Aantekeningen


Treffers 1,451 t/m 1,500 van 87,707

      «Vorige «1 ... 26 27 28 29 30 31 32 33 34 ... 1755» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1451 1765-12-07: Testament, opgemaakt ten huize, van Frederik Hindriks en zijn vrouw Janna Hindriks, de eerste gezond van lichaam, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Derk Jansen als haar voogd, waarin genoemd:
- beide hun kind of kinderen tot enig en universeel erfgenaam, edog zonder kinderen nagelaten hij zijn vrouw Janna Hindriks als enig en universeel erfgenaam en zij haar man Frederik Hindriks als enig en universeel erfgenaam;
- zij aan haar broer Berent Hindriks haar kist, met dezelver linnen en wollen kleren, zover als het tot haren lijf versneden mocht wezen, en niet verder;
- zij aan haar broeders zoon, genaamd Hindrik Berents, de som van 10 guldens en 10 stuivers;
- beide aan Gods armen alhier de som van 5 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p449]

1818-11-16: Notaris Warnaars, 1818, nr. 253, scheiding. 
Pleij, Hendrik (I10314)
 
1452 1766-01-01: Albert Tymens Vink, woont te St. Johannesga, is bruidegom.

Turfmaker in 1796/1804/1805, baggerturfwerker in 1806, veenwerker in 1810.

Woonde te Giethoorn, Zwartekluft, nr. 227 (1748 [Albet Tijmens met zijn ouders]) (Kroes); St. Johannesga (01-01-1766); Oudehaske (27-10-1796, 12-12-1804, 18-12-1804, 21-12-1805, 27-07-1806, 1810 [T244.61 inv. 14, T26 inv. 69001 nr. 100]). 
Vink, Albert (I368)
 
1453 1766-01-01: Margjen Hendriks Nijmeir (Nijmeyer), woont te Oudehaske, is
bruid.

Sponturfmaakster in 1813 (T244.61 inv.14).

Woonde te Oudehaske (01-01-1766); Oudehaske (T244.61 inv.14). 
Nijmeijer, Margjen (I369)
 
1454 1766-01-04: Hindrik Lamberts ten Cate, welke verklaarde op 13 december 1761 verkocht te hebben het halve huis, met de halve brink, met nog een half goordentjen in het zgn Hols Jans Derksland staande en gelegen, gelimiteerd oostwaarts de wedw van
Jasper Bramer, westwaarts Gerrijt Geerdink, voor een som van 115 guldens, ten profijte van Berent Jansen ten Oever en zijn vrouw. [T0079_INV6_p453]

Woonde te Vriezenveen. 
ten Oever, Berend (I58278)
 
1455 1766-02-01: Gerrijt Lukas Hols en zijn vrouw Janna Roelofs Smelt, welke verklaarden in januari 1766 verkocht te hebben een halve akker hoevenland, gelegen op de oostere hoeve, onverscheiden met Hindrik Bramer, ten profijte van Hindrik Willemsen
en zijn vrouw, voor een som van 62 guldens. [T0079_INV6_p455]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 12-03-1763). 
Smelt, Janna (I12596)
 
1456 1766-02-02: Duwke Johannes, woont te Steenwijkerwold, is bruid. Woonde te St. Johannesga (01-08-1768, 07-08-1768). Johannes, Dieuwke (I3925)
 
1457 1766-02-02: Tijmen Roelofs Vink, woont te St. Johannesga, is bruidegom.

Waarschijnlijk is vader Roelof Jaspers, ged. 24-04-1682 te Beulake, kerk. geh. 27-09-1700 met Geertje Jans. Roelofs Jaspers, zv. Jasper Vasten, geb. ca. 1653 te Vollenhove, kerk. geh. met Willemtje Roelofs. Jasper Vasten, zv. Vast Jans, geb. ca.
1617, kerk. geh. 23-12-1640 te Beulake met Jannetje Tymens. Woonde te Giethoorn (09-11-1729); Giethoorn, Zwartekluft (1735, 1748); Giethoorn, Zwartekluft nr. 227, Tijmen Roelofs met vrouw en kinderen Annigje, Roelof, Albert (geboren 1735) en
Jantje, ouder dan 10 jaar en Harmen (geboren 1746), jonger dan 10 jaar; Giethoorn (1755); St. Johannesga (02-02-1766, 01-08-1768, 07-08-1768); Rotsterhaule (11-11-1774 [komende van Giethoorn]); obit (1775). 
Vink, Tymen Roelofs (I3923)
 
1458 1766-02-15: Berent Lukas Schoemaker en zijn vrouw Mettjen Hoek, Engbert Hospes en zijn vrouw Mariken Hoek, Jannes Hoek en zijn vrouw Janna Berens, Jan Hulshoff en zijn vrouw Mettjen Faijer, voorts Gerrijt Fronten en Berent Lukas als voogden van
Kunnegjen Hoek, tezamen kinderen en erfgenamen van wijlen Hend Hoek, welke verklaarden in januari 1765 verkocht te hebben 1,5 akker lands opgaans, met het halve huis, halve schuur, en de verdere timmeragie, daarop staande, in des tijds voor een
gedeelte onverscheiden met Grietjen ten Caate, wedw Hend Hoek, en gelimiteerd oostwaarts Albert Wolters, westwaarts Henr Jansen Post, ten profijte van Hindrik Broertjen en zijn vrouw Grietjen Hendriks ten Caate, voor een som van 175 guldens.
[T0079_INV6_p456]

Woonde te Vriezenveen. 
van Egbertshuis, Albert (I10854)
 
1459 1766-02-15: Berent Lukas Schoemaker en zijn vrouw Mettjen Hoek, Engbert Hospes en zijn vrouw Mariken Hoek, Jannes Hoek en zijn vrouw Janna Berens, Jan Hulshoff en zijn vrouw Mettjen Faijer, voorts Gerrijt Fronten en Berent Lukas als voogden van
Kunnegjen Hoek, tezamen kinderen en erfgenamen van wijlen Hend Hoek, welke verklaarden in januari 1765 verkocht te hebben 1,5 akker lands opgaans, met het halve huis, halve schuur, en de verdere timmeragie, daarop staande, in des tijds voor een
gedeelte onverscheiden met Grietjen ten Caate, wedw Hend Hoek, en gelimiteerd oostwarts Albert Wolters, westwaarts Henr Jansen Post, ten profijte van Hindrik Broertjen en zijn vrouw Grietjen Hendriks ten Caate, voor een som van 175 guldens.
[T0079_INV6_p456]

1782-09-25: Kunnegien Hoek, als legetaris van een rouw bestaande in sak en schorteldoek en een rok (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar tante Grietjen Jansen, weduwe van Roelof Jansen Fronten]). 
Hoek, Kunna (I12981)
 
1460 1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben het huis, schuur met de brink en het daarop staande houtgewas, alsmede de goorden gelegen
achter het huis, gelegen in en op het zgn Hospesland, zo en als wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw hetzelve in het gebruik hebben gehad, ten profijte van Coert Willemsen en zijn erfgenamen, voor een som van 346 guldens, so hebben de voorschr
voogden van hare minderjarige pupille genaamd ... [puntjes] in het voors huis bescheiden, een steed (?) bij de haard, licht en brand vrij, een bekwame slaapplaats, en ook om haar gerakheden (?) te kunnen plaatsen, tot zo lange hetzelve ongetroud
is, van welke kooppenningen de verkopere ... bekennen ontvangen te hebben, in mindering, van de voors kooppenning de som van 246 guldens, dus resteert een som van 100 guldens. Kantlijn akte: Op 19 novemer 1774 is Fred d Jonge, dat die hierin
gemelde 100 guldens aan hem, voglens zijn hand van 18 maart 1774 waren voldaan, dier halven mocht lijden dat dezelve in dezen ten protocolle wordt geroyeerd [T0079_INV7_p005].

1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben 4 wanden bouwland, gelegen naast en bovenwarts ingaande van die van Berent Brouwer, mede op
het zgn Hospesland, ten profijte van Coert Willemsen en zijn erfgenamen, de 2 eerste wanden voor een som van 56 guldens en de 2 volgende wanden voor een som van 40 guldens en 8 stuivers [T0079_INV7_p006].

1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben 4 koeweiden, beginnende van deze nieuwe Kerkweg en gaande tot heen aan de Oldenweg,
onverscheiden met ... [puntjes], gelegen in de landerijen van het zgn Hospes en Rutgersland, ten profijte van Jan Berents Hoff en zijn vrouw, voor een som van 281 guldens [T0079_INV7_p007].

1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben 2 grasgoordenties, tegen en naast melkander, beginnende van de Waterleijdink heen buten, ter
zo verre dezelve omgraven zijn, oostwaarts de gaarden van Frederik Derksen en westwaarts de Steege, gelegen in het zgn Hospes en Rutgersland, ten profijte van Henricus Clumper en zijn erfgenamen, voor een som van 171 guldens [T0079_INV7_p008].

1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben ongeveer 1,5 wand bouwland in het leege en dan nog een goordentien gelegen aan deze kant van
de Waterleijdink op de huisstee, allen gelegen in en op het zgn Hospesland, ten profijte van Frederik Claasen en zijn vrouw, en zulks namenlijk het 1e zijnde het bouwland voor een som van 34 guldens en het 2e dat goordentien voor een som van 37
guldens, bedragende tezamen de som van 71 guldens [T0079_INV7_p009].

1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben 2 wanden bouwland, gelegen op het zgn Hospesland, ten profijte van Berent Brouwer en zijn
vrouw, voor een som van 62 guldens en 10 stuivers [T0079_INV7_p010].

1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben het overige bouwland, met de opslag, beginnende van het land van Coert Willemsen, af aan en
zo bovenwaarts in, gelegen op het zgn Hospesland, ten profijte van Harmen Berents Otten en zijn vrouw, voor een som van 56 guldens en 10 stuivers [T0079_INV7_p011].

1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben een halve akker turfland, gelegen op de oosterhoeve, onverscheiden met Jan Jansen Jonkman,
ten profijte van Wolter Braemer en erfgenamen, voor een som van 65 guldens [T0079_INV7_p012].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Bom, Lucas (I21405)
 
1461 1766-07-31: Henderik Claesen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben het halve huis, zijnde de westzijde, met een 4e part van de brink, waarvan de aantast dadelijk zal kunnen en mogen geschieden, alsnog onverscheiden met de
verkoper, doch het hout daarop staande en thans liggende behoud de verkoper alsmede de mest in de stal, voorhem, met nog 2 grant stenen, zo in het huis liggen, mede voor hem behoudende, mits conditie zal het de koper vrij staan, als hij eens
gerisolveerd mocht wezen, of worden, om een weeve kamer westwaarts uit te zetten of te timmeren, so verre, als daartoe grond nodig zal hebben, zulks te mogen doen nog heeft de verkoper bij deze verkocht 4 wanden bouwland roede maat, beginnende
van de pat bovenwaarts ingaande, nog heeft de verkoper daarbij verkocht een stuk goorenland, zo achter het boven hekke licht, beginnende van Wolter Crol het zijne aan, ongeveer 26 treden, ten profijte van Henricus Berents en erfgenamen, alle voor
een som van 310 guldens [T0079_INV7_p030].

1770-07-28: Henr ten Cate, caverende voor zijn mede voogd Roelof Jansen, als voogende van de weduwe Luicas Berents en haar innocente dochter, de welke bekende en verklarende op 27 september 1769 verkocht te hebben een half akker boverweegesland,
gelimiteerd oostwaarts ... [puntjes] en westwaarts ... [puntjes], voor een som van 70 guldens, ten profijte van Henricus Berentsen en zijn vrouw Jenneken Willems Schipper [T0079_INV7_p141].

1773-12-29: Hendericus Berentsen en zijn vrouw Jenneken Willems Schipper, welke verklaarden schuldig te wezen aan hunnen zuster en schoonzuster Harmina Berentsen, wegens van haar in contanten en gereden gelde te hebben ontvangen, een som van 300
guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar halve huis met het 4e part van de brink, onverscheiden met Henrik Claezen, cs, benevens 4 wanden bouwland, roede maat, en een goordentjen gelegen op het zgn Crols Claesland, ende een
halve akker turfland op de westerhoeve [T0079_INV8_p001].

1773-11-06: Henricus Berentsen en zijn vrouw Jenneken Willemsen Schipper, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerrit Derksen Schipper, wegens verstrekte en opgenomen penningen, een som van 200 guldens, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op het halve huis met het 4e part van de brink, onverscheiden met Henrik Claesen, cs, benevens 4 wanden roede maat bouwland en een hoekjen goorenland, ongeveer 30 tret, gelegen in de landerijen van het zgn Crols Claesesland, oostwaarts
de landerijen van Gerrit Egbers Ente en westwaarts het zgn Mansland, cs, en dan nog daar benevens een halve akker turfland op de westerhoeve, onverscheiden met de weduwe van wijlen Gerrit Scholten [T0079_INV7_p227].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 22-11-1766). 
de Haas, Hendrikus (I8935)
 
1462 1766-07-31: Henderik Claesen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben het halve huis, zijnde de westzijde, met een 4e part van de brink, waarvan de aantast dadelijk zal kunnen en mogen geschieden, alsnog onverscheiden met de
verkoper, doch het hout daarop staande en thans liggende behoud de verkoper alsmede de mest in de stal, voorhem, met nog 2 grant stenen, zo in het huis liggen, mede voor hem behoudende, mits conditie zal het de koper vrij staan, als hij eens
gerisolveerd mocht wezen, of worden, om een weeve kamer westwaarts uit te zetten of te timmeren, so verre, als daartoe grond nodig zal hebben, zulks te mogen doen nog heeft de verkoper bij deze verkocht 4 wanden bouwland roede maat, beginnende
van de pat bovenwaarts ingaande, nog heeft de verkoper daarbij verkocht een stuk goorenland, zo achter het boven hekke licht, beginnende van Wolter Crol het zijne aan, ongeveer 26 treden, ten profijte van Henricus Berents en erfgenamen, alle voor
een som van 310 guldens [T0079_INV7_p030].

1766-07-31: Henderik Claesen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben 2 koeweiden, gelegen in de landerijen van hem verkoper, onverscheiden met hem vekoper, en de overige ingelanden beginnende van deze nieuwen Kerkweg en
eindigende tot aan de Dijk, met de dijk en de Aa, met het maken van de steegen deele voorts, ten profijte van Henricus Schoemaker en zijn vrouw, voor een som van 180 guldens [T0079_INV7_p031].

1766-07-31: Henderik Claezen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben 1,5 koeweide, onverscheiden met de verkoper en de overige consorten, beginnende van deze nieuwen Kerkweg en eindigende met de dijk en de Aa, met het ma...
van de Steegen deele t ruijmen der water stromen, ten profijte van Gerrit Derksen en zijn vrouw, voor een som van 135 guldens [T0079_INV7_p032].

1766-07-31: Henderik Claezen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben 1,5 koeweide, onverscheiden met de verkoper en de overige ingelanden, beginnende van deze nieuwen Kerkweg en eindigende met de dijk en de Aa, met het ma...
van de Steegen deele t ruijmen der water stromen, ten profijte van Jan Hulshof en zijn vrouw, voor een som van 135 guldens [T0079_INV7_p033].

1766-07-31: Henderik Claazen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben de halve grasgoordens, onverscheiden met Henricus Schoemaker en Wolter Crol, gelegen in de verkopers landerijen en die van het zgn Fransmansland, ten
profijte van Hinderikjen Egberts, wedw van wijlen Gerrit Brink en dezelver kinderen, zijnde dezelver goordens verkocht voor een som van 165 guldens [T0079_INV7_p034].

1766-07-31: Henderik Claazen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben 3 wanden roede maat bouwland, voor een som van 98 guldens, aan handen van Jan Roelofs en zijn vrouw [T0079_INV7_p035].

1766-07-31: Henderik Claazen Braemer, welke verklaarde op 7 maart 1766 verkocht te hebben een wand bouwland roede maat, ten profijte van Jannes Berents en zijn vrouw, voor een som van 33 guldens [T0079_INV7_p036].

1766-09-11: Henderik Claasen Braemer, welke verklaarde schuldig te zijn aan zijn zus Janna Claesen Braemer, wegen verstrekte penningen herkomstig van haar wijlen grootmoeder, anderdeels wegens verdient meijde[=dienstbode] loon met de interest van
dien bedragend, tezamen de som van 400 guldens en 20 stuivers, comparaten stellen hypotheek met onderpand op het halve huis met de landerijen, namenlijk 6 wand bouwland, al zijn goorenland, een koeweide, een halve akker turfland op de westere
hoeve, het 4e part van de brink, alsmede de opslag en de halve stegen heen boven, mitsgaders alle derzelven boedel en meubilaire goederen des huizes, so van beesten, kisten en kasten, en wat diesmeerder voor en onder inboedel kan gerekend worden.
Kantlijn akte: Op ... [puntjes] januari 1769 wordt deze akte geroyeerd [T0079_INV7_p038].

1769-01-18: Henr Claesen Braemer, welke verklaarde schuldig te zijn aan Luicas Derksen, een som van 200 guldens, wegens bij hem op 7 mei 1767 ten genoegen ontvangen en verstrekte penningen, alsmede aan zijn zus Janna Claesen Braemer schuldig te
zijn een som van 400 guldens, deels wegens verstrekte en verschotene penningen, herkomstig van haar wijlen grootmoeder anderen deels wegens verdient meijde loon met de interest vandien, dus tezamen een som van 600 guldens, comparanten stellen
hypotheek met onderpand op het halve huis met de landerijen, namenlijk 6 wand bouwland, al zijn goordenland, een koeweide, een halve akker turfland op de westerhoeve, het 4e part van de brink, alsmede de opslag en de halve steeg heen boven,
mitsgaders alle derzelve inbeodel en meubilaire goederen des huizes, zo van beesten, kisten en kasten en wat dies meerder voor en onder inboedel kan gerekend worden [T0079_INV7_p095].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Bramer, Hendrik (I12574)
 
1463 1766-10-17: Jan Hend Prinsen en Jenneken Prinsen, welke laatste bijgestaan met Henrik Roelofs Schuirman als haar voogd, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Cate, koopman tot Almelo, en zijn vrouw, wegens aan hem Jan H Prinsen
verkochte en geleverde linnens en de verstrekte penningen, een som van 850 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd westwaarts Egbert Raphuis en de
oostzijde Fenneken Jansen, voor een gedeelte met de laatste onverscheiden, mitsgaders 1,25 akker boverwegesland en 1,5 akkerland, gelegen in en op het zgn Fuit Hermsland. Kantlijn akte: Op 8 maart 1771 door Jan Schiper, noes uxous, en Jenneken
Prinsen, vertoond zijnde de orginele hypotheekakte van 17 oktober 1766 en daaronder geschreven kwitantie van voldoening door de Mr Jan ten Cate, van 7 maart 1771, zijnde het bedrag van 850 met interest voldaan is en waarbij deze akte geroyeerd
wordt [T0079_INV7_p039].

1766-11-04: Testament, opgemaakt ten huize van, Jannetjen Jansen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Jan Prinsen als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Wieger Jansen en haar zus Fenneken Jansen, wettige en universelen erfgenamen;
- haar zusters dochter, genaamd Henderikjen Jansen Feijer, haar kist met haar linnen en wollen kleren, en haar tuigdoos, met haar mutsen daarin;
- haar broer Gerrit zijn zoontje, genaamd Jan, een bijbel en testament met 2 zilveren crappen, het welke door haar broer Gerrit nieuw zal worden ingekocht en betaald, zo ras als hij hetzelve zal kunnen gebruiken en van nooden heeft;
- haar zus Janna, derzelver dochtertje, genaamd Jannetjen, haar kerkboek, zijnde een bijbel en testament met zilveren crappen, zo door haar gebruikt is, om hetzelve na de dood van haar aan het voors meisje Jannetje, te worden uitgekeerd met het
zilveren oorijzer, van haar;
- aan Godsarmen alhier, 2 ducaten of 10 guldens en 10 stuivers, de welke door haar erfgenamen na haar dood, en wanneer zij daarmede best vorozien waren, zal worden uitgekeerd en betaald aan de diaconie alhier [T0079_INV7_p041].

1776-01-18: Testament van Jannes ten Cate en zijn vrouw Fenneken Jansen, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Derk Jansen als haar voogd, waarin genoemd:
- aan de kerk van deze plaats, 50 guldens [T0079_INV8_p041vo].

1780-01-01: Testament, opgemaakt ten huize of woning van, van Jannes ten Caete en zijn vrouw Fenneken Jansen, de 1e enigszins ziek van lichaam, de laatste gezond van lichaam, verklaarde niet te kunnen schrijven en bijgestaan met Wieger Jansen
als haar voogd, enigszins ziek van lichaam bevonden, waarin genoemd:
- hij aan zijn naaste bloedverwanten, 400 guldens, waarvan 200 guldens voor zijn zuster Hendrica ten Cate, getrouwd met Henderik van Olde;
- hij aan HenderikGerrits, zijn borstrok met de daarin zijnde zilveren knopen en zijn zilveren gespen van de schoenen;
- zij aan haar naaste bloedverwanten, 400 guldens;
- beide aan Gods armen alhier, 50 guldens;
- beide aan de kerk alhier, 50 guldens [T0079_INV8_p157]

1783-09-26: Testament van Freederik Santboer en zijn vrouw Fenneken Jansen, enigszins ziek van lichaam, bijgestaan door Wiegger Jansen als hun voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn vader Alb Sandboer;
- hij aan zijn naaste bloedverwanten, 1000 guldens;
- zij aan Henderik Gerrits Menne, 400 guldens;
- aan de diaconie en armenstaat alhier, 25 guldens;
- aan de kerk alhier, 25 guldens [Toeg079_Inv9].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 21-05-1768, 20-01-1781). 
Menne, Fennigjen (I20294)
 
1464 1766-11-04: Testament, opgemaakt ten huize van, Jannetjen Jansen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Jan Prinsen als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Wieger Jansen en haar zus Fenneken Jansen, wettige en universelen erfgenamen;
- haar zusters dochter, genaamd Henderikjen Jansen Feijer, haar kist met haar linnen en wollen kleren, en haar tuigdoos, met haar mutsen daarin;
- haar broer Gerrit zijn zoontje, genaamd Jan, een bijbel en testament met 2 zilveren crappen, het welke door haar broer Gerrit nieuw zal worden ingekocht en betaald, zo ras als hij hetzelve zal kunnen gebruiken en van nooden heeft;
- haar zus Janna, derzelver dochtertje, genaamd Jannetjen, haar kerkboek, zijnde een bijbel en testament met zilveren crappen, zo door haar gebruikt is, om hetzelve na de dood van haar aan het voors meisje Jannetje, te worden uitgekeerd met het
zilveren oorijzer, van haar;
- aan Godsarmen alhier, 2 ducaten of 10 guldens en 10 stuivers, de welke door haar erfgenamen na haar dood, en wanneer zij daarmede best vorozien waren, zal worden uitgekeerd en betaald aan de diaconie alhier [T0079_INV7_p041].

1783-11-20: Jan Berkhoff, Gerrit Freriks en Claas Claasen, als voogden van de Producus (?) Jan Feijer, alsmede van de minderjarige dochter Jannetje Feijer, voorts Lammert Kelder, en zijn huisvrouw Hendrikje Feijer, Albert de Boer en zijn vrouw
Hendrika Feijer, alsmede Jannes Bramer en zijn vrouw Gerhardijna Feijer, welke gezamenlijk verklaarden schuldig te zijn, wegens verstrekte en voor Jan Feijer te Almelo betaalde penningen, een som van 400 guldens aan Wieger Jansen en zijn vrouw,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met het land opgaans, zo door Jan Feijer en kinder is bewoond en gebruikt geweest, gelimiteerd tussen de wed Barend van Olde en Barend Hendriks [T0079_INV9_p114].

Landbouwster in 1811.

Woonde te Vriezenveen (21-08-1773); Sibculo. 
Faijer, Hendrikjen (I10280)
 
1465 1766-11-04: Testament, opgemaakt ten huize van, Jannetjen Jansen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Jan Prinsen als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Wieger Jansen en haar zus Fenneken Jansen, wettige en universelen erfgenamen;
- haar zusters dochter, genaamd Henderikjen Jansen Feijer, haar kist met haar linnen en wollen kleren, en haar tuigdoos, met haar mutsen daarin;
- haar broer Gerrit zijn zoontje, genaamd Jan, een bijbel en testament met 2 zilveren crappen, het welke door haar broer Gerrit nieuw zal worden ingekocht en betaald, zo ras als hij hetzelve zal kunnen gebruiken en van nooden heeft;
- haar zus Janna, derzelver dochtertje, genaamd Jannetjen, haar kerkboek, zijnde een bijbel en testament met zilveren crappen, zo door haar gebruikt is, om hetzelve na de dood van haar aan het voors meisje Jannetje, te worden uitgekeerd met het
zilveren oorijzer, van haar;
- aan Godsarmen alhier, 2 ducaten of 10 guldens en 10 stuivers, de welke door haar erfgenamen na haar dood, en wanneer zij daarmede best vorozien waren, zal worden uitgekeerd en betaald aan de diaconie alhier [T0079_INV7_p041].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jansen, Wicher (I20292)
 
1466 1766-11-04: Testament, opgemaakt ten huize van, Jannetjen Jansen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Jan Prinsen als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Wieger Jansen en haar zus Fenneken Jansen, wettige en universelen erfgenamen;
- haar zusters dochter, genaamd Henderikjen Jansen Feijer, haar kist met haar linnen en wollen kleren, en haar tuigdoos, met haar mutsen daarin;
- haar broer Gerrit zijn zoontje, genaamd Jan, een bijbel en testament met 2 zilveren crappen, het welke door haar broer Gerrit nieuw zal worden ingekocht en betaald, zo ras als hij hetzelve zal kunnen gebruiken en van nooden heeft;
- haar zus Janna, derzelver dochtertje, genaamd Jannetjen, haar kerkboek, zijnde een bijbel en testament met zilveren crappen, zo door haar gebruikt is, om hetzelve na de dood van haar aan het voors meisje Jannetje, te worden uitgekeerd met het
zilveren oorijzer, van haar;
- aan Godsarmen alhier, 2 ducaten of 10 guldens en 10 stuivers, de welke door haar erfgenamen na haar dood, en wanneer zij daarmede best vorozien waren, zal worden uitgekeerd en betaald aan de diaconie alhier [T0079_INV7_p041].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jansen, Jannegjen (I20297)
 
1467 1766-11-04: Testament, opgemaakt ten huize van, Jannetjen Jansen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Jan Prinsen als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Wieger Jansen en haar zus Fenneken Jansen, wettige en universelen erfgenamen;
- haar zusters dochter, genaamd Henderikjen Jansen Feijer, haar kist met haar linnen en wollen kleren, en haar tuigdoos, met haar mutsen daarin;
- haar broer Gerrit zijn zoontje, genaamd Jan, een bijbel en testament met 2 zilveren crappen, het welke door haar broer Gerrit nieuw zal worden ingekocht en betaald, zo ras als hij hetzelve zal kunnen gebruiken en van nooden heeft;
- haar zus Janna, derzelver dochtertje, genaamd Jannetjen, haar kerkboek, zijnde een bijbel en testament met zilveren crappen, zo door haar gebruikt is, om hetzelve na de dood van haar aan het voors meisje Jannetje, te worden uitgekeerd met het
zilveren oorijzer, van haar;
- aan Godsarmen alhier, 2 ducaten of 10 guldens en 10 stuivers, de welke door haar erfgenamen na haar dood, en wanneer zij daarmede best vorozien waren, zal worden uitgekeerd en betaald aan de diaconie alhier [T0079_INV7_p041]. 
de Minne, Jan (I34694)
 
1468 1766-12-30: Transportakte. Genoemd als juffr. Aleida Smelt. Ze is âeâen van de kopers van "een Lange veld" [bron: Archief Deventer/mail Erik Berkhof].

1795-12-23: Den 23 december 1795 heeft de wedw van Hendrik Egberts de Groot aangegeven in den 50sten pennink de erfenissen van wijlen haar zuster, woonachtig te Deventer, bestaande in 4,5 akker woestenland, 1 goordentien, liggende op Gerrit van
Meijlderink zijn land [T0079_INV45/T0003.1_INV2668].

Woonde te Deventer [inwonend bij haar oom Bernardus Smelt]. 
Smelt, Aeltjen (I16474)
 
1469 1767-02-08: Ids, woont te Scharnegoutum, is gedoopt. Eeltjes, Ids (I1752)
 
1470 1767-02-12: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de kinderjarige kinderen van wijlen Luicas Brouwer en wijlen Trientjen Jansen Broer, wegen
verstrekte penningen, de som van 100 guldens, behalve de reeds verlopen interest, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gelegen alhier op het Vriezenveen. Kantlijn akte: Op
27 juli 1768 zijn verscheen Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen L Brouwer, welke verklaarden door Jannes Joost en zijn vrouw voldaan zijn de genoemde schuld met interest, waarbij deze akte
geroyeerd wordt [T0079_INV7_p049].

1788-11-25: Op 25 november 1788 is verschenen Jenneken Bonte, wedw van Albert Kosters, geassisteerd met haar voogd Jan Roelofs, welke verklaarde als moeder van en voogdes van haar minderjarige kind ofkinderen, op 8 november 1787 te hebben
verkocht haar huis, thans bewoond door de wedw Lucas Brouwer {is zij dit?} en Hindr Bramer, benevens 3 wanden bouwland, een koeweide, een bouwgaarden en 3 hoekjes gaardenland op het zelve land binnen de Waterleidinge gelegen, exsemps 2 bomen
gemerkt 'H', staande op het zelve land, gelegen op Koetmansland, hebbende aan de oostkant Jan Hekhuis en aan de westkant de wedw Albert Kostersland, en zulks zoo en als het verkoopster in eigendom heeft bezeten, voor de som van 622 guldens, en
dat aan handen en ten profijte van Borghard Nathan en zijn vrouw [T0079_INV10_p037].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Broertjen, Trijntjen (I11311)
 
1471 1767-02-12: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn aan Berent Brouwer {is hij dit?} en Jan Jansen Broer, als voogden van de kinderjarige kinderen van wijlen Luicas Brouwer en wijlen Trientjen Jansen
Broer, wegen verstrekte penningen, de som van 100 guldens, behalve de reeds verlopen interest, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gelegen alhier op het Vriezenveen.
Kantlijn akte: Op 27 juli 1768 zijn verscheen Berent Brouwer en Jan Jansen Broer, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen L Brouwer, welke verklaarden door Jannes Joost en zijn vrouw voldaan zijn de genoemde schuld met interest,
waarbij deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p049].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Brouwer, Berend (I21481)
 
1472 1767-02-28: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn wegens verstrekte penningen met interest aan d E Jan Coster en zijn erfgenamen, een som van 84 guldens, en en uit dien voors hoofde met de interest
van dien aan d E Gerrit Coster Egbtz en zijn vrouw een som van 124 guldens en 1 stuiver, alsmede uit de voorschreven hoofde met de interest dien aan d E Gerrit Coster Gerritz en zijn vrouw een som van 152 guldens en 15 stuivers, dus tezamen een
som van 360 guldens en 6 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met daarop staande huis en verdere timmeragie, zo en als zij hetzelve in het gebruik hebben, voor een gedeelte onverscheiden met Henr Spijker,
gelimiteerd oostwaarts Gerrit Jan Elshof, cs, en westwaarts de weedw Jan Berents, cs. Kantlijk akte: Op 27 juli 1768 zijn verschenen Gerrit Costers Egbertszoon, mede namens zijn vrouw, alsmede Jannes Costers, namens zijn vader Jan Coster, mede
voor Gerrit Costers Gerritz, welke verklaarden dat Jannes Joost genoemd bedrag met interest voldaan heeft en deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p051].

1768-12-28: Gerrit Jan Elshoff en zijn vrouw Janna Pouwels, welke verklaarden in oktober 1768 verkocht te hebben een koeweide, beginnende van deze Kerkweg in en op de landerijen van het zgn Jan Ottenland, westwaarts Hend Spijker en oostwaarts
Fred Smelt, edog het boomgewas of stamhout behoudende de verkoper voor haar, voor een som van 60 guldens, ten profijte van Jannes Joost en zijn vrouw [T0079_INV7_p094].

Woonde te Almelo (02-10-1764). 
van den Elshof, Gerrit Jan (I34359)
 
1473 1767-03-18: Berentjen Jansen, weduwe van wijlen Henderik Jansen Hoff, bijgestaan met Frederik Otten Kuijper als haar voogd, welke verklaarde in februari 1767 verkocht te hebben een opslag, breed 2 akkeren veengrond, gelegen op de landerijen van
het zgn Smits Roelofsland, beginnende achter het bouwland van de comparante, gelimiteerd oostwaarts Berent Alberts Roelofs en westwaarts de opslag van de weedw Coert van Olde, ten profijte van Lambertus Puever en zijn vrouw, voor een som van 90
guldens en 20 stuivers [T0079_INV7_p052]. 
Otten, Fredrik (I12079)
 
1474 1767-05-24: Aaltie Johannis, woont te Haring, is bruid.
1770-05-06: Aaltje Johannis, woont te Harich, is moeder.

Woonde te Harich (14-04-1772, 17-04-1772, 18-01-1774, 20-01-1774); Sondel ((19-12-1775, 31-12-1775, 19-03-1778, 29-03-1778, 30-10-1779, 05-12-1779, 20-02-1782, 03-03-1782, 29-03-1786, 17-04-1786, 30-11-1789, 06-12-1789, 16-02-1792, 26-02-1792,
20-12-1811); Sondel, nr. 22 (23-04-1818, tot 08-07-1824).

Naamsaanneming BAL1 13. 
de Kast, Aaltje (I325)
 
1475 1767-05-24: Gijsbert Hendriks, woont te Haring, is bruidegom.
1770-05-06: Gijsbert Hendriks, woont te Harich, is vader.

Naamsaanneming BAL1 120.

Woonde te Harich (14-04-1772, 17-04-1772, 18-01-1774, 20-01-1774); Sondel (19-12-1775, 31-12-1775, 19-03-1778, 29-03-1778, 30-10-1779, 05-12-1779, 20-02-1782, 03-03-1782, 29-03-1786, 17-04-1786, 30-11-1789, 06-12-1789, 16-02-1792, 26-02-1792,
20-12-1811); Sondel, nr. 22 (tot 23-04-1818). 
Roskam, Gijsbert (I324)
 
1476 1767-09-11: Aaltjen Jansen, weduwe van wijlen Jannes Harmsen Joost, bijgestaan met Jannes Hoek als haar voogd, welke verklaarden op 2 april1767 verkocht te hebben 2 wanden bouwland, gelegen in en op de landerijen van het zgn Papenland, voor een
som van 71 guldens, ten profijte van Gerrit Jan Schelhourst en zijn vrouw [T0079_INV7_p066].

1767-09-11: Gerrit Jan Schelkvurst en zijn vrouw Hermtjen Gerritsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Ed Bernardus Spijker en Jan Cruijs, als voogden van de kinderen en erfgenamen van wijlen de Heer Scholtus Johannes Cruijs, deels wegens
restante kooppenningen, ingevolge handschrift van 9 april 1740 (?) en deels wegens verstrekte en geleende gelderen, tezamen een som van 354 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de goorden daachter gelegen, staande
en gelegen aan deze Kerkweg op de landerijen van het zgn Mans en Papenland, benevens 2 wanden goordenland zo op Mans als Papenland, en dan nog 2 wanden bouwland, op het zgn Papenland [T0079_INV7_p067].

Woonde te Almelo (15-02-1760); Vriezenveen. 
van de Schelfhorst, Gerrit Jan (I10510)
 
1477 1767-12-06: Derk van de Haar, woont te Wierden, is gedoopt.
1790-05-27: Derk ter Haar, woont te Wierden, is bruidegom.
1793-08-11: Derk ter Haar, woont te Wierden, is vader. 
ter Haar, Derk (I3952)
 
1478 1767-12-06: Fenne Groothuijs, woont te Wierden, is moeder. Groothuijs, Fenne (I3955)
 
1479 1767-12-06: Jan Derksen van de Haar, woont te Wierden, is vader. ter Haar, Jan (I3954)
 
1480 1768-02-04: Testament, opgemaakt ten huize van, van de wedw wijlen Willem Braemer, genaamd Kunnera Geertsen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Henr Hijdeman als haar voogd, waairn genoemd:
- haar 3 kinderen, met namen Gerrit, Frederik en Trijntjen Braemer, de na te laten goederen, zo mobiele als inmobile, gene van dien uitgezonderd, van wat name en nature, dezelve ook zouden mogen wezen, zijnde haar gerechten halfscheid van het
huis en verdere timmeragie en landerijen, onverscheiden met haar 4 kinderen;
- haar zoon Henrik Braemer, de legitieme portie [T0079_INV7_p070].

1793-03-25: Op 25 maart 1793 geven Gerrit en Trijntjen Bramer aan het versterf van haar broer Fredk Bramer bestaande in een derde part van een huis en een derde part van de in de horige landerijen ingevolge testament op haar gedevolveerd en
vervallen [T0003.1_INV2668].

1801-03-05: Den 5 maart 1801 heeft Willem Bramer, namens Trijntjen Bramer, in den 50 pennink aangegeven het versterf van haren wijlen broeder Gerrit Bramer, op haar gedevolveerd den 29 januari 1801 bestaande in de volgende vaste goederen: een
half huis en halve schuur, 1 akker land opgaans, waarvan zich het Bruitene uitstrekt tot haar dagwerk achter den Oldenweg, en een vierde akker hoevenland op de Oostere hoeve [T003.1_INV5711/T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Bramer, Gerrit (I21596)
 
1481 1768-02-04: Testament, opgemaakt ten huize van, van de wedw wijlen Willem Braemer, genaamd Kunnera Geertsen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Henr Hijdeman als haar voogd, waairn genoemd:
- haar 3 kinderen, met namen Gerrit, Frederik en Trijntjen Braemer, de na te laten goederen, zo mobiele als inmobile, gene van dien uitgezonderd, van wat name en nature, dezelve ook zouden mogen wezen, zijnde haar gerechten halfscheid van het
huis en verdere timmeragie en landerijen, onverscheiden met haar 4 kinderen;
- haar zoon Henrik Braemer, de legitieme portie [T0079_INV7_p070].

1793-03-25: Op 25 maart 1793 geven Gerrit en Trijntjen Bramer aan het versterf van haar broer Fredk Bramer bestaande in een derde part van een huis en een derde part van de in de horige landerijen ingevolge testament op haar gedevolveerd en
vervallen [T0003.1_INV2668].

1801-03-05: Den 5 maart 1801 heeft Willem Bramer, namens Trijntjen Bramer, in den 50 pennink aangegeven het versterf van haren wijlen broeder Gerrit Bramer, op haar gedevolveerd den 29 januari 1801 bestaande in de volgende vaste goederen: een
half huis en halve schuur, 1 akker land opgaans, waarvan zich het Bruitene uitstrekt tot haar dagwerk achter den Oldenweg, en een vierde akker hoevenland op de Oostere hoeve [T003.1_INV5711/T0079_INV45].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Bramer, Trijntjen (I21597)
 
1482 1768-02-04: Testament, opgemaakt ten huize van, van de wedw wijlen Willem Braemer, genaamd Kunnera Geertsen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Henr Hijdeman als haar voogd, waairn genoemd:
- haar 3 kinderen, met namen Gerrit, Frederik en Trijntjen Braemer, de na te laten goederen, zo mobiele als inmobile, gene van dien uitgezonderd, van wat name en nature, dezelve ook zouden mogen wezen, zijnde haar gerechten halfscheid van het
huis en verdere timmeragie en landerijen, onverscheiden met haar 4 kinderen;
- haar zoon Henrik Braemer, de legitieme portie [T0079_INV7_p070].

1793-03-25: Op 25 maart 1793 geven Gerrit en Trijntjen Bramer aan het versterf van haar broer Fredk Bramer bestaande in een derde part van een huis en een derde part van de in de horige landerijen ingevolge testament op haar gedevolveerd en
vervallen [T0003.1_INV2668]. 
Bramer, Fredrik (I21598)
 
1483 1768-02-04: Testament, opgemaakt ten huize van, van de wedw wijlen Willem Braemer, genaamd Kunnera Geertsen, enigszins zwak van lichaam, bijgestaan met Henr Hijdeman als haar voogd, waairn genoemd:
- haar 3 kinderen, met namen Gerrit, Frederik en Trijntjen Braemer, de na te laten goederen, zo mobiele als inmobile, gene van dien uitgezonderd, van wat name en nature, dezelve ook zouden mogen wezen, zijnde haar gerechten halfscheid van het
huis en verdere timmeragie en landerijen, onverscheiden met haar 4 kinderen;
- haar zoon Henrik Braemer, de legitieme portie [T0079_INV7_p070].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 04-03-1768). 
Bramer, Hendrik (I11420)
 
1484 1768-05-13: Gerrit Willemsen Camp en zijn vrouw Jenneken Hinderiksen Scheeper, welke verklaarden in januari 1768 verkocht te hebben het halve huis met de halve brink en het halve houtgewas daarop staande, mitsgaders een koeweide, gelegen in het
zgn Schepersland, beginnende van deze Kerkweg en eindigende tot of met de Oldengraven, benevens 2 wanden bouwland en de halve opslag, voor een som van 390 guldens, ten profijte van Jan Henderiks {is hij dit?} en zijn vrouw Janna Jansen
[T0079_INV7_p076].

Jan heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Gerhardus Jansen en Janna Hendriks (zijn zoon).

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 27-02-1768); Vriezenveen, Oosteinde 159 (tot 11-12-1817). 
Smit, Jan (I12376)
 
1485 1768-06-06: Testement van Geertjen Jansen Post, weduwe van wijlen Berent Jansen Berkhof, gezond van lichaam, bijgestaan met Roelof Warnink als haar voogd, waarin genoemd:
- tot haar enige en universele erfgenamen haar kinderen, met namen Jan Berents Berkhoff, Jenneken Berents Berkhoff, getrouwd met Roelof Wolters, Fenneken Berents Berkhoff, getrouwd met Frederik Braemer, Henderik Berents Berkhof, Egbert Berents
Berkhoff, Jenneken Berents Berkhof, getrouwd met Wolter Schipper, en voorts de 4 kinderen van haar dochter Janna Berents Berkhoff, bij wijlen haar 1e man Jan Hinderix Brink in echte verwekt, met namen Janna, Henderik, Berent en Jenneken Jansen
Brink, in plaats van deszelfs moeder Janna B Berkhoff, doch zal de moeder hiervan het vruchtgebruik kunnen genieten tot deze kinderen meerderjarig zijn of komen te trouwen, maar bij aldien de moeder Janna Berents Berkhof hier iets mocht tegen
hebben zo institueert zij testatrice haar Janna Bernts Berkhof in de legitieme portie en zal het overige van de kinderen worden geerfd, alle haar testatrices na te laten goederen, zo mobile als inmobile goederen, en zo linnen als wollen kleren,
niets uitgezonderd;
- aan Godsarmen alhier, 25 guldens. Kantlijn akte: Dit testament is op 27 maart 1769 geroyeerd en vernietigd door testatrice [T0079_INV7_p077].

1773-12-24: Testament, opgemaakt ten huize van, van Henderik Holland en zijn vrouw Janna Berkhof, de 1e enigszins zwak van lichaam, de 2e gezond van lichaam en bijgestaan met Jan Jonkman als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Berentjen Jonker, legitieme portie;
- hij zijn innocenten broer Bernardus Berents Holland, al hetgeen hij testator thans aan zijn moeder Berentjen Jonker voorschr te goede heeft, en onder haar berustende is, om hetzelve, na zijnen testators dood, ten zijne voordele te kunnen
profiteren;
- hij aan zijn innocenten broer, 50 guldens;
- hij aan Berend Jansen Brink, zoon van wijlen Jan Brink, bij Janna Berkhof in echte verwekt, zijn beste bruine kleed;
- hij zijn vrouw Janna Berkhof, enige en universele erfgenaam, alle verder na te latene goederen, zo roerende als onroerende, mobiele en immobiele, gene vandien uitgezonderd, van wat noeme en nature die ook zouden mogen wezen, edog de kleren, zo
linnen als ollen van hem door zijn voors erfgenamen van testators moeder voornt worden uitge..erd en overgegeven;
- zij aan haar man, een kinds gedeelte;
- beide aan de armen alhier, 25 guldens;
- beide aan de kerk alhier, 25 guldens [T0079_INV7_p234]. 
Brink, Berend (I12193)
 
1486 1768-07-04: Gerrit Bruggeman en zijn vrouw Eva van der A, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerhardus Swam, woonachtig te Almelo en zijn vrouw Berentdina Neppers, een som van 1200 guldens, wegens opgenomen en verstrekte penningen,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akkeren lands opgaans, met daarop stande huis, schuur, houtgewas en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Henrik Henriksen, alias Hopman, cs, en westwaarts het zgn Pillenland, cs. Kantlijn
akte: Op 13 juli 1778 wordt door Gradus Zwam deze akte vernietigd, omdat het bedrag volledig betaald is [T0079_INV7_p084].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 14-04-1764, 13-05-1769). 
Hopster, Hendrik (I11521)
 
1487 1768-07-04: Henderikjen Frederix Tuitertien, weduwe van wijlen Jan Berents, als voogd en boedelhoudster zo van haar als haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Berent Jansen als haar voogd, welke verklaarden in 1768 verkocht te hebben een halve
akker boverweegesland, beginnende van de buiteren of wuestenweg, en zo bovenwaarts in, onverscheiden met Jan Jansen, gelimiteerd oostwaarts Roelof Jansen en westwaarts Berent Schipper, ten profijte van Roelof Hinderiks en zijn vrouw, voor een som
van 116 guldens en 10 stuivers [T0079_INV7_p083].

1788-10-26: Koopakte van Berend Jansen Tutertien met Frerik HEndriks en zijn vrouw Kunnegien Jansen [T0079_INV10_p034vo].

1797-12-02: Op 2 december 1797 heeft Gerrit Jan Heijtkamp in de 50sten penning aangegeven een aankoop van een akker land opgaans, met een half huis, aangekocht van Berend Jansen Tuijtertjen voor 550-0-0 [T0079_INV45].

1798-01-26: Verkoopakte, halve huis aan Gerrit Jan Heetkamp per juni 1797.

1810-04-28: Op 28 april 1810 is verschenen Berent Jansen Tutertjen, welke verklaarde te hebben verkocht aan Gerrit Jan Heetkamp en zijn vrouw Aleijda Rohof alle zijne vaste goederen, bestaande in een half huis, nummer 171, en het halve van 2
akkeren lands opgaans, met het daarop staande houtgewas, en een akker turfland op de Oosterhoeve, onverdeeld met Claas Jansen, voor een som van 400 guldens, alsmede alle zijne mobile roerende goederen uit genomen zijne kiste en het door hem
comparant gebruikt wordende bedde voor een 100 guldens, dus te samen een som uitmakende van 500 guldens [T0079_INV15].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Tutertjen, Berend (I9357)
 
1488 1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Hr Jan ten Cate Janz en zijn vrouw Judith Coster, een som van 158 guldens, wegens verstrekte penningen, comparanten stellen hypotheek met
onderpand op het halve huis met het 4e part van de brink, gedeeltelijk onverscheiden met Henrik Spijker en Jannes Velthuijs, benevens 4,5 wand bouwland. Kantlijn akte: Op 2 april 1784 wordt deze akte door Egbt Coster geroyeerd, na voldoening van
de penningen [T0079_INV7_p086].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltjen Luicas Brouwer, welke verklaarden op 13 februari 1767 verkocht te hebben het halve huis, zijnde de westkant, met het 4e part van de brink, benevens het 4e part van de steeg achter het hek, zover als
de verkoper die voerde halfscheid behoort, en de halve goorden achter het hek, met het halve houtgewas daarop staande, voorts de halve weide hen boven tot aan het hek, alsmede 3 wand roede maat bouwland, beginnende, na, dat Jannes Joost eerst 5
wand daaraf zal mogen nemen, vervolgens een stuk goordenland hen buiten achter dat van Spijkerland, ongeveer 30 tred, voorts hebben de koper daarbij nog bedongen de halve put, de halve oven, een kast, staande aan de westzijde, en de halve mest in
de grote stal, voor een som van 464 guldens, ten profijte van Jannes Velthuis en zijn vrouw [T0079_INV7_p088].

1768-07-27: Jannes Joost en zijn vrouw Aeltien L Brouwer, welke verklaarden op 13 februari 1767 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, gelegen op de landerijen van de verkoper, de voors 3 wand bouwland beginnen daar Jannes Velthuijs het zijn
afgaat, voor een som van 110 guldens, ten profijte van Henderik van Olden en zijn vrouw [T0079_INV7_p089].

Woonde te Vriezenveen (09-11-1765). 
Veldhuijs, Jannes (I66811)
 
1489 1768-10-16: Lambert Wiebes, woont te Oosterzee, is bruidegom.
1774-03-20: Lambert Wiebes, woont te Oosterzee, is vader.
1811-12-13: Lambert Wiebes, woont te Rosterhaule, neemt aan de familienaam Kolk.
1813-11-21: Lammert Wiebes Kolk, 70, arbeider, woont te St. Johannesga, nr. 91, is overleden. Nalatende 1 zoon en 2 dochters, alles 3 meerderjarig. Hij is âeâen uur eerder overleden dan zijn echtgenote.

In Gens Nostra, afd. Friesland, januari 1999 staat: "Op 3 maart 1709 als lidmaat in Veendam aangenomer Wijbe Lammerts van 't Heerenveen. (Gron. Archieven, lidmatenlijst DTB)". Is dit zijn vader?

Arbeider in 1813.

Woonde te Oosterzee (22-02-1770, 03-04-1771, 14-04-1771, 23-01-1773, 31-01-1773, 10-11-1776, 17-11-1776, 23-04-1779, 09-05-1779). 
Kolk, Lammert (I148)
 
1490 1768-10-16: Nelligjen Ages, woont te Oosterzee, is bruid.
1774-03-20: Nelligje Aeges, woont te Oosterzee, is moeder.
1813-11-21: Nelligjen Ages, 69, woont te St. Johannesga, nr. 91, is overleden. Nalatende 1 zoon en 2 dochters, alle 3 meerderjarig. Zij is âeâen uur later overleden dat haar echtgenoot.

Woonde te Oosterzee (22-02-1770, 03-04-1771, 14-04-1771, 23-01-1773, 31-01-1773, 14-03-1774, 20-03-1774, 10-11-1776, 17-11-1776, 23-04-1779, 09-05-1779). 
Ages, Nelligjen (I149)
 
1491 1769-02-11: Geertjen Jansen, weduwe van wijlen Henderik Gerrits Coster, als moeder en wettige voogd van haar 2 minderjarige kinderen, bijgestaan met Gerrit Brouwer en Frederik de Jonge als haar voogden, welke verklaarde op 1 februari 1769
verkocht te hebben een opslag achter het bouwland gelegen, op het ooster stuk veen waarts in gaande, gelimiteerd oostwaarts Egbert Geersen, en de verkoper westwaarts, ten profijte van Roelof Jansen en zijn vrouw, voor een som van 51 guldens
[T0079_INV7_p097].

1769-07-22: Jannes Frederixs Tuitertien, welke op 11 januari 1769 verkocht 14 wanden bouw of hooiland, waarvan 8 wanden roede maat gelegen zijn op het wester stuk of land, naast dat van de weedw van wijlen Henderik Gerrits Coster, cs, beginnende
achter de goorden van verkoper, daar Smittiesland begint, en zo bovenwaarts in, vervolgens destijds mede verkocht 6 wanden roede maat gelegen op het zgn Jan Wolters Smitsland, alias Smittiesland, met een bekwame opweg en dat alle 14 wanden
tezamen voor een som van 475 guldens, ten handen van de Weledele Heer Jan Henderik Dikkers, scholtus van het Vriezenveen, en zijn vrouw Geertien Brouwer [T0079_INV7_p111].

1769-07-27: Geertjen Jansen, weduwe van wijlen Henr Gerrits Coster, voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met Frederik de Jonge als haar voogd, welke op 1 februari 1769 verkocht te hebben 3 wanden land, ieder
wand 100 trat reode maat booven, beginnende achter het hek bovenwaarts ingaande, zijnde het ooster stuk, ten profijte van Gerrit Brouwer en zijn vrouw, voor een som van 155 guldens [T0079_INV7_p112].

1769-07-27: Geertjen Jansen, weduwe van wijlen Henr Gerrits Coster, voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met Gerrit Brouwer en Frederik d Jonge als haar voogden, welke in februari 1769 verkocht te hebben 2
grasgoordens, zulks tussen de Waterleijdink en zgn Buterenweg, ten profijte van Engbert Luicas Hospes en zijn vrouw, voor een som van 135 guldens [T0079_INV7_p113].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Bramer, Geertjen (I11495)
 
1492 1769-03-30: Testament van Harmannus Jansen Pouwels en zijn vrouw Hermina Jansen, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Jannes Henderiks als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Harmina Jansen, enige en universele erfgenaam;
- hij zijn zusters zoontje Jannes Jansen Schuirman, zijn halve timmergereedschap met de kist, zo ter Amsterdam of in Holland is hebbende;
- zij haar man Harmannus Jansen Pouwels, enige en universele erfgenaam;
- zij haar bloedverwanten, haar zilveren oorijzer [T0079_INV7_p100].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 17-01-1768, 11-11-1779). 
Tijhof, Hermientjen (I12993)
 
1493 1769-03-30: Testament van Harmannus Jansen Pouwels en zijn vrouw Hermina Jansen, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Jannes Henderiks als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Harmina Jansen, enige en universele erfgenaam;
- hij zijn zusters zoontje Jannes Jansen Schuirman, zijn halve timmergereedschap met de kist, zo ter Amsterdam of in Holland is hebbende;
- zij haar man Harmannus Jansen Pouwels, enige en universele erfgenaam;
- zij haar bloedverwanten, haar zilveren oorijzer [T0079_INV7_p100]. 
Schuurman, Jannes (I34407)
 
1494 1769-04-09: Jan, woont te Tjerkgaast, is gedoopt. Kersts, Jan (I2177)
 
1495 1769-07-14: Vertoond met diep respect en verschuldigd onderdanigheid Henrik ten Cate en Roelof Jansen als voogden van de weedw van wijlen Luicas Berentsen en dezelve 2 kinderen, de een een zoon en de 2e een dochter, wel meerderjarig zijnde,
waarvan de laatste innocent en zeer onnozel is, en de andere Jannes Luicas ook met schrander en innocent is, en derhalve niet in staat zijn om met haar oude moeder en zodoende met melkander niet langer kunnen huishouden als tot merkelijken schade
van haren gezamenlijken boedel, en ruine van dezelve, waarom zij voogden voorn, om wettige redenen,oordelen dat, de gemelde weeduwe en kinderen de bouw of culture van dezelver immobile en mobile goedern zullen moeten opgeven en afstaan, tot
voorkominge van verdere ruine, en thans nog iets zullen kunnen behouden, met het verkopen van dezelve vaste goederen en de meubelen, weshalve de remonstrante in haar voorschr qualiteit deswegen aan uw H G Excellentie als over mombaar Heer, om
voor gealligeerde wettige redenen, bij deze request zich te moeten adresseren, met onderdanig verzoek en beide, dat to voorkminge van verdere ruine, en verquisting dier goederen, goed, gronstiglijk aan de remonstranten voornt willen gelieven te
accorderen, en bij appointement, in margine dezes te verlenen, dat zij als voogden van dezelve, alle de vaste goederen en meubelen van dezelve, ten eersten zo ras mogelijk, daarvan vrekopen mogen en kunnen ondernemen, waaruit als dan de schulden
betaald kunnen worden, en het overige zover als toereikelijk is, uit de geproflueerde penningen, zolang als mogelijk is, zij kunnen worden gealiminteerd of besteed worden, zo en als men dienstigst zal oordelen te behoren [T0079_INV7_p104vo].

1770-07-28: Henr ten Cate, caverende voor zijn mede voogd Roelof Jansen, als voogende van de weduwe Luicas Berents en haar innocente dochter, de welke bekende en verklarende op 27 september 1769 verkocht te hebben een half akker boverweegesland,
gelimiteerd oostwaarts ... [puntjes] en westwaarts ... [puntjes], voor een som van 70 guldens, ten profijte van Henricus Berentsen en zijn vrouw Jenneken Willems Schipper [T0079_INV7_p141].

1771-01-09: Henr ten Cate en Roelof Jansen, als voogden van de weduwe van wijlen Luicas Berents en haar innocente dochter, de welke bekende en verklarende op 27 september 1769 verkocht te hebben, ten 1e, het bouwland, beginnende van dat van
Gerrit Willemsen Heer, bovenwaarts opgaande met de opslag, veen waarts in en opgaande, voor een som van 220 guldens, welk bouwland en opslag betekend is ten oosten Wieger Gerrits en ten westen Luicas Derks, cs, voor het 2e, op 30 jnauari 1770
verkocht te hebben 5 koeweiden, beginnende van deze Kerkweg, tot aan de Oldenweg, behalve de goorden achter het hek, die van de weg begint, zover dezelve aan de verkoper behoord behouden die aan zich alsmede de verdere goordens, dus zijn 5
koeweiden, alleen verkocht voor een som van 130 guldens, ten 3e, mede verkocht te hebben de halve brink, met de 4 wanden, beginnende van de brink bovenwaarts in en eindigende tot aan Gerrit Willemsen, en dan 2 wanden achter Gerrit Willemsen in
een koop en zulks voor een som van 310 guldens, tezamen een som van 660 guldens, ten profijte van Luicas Derks, Gerrit Derks, Harmannus Derks en Janna Derksen, en hare erfgenamen [T0079_INV7_p142].

1771-10-11: Henderik ten Cate en Roelof Jansen, als voogden van de weduwe van wijlen Luicas Berents en haar innocente dochter, welke verkocht te hebben 4 wanden land, te rekenen van voren, namelijk het 5e, 6e, 7e en 8e wand, gelegen in de
landerijen, zo haar verkoper kwa kwa hebben behoord, gelimiteerd aan de westzijde Luicas Derksen, cs, en aan de oostzijde Wieger Gerritsen, voor een som van 190 guldens, ten profijte van Gerrit Willemsen en zijn vrouw [T0079_INV7_p165].

1773-11-17: Henderik ten Cate en Roelof Jansen, als voogden van de weduwe van wijlen Luicas Berentsen en haar innocente dochter, welke verklaarden op 9 maart 1773 verkocht hebben de goordens, gelegen in de landerijen van gemelde weduwe en Luicas
Derksen, cs, aan de zuidzijde van deze Kerkweg heen buten, westwaarts het zgn Bongerts of Uepenland, en oostwaarts Wieger Gerrits, cs, ten profijte van Luicas Derksen, voornt, voor een som van 130 guldens [T0079_INV7_p231].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jansen, Jennigjen (I34083)
 
1496 1769-07-14: Vertoond met diep respect en verschuldigd onderdanigheid Henrik ten Cate en Roelof Jansen als voogden van de weedw van wijlen Luicas Berentsen en dezelve 2 kinderen, de een een zoon en de 2e een dochter, wel meerderjarig zijnde,
waarvan de laatste innocent en zeer onnozel is, en de andere Jannes Luicas ook met schrander en innocent is, en derhalve niet in staat zijn om met haar oude moeder en zodoende met melkander niet langer kunnen huishouden als tot merkelijken schade
van haren gezamenlijken boedel, en ruine van dezelve, waarom zij voogden voorn, om wettige redenen,oordelen dat, de gemelde weeduwe en kinderen de bouw of culture van dezelver immobile en mobile goedern zullen moeten opgeven en afstaan, tot
voorkominge van verdere ruine, en thans nog iets zullen kunnen behouden, met het verkopen van dezelve vaste goederen en de meubelen, weshalve de remonstrante in haar voorschr qualiteit deswegen aan uw H G Excellentie als over mombaar Heer, om
voor gealligeerde wettige redenen, bij deze request zich te moeten adresseren, met onderdanig verzoek en beide, dat to voorkminge van verdere ruine, en verquisting dier goederen, goed, gronstiglijk aan de remonstranten voornt willen gelieven te
accorderen, en bij appointement, in margine dezes te verlenen, dat zij als voogden van dezelve, alle de vaste goederen en meubelen van dezelve, ten eersten zo ras mogelijk, daarvan vrekopen mogen en kunnen ondernemen, waaruit als dan de schulden
betaald kunnen worden, en het overige zover als toereikelijk is, uit de geproflueerde penningen, zolang als mogelijk is, zij kunnen worden gealiminteerd of besteed worden, zo en als men dienstigst zal oordelen te behoren [T0079_INV7_p104vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Lucassen, Jannes (I36449)
 
1497 1769-07-21: Henderik Henderix en zijn vrouw ... [puntjes], welke in 1769 verkocht hebben 4 wanden bouwland en enige roeden land, gelegen op het zgn Sijmensland, voor een som van 290 guldens, ten profijte van Federik Gerritsen en Gerhardus
Gerritsen Keep en derzelver erfgenamen [T0079_INV7_p107].

1778-06-23: Testament, opgemaakt ten huize van, van Gradus Gerritsen en zijn vrouw Aaltien Hinderiks, de 1e enigszins ziek van lichaam, de 2e gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn moeder Aeltien Berents, wedw van wijlen Gerrit Gerritsen, enige en universele erfgenaam;
- zijn moeder en zijn lieve vrouw Aeltien Hinderix, enige en universele erfgenamen;
- zijn broers zoon, genaamd Hinderik Wiegers, zijn timmerkiste met alle timmermans gereedschap;
- haar lieve man Gradus Gerritsen, enig en universeel erfgenaam [T0079_INV8_p097Avo].

1789-05-16: Op 16 mei 1789 zijn verschenen Derk Harmsen en zijn vrouw Jenneken Waanders, Albert Harmsen en zijn vrouw Henderika Faijer, Gradus Gerrits en zijn vrouw Janna Harmsen, Esse Jansen en zijn vrouw Berendina Harmsen, Lambert Veldhuis en
zijn vrouw Siena Harmsen en Hendrik Harmsen, welke verklaarden op 10 oktober 1788 verkocht te hebben haar toebehorende halve huis, zijnde nog onverdeeld met de wedw van Harmen Berends, met 1/4 pand van de brink en daarop staande houtgewas,
uitgezonderd dat Esse Jansen achter zijn huis van de brink alleen toebehoord, alsmede de volgende landerijen, anderhalf wand op Hoffenmansland, voordat van Hendrik de Groot, nog een en een half wand op dito land in 't Laage, waaronder de gaarden
en de halve telgen die reeds verdeeld zijn, mede moeten gerekend worden, als ook het aan part van de stege een wand op Huismansland, naast dat van Jan Krol, den halven gaarden het boven en de mede op Huismansland gelegen, den halven gaarden op
Hospesland, zijnde het boveneinde, vrij van boswaaren (?) met het aan part van de stege, zijnde vrij van jaaren (?) lasten, nog een half gaardentjen op dito land gelegen in den Buiterweg, en ongeveer een en een half wand bouwland met de opslag,
mede gelegen op Hospesland, voor een som van 282 guldens, ten profijte van Hendrik Leeman en zijn vrouw [T0079_INV10_p048].

1822-03-19: Notaris Warnaars, 1822, nr. 030, volmacht.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [dienstbode bij Jan ten Cate en Aaltjen Schol], 08-02-1761, 03-07-1785). 
Keep, Gerhardus (I9943)
 
1498 1769-09-09: Testament, opgemaakt ten huize van, van Harmen Strijdemeijer en zijn vrouw Mettjen Alberts, de eerste gezond van lichaam, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Berent Gerrits de Witte als haar voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn vrouw Mettjen Alberts, enige en universele erfgenaam;
- zij aan haar man Hermen Strijdemeijer, enige en universele erfgenaam;
- zij aan het dochtertje van Luicas Luicassen, genaamd Kunnegien, 50 guldens en haar kist met haar kleren, zo van linnen als wollen, en wat tot haar lichaam gebruikt is geweest [T0079_INV7_p115].

Woonde te Vriezenveen (13-03-1773). 
Lucassen, Kunnigjen (I37098)
 
1499 1769-09-09: Testament, opgemaakt ten huize van, van Harmen Strijdemeijer en zijn vrouw Mettjen Alberts, de eerste gezond van lichaam, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Berent Gerrits de Witte als haar voogd, waarin genoemd:
- hij aan zijn vrouw Mettjen Alberts, enige en universele erfgenaam;
- zij aan haar man Hermen Strijdemeijer, enige en universele erfgenaam;
- zij aan het dochtertje van Luicas Luicassen, genaamd Kunnegien, 50 guldens en haar kist met haar kleren, zo van linnen als wollen, en wat tot haar lichaam gebruikt is geweest [T0079_INV7_p115].

Woonde te Vriezenveen (23-06-1753). 
Meijer, Hermen Strielen (I66575)
 
1500 1769-10-15: Mattje, woont te Haskerhorne, is gedoopt.
1812-12-02: Mattje, 41, woont te Oosterzee, krijgt bij de naamsaanneming de naam 'Hornstra'. 
Hornstra, Mattje (I3025)
 

      «Vorige «1 ... 26 27 28 29 30 31 32 33 34 ... 1755» Volgende»