinderen, geassisteerd met F R Heek als haar voogd, verkoopt aan Henderikus Harmsen 2 akkeren Supperplusland, gelimiteerd oostwaards Mans Jansen, en Engbert Berends, en
westwaards Jan Brouwer en Roelof Warnink, voor een som van 230 guldens [T0079_INV10_p112].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 26-01-1770). 
Schoenmaker, Aaltjen (I14647)
 
1848 1791-10-03: De wedw van wijlen Jan Roelof Smeld en deszelfs dochter Josina Smelt, de eerste geassisteerd met Hendrik Jansen Bramer en de laatste met F R Heek als hun voogden, welke samen en ieder afzonderlijk verklaren schuldig te zijn aan
Abraham Hanterman te Almelo een som van 300 guldens, aan de weduwe van Jasper ten Cate 150 guldens en aan de kinderen van wijlen P W Harwig 50 guldens, te samen 500 guldens, zij comparanten gesterkt als voren tot een speciaal hypotheek en
onderpand stellen, haar huis en landerijen opgaans met het houtgewas daarop staande [T0079_INV10_p112vo].

1795: Innocent [Jonker].
Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 177. 
Smelt, Josina (I16479)
 
1849 1791-10-16: Testament van Harmanus Boeschen Senior, deszelfs schoonzoon Mannes Boeschen Junior, als mede eerst genoemde dochter Mardelena Boeschen, zijnde laatst genoemden echtelieden, en zij Mardelena Boeschen geassiteerd met F R Heek als haar
voogd. Op 25 juli 1793 royeren Harmanus Boeschen Senior en Harms Boeschen Junior dit testament, waarbij Harms Boeschen Senior verklaard dat hij de erfenis van zijn overleden dochter in genen delen heeft aanvaard en zulks asnog nooit gedenkt te
doen, en derhalve dezelve zo verre hij anders die zoude kunnen aanvaarden repudieert [T0079_INV10_p114].

1793-07-25: Harmanus Boeschen Senior, verklarende dat hij de erfenis van zijn laast overledene dochter Mardelena Boeschen in genen dele heeft aanvaard, en zulks ook al nog nooit gedenkt te doen, en derhalven dezelve zoo verre hij anders die zou
kunnen aanvraarden [T0079_INV10_p145].

Woonde te Vriezenveen (06-03-1791). 
Boeschen, Magdelena (I1807)
 
1850 1791-12-01: Berend ten Bruggencate en zijn vrouw Grietjen Berends, te samen en ieder afzonderlijk verklaren schuldig te zijn aan Johan Lorije te Almelo een som van 300 guldens, comparanten tot een speciaal hypotheek en onderpand stellen haar
eigendomlijk huis, 3 wanden bouwland, en een wand goorenland en een koeweide, thans door haar comparant bewoond en gebruikt wordende, gelegen op het zogenaamde Crols Claasensland [T0079_INV10_p118vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 29-04-1780). 
Berends, Grietjen (I7273)
 

      «Vorige «1 ... 33 34 35 36 37 38 39 40 41 ... 1755» Volgende»