|
|
|
|
Treffers 1,301 t/m 1,350 van 88,655
# |
Aantekeningen |
Verbonden met |
1301 |
1758-12-18: Roeloff Waanders {is hij dit?}, bijgestaan met Waander Berens als zijn voogd, welke verklaarde in erfkoop verkocht te hebben een bouwgoorden, lang ruim 100 treden, met het halve grasgoordentjen daarachter gelegen, zijnde hetzelve
onverscheiden met Pieter Wilh Harwig en Gerrijt freriks, alles in het zgn Haaloversland, aan handen van Berentjen en Geertruit Harmsen, en dezelver erfgenamen, voor een som van 130 guldens [T0079_INV5_p732].
1759-02-17: Roeloff Waanders, bijgestaan met Waander Berens als zijn voogd, welke verklaarden op 3 december 1759 verkocht te hebben een akker hooiland, gelegen inde Westerwoesten, beginnende met de Buiterenweg, tot aan of met de Adijkck of de Aa,
ten profijte van Johanna Harwig, weduwe van wijlen Jan Does, voor een som van 140 guldens. [T0079_INV6_p002]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [als dienstbode inwonend bij Lubbert Smit]). | Werners, Roelof (I20954)
|
1302 |
1759-01-13: Testament van Berent Gerrijts Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbres, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn naaste bloedverwanten, alsdan in leven zijnde, alle zijn metterdaad na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zuster Lena Lukas 2 kinderen, zo heeft verwekt bij Wijcher Jansen, met namen Jan en Gerhardus Wijchers, haar bijbel met zilver beslag, alsmede haar kist, en aan het kind van haar halve zus Jenneken Harwig, vrouw van Waander Wijchers,
met namen Jennegjen Waanders, haar tuigdas (?), met alle haar mussen (?) en neusdoeken, en haar overige linnen en wollen kleren, zullen door haar broer Frerick en Leena Lukas [schrijffout], benevens haar halve zus Jenneken Harwig en haar
stiefmoeder Grietjen Jansen verdeeld en egalijk genoten worden;
- beide aan de armen alhier ophet Vriezenveen, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p736].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Lubberts, Fredrik (I14447)
|
1303 |
1759-01-13: Testament van Berent Gerrijts Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbres, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn naaste bloedverwanten, alsdan in leven zijnde, alle zijn metterdaad na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zuster Lena Lukas 2 kinderen, zo heeft verwekt bij Wijcher Jansen, met namen Jan en Gerhardus Wijchers, haar bijbel met zilver beslag, alsmede haar kist, en aan het kind van haar halve zus Jenneken Harwig, vrouw van Waander Wijchers,
met namen Jennegjen Waanders, haar tuigdas (?), met alle haar mussen (?) en neusdoeken, en haar overige linnen en wollen kleren, zullen door haar broer Frerick en Leena Lukas, benevens haar halve zus Jenneken Harwig en haar stiefmoeder Grietjen
Jansen verdeeld en egalijk genoten worden;
- beide aan de armen alhier ophet Vriezenveen, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p736].
1775-04-27: Berent Gerrits Kremer en zijn vrouw Janna Lubbers, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- aan Jenneken Waenders, dochter van Waender Wiegers en Jenneken Harwig;
- de diaconie of armenstaat alhier, 4 ducaten;
- aan Jan Egbers Schoemaker en aan Aeltien Egbers schoemaker, beide 25 guldens [T0079_INV8_p024].
1797-10-05: Testament Janna Lubbers, wed. Beent Creemer.
1798-12-05: Op 5 december 1798 heeft Derk Harms in de 50sten penning aangegeven de erfenis van zijn moeie de wedw Berent Kremer, bestaande in 3 akker bouwland buiten de brink, een en een haf akker weideland, liggende op het land van wijlen Berent
Kremer, een en een vierde akker turfland op de wester hoeve, op hem gedevolveerd in het jaar 1797, deze past schoon in de voorleden jaar vervallen is thans volgens opgave van de aangeven buiten verpachtingen gebleven [T0079_INV45].
Op 5 december 1798 geeft Derk Harms de 50e penning aan i.v.m. de erfenis van zijn moeie (= tante) de weduwe Berent Cremer wijlen haar man, bestaande uit diverse landerijen, aan hem gelegateerd bij testament opgemaakt in op 5 oktober 1797 [bron:
HCO, toeg. 3.1, inv. 2668/Website Erik Berkhof].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Lubberts, Janna (I14448)
|
1304 |
1759-01-26: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Jansen Does en zijn vrouw Johanna Harwig, de 1e ziek van lichaam en te bedde liggende, de laatste gezond van lichaam en bijgestaan met Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader Pr Nicol Harwig, legitieme portie;
- hij zijn zus Gesiena Jansen, 50 guldens, bijbel met zilveren krappen, voorts aan zijn 2e zus Janna Jansen Does, getrouwd aan Baerent Claessen, hetgeen zij wegens koffiebonen aan hem testator verschuldigd is en laatstelijk aan Aa Jan hetgene
dezelven aan hem testator insgelijks volgens zijn boek nog debit is;
- zij aan haar broer Pr J W Harwig, en haar 3 zussen, met namen Jenneken, Magdalena en Dorotha, alle haar kleren, zo linnen als wollen, alsmedehaar goud en zilver, dat haren lijve behoord hebbende;
- beide aan de armen van het Vriezenveen, 25 guldens [T0079_INV5_p744].
1759-02-17: Roeloff Waanders, bijgestaan met Waander Berens als zijn voogd, welke verklaarden op 3 december 1759 verkocht te hebben een akker hooiland, gelegen inde Westerwoesten, beginnende met de Buiterenweg, tot aan of met de Adijkck of de Aa,
ten profijte van Johanna Harwig, weduwe van wijlen Jan Does, voor een som van 140 guldens. [T0079_INV6_p002]
1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]
1760-05-10: Hendrik Arens en haar zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd, welke verklaarden op 13 februari 1760 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans te veene, te velde, te heide en weide, met het
houtgewas daarop staande zijnde het bouwland de oostere 2 akkers, vervolgens onverscheiden met de verkoperen, alsmede een huisplaatse achter des verkoperen huis, en zo aldaar een nieuw huis mag te worden gezet, zal het zelve 14 treden achter het
oude huis getimmerd mogen (?) worden, en in zodanige geval zal de schuur moeten afgebroken worden, alhier op 't Vriezenveen, ten profijte van Willem Bonte en zijn vrouw, en aan Johanna Harwig, weduwe van Jan Does, voor een som van 1475 guldens.
Kantlijn akte: Compareert in dezen wel Ee Gerigte Albt Costers, de welke het recht van de hier in vermelde huisplaatse ontslaat en van het timmeren dezelve volkomen af ziet, blijvende de voor het overige het transport in zijn volle waarde, Actum
den 9 april 1781. [T0079_INV6_p081]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 03-05-1761). | Harwig, Johanna (I11046)
|
1305 |
1759-01-26: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Jansen Does en zijn vrouw Johanna Harwig, de 1e ziek van lichaam en te bedde liggende, de laatste gezond van lichaam en bijgestaan met Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader Pr Nicol Harwig, legitieme portie;
- hij zijn zus Gesiena Jansen, 50 guldens, bijbel met zilveren krappen, voorts aan zijn 2e zus Janna Jansen Does, getrouwd aan Baerent Claessen, hetgeen zij wegens koffiebonen aan hem testator verschuldigd is en laatstelijk aan Aa Jan hetgene
dezelven aan hem testator insgelijks volgens zijn boek nog debit is;
- zij aan haar broer Pr J W Harwig, en haar 3 zussen, met namen Jenneken, Magdalena en Dorotha, alle haar kleren, zo linnen als wollen, alsmedehaar goud en zilver, dat haren lijve behoord hebbende;
- beide aan de armen van het Vriezenveen, 25 guldens [T0079_INV5_p744].
1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]
1765-03-16: Jasper Leenders, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige meisjen, welke verklaarde wegens ontvangen penningen, zo zonder (?) strekkene tot betalinge van zijne alsnog verschuldigde penningen zo aan Gerrijt Costers
Egbersz als aan Gerrijt Costers Gerritszoon, en verdere crediteuren, schuldig te zijn, aan Jan Willem Harwig, procureur tot Almelo en zijn vrouw Stientjen Boom, en kinderen, een som van 600 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op
het huis, schuur, met de goorden daarachter staande en gelegen in Oude Jan Klaassensland, met nog ruim 90 treden goorden land, in Jan Teunis Geesenland, 2 koeweiden in Hendrik Koors Hindriksland, en dan nog 5 wanden bouwland in Koort
Klaassensland, alles alhier op het Vriezenveen gelegen. [T0079_INV6_p386]
1765-05-11: Pr Jan Willem Harwig, in qualiteit als gevolmachtigde van Jasper Leenders, luid volmacht alhier vertoond, gezien, gelezen en van waarden erkend, welke verklaarden hoe dat Jasper Leenders voor hem zelfs, en als vader en voogd van zijn
minderjarige meisjen op 29 januari 1765 na voorgane kerksprake en apprabatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer, heeft verkocht des comparants Principaals eigen toebehorende 1,5 akker hooiland in het zgn Croemneusenland
westert gelegen, aanvang nemende van de Buiterenweg, tot aan en met de dijk of Aa, en onverscheiden met Wolter Leenders, cs, ten profijte van Willem van Dijck, zijn vrouw en kinderen, voor en som van 526 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p417]
1765-05-11: Pr Jan Willem Harwig, in qualiteit als gevolmachtigde van Jasper Leenders, luid volmacht alhier vertoond, gezien, gelezen en van waarden erkend, welke verklaarden hoe dat Jasper Leenders voor hem zelfs, en als vader en voogd van zijn
minderjarige meisjen op 29 januari 1765 na voorgane kerksprake en apprabatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer, heeft verkocht des comparants Principaals eigen toebehorende 2 koeweiden met het broekland in het zgn Olde
Jan Klaassensland gelegen, ten profijte van Jan Egbers Smit en zijn vrouw, voor een som van 150 gulden. [T0079_INV6_p419]
1765-05-11: Pr Jan Willem Harwig, in qualiteit als gevolmachtigde van Jasper Leenders, luid volmacht alhier vertoond, gezien, gelezen en van waarden erkend, welke verklaarden hoe dat Jasper Leenders voor hem zelfs, en als vader en voogd van zijn
minderjarige meisjen op 29 januari 1765 na voorgane kerksprake en apprabatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer, heeft verkocht des comparants Principaals eigen toebehorende akker turfland op de zgn Paterij gelegen en
onverscheiden met de secretaris Nicol Harwig, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 135 guldens. [T0079_INV6_p422]
Procureur in 1748.
Woonde te Almelo; Vriezenveen. | Harwig, Mr. Jan Willem (I14468)
|
1306 |
1759-01-26: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Jansen Does en zijn vrouw Johanna Harwig, de 1e ziek van lichaam en te bedde liggende, de laatste gezond van lichaam en bijgestaan met Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader Pr Nicol Harwig, legitieme portie;
- hij zijn zus Gesiena Jansen, 50 guldens, bijbel met zilveren krappen, voorts aan zijn 2e zus Janna Jansen Does, getrouwd aan Baerent Claessen, hetgeen zij wegens koffiebonen aan hem testator verschuldigd is en laatstelijk aan Aa Jan hetgene
dezelven aan hem testator insgelijks volgens zijn boek nog debit is;
- zij aan haar broer Pr J W Harwig, en haar 3 zussen, met namen Jenneken, Magdalena en Dorotha, alle haar kleren, zo linnen als wollen, alsmedehaar goud en zilver, dat haren lijve behoord hebbende;
- beide aan de armen van het Vriezenveen, 25 guldens [T0079_INV5_p744].
1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]
1766-02-20: Garrijt Lukas en zijn vrouw Janna Arens, welke verklaarden in 1765 verkocht te hebben een wand land, met de gehele opslag daarachter veenewaarts in, gelegen in het zgn Jan Bartels Doddenland, gelimiteerd oostwaarts Mos Arensland,
westwaarts Jannes Schol, cs, ten profijte van Barent Wiggers en zijn vrouw Jennegjen Harwig, voor een som van 100 guldens. [T0079_INV6_p458]
1771-07-04: Frederik Scholten, voor zichzelf en deszelfs dochter Janna Frederixen, de laatste bijgestaan met haar vader Fred Scholten als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Dr en advocaat E Dull, wegens verdient salaris en
verschot in zake van hun comparanten op en tegens Berent Wieggers noe uxous Jenneken Harwig, een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende met de Waterleijdink, zo
en als dezelve omgraven zijn, gelimiteerd oostwaarts Jan Broen, cs, en westwaarts de stege zo Jannes en Jan Schol behoort. Kantlijn akte: Op 15 mei 1773 volgens vertoonde handtekening van d Hr Dr en advocaat E Dull, wordt deze akte doorgehaald
[T0079_INV7_p158].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 26-11-1758). | Harwig, Jennigjen (I14541)
|
1307 |
1759-01-29: Testament van Lukas de Boer en zijn vrouw Mechtelt Hindriks, de 1e enigszins zwak van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam [T0079_INV5_p740].
1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].
1759-03-03: Jan Hendrik Timmerman, als volmachtigde van Jannes Dijks tot Enter (?), Hendrik Hendriks, Hendrik Jansen en Frerik Hendriks, tezamen erfgenamen van wijlen Machtelt Hendriks, wedw van Lukas de Boer, welke gerechtelijk verkocht te
hebben aan Hendrik Berens Braamer en zijn vrouw, een huis en goorden, staan en gelegen op en in de landerijen van voornoemde Hendrik Berens Braamer, en dat hij koper het zelve huis en goorden op 30 januari van wijlen Machtelt Hendriks voor een
som van 200 guldens heeft gekocht. [T0079_INV6_p006]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Hendriks, Magteld (I12966)
|
1308 |
1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van Willem Bonte, van Berent Jansen Braamer, ziek van lichaam en bijgestaan met Willem Bonte als zijn voogd, waarin genoemd:
- zijn vader Jan Berens Braamer, legitieme portie;
- zijn 2 broers en zus, met namen Jannes Jansen Braamer, Hindrik Jansen Braamer en Jenneken Jansen Braamer [schrijffout], enig en universele erfgenamen;
- de armen alhier op het Vriezenveen, 100 guldens [T0079_INV5_p752].
1774-04-23: Henderik Jansen Costers, als voogd van de minderjarige zoon van Jan Braemer en wijlen Jenneken Costers, genaamd Henderik Jansen Braemer, benevens Berent Jansen Hofman en zijn vrouw Janna Jansen Braemer, welke verklaarden in dezen jaar
1774 verkocht te hebben hare beide respectieve aandelen van het land of brink gelegen aan de buitere kante van dezen Kerkweg, zo groot als de brink en huisplaatse van Jan Braemer is, en beslaat gelegen aan de bovenkant, ingevolge koopconditie en
koopbrief van 20 janauri 1772 gepasseerd ende betekend is, daarbij verkocht haar aandelen van het houtgewas van de goorden en zulks voor een som van 200 guldens, ten profijte van Jannes Braemer en zijn vrouw Henderikjen Berkhoff
[T0079_INV8_p002].
1775-05-20: Jannes Braemer en zijn vrouw Henderikjen Berkhof, Berent Hofman en zijn vrouw Jenneken Braemer, benevens Henderik Jansen Costers als voogd van de minderjarige zoon van Jan Braemer, genaamd Henderik Jansen Braemer, tezamen kinderen en
erfgenamen van wijlen Jenneken Jansen Costers, in echte bij Jan Bramer verwekt, verklaarden op 20 januari 1772 verkocht te hebben haar halve huis, halve schuur, alsmede varkensschot en oven met het huijsje, zo dezelve in gemeenschap met haren
vader Jan Braemer voornt waren bezittende, staande en gelegen alhier op 't Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts Berent Costers en westwaarts Gerrit Henderiksen, aan de noordkant van dezen Kerkweg, mits conditie zo zullen de kinderen of een van
dezelven aan de buitere kante van dezen Kerkweg op 't land mogen timmeren een huis en de plaats zo groot daartoe nemen als het huis met de brink van Jan Braemer aan de bovenkant is, of beslaat ingevolge daar van opgerichten koopbrierf van 20
januari 1772, ten profijte van Jan Berents Braemer en zijn vrouw, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p035vo].
1779-12-20: Janna Braamer, ev Berent Jansen Hoff, benoemd tot legataris van 50 gulden (Testament Freedrikien Baramer). [Toeg0079_Inv8]
1780-05-08: Berent Jansen Hoffman en zijn vrouw Janna Jansen Bramer, welke verklaarden verkocht te hebben hunne eigendommelijke, gelijk doen in en vermits dezen (?), en toebehorende landerijen van Jan Berents Braamer, 2 koeweiden, beginnende van
het paaltjen tegen Berent Costers zijnen oever, en dat buitenwaarts ingaande, nevens het aanpart van het hout, zo hart als week, alsmede een 3e part van een dagwerk hooiland achter de Dijk en de gelegen het Broek genaamd, benevens de goorden in
Jan Braamersland gelegen, ter lengte van 75 tred met hetzelve recht als Jan Braamer als Jan Braamer in hetzelfe land is hebbende heen buiten het zij van varen, drijven of plaggen streker en hooten (?), ten profijte van Hendricus Boeschen en zijn
vrouw voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p171]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 17-06-1769, 11-11-1770, 28-11-1773, 24-11-1776, 15-11-1778). | Bramer, Janna (I8985)
|
1309 |
1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van Willem Bonte, van Berent Jansen Braamer, ziek van lichaam en bijgestaan met Willem Bonte als zijn voogd, waarin genoemd:
- zijn vader Jan Berens Braamer, legitieme portie;
- zijn 2 broers en zus, met namen Jannes Jansen Braamer, Hindrik Jansen Braamer en Jenneken Jansen Braamer, enig en universele erfgenamen;
- de armen alhier op het Vriezenveen, 100 guldens [T0079_INV5_p752].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Bramer, Berend (I10663)
|
1310 |
1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].
1759-03-03: Jan Hendrik Timmerman, als volmachtigde van Jannes Dijks tot Enter (?), Hendrik Hendriks, Hendrik Jansen en Frerik Hendriks, tezamen erfgenamen van wijlen Machtelt Hendriks, wedw van Lukas de Boer, welke gerechtelijk verkocht te
hebben aan Hendrik Berens Braamer en zijn vrouw, een huis en goorden, staan en gelegen op en in de landerijen van voornoemde Hendrik Berens Braamer, en dat hij koper het zelve huis en goorden op 30 januari van wijlen Machtelt Hendriks voor een
som van 200 guldens heeft gekocht. [T0079_INV6_p006]
Woonde te Vriezenveen. | Hendriks, Jannes (I4528)
|
1311 |
1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].
1759-03-03: Jan Hendrik Timmerman, als volmachtigde van Jannes Dijks tot Enter (?), Hendrik Hendriks, Hendrik Jansen en Frerik Hendriks, tezamen erfgenamen van wijlen Machtelt Hendriks, wedw van Lukas de Boer, welke gerechtelijk verkocht te
hebben aan Hendrik Berens Braamer en zijn vrouw, een huis en goorden, staan en gelegen op en in de landerijen van voornoemde Hendrik Berens Braamer, en dat hij koper het zelve huis en goorden op 30 januari van wijlen Machtelt Hendriks voor een
som van 200 guldens heeft gekocht. [T0079_INV6_p006]
Woonde te Vriezenveen. | Hendriks, Hendrik (I4530)
|
1312 |
1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij het gezin Egbert Dekker en Berentjen Rutgers]). | Boer, Berend (I66995)
|
1313 |
1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].
Woonde te Vriezenveen. | Hendriks, Hendrina (I4531)
|
1314 |
1759-02-18: Foppe, woont te Haskerhorne, is gedoopt. | Frankes, Foppe (I30184)
|
1315 |
1759-02-28: Testament, opgemaakt ten huize van, Jan Hendriks Schuirman en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, de eerste bevonden enigszins zwak van lichaam, de laatste gaande en staande en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- aan het kind van Hindrik Gerrits Smelt, zo heeft verwekt bij Hindrikjen Egbers, met namen Kunnegjen Hindriks Smelt, een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Henrikus Boeschen cs, westwaarts Jan Freriks cs. [T0079_INV6_p004]
1759-05-06: Hindrikjen Bramer, weduwe van wijlen Jan Hindriks Schuirman, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben een halve akker turfland op de Superplus, alsmede een vierendeel akker woestenland,
alles op 't Vriezenveen, aan de Hoog Welgeboren Heer van Bellinkhoff, en gevestigd in het Erve en gast (?) Hinsevelt, en de Heerlijkheid Almelo gelegen, zijnde comparantinnen anpart daarvan groot de som van 250 guldens, ten profijte van Kunnera
Jansen. [T0079_INV6_p034]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Bramer, Hendrikjen (I25473)
|
1316 |
1759-02-28: Testament, opgemaakt ten huize van, Jan Hendriks Schuirman en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, de eerste bevonden enigszins zwak van lichaam, de laatste gaande en staande en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- aan het kind van Hindrik Gerrits Smelt, zo heeft verwekt bij Hindrikjen Egbers, met namen Kunnegjen Hindriks Smelt, een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Henrikus Boeschen cs, westwaarts Jan Freriks cs. [T0079_INV6_p004]
Kunnigjen heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Gerrit Tutertjen en Gerritdina Oudendijk (haar dochter).
Woonde te Vriezenveen (01-12-1793, 02-05-1812, 13-04-1827); Vriezenveen, Oosteinde 181 (tot 09-07-1832). | Smelt, Kunnegjen (I10266)
|
1317 |
1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 29-04-1755). | Wichers, Aaltjen (I12474)
|
1318 |
1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008] | Harwig, Johanna (I66252)
|
1319 |
1759-03-18: Aaltje, woont te Drachten, is gedoopt.
1794-06-22: Akke Pieters, is moeder.
Arbeidster in 1824.
Woonde te Oudega (Smallingerland) (15-05-1785, 29-05-1824); Oudega, nr.11 (Smallingerland) (11-05-1828, tot 04-03-1832). | Pieters, Aaltje (I173)
|
1320 |
1759-04-01: Testament van Grietjen Jansen, weduwe van Jan Jansen Euben, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, gezond van lichaam bevonden, waarin genoemd:
- aan haar 3 kinderen, met namen Berent Jansen, Albert Jansen en Hindrikjen Jansen, weduwe van Berent Koers, alsmede het kind door wijlen haar dochter Jenneken Jansen bij Roeloff Otten verwekt nagelaten, Hermine genaamd, als enige en universele
erfgenamen;
- aan haar zoons kind van Albert Jansen, Grietjen genaamd, de som van 100 car guldens;
- aan het kind van haar wijlen dochter Jenneken Jansen, Harmine genaamd, de som van 50 guldens;
- aan haar wijlen dochters kind Harmine genaamd heeft gelegateerd en gemaakt in het lnad van Albert Jansen ...blijven staan tot de tijd toe het zelve komt te trouwen, en zo hetzelfde kind ongetrouwd komt te ... zullen de ... 50 gulden, devolveren
vervalt .. versterven op het kidn van Albert Jansen, Grietjen genaamd. [T0079_INV6_p013]
Woonde te Vriezenveen (28-06-1789). | Scheper, Grietjen (I34389)
|
1321 |
1759-04-01: Testament van Grietjen Jansen, weduwe van Jan Jansen Euben, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, gezond van lichaam bevonden, waarin genoemd:
- aan haar 3 kinderen, met namen Berent Jansen, Albert Jansen en Hindrikjen Jansen, weduwe van Berent Koers, alsmede het kind door wijlen haar dochter Jenneken Jansen bij Roeloff Otten verwekt nagelaten, Hermine genaamd, als enige en universele
erfgenamen;
- aan haar zoons kind van Albert Jansen, Grietjen genaamd, de som van 100 car guldens;
- aan het kind van haar wijlen dochter Jenneken Jansen, Harmine genaamd, de som van 50 guldens;
- aan haar wijlen dochters kind Harmine genaamd heeft gelegateerd en gemaakt in het lnad van Albert Jansen ...blijven staan tot de tijd toe het zelve komt te trouwen, en zo hetzelfde kind ongetrouwd komt te ... zullen de ... 50 gulden, devolveren
vervalt .. versterven op het kidn van Albert Jansen, Grietjen genaamd. [T0079_INV6_p013] | Roelofs, Harmina (I15502)
|
1322 |
1759-04-28: Jan Hoek en zijn vrouw Mettjen Feijer, welke verklaarden in de maand mei van 1756 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans, met daarop staande huis en timmerarije, gedeeltelijk onverscheiden met Berent van der Aa, gelimiteerd
oostwaarts Jan Jansen ten Caate, westwaarts Henrikus Schuirman, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 1400 guldens [T0079_INV6_p027]
1764-05-05: Berent van der Aa en zijn vrouw Hindrikjen Berens Grobbe, welke verklaarden in 1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gedeeltelijk onverscheiden met Waanders Berens,
gelimiteerd oostwaarts Weversland, westwaarts Henrikus Schuirman, ten profijte van Hindrik Klaassen en zijn vrouw, voor een som van 1275 guldens. [T0079_INV6_p317]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn vader]). | Schuurman, Hendrik (I21512)
|
1323 |
1759-05-05: Hindrik Arens en zijn zus Hindrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen als hun voogd, welke verklaren wegens verkochte en geleverde linnen schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate de som van 495 guldens en 13 stuivers, aan de Ed
Jan Harmen Coster de som van 214 guldens, aan de Ed Jan Costers de som van 281 guldens en 15 stuivers, aan de erfgenamen van wijlen Egbert Coster de som van 191 guldens en 10 stuivers en aan de Ed Gerrijt Coster Egbertz de som van 755 guldens, 11
stuivers en 12 penningen. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akkers lands opgaans met daarop staande huis en timmerarije, alhier op het Vriezenveen. Kantlijn akte: Genoemde crediteurn op 10 mei 1760 verklaren dat aan haar door
Hindrik Arens en zijn zus Hende Arens haar schuld hierin gemeld is voldaan, waarmee de akte is doorgehaald. [T0079_INV6_p032]
1760-05-10: Henrik Arens en zijn zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd in dezen, en de bekenden uit hoofde van een voorgaande verzegelinge van 5 mei 1759 zo door deze wordt geannuleerd en
vernietigd, schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate Janz enzijn vrouw, een som van 350 guldens, waarbij comparanten een hypotheek met onderpand gesteld hebben op 2 akkers lands opgaans met daarop staande huis en timmereij, alier op het
Vriezenveen. Kantlijn akte: Volgens ontvangen handtekening van Jan ten Cate, bekende en verklaarde hem binnenstaande verzegelinge het kapitaal hier in de gemeld met interest op 28 april 1773 is voldaan en daarmee de akte wordt doorgehaald.
[T0079_INV6_p078]
1760-05-10: Hendrik Arens en haar zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd, welke verklaarden op 13 februari 1760 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans te veene, te velde, te heide en weide, met het
houtgewas daarop staande zijnde het bouwland de oostere 2 akkers, vervolgens onverscheiden met de verkoperen, alsmede een huisplaatse achter des verkoperen huis, en zo aldaar een nieuw huis mag te worden gezet, zal het zelve 14 treden achter het
oude huis getimmerd mogen (?) worden, en in zodanige geval zal de schuur moeten afgebroken worden, alhier op 't Vriezenveen, ten profijte van Willem Bonte en zijn vrouw, en aan Johanna Harwig, weduwe van Jan Does, voor een som van 1475 guldens.
Kantlijn akte: Compareert in dezen wel Ee Gerigte Albt Costers, de welke het recht van de hier in vermelde huisplaatse ontslaat en van het timmeren dezelve volkomen af ziet, blijvende de voor het overige het transport in zijn volle waarde, Actum
den 9 april 1781. [T0079_INV6_p081]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar broer Derk], Sibculo (27-08-1748). | Arends, Hendrikje (I21826)
|
1324 |
1759-05-05: Hindrik Arens en zijn zus Hindrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen als hun voogd, welke verklaren wegens verkochte en geleverde linnen schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate de som van 495 guldens en 13 stuivers, aan de Ed
Jan Harmen Coster de som van 214 guldens, aan de Ed Jan Costers de som van 281 guldens en 15 stuivers, aan de erfgenamen van wijlen Egbert Coster de som van 191 guldens en 10 stuivers en aan de Ed Gerrijt Coster Egbertz de som van 755 guldens, 11
stuivers en 12 penningen. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akkers lands opgaans met daarop staande huis en timmerarije, alhier op het Vriezenveen. Kantlijn akte: Genoemde crediteurn op 10 mei 1760 verklaren dat aan haar door
Hindrik Arens en zijn zus Hende Arens haar schuld hierin gemeld is voldaan, waarmee de akte is doorgehaald. [T0079_INV6_p032]
1760-05-10: Henrik Arens en zijn zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd in dezen, en de bekenden uit hoofde van een voorgaande verzegelinge van 5 mei 1759 zo door deze wordt geannuleerd en
vernietigd, schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate Janz enzijn vrouw, een som van 350 guldens, waarbij comparanten een hypotheek met onderpand gesteld hebben op 2 akkers lands opgaans met daarop staande huis en timmereij, alier op het
Vriezenveen. Kantlijn akte: Volgens ontvangen handtekening van Jan ten Cate, bekende en verklaarde hem binnenstaande verzegelinge het kapitaal hier in de gemeld met interest op 28 april 1773 is voldaan en daarmee de akte wordt doorgehaald.
[T0079_INV6_p078]
1760-05-10: Hendrik Arens en haar zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd, welke verklaarden op 13 februari 1760 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans te veene, te velde, te heide en weide, met het
houtgewas daarop staande zijnde het bouwland de oostere 2 akkers, vervolgens onverscheiden met de verkoperen, alsmede een huisplaatse achter des verkoperen huis, en zo aldaar een nieuw huis mag te worden gezet, zal het zelve 14 treden achter het
oude huis getimmerd mogen (?) worden, en in zodanige geval zal de schuur moeten afgebroken worden, alhier op 't Vriezenveen, ten profijte van Willem Bonte en zijn vrouw, en aan Johanna Harwig, weduwe van Jan Does, voor een som van 1475 guldens.
Kantlijn akte: Compareert in dezen wel Ee Gerigte Albt Costers, de welke het recht van de hier in vermelde huisplaatse ontslaat en van het timmeren dezelve volkomen af ziet, blijvende de voor het overige het transport in zijn volle waarde, Actum
den 9 april 1781. [T0079_INV6_p081]
1772-12-30: Henderik Arentsen {is hij dit?}, welke verklaarde op 10 januari 1772 verkocht te hebben 2 akkeren lands, met het daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts het zgn Jan Luijerinksland, en westwaarts Gerrit
Heethuijs, voor een gedeelte onverscheiden met Albert Wolters Costers en Coert Heijdeman, zijnde de voorschr 2 akkeren lands 's jaarlijks en alle jaren, bezwaard met een uitgang van een schepel rogge Viccarie, alsmede met een uitgang van 4,5
stuiver wasgeld, jaarlijks, benevens daarbij verkocht het anpart van de ROSMOLEN, staande thans op het zgn Graven Jennenland, voor een som van 1421 guldens, aan handen van Egbert Jonkman en zijn vrouw Jenneken Jansen Smeld [T0079_INV7_p196].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn broer Derk]). | Arends, Hendrik (I36442)
|
1325 |
1759-05-12: Jannes Derks en zijn vrouw Aaltjen Berens, welke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Hoek en zijn huisvrouw Metjen Feijer een som van 500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het
huis, met een goordentjen in Uijters Jan Freriks Mansland, 3 wand bouwland op Fransmansland en een koeweide in Papenland tot aan de Wetering, en dan nog een derde part van 2 akkers boverwegesland, onverscheiden met Gerrijt Fronten en de wedw Jan
Derks, alles alhier op 't Vriezenveen. Kantlijk akte: Op 22 augustus 1777 verscheen Mettjen Feijer, huisvrouw van Jan Hulshoff, bij absentie van haar man, bijgestaan met haar zoon Henricus Hoek als haar voogd, dat zij comparante door Aaltien
Berens, wedw van wijlen Jannes Derksen, zo van kapitaal als interest ten vollen was voldaan, waarmee de akte werd doorgehaald. [T0079_INV6_p036]
1771-04-26: Testament van Geertjen Fronten, weduwe van wijlen Henrik Feijer, gezond van lichaam, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- kinderen van haar dochter Mettjen Feijer, bij wijlen haren 1e man Jan Hoek in echte verwekt, met namen Henderik, Hendericus en Maria Hoek, en de kinderen van gemelde hare dochter voornd bij haren eheman Jan Hulshof in echte verwekt, met namen
Jan en Gerhardus Hulshof, enige en universele erfgenamen;
- dochter Mettjen Feijer, legitieme portie;
- dochter Mettjen Feijer, vrouw van Jan Hulshof, gebruik of vruchtgebruik van alle hare na te laten goederen en effecten [T0079_INV7_p156].
1792-03-27: Pr Hendrikus Hoek verklaart schuldig te zijn aan zijn zwager en zuster Harmen Grobben en zijn vrouw, wegens opgenomen penningen, en voor hem aan de Scholte Dikkers aangenomen penningen te betalen een som van 420 guldens, alle te samen
berkeend, zijn dus 1800 guldens, hij comparant bij dezen komt te verhypotiseren, en te veronderpanden zijn persoon en geoderen, en wel in specie alle zijne vaste goederen onder dezen gerechte gelegen [T0079_INV10_p124vo].
1807-09-17: Op 17 september 1807 is verschenen Gerhardus Hulshoff, wonende te Veldhuizen, gevolmachtigd van deszelfs huisvrouw Gerritdiena Jansen, verklarende als erfgenaam van wijlen procureur Hendrikus Hoek voor enige tijd te hebben verkocht
aan Lucas Jansen en zijn vrouw Margraretha Winter de hof en huisplaats met de daarbij behordende brink met alle de daarop staande houtgewassen, gelegen op het zogenaamde Hendr Feijersland als door wijlen procureur HEndrikus Hoek in eigendeom is
bezeten, en dat voor een som van 255 guldesn [T0079_INV15].
Verwalter-scholtus te Vriezenveen in 1787. | Hoek, Hendrikus (I14514)
|
1326 |
1759-05-12: Jannes Derks en zijn vrouw Aaltjen Berens, welke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Hoek en zijn huisvrouw Metjen Feijer een som van 500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het
huis, met een goordentjen in Uijters Jan Freriks Mansland, 3 wand bouwland op Fransmansland en een koeweide in Papenland tot aan de Wetering, en dan nog een derde part van 2 akkers boverwegesland, onverscheiden met Gerrijt Fronten en de wedw Jan
Derks, alles alhier op 't Vriezenveen. Kantlijk akte: Op 22 augustus 1777 verscheen Mettjen Feijer, huisvrouw van Jan Hulshoff, bij absentie van haar man, bijgestaan met haar zoon Henricus Hoek als haar voogd, dat zij comparante door Aaltien
Berens, wedw van wijlen Jannes Derksen, zo van kapitaal als interest ten vollen was voldaan, waarmee de akte werd doorgehaald. [T0079_INV6_p036]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Berends, Aaltjen (I65307)
|
1327 |
1759-11-18: Gerke Yntses, woont te Noorderdrachten, is bruidegom. | Klompsma, Gerke Yntses (I326)
|
1328 |
1759-11-18: Trijntje Klases, woont te Noorderdrachten, is bruid. | Klazes, Trijntje (I327)
|
1329 |
1759-11-19: Jan Koers en zijn vrouw Aaltjen Jansen Bom [!], welke verklaarden verkocht te hebben een akker en een vierendeel akker woesten land, gelegen in de Westere woesten, onverscheiden met Garrijt Garrits, gelimiteerd oostwaarts Berent
Engbers Smit, westwaarts Roelof Warnink, ten profijte van Hindrik Koers van Olde en zijn vrouw, voor een som van 80 guldens. [T0079_INV6_p040]
1764-05-11: Waander Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hooiland, gelegen in Olde Scholsland, beginnende van de buiteren doorgravenen weg tot aan of met de dijk of Aa, onverscheiden met
Berent Engbers Smit, cs, gelimiteerd oostwaarts Jan Garrits, westwaarts Simensland, ten profijte van Jan Koers en zijn vrouw Geertjen Jansen Bom, voor een som van 132 guldens. [T0079_INV6_p323]
1764-10-06: Hermannus Gerrits en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden verkocht te hebben haar eigen toebehorende van Jan ten Caate en Lambertus ten Caate aangekochte koeweide, gelegen in het zgn Albert Raphuisland, beginnende van deze
Kerkweg, tot aan of met de dijk of Aa, gelimitereerd oostwaarts Berent Engbers Smit, westwaarts de Rigterie, ten profijte van Jan Koers en zijn vrouw Geertjen Jansen Bom, voor een som van 90 guldens. [T0079_INV6_p365]
Woonde te Vriezenveen (09-09-1742, 27-08-1748). | Bom, Geertjen (I21556)
|
1330 |
1759-11-19: Lubbert Jansen, voor hem zelf, en als vader en wettige voogd van zijn minderjarige dochter, welke verklaarde in het jaar 1759 verkocht te hebben 2,5 wand roede maat bouwland op het westere stukke in de landerijen van Waander Berens,
en is geconditioneerd dat de opweg niet over het westere stukke over zijn land hen boven zal gaan, maar over het achtere stukke, ten profijte van Jan Koers en zijn vrouw, voor een som van 80 guldens. [T0079_INV6_p042] | Hulshof, Jenne (I13013)
|
1331 |
1759-12-08: Testament van Jannes Barkhof en zijn vrouw Kunnegjen Roelofs, hebbende hij Jannes Barkhoff vrij de voogij over zijn vrouw ontslagen en, zij Kunnegjen Roelofs bijgestaan met Secretaris Nicol Harwig als haar voogd, testator gezond van
lichaam, testatrice enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- hij aan zijn moeder Hindrikjen Jansen Smelt de legitieme portie;
- zij aan haar vader Roelof Wilms en haar moeder Aaltjen Berens tot enig en universeel erfgenaam, de legitieme portie;
- beide elkaar erfgenaam als langst levende;
- zij aan haar moeder Aaltjen Beens alle haar linenen en wollen kleren, tot haar lichaam behorende, uitgezonderd een zwarte sarfij (?) schort, zod door haar schoonmoeder Hindrikjen Jansen Smelt zal worden getrokken en genoten;
- hij aan zijn broer Jan Barkhoff alle zijn linnen en wollen kleren tot zijn lichaam behorende. [T0079_INV6_p045]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Roelofs, Kunnigjen (I10646)
|
1332 |
1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]
1795-12-23: Den 23 december 1795 heeft de wedw van Hendrik Egberts de Groot aangegeven in den 50sten pennink de erfenissen van wijlen haar zuster, woonachtig te Deventer, bestaande in 4,5 akker woestenland, 1 goordentien, liggende op Gerrit van
Meijlderink zijn land [T0079_INV45/T0003.1_INV2668].
Woonde te Vriezenveen (16-06-1748, 27-08-1748, 26-04-1750, 05-03-1752, 28-07-1754, 19-12-1756, 11-03-1759, 06-12-1761, 24-02-1765), | Smelt, Clasina (I9523)
|
1333 |
1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]
1767-03-28: Testament van Jan Hinderix Schoemaker, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn nicht Maria Wolters, thans getrouwd met Bernardus Stok, de halfscheid van zodane 200 guldens, als hij en wijlen zijn vrouw Henderikjen Claasen bij testament van 31 december 1759 daarbij uitgedrukt hadden, nog aan dezelve zijn bruinen rok,
zwarten rok en het zwart cammisool;
- zijn broer Derk Hinderix, 2 hemden;
- zijn neef Hinderik Gerrits, 2 hemden;
- zijn broer Derk Hinderix en zijn neef Hinderik Gerits, gezamenlijk de overige kleren [T0079_INV7_p053].
Woonde te Vriezenveen (07-04-1764). | Wolters, Maria (I11658)
|
1334 |
1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]
1767-03-28: Testament van Jan Hinderix Schoemaker, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn nicht Maria Wolters, thans getrouwd met Bernardus Stok, de halfscheid van zodane 200 guldens, als hij en wijlen zijn vrouw Henderikjen Claasen bij testament van 31 december 1759 daarbij uitgedrukt hadden, nog aan dezelve zijn bruinen rok,
zwarten rok en het zwart cammisool;
- zijn broer Derk Hinderix, 2 hemden;
- zijn neef Hinderik Gerrits, 2 hemden;
- zijn broer Derk Hinderix en zijn neef Hinderik Gerits, gezamenlijk de overige kleren [T0079_INV7_p053].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 11, nr. 2:
Man : Jan Henderix Schoemaker.
Vrouw : Henderikjen Claesen.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : Een meijssien boven 10 jaeren Jennegien Jansen.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Schoenmaker, Jan (I33672)
|
1335 |
1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Claassen, Hendrikjen (I33673)
|
1336 |
1759: Tjerk Fetses, vertrokken van Doopsgezinde Gemeente Het Oude Huis te Joure naar Sneek.
1779-03-05: Tierk Vetses, gekomen van Sneek naar Doopsgezinde Gemeente Het Oude Huis te Joure.
Woonde te Offingawier. | Fetzes, Tjerk (I322)
|
1337 |
1759: Tjetsche Eeltyes, vertrokken van Doopsgezinde Gemeente Het Oude Huis te Joure naar Sneek.
1779-03-05: Tietske Eelties, gekomen van Sneek naar Doopsgezinde Gemeente Het Oude Huis te Joure. Woonde te Offingawier. | Eeltjes, Tjitske (I323)
|
1338 |
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben een koeweide, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Olden Graven, onverscheiden met de wedw Egbert Jansen
Dekker, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Berents, westwaarts Berent Jansen Euben, maar het hooi en de hooilanden wassende behouden de verkoper en voor haar, alsmede alle het eiken houtgewas, en om te mogen laten staan zo lange het haar beleift,
alsmede dezes beste elfen (?) bomen (?), oude zulks aan houden, mede ten profijte van Berentjen Gerrits Koster, wedw van wijlen Jan Engbers, voor een som van 97 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p062]
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben een gaarden gelegen in de verkoperen landerijen, beginnende achter deze Waterleiding tot hen buiten in zoverre denzelven
aangraven ligt, ten profijte van Jan Boeschen en zijn vrouw, voor een som van 102 guldens. [T0079_INV6_p064]
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden in de maand november 1759 [of 1739] verkocht te hebben een zgn Gloepe met het daarop stande houtgewas, met de goorden daar aan liggende, zich uitstrekkende
tot aan de Waterleiding, zo als dezelven omgraven is, gelegen in de verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Hindrik Berents, westwaarts de Steege van verkoperen, en een bekwamen opweg om te mogen varen en drijven in, ten profijte van de
onderscholte Ad Henr Bartelink en zijn vrouw, voor een som van 157 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p065]
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden in de maand maart 1757 verkocht te hebben een koeiweide, beginnende van dezen Kerkweg, en eindigende met den Olden Graven, onverscheiden met de wedw Egbert
Jansen Decker, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Berents, westwaarts Berent Jansen Euben, ten profijte van de Albert Coers voor een som van 97 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p067]
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben 7 wanden bouwland, gelegen in den verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Hindrik Berents, westwaarts de weduwe van
Egbert Jansen Decker, ten profijte van Jan Feijer en zijn vrouw voor een som van 245 guldens. [T0079_INV6_p069]
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden in de maand maart 1757 verkocht te hebben 2 koeweiden, beginnende van dezen Kerkweg, en eindigende met de Olden Graven, en dan nog 2 wanden bouwland in de
maand november 1759, beginnende van Jan Feijer het zijne na binnen ingaande, zijnde de 2 koeweiden onverscheiden met de wedw Egbert Jansen Decker, maar de verkoperen behouden voor haar al het eiken houtgewas, en om te mogen laten staan, zo lange
het haar belieft, alsmede dezes beste elfen (?) ..., zijnde gelimiteerd oostwaarts Hindrik Berents, westwaarts Berent Jansen Euben, ten profijte van Jan Gerrits Hospes en zijn vrouw, voor een som van 247 guldens en 15 stuivers. [T0079_INV6_p070]
Woonde te Vriezenveen (05-08-1758). | Scheper, Jenneken (I1603)
|
1339 |
1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben een koeweide, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Olden Graven, onverscheiden met de wedw Egbert Jansen
Dekker, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Berents, westwaarts Berent Jansen Euben, maar het hooi en de hooilanden wassende behouden de verkoper en voor haar, alsmede alle het eiken houtgewas, en om te mogen laten staan zo lange het haar beleift,
alsmede dezes beste elfen (?) bomen (?), oude zulks aan houden, mede ten profijte van Berentjen Gerrits Koster, wedw van wijlen Jan Engbers, voor een som van 97 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p062]
1775-06-27: Albert Lamberts, alias Pol, welke verklaarde verkocht te hebben in dezen jaar 1775, zijn brink, en 't land, beginnende van dezen nieuwen Kerkweg met het houtgewas daarop staande, bovenwaarts ingaande tot aan het bouwland van Frederik
Luicas zijn land en aldaar eindigende, gelimiterd en gelegen op het zgn Cort Gerritsland, oostwaarts de weduwe Jan Engbers en westwaarts Henderik Jansen Coster, zo en als hij Albert Lambers dezelve grond heeft in bezit gehad, ten profijte van
Henderik Jansen Coster en zijn vrouw, mitsgaders Berentjen Costers, weduwe van wijlen Jan Engberts, te samen, en zulks voor een som van 165 guldens [T0079_INV8_p036vo].
1779-02-09: Berend Coster en zijn vrouw Janna Jans, welke verklaarden in 1778 verkocht te hebben ongeveer een akker superplus land onverscheiden met de koperse, gelimiteerd oostzijde Freedk Jonker en westzijde Jannes Braemer, en alhier gelegen,
ten profijte van de weedw Jan Egbers {is zij dit?}, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p117].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar ouders]). | Koster, Berendjen (I10742)
|
1340 |
1760-04-19: Testament van Claes Arents en zijn vrouw Eesjen Willems, de laatste bijgestaan met de onderscholtus Ad Henr Bartelink als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- beide elkaar als erfgenaam met testament op langst levende. [T0079_INV6_p073]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Willems, Eessjen (I13866)
|
1341 |
1760-05-03: Mettjen Jansen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde wegens opgenomen penningen
schuldig te zijn aan haar broer Gerrijt Jansen de Ruijter en zijn vrouw Maria van der Aa, een som van 1780 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op huis en gaarden daar achter gelegen, met een goordentjen genaamd het Ekkeltelgjen,
staande en gelegen in de landerijen van Frerick Freriksen Waanders, en een halve akker woestenland, onverscheiden met de wedw van Berent Jansen Otten, nog een akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de Dijk of de Aa, gelegen
in Olde Scholsland, onverscheiden met Jan Smelt cs, nog een halve akker hoevenland, gelegen op de Oostere hoeve, onverscheiden met Jan Berens Barkhoff, en dan nog enen goorden, gelegen in de landerijen van Jan Freriks deze Minkgoorden genaamd,
mitsgaders hare gregte erfportie, zo van wijlen haar vader Jan de Ruiter, en wijlen haar moeder Eefje Berens Grubbe hadde geerft en kunnen erven. [T0079_INV6_p076]
1761-07-11: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden op 10 december 1760 verkocht te hebben een halve akker boverweges land, den Vas
akker (?) genaamd, beginnende van de Buiterenweg bovenwaantjen (?), ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 141 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p146]
1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen
erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een 3,5 wand bouwland in de landerijen van de weduwe Albert Berens Gurbbe, ten
profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p148]
1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een drievierendeel akker
boverweges land, Lubbersland genaamd op de Westere Hoeve, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 184 guldens. [T0079_INV6_p149]
1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Mettjen de Ruiter, ten profijte van Jakomina Harwig, wedw van wijlen Jan Muller, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p151]
1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Jacomina Harwig, ten profijte van Mettjen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p153]
1762-06-21: Mettjen Jansen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Wolter Leenart als haar voogd in deze, welke verklaarde verkocht te hebben een halve grasgoorden, onverscheiden met Garrijt Jansen, cs, beginnende van de
waterleiding, binnenwaarts in, en dan nog een klein goordentjen, aan de westkant daar tegenover liggende, alles in de landerijen van wijlen Jan de Ruiter, ten profijte van Berentjen Harms en Geertruit Harms, voor een som van 195 guldens.
[T0079_INV6_p201]
1763-09-17: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen en tezamen mede de rato caverende voor haar ... ... zuster Mettjen
de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, te zamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grobbe, wedw Jan de Ruiter, welke verklaarden in januari 1761 verkocht te hebben 2 akkers lands, met daarop staande huis en timmeragie, met de halve brink, en
houtgewas daarop staande, zo wel de bomen zou haar voor of, in eigendom zijn toebehorende, als die bomen, zo wel (?) Jan G ten Caate, in gemeesnschap zijn hebbende, beginnende van af met deze Kerkweg, en dat bovenwaarts in, zo verre de
Heerlijkheid zich uitstrekt, ten profijte van Aaltjen Faijer, weduwe van wijlen Harmen Egbers en dezelver kinderen, voor een som van 850 guldens. [T0079_INV6_p264]
1764-10-06: Mechelina van Olde, weduwe van Berent Gerrits, bijgestaan met Hermannus Gerrits als haar voogd in deze, welke verklaarden wegens een verzegelinge van 10 december 1757, zo door deze worden vernietigd, en schuldig te wezen aan de E
Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Janna Harwig, een som van 250 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis met de halve goorden daar achter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Berent Engbers Smit, voorts een
halve akker hoeve land, zijnde het ene vierendeel akker onverscheiden met de kinder van Roeloff Gerrits en de andere vierendeel akker onverscheiden met Henrikus Post, cs, en dan nog een halve akker woesten land, zijnde het ene vierendeel akker
onverscheiden met Mettjen de Ruiter, cs, en de andere vierendeel onverscheiden met Jannes Prinsen, cs, alles alhier op 't Vriezenveen gelegen. Kantlijk akte: Op 9 juli 1799 verscheen Joh Engbers, caverende voor zijn absente broer Jan Engbers als
voogden over de onmondige kinderen van wijlen Pieter Wilem Harwig, verklarende tegenstaande verzegelinge ten vollen zijn voldaan en verzoekende dat deze akte wordt geroyeerd. [T0079_INV6_p363] | Ruijter, Metjen (I21666)
|
1342 |
1760-05-10: Willem Bonte en zijn vrouw Berentjen Jansen Coster, welke verklaarden verkocht te hebben een wand bouwland, met de halve opslag, alsmede een halve koeweide, beginnende van deze Kerkweg, tot aan of met de dijk of Aa, alles alhier op
het Vriezenveen, ten profijte van Hendrik Arens Smit en zijn vrouw, voor een som van 125 guldens. [T0079_INV6_p079]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Koster, Berendjen (I11766)
|
1343 |
1760-05-21: Jannes Berens Hollander, voor hem zelf en als voogd, benevens Berent Albert Roelofs, over de onmondige kinderen, door wijlen Jannes Berens en Janna Berens Hollander nagelaten, voorts Jannes Berens en Berent Alberts Roelofs als voogd
over de onmodige kinderen zo wijlen Berent Berentsen Hollander bij Berentjen Albers Jonker heeft verwekt, en Brent Berens en Jannes Berens als voogden over het onmodige kind van zo Berent Albert Roelofs bij wijlen zijn vrouw Trientjen Berens
heeft verwekt, en tezamen erfgenamen van wijlen Jan Berens Hollander, welke verklaarden op 26 januari 1760 verkocht te hebben de aangeerfde 2 dagwerken hooiland in het zgn Bagijnenland, onverscheiden met de weduwe Wilem Jansen Heer, Wijcher
Jansen en de kinder van Jannes Berens, aan handen van Janna Ottens, weduwe van wijlen Jannes Herwig, voor een som van 248 guldens. [T0079_INV6_p083]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Lohuis, Janna (I12957)
|
1344 |
1760-06-28: Derck Arens Smijt en zijn vrouw Geertjen Egbers, voorts Engbert Egbers en Hendrik Smelt als voogden over het onmondige kind van wijlen Hendrik Egbers bij Grietjen Jansen heeft verwekt, en Grietjen Jansen voor haar zelfs in deze
bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, en Hendrik Smelt en zijn vrouw Hendrikjen Egbers, welke verklaarden verkocht te hebben een akker boverweges land, gelegen op de Westere Hoeve, onverscheiden met Engbert Egbers, gelimiteerd
oostwaarts Jan Smelt cs, westwaarts Jan Gerrits cs, ten profijte van Jan Prinsen, voor een som van 245 guldens. [T0079_INV6_p087]
1764-05-05: Hindrik Klaassen en Klasina Jansen Does, welke verklaarden in 1764 verkocht te hebben een stuk bouwland met de opslag, in het zgn Havinks Mettenland gelegen, ten profijte van Hindrik Jansen Snijder en Derk Arens Smit en hun vrouwen,
voor een som van 265 gudlens. [T0079_INV6_p309]
1768-07-26: Geertjen Jansen Braemer, weduwe van wijlen Lenart Wolters, bijgestaan met Derk Arents Smit als haar voogd, zo heeft zij weduwe als moeder en wettige voogd en als boedelhoudster van haar en hare kinderen bij wijlen haar eheman Lenart
Wolters in echte verwekt, verklaard schuldig te zijn aan haar zoon Jasper Lenarts en derzelver erfgenamen een som van 600 guldens wegens zo bij haar en wijlen haar mans leven, aan haar liede, door haar zoon, verstrekte en ten genoegen ontvangen
penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op alle inboedel des huizes, van wat name en nature dezelven zouden mogen wezen, onder andere en namelijk 2 kasten, een kist, nog 3 oude kisten, een roggenkist, een oud voetkist, nog een oude
kast in de kamer, een hangende horloge, 2 koekrubben, een paardenkrubbe, 2 wagens, een paard, 3 koebeesten, en 2 guste beesten, vervolgens al het koper en tin (?) gaat, bedden en bulster, en wat daartoe behoord, mitsgaders al het nieuwe of
zaadgewas op derzelver land staande [T0079_INV7_p085].
1771-10-11: Luicas Jansen Jonker, mede caverende voor zijn zus Armken Jansen Jonker, bijgestaan met zijn oom Luicas Alberts Jonker als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben een hoevenland, gelegen op de oosterhoeve, alsmee is ten dien
einde gecompareert Melchert Brinkman en zijn vrouw Fenneken ten Cate, welke in het voors hoevenland hadden behoort een derde en daarvan bij deze renuntierende, dus tezamen een akker hoeveland, onverscheiden met voornd Brinkman, gelimiteerd aan de
oostzijde Derk Arents, cs, en aan de westzijde Berent Wolterus Boerman, cs, voor een som van 134 guldens, ten profijte van Claas Cruijs en zijn vrouw Grietjen Otten [T0079_INV7_p164].
1772-06-23: Jannes Frederixen Tuitertien, welke verklaarde in 1772 verkocht te hebben een goorden, beginnende achter Coopmans goorden, zover als dezelve omgraven leijd, daar benevens nog een goordentien, liggende achter de Waterleijdink, in zover
als omgraven leijd, alsmede nog een goordentjen, gelegen achter die van de erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, met een vrije op welke daar heen, en van dan, te varen en te drijven, tussen de landerijen van de wedw Henrik Gerrits Coster en
Henderik Hinderixen, en Derk Arens d Smit, cs, ten profijte van Frederik Gerritsen en zijn erfgenamen, voor een som van 75 guldens [T0079_INV7_p179].
1773-01-20: Roeloff Wiegers en zijn vrouw Grieten ten Cate, en Harmannus Boesschen en zijn vrouw Jana ten Cate, mitsgaders Jannes Derksen Feijer, en als vader en wettige voogd van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Henderikjen ten Cate in echte
geprocerreerd, benevens Hinderik ten Cate, de rato caverende voor Grehardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate bij wijlen zijn vrouw Frederica ten Cate in echte verwekt, tezamen kinderen en
erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, welke verklaarden op 28 maart 1772 verkocht te hebben 5 wand roede maat bouwland, gelegen op het zgn Croemenland, zo en als wijlen Jan ten Cate dezelve in het gebruik gehad heeft, gelimiteerd oostwaarts het zgn
Strijkersland en westwaarts het wester stuk van het Croemenland, de 2 eerste wanden voor een som van 40 guldens en de 3 daar aanvolgende voor een som van 150 guldens, tezamen een som van 190 guldens, ten profijte van Gerrit Luicas en Derk Arents
Smit, hare vrouwen en erfgenamen [T0079_INV7_p198].
1779-06-05: Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, Henderik Arents en zijn vrouw Fenneken Berents, Aeltien Arents, weedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents als haar voogd, benevens Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt,
Albert Broertien en zijn vrouw Janna Hinderiks Hoff en Derk Broertien, tezamen erfgenamen van wijlen Gerrit Gerritsen Scholten, welke verklaarden verkocht te hebben op 28 januari 1779 een akker hooiland in het zgn Paeschensland, zijnde
onverscheiden met Luicas Derksen, cs, beginnende van de buijterenweg en eindigende met de dijk en de Aa, gelimiteerd oostwaarts Frontemansland en westwaarts het zgn Busschersland, aan handen van Adolph Henderik Schoemaaker, voor een som van 175
guldens [T0079_INV8_p131].
1779-06-05: Claas Jansen Auken en Gerrit Luicas Keppeling, als voogden over Aaltien Evers Costers, weduwe van wijlen Gerrit Scholten, benevens Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, Henderik Arents en zijn vrouw Jenneken Berents, Aeltien
Arents, wedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents Smit als haar voogd, benevens Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt, Albt Broertien en zijn vrouw Janna Hinderiks Hoff en Derk Broertien, te samen erfgenamen van wijlen Gerrit
Gerritsen Scholten junior, welke verklaarden verkocht te hebben op 28 januari 1779 van 8 wanden bouwland of grasland, zijnde de 1e wanden alle op voornoemde Gerrit Scholtensland, hen booven en onder dezen gerigte gelegen, gelimiteerd westwaarts
Wieger Gerritsen en oostwaarts Scharphoff, en met het recht om hunne beesten te drijven over de brink dagelijks heen en weder, op gelijke wijk als Wieger Gerrits en Freedk Roelofs, ten profijte van Gerrit Braemer en Jan de Graeff, voor een som
van 420 guldens [T0079_INV8_p132].
1779-11-20: Gerhardus Harwig, echtgenoot van Janna Berkhoff, Jannes Braamer en zijn vrouw Henderikje Berkhoff, Henderik Coster, voor zichzelfs en namens Hend Berkhoff, Berent Jansen Coster en zijn vrouw Janna Jansen, Derk Arents Smit en vrouw ...
[puntjes], Egbert Schuirman en zijn vrouw ... [puntjes], Engbert Egbers, mitsgaders Henderik Smelt en zijn vrouw, alle tezamen erfgenamen van wijlen Henderik Arents, welke verklaarden op 10 juni 1779 verkocht te hebben hunnen eigendommelijken en
aangeerfden halven akker turfland, op de oostere hoeve, zijnde onverscheiden met Harmen Smelt, cs, zo en als de overledene Henderik Arents dezelven ingebruik gehad heeft, ten profijte van Albert Costers en zijn vrouw, voor een som van 63 guldens
[T0079_INV8_p147].
1783-12-17: Testament, opgemaakt ten huize van Derk Arents Smit, van Derk Arents Smit en zijn vrouw Geertien Egbers, de laatste bijgestaan door Jannes Engbers als haar voogd, beide verklaarden niet te kunnen schrijven, waarin genoemd:
- zijn vrouw, als universeel erfgenaam;
- haar man, als universeel erfgenaam;
- hun naaste bloedverwanten [T0079_INV9_p040vo].
1793-12-21: Op 21 december 1793 geeft Gerrit Meijijer aan, dat hij van zijn oom Derk Arents Smit heeft overgenomen een huis, smederij en land, om zijn oom voorm en vrouwe daar voor te alimenteren [T0003.1_INV2668].
Woonde te Vriezenveen (09-09-1753). | Smit, Derk (I20733)
|
1345 |
1760-06-28: Derck Arens Smijt en zijn vrouw Geertjen Egbers, voorts Engbert Egbers en Hendrik Smelt als voogden over het onmondige kind van wijlen Hendrik Egbers bij Grietjen Jansen heeft verwekt, en Grietjen Jansen voor haar zelfs in deze
bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, en Hendrik Smelt en zijn vrouw Hendrikjen Egbers, welke verklaarden verkocht te hebben een akker boverweges land, gelegen op de Westere Hoeve, onverscheiden met Engbert Egbers, gelimiteerd
oostwaarts Jan Smelt cs, westwaarts Jan Gerrits cs, ten profijte van Jan Prinsen, voor een som van 245 guldens. [T0079_INV6_p087]
1764-06-30: Henrik Braamer en zijn vrouw Grietjen Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker, en een half vierendeel akker hoevenland, op de westere hoeve gelegen, onverscheiden met de weduwe van Lubbert Hulshoff, gelimiteerd
oostwaarts Jannes Tutertjen, westwaarts Hindrik Arens, ten profijte van Hindrikjen van Uijttert, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p334]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 24-06-1758, 06-12-1760). | Jansen, Grietjen (I14325)
|
1346 |
1760-06-28: Derck Arens Smijt en zijn vrouw Geertjen Egbers, voorts Engbert Egbers en Hendrik Smelt als voogden over het onmondige kind van wijlen Hendrik Egbers bij Grietjen Jansen heeft verwekt, en Grietjen Jansen voor haar zelfs in deze
bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, en Hendrik Smelt en zijn vrouw Hendrikjen Egbers, welke verklaarden verkocht te hebben een akker boverweges land, gelegen op de Westere Hoeve, onverscheiden met Engbert Egbers, gelimiteerd
oostwaarts Jan Smelt cs, westwaarts Jan Gerrits cs, ten profijte van Jan Prinsen, voor een som van 245 guldens. [T0079_INV6_p087]
1783-12-17: Testament, opgemaakt ten huize van Derk Arents Smit, van Derk Arents Smit en zijn vrouw Geertien Egbers, de laatste bijgestaan door Jannes Engbers als haar voogd, beide verklaarden niet te kunnen schrijven, waarin genoemd:
- zijn vrouw, als universeel erfgenaam;
- haar man, als universeel erfgenaam;
- hun naaste bloedverwanten [T0079_INV9_p040vo].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [mogelijk dienstbode bij Egbert Schuirman], 09-09-1753). | Egberts, Geertjen (I9151)
|
1347 |
1760-06-28: Derck Arens Smijt en zijn vrouw Geertjen Egbers, voorts Engbert Egbers en Hendrik Smelt als voogden over het onmondige kind van wijlen Hendrik Egbers bij Grietjen Jansen heeft verwekt, en Grietjen Jansen voor haar zelfs in deze
bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, en Hendrik Smelt en zijn vrouw Hendrikjen Egbers, welke verklaarden verkocht te hebben een akker boverweges land, gelegen op de Westere Hoeve, onverscheiden met Engbert Egbers, gelimiteerd
oostwaarts Jan Smelt cs, westwaarts Jan Gerrits cs, ten profijte van Jan Prinsen, voor een som van 245 guldens. [T0079_INV6_p087] | Jansen, Gardina (I66603)
|
1348 |
1760-07-17: Testament van Kunnera Brouwer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Jasper ten Caate als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Jannes Brouwer als enig en universeel erfgenaam;
- aan de armen op 't Vriezenveen de som van 30 guldens;
- aan haar broer Walter Brouwer 't hangende horlogie en deszelfs zoon Jan Brouwer 't kerkboek met zilveren beslag, en aan de dochter Berendina Brouwer een blaauw zijden lap van angeven vier elle lang. [T0079_INV6_p096]
1772-04-11: Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, de laatste bijgestaan met Jan Brouwer als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zij maken elkander erfgenaam, 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie daarop staande en de goordens in Wolter van Uitersland, zo achter als voor het huis van Wolter van Uitert gelegen, en dan nog een anpart in
dezelve goordens zo testatoren van Jannes Holland hebben aangekocht, alsmede nog een goorden gelegen in Pillenland, voor heen aangekocht van wijlen Berent Vos, en een hoekjen grond of goorenland, aangekocht van de weduwe Frederik Feijer, voorts
enige bouwgereedschap, zo van wagens, ploeg, eegeden, daarbij de paarden of paard, zo bij het bouwgereedschap behoord, alsmed de krabben zo paarden als koekrubben, exempt de jacht waege en chaize, voorts de bedden puelwen en kussens;
- beide aan de zoon van Claes Cruijs, genaamd Gerrit Henderik, een som van 300 guldens;
- beide aan de diaconie of armenstaat alhier, 300 guldens;
- beide aan Jan Wolters Brouwer, 200 guldens;
- hij zijn neven Berent Berentsen ten Cate en Bernardus Gerrits ten Cate, enige en universele erfgenamen, mobile als inmobile goederen, linnen en wollen kleren, goud of zilver, en al wat tot zijn lichaam mocht behoren, Berent Berents ten Cate, 2
portien, en Bernardus Gerritsen ten Cate een portie of een gedeelte tegens als Berent Berents ten Cate 2 gedeeltens of portien;
- hij aan de dochter van wijlen Jan Frederix Fronten, genaamd Frederica, tot Amsterdam woonachtig, 150 guldens;
- hij aan het kind van wijlen Egbert Vik, genaamd Lena, 150 guldens, aan het meisje Janna 200 guldens;
- hij aan de kinderen van wijlen Jan Jonker, genaamd Luicas en Armke Jonker, ieder 100 guldens;
- hij aan de dochter van Melchert Brinkman, Aeltien genaamd, 300 guldens;
- hij aan de vrouw van Claas Cruijs, genaamd Grietjen Otten en aan haar 3 kinderen, genaamd Jan, Johannes en Gradus Cruijs, ieder 50 guldens, tezamen 200 guldens;
- hij aan Aeltien Gerrits Feijer, wedw van wijlen Harmen Egbers Meijer, en aan haren zoon Claas Claesen, ieder 75 guldens, tezamen 150 guldens;
- hij aan zijn zus Frederica ten Cate, vrouw van Gradus Rhee, 150 guldens;
- hij aan de vrouw van Jannes Scholl, genaamd Janna Otten, 50 guldens;
- zij aan haar beide dochters, met namen Janna Otten, getrouwd met Jannes Scholl, en Grietjen Otten, getrouwd met Claas Cruijs, enige en universele erfgenamen, vaste en mobile goederen, linnen en wollen kleren, en wat verder tot haar lijf mocht
hebben behoord, alsmede het zilver of goud van haar testatrice. Kantlijn akte: Bij niet vermelde datum wordt dit testament doorgehaald [T0079_INV7_p171].
1782-09-25: Jan Brouwer, neefje, legataris van de helft van de beste hemden (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9]. | Brouwer, Jan (I20612)
|
1349 |
1760-07-17: Testament van Kunnera Brouwer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Jasper ten Caate als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Jannes Brouwer als enig en universeel erfgenaam;
- aan de armen op 't Vriezenveen de som van 30 guldens;
- aan haar broer Walter Brouwer 't hangende horlogie en deszelfs zoon Jan Brouwer 't kerkboek met zilveren beslag, en aan de dochter Berendina Brouwer een blaauw zijden lap van angeven vier elle lang. [T0079_INV6_p096] | Brouwer, Berendina (I36259)
|
1350 |
1760-08-31: Rinke, woont te Haskerhorne, is gedoopt. | Frankes, Rinke (I30185)
|
|
|
|