Aantekeningen


Treffers 1,301 t/m 1,350 van 87,707

      «Vorige «1 ... 23 24 25 26 27 28 29 30 31 ... 1755» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1301 1757-08-02: Kerst Gerbens, woont te Follega, is bruidegom.
1758-07-23: Kerst Gerbens, woont te St. Nicolaasag, is vader.
1760-12-30: Kerst Gerbens, woont te Tjerkgaast, is vader.
1763-11-18: Kerst Gerbens, woont te Tjerkgaast, is vader.
1765-02-15: Carst Gerbens, woont te Tjerkgaast, is vader.
1767-02-22: Carst Gerbens, woont te Tjerkgaast, is vader.
1769-04-09: Kerst Gerbens, woont te Tjerkgaast, is vader.
1771-06-02: Kerst Gerbens, woont te Tjerkgaast, is vader.
1774-10-30: Kerst Gerbens, woont te Tjerkgaast, is vader.
1808-05-02: Karst Gerbens Kok, is overleden. 
Kok, Kerst (I284)
 
1302 1757-09-03: Egbert Harms, weduwenaar van wijlen Hendrikjen Jansen Kleijne, welke verklaarde verkocht te hebben de gerechten halfscheid van de 2 akkers land opgaans, met het halve huis en verdere timmeragie, door haar thans worden bewoond en
bezeten alhier op het Vriezenveen gelegen, alsmede de gerechten halfscheiden van de inboedel des huizes, zo paard als beesten, kisten en kasten, uitgezonderd hetgeen hierna zal genoemd worden, ten profijte van Jannes Egbers en erfgenamen, voor
een som van penningen, zod de verkoper bekend, dat aan hem gedeeltelijk zijn voldaan en betaald, en gedeeltelijk zal en moet de koper Jannes Egbers voornd, de halfscheid van alle uitstaande schulden tot laste deze boedels (?) en deszelfs worden
Egbert Harms zijnde, op liggen en betalen, vervolgens behoud de verkoper in het huis een stede bij de haard, licht en brandvrij, en een bekwame slaapplaats, en zal de koper bij aldien de verkoper zijn kost aldien kwam te nemen jaarlijks in alle
jaar op St Martini aan dezelven geven 3 schepel haver in de zak, en een wand rogge en haver als de rogge aan garsten staat of te nemen waar het hem belieft, alsmede een koeweide om met kopers koene (?) de tijd zijn levens geweijdet (?) te worden,
voorts behoud de dochter Jenneken Egbers in het huis een stede bij de haard, licht en brandvrij, en haar slaapplaats met de beddingen zo zij die tot dusver gehad heeft, voorts zal hij Jannes Egbers verplicht wezen voor de halfscheid zijn zuster
Jenneken Egbers te onderhouden in kost, zo kleren, zo linnen als wollen kleren, mits zij Jenneken Egbers hem Jannes Egbers tot huis beste helpen arbeiden, zoveel in haar vermogen zal zijn, voorts zal Jan Egbers en Janna Egbers zolang zij
ongetrouwd zijn in het huis hebben een stede bij de haard, lich ten brandvrij, alsmede een bekwame slaapplaats, en aan Jan en Janna Egbers ieder een koe op een na de beste te mogen afnemen, alsmede aan Janna 2 tinnen schotels en 2 tinnen telders,
voorts bekend hij Egbert Harms aan zijn dochter Jenneken Egbers verkocht te hebben de halve goorden, gelegen in de landerijen van Jan Berens Brouwer, voor een som van penningen, waarvan bekende van voldaan te wezen, maar de vader Egbert Harms wil
dezelven den tijd zijnes levens hooien en gebruiken, en zal na dood (?) van Jenneken Egbers aan Jannes Egbers voor het onderhoud, zo hij aan dezelve te doen verplicht is, in eigendom overgaan, zijn en blijven, verklarende hij verkoper deze koop
ten allen tijden te zullen staan mogen en waren (?) voor alle ...ctie en ... .. als landrechten is [T0079_INV5_p654].

1764-07-28: Guert Wolters Schuirman en Geertjen Egbers, en als volmachtiger van zijn schoonzus of zus Janna Egbers, voorts Jannes Jansen en Jannes Harms, als voogden over de onnosele Jenneken Egbers, en Jan Egbers, welke verklaarden op 10 maart
1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Jannes Jansen Vetteker, met daarop staande huis en timmeragie, uitgezonderd de schuur, zo Jan Egbers voor hem zal hebben en behouden, maar zal dezelve niet mogen
vertimmeren tot een huis, voorts behoud Jan Egbers in het huis, zo lang hij ongetrouwd is, een stede bij de haard, licht en brand vrij, en een bekwame slaapplaats, ten profijte van Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Caate, voor een som
van 1610 guldens. [T0079_INV6_p349] 
Cromneuse, Jennigjen (I34043)
 
1303 1758-02-05: Jan, woont te Rotstergaast, is gedoopt. de Vries, Jan (I2172)
 
1304 1758-05-21: Janke Rienks, woont te Zuiderdrachten, is bruid.
1759-03-18: Janke Rienks, woont te Drachten, is moeder. 
Rienks, Janke (I347)
 
1305 1758-05-21: Pyter Hattums, woont te Zuiderdrachten, is bruidegom.
1759-03-18: Pijter Hattums, woont te Drachten, is vader. 
Hattums, Pieter (I346)
 
1306 1758-07-15: Lukas Derks {is hij dit?}, welke verklaarde in 1756 in erfkoop verkocht te hebben een stuk goordenland, in het zgn Doddenland, aan handen van Jan Koorsen en zijn vrouw Geertjen Jansen Bom, voor een som van penningen, zo de verkoper
bekend, dat aan hem door de koper ten vollen waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p691].

1765-05-09: Jan Jonkman, Berent Engbers, Hindrikjen Gerrits Smelt, Jan Roelofsen, de rato mede caverende voor de overige kinderen en erfgenamen van de weduwe wijlen Jan Gerrits Smelt, welke verklaarden op 29 jnauari 1765 verkocht te hebben de
aangeerfde halve akker hooiland, beginnende van de Oldenweg, tot aan en met de Dijk of Aa, onverscheiden met de wedw Derk Harms, cs, in het zgn Eubenland gelegen, ten profijte van Lukas Derks, voor een som van 140 guldens. [T0079_INV6_p414]

1769-01-18: Henr Claesen Braemer, welke verklaarde schuldig te zijn aan Luicas Derksen, een som van 200 guldens, wegens bij hem op 7 mei 1767 ten genoegen ontvangen en verstrekte penningen, alsmede aan zijn zus Janna Claesen Braemer schuldig te
zijn een som van 400 guldens, deels wegens verstrekte en verschotene penningen, herkomstig van haar wijlen grootmoeder anderen deels wegens verdient meijde loon met de interest vandien, dus tezamen een som van 600 guldens, comparanten stellen
hypotheek met onderpand op het halve huis met de landerijen, namenlijk 6 wand bouwland, al zijn goordenland, een koeweide, een halve akker turfland op de westerhoeve, het 4e part van de brink, alsmede de opslag en de halve steeg heen boven,
mitsgaders alle derzelve inbeodel en meubilaire goederen des huizes, zo van beesten, kisten en kasten en wat dies meerder voor en onder inboedel kan gerekend worden [T0079_INV7_p095].

1770-05-14: Roelof Hinderix en zijn vrouw Jenneken Derks Schipper, welke verklaarden in januari 1770 verkocht te hebben het halve huis en de kamer daarvoor aanstaande, met de grond daar dezelve op staat, gelimiteerd oostwaarts Luicas Derksen, en
westwaarts het halve huis van de koper, daar benevens zal de koper de vrijheid hebben, om voor het huis, een ijmen schoer te mogen zetten, en tussen het huis en het ijmen schoor zal de koper mogen poten appelbomen, voor een som van 130 guldens,
ten profijte van Claas Jansen en zijn vrouw Geertjen Pouwels [T0079_INV7_p135].

1771-01-09: Henr ten Cate en Roelof Jansen, als voogden van de weduwe van wijlen Luicas Berents en haar innocente dochter, de welke bekende en verklarende op 27 september 1769 verkocht te hebben, ten 1e, het bouwland, beginnende van dat van
Gerrit Willemsen Heer, bovenwaarts opgaande met de opslag, veen waarts in en opgaande, voor een som van 220 guldens, welk bouwland en opslag betekend is ten oosten Wieger Gerrits en ten westen Luicas Derks {is hij dit?}, cs, voor het 2e, op 30
jnauari 1770 verkocht te hebben 5 koeweiden, beginnende van deze Kerkweg, tot aan de Oldenweg, behalve de goorden achter het hek, die van de weg begint, zover dezelve aan de verkoper behoord behouden die aan zich alsmede de verdere goordens, dus
zijn 5 koeweiden, alleen verkocht voor een som van 130 guldens, ten 3e, mede verkocht te hebben de halve brink, met de 4 wanden, beginnende van de brink bovenwaarts in en eindigende tot aan Gerrit Willemsen, en dan 2 wanden achter Gerrit
Willemsen in een koop en zulks voor een som van 310 guldens, tezamen een som van 660 guldens, ten profijte van Luicas Derks, Gerrit Derks, Harmannus Derks en Janna Derksen, en hare erfgenamen [T0079_INV7_p142].

1771-10-11: Henderik ten Cate en Roelof Jansen, als voogden van de weduwe van wijlen Luicas Berents en haar innocente dochter, welke verkocht te hebben 4 wanden land, te rekenen van voren, namelijk het 5e, 6e, 7e en 8e wand, gelegen in de
landerijen, zo haar verkoper kwa kwa hebben behoord, gelimiteerd aan de westzijde Luicas Derksen, cs, en aan de oostzijde Wieger Gerritsen, voor een som van 190 guldens, ten profijte van Gerrit Willemsen en zijn vrouw [T0079_INV7_p165].

1773-11-17: Henderik ten Cate en Roelof Jansen, als voogden van de weduwe van wijlen Luicas Berentsen en haar innocente dochter, welke verklaarden op 9 maart 1773 verkocht hebben de goordens, gelegen in de landerijen van gemelde weduwe en Luicas
Derksen, cs, aan de zuidzijde van deze Kerkweg heen buten, westwaarts het zgn Bongerts of Uepenland, en oostwaarts Wieger Gerrits, cs, ten profijte van Luicas Derksen, voornt, voor een som van 130 guldens [T0079_INV7_p231].

1778-11-14: Janna Luicas, weeduwe van Claes Jansen, voor haar zelfs en als moeder, boedelhouster en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Adolph Henderik Bartelink als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan haar
broer Berend Luicas Schoemaeker, wegens aan haar en ten genoegen van hem ontvangen en verstrekte en voor haar betaalde penningen, een som van 417 guldens, alsmede aan Luicas Derksen {is hij dit?} een som van 123 guldens wegens genegotieerde en
verstrekte penningen en dan nog aan de weedw van wijlen Jan Evertman wegens een deugdelijke schuld, competeer en dus te samen en ieder in het bezonder bedragende een som van 600 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar huis en
timmeragie met en nevens 6,5 wand land, staande en gelegen op 't zgn Olde Scholsland, met het houtgewas daarop staande, alsmede 5 wand land met de opslag op het zgn Sijmesland, beginnende van het Boomtjen en boovenwaarts ingaande en dan nog en 't
zgn Sijmesland, een akker lands beginnende van dezen Kerkweg en eindigende tot aan de Oldenweg en daar benevens nog een halve akker hoevenland op de westere hoeve onverscheiden met Beent Pleij, alle alhier op het Vriezenveen gelegen
[T0079_INV8_p109].

1779-06-05: Gerrit Luicas Keppeling en Claas Jansen Auken, als aangestelden voogden van Aeltien Evers Costers, wedw van wijlen Gerrit Scholten, alsmede Derk Arents en zijn vrouw Geertien Egbers, voorts Albert Broertien en zijn vrouw Janna
Henderiks Hoff, Berent Lubbers Smit en zijn vrouw Jenneken Smelt, Hinderik Arents en zijn vrouw Jenneken Berents, Derk Broertien, benevens Aaltien Arents, wedw van Harmen Spijker, bijgestaan met Derk Arents als haar voogd, als erfgenamen van
wijlen Gerrit Gerritsen Scholten junior, welke verklaarden op 28 januari 1779 verkocht te hebben 4 koeweiden, op het zgn Gerrit Scholtensland, beginnende van dezen Kerkweg en eindigende met de Dijk of de Aa, voren gedeelte onverscheiden met
Wieger Gerrits, zijnde gelimiteerd oostwaarts weedw van W van Dijk en Scherphoff, en westwaarts Luicas Derksen, ten profijte van Henderik Luicas en zijn vrouw, voor 231 guldens [T0079_INV8_p133].

1779-09-20: Berent Gerrits Pijp, verklaarde in dezen jaar 1779 verkocht te hebben een akker turfland op de westere hoeve, gelimiteerd westwaarts Barent Winter en oostwaarts H Gerritsen, aan Lucas en Mannes Derksen, voor een som van 189 guldens
[T0079_INV9_p039].

1779-12-24: Testament, opgemaakt ten huize of woning van, Luicas Derksen, Mannes Derksen en Janna Derksen, tezamen broeders en zusters en allen getekend, de laatste bijgestaan met Egbt Harms als haar voogd, de 1e enigszins ziek van lichaam, de
laatste 2 gezond van lichaam, waarin genoemd:
- aan de diaconie en armenstaat, 100 guldens [T0079_INV8_p156]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Derks, Lucas (I21254)
 
1307 1758-07-23: Eelkjen, woont te St. Nicolaasag, is gedoopt. Kersts, Eelkjen (I2173)
 
1308 1758-08-09: Frerick Jansen en zijn vrouw Harmina Lukassen Blakhuis, welke verklaarden in erfkoop verkocht te hebben 3 wanden land, in het zgn Jan Teunis Geesenland, liggende van de koper zijn land, en dat bovenwaarts in, ten profijte van Klaas
Jansen en zijn vrouw, voor een som van 120 guldens [T0079_INV5_p693].

Woonde te Vriezenveen. 
Jansen, Fredrik (I3124)
 
1309 1758-08-09: Frerick Jansen en zijn vrouw Harmina Lukassen Blakhuis, welke verklaarden in erfkoop verkocht te hebben 3 wanden land, in het zgn Jan Teunis Geesenland, liggende van de koper zijn land, en dat bovenwaarts in, ten profijte van Klaas
Jansen en zijn vrouw, voor een som van 120 guldens [T0079_INV5_p693].

Woonde te Vriezenveen. 
Blokhuis, Hermina (I3125)
 
1310 1758-08-09: Frerick Jansen en zijn vrouw Harmina Lukassen Blakhuis, welke verklaarden in erfkoop verkocht te hebben 3 wanden land, in het zgn Jan Teunis Geesenland, liggende van de koper zijn land, en dat bovenwaarts in, ten profijte van Klaas
Jansen {is hij dit?} en zijn vrouw, voor een som van 120 guldens [T0079_INV5_p693].

1780-09-xx: Berent Luicas en Berent ten Caete, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Claas Jansen en zijn vrouw Janna Luicas Schoemaker, welke verklaarden op 5 februari 1780 verkocht te hebben het huis met ruim 300 treden goorden
land op Olde Scholsland gelegen, zijnde gelimiteerd oostwaarts de weedw Jan Gerritsen en westwaarts Sijmesland, ten profijte van Jan Egbers Pleij en zijn vrouw, voor een som van 330 guldens [T0079_INV8_p181].

1780-09-xx: Berend Luicas Schoemaaker en Berent ten Caate, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Claas Jansen en zijn vrouw Janna Luicas Schoemaker, welke verklaarden op 5 februari 1780 verkocht te hebben een akker lands, beginnende
achter dezen nieuwen Kerkweg en eindigende tot aan en de Oldenweg, zijnde een 4e part of 2 koeweiden in Sijmesland gelegen, zijnde gelimiteerd oostwaarts Olde Scholsland en westwaarts het land van Jan Leenders, ten profijte van Gerrit Gerritsen
Keep en zijn vrouw, voor een som van 120 guldens [T0079_INV8_p182].

1780-09-xx: Berend Luicas Schoemaaker [doorgehaald] en Berend ten Caate, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Claas Jansen en zijn vrouw Janna Luicas Schoemaker, welke verklaarden op 5 februari 1780 verkocht te hebben 2 wanden
bouwland booverlands, zijnde gras of hooiland, op Olde Scholsland gelegen, zijnde gelimiteerd westzijde Sijmesland, oostzijde de weedw Jan Gerritsen, ten profijte van Berent Luicas Schoemaaker en kinderen, voor een som van 90 guldens
[T0079_INV8_p183].

1780-09-xx: Berent Luicas Schoemaaker en Berent ten Caate, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Claas Jansen en zijn vrouw Janna Luicas Schoemaker, welke verklaarden op 5 februari 1780 verkocht te hebben 4 wanden bouwland op
Sijmesland, zijnde onverscheiden oostzijde Olde Scholsland en westkant het land van Jan Leenders, ten profijte van Albt Harms en zijn vrouw, de 1e 2 wanden voor 62 guldens en de 2e 2 wanden voor 60 guldens [T0079_INV8_p184].

Woonde te Vriezenveen (06-09-1755). 
Jansen, Claas (I10419)
 
1311 1758-09-22: Egbert Jansen Toet, bijgestaan met Egbert Jansen als zijn voogd, ten eerste, voorts zijn schoonzoon Roeloff Jansen, ter andere zijde, welke verklaarden deze minzame conventie en accoord met melkanderen te hebben ingegaan, getroffen en
gelaten, namelijk en voor eerst, zo cedeert hij Egbert Jansen Toet, in vollen eigendom over aan zijn schoonzoon Roeloff Jansen, zijn eigen toebehorende halve huis, en verdere halve timmeragie, met een akker lands opgaans, onverscheiden met de
kinderen van Roeloff Jansen, gelimiteerd oostwaarts Jan Jansen, en aan de westzijde Egbert Schuirman, alsmede zijn gerechte halfscheid van het uijtland, zo hem Egbert Jansen is toebehorende, en bij hem in eigendom is bezittende, het hooiland de
halfscheid van 5/4 akker boverwegesland, 1 en 1/4 dagwerk in het wester vierendeel, en 1/4 akker in het ooster vierendeel, alles in gemeenschap met de kinderen van Roeloff Jansen voornoemd, mitsgaders alle de inboedel des huizes, zover hem Egbert
Jansen Toet voernoemd dezelven is competerende (?) en toebehorende, en alsnog met de kinderen van Roeloff Jansen onverscheiden is bezittende, niets daarvan uitgezonderd van wat naam of nature dezelve moesten wezen. Waarvoor en tegens hij Roeloff
Jansen of de bezitter des lands belooft, en aanneemt, om zijn schoonvader Egbert Jansen Toet, voornoemd, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen, te zullen, moeten en willen geven, voor de tijd zijnes levens, te weten een wand hart en wak
koren, van 100 tret roede maat, tegen melkanderen af te nemen, als het koren aan garsten staat, waar het hun belieft, met een wand koren (?) in den trekkeltijd (?), ook af te nemen waar het hem belieft, benevens 6 schepel rogge, en een mudde
haver in den zak op St Martini te betalen en dat zo goed als op het land verbouwd wordt, nog heeft de schoonvader Egbert Jansen Toet, voor hem bescheiden 70 treden goordenland achter het bovere hek, tegen de stege, af te nemen waar het hem
belieft, nog zal de schoonvader mogen nemen, wanneer hij zijn kost alleen komt te nemen een goorden, zijnde het 4e part, gelegen achter de weg hen buiten, onverscheiden met Jan Jansen, en de kinderen van voornd Roeloff Jansen, nog heeft de vader
bescheiden voor hem een koeweide om met bezitter des lands zijne beesten, zo boven als buiten geweidet te worden, met een varkens gank in gras en akkeren, zowel gelegen als ongelegen, met 2 hoender gangen, om met bezitter des lands zijne hoenders
ongejaagt te mogen gaan, nog voor hem aan stede bij de haard, licht en brandvrij, benevens zijn slaapplaatse te behouden, daar hij die heeft, voorts zoveel plaatse in het huis, alwaar het hem belieft, daar hij zijn hooi en stro of andere voeragie
droog en onbeschadigd kan liggen, voorts heeft de schoonvader bescheiden, dat de bezitter des lands voor hem zijn gras zal maaien, en droog maken, droog zijnde invaderen, edog gras maaiende wil de vader behoorlijk kost en drank verschaffen,
voorts voor hem te varen op het vene, en daar af, wat hij te varen heeft, voorts zijn koe te voeren, ... halen en hakken, karnen en melken, en alles te doen wat de vader te doen heeft, als hij niet wel kan, voorts zijn hart en week koren te
malen, zijn brood bakken, en op de beste plaatse in de oven te zetten, voorts behoud de schoonvader de tijd zijnes levens het anpart van alle bedden, lakens en kussen, slopen, zo thans nog tussen hem, en de kinderen van Roeloff Jansen
onverscheiden zijn, voorts zal de bezitter des lands, verplicht en gehouden wezen, hem Egbert Jansen Toet, daar en boven te onderhouden zo lange in leven is, in alle het linnen en wollen kleren, zo aan zijn lichaam is, of zal moeten dragen,
hetzelve te wassen en te naaien, voorts ziek of zugtig wordende, dezelven goede handreikingen te doen, dat het voor God en goeden luiden kan worden verantwoord en als de vader, zijn kost alleen komt te nemen, dan mag hij op een na beste koe
afnemen, nog heeft de vader bescheiden om zijn koe te mogen zetten in de sietstal (?)of in de groten stal, nog heeft de vader bescheiden voor hem als hij zijn kost alleen neemt het halve boverwegesland westert het halve hooi achter de weteringe
en dan een voor hooi uit de goorden, nog heeft de vader voor hem bescheiden dat zo wanneer het kwam te gebeuren, dat hij zijn kost alleen kwam te nemen, dat hij dan het spek en vlees met bezitter des lands wil delen, dat gene, dat er dan is
vervolgens heeft de schoonvader bescheiden, dat bezitter des lands zal uitkeren aan hem als hij het van nadere (?) heeft, de som van 400 guldens, die anders in het land zullen blijven staan, maar na dood zullen dezelve aan de bezitter des huizes
en land verblijven, uitgezonderd 100 guldens die de bezitter des lands als aan de kinderen van Roelof Jansen met namen Wijcher en Janna Jansen zullen moeten uitkeren en betalen, voorts is tussen contractanten goed gevonden dat Roelof Jansen, of
de bezitter des lands aan voornoemde Egbert Jansen Toet jaarlijks aan interest daarvan zal geven de som van 7 guldens en 10 stuivers, en als Egbert Jansen Toet, of zijn schoonvader, de kost niet alleen komt te nemen, dat aldan de vader met geen
enigerhande lasten te doen zal hebben, maar zo zijn kost alleen kwam te nemen, en de bedongene metinge trekt, alsdan zal de vader zijn haustgeld (?), geslagt en gemaal zelfs betalen, en verder niets [T0079_INV5_p711].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Egberts, Wicher (I67018)
 
1312 1758-12-18: Roeloff Waanders {is hij dit?}, bijgestaan met Waander Berens als zijn voogd, welke verklaarde in erfkoop verkocht te hebben een bouwgoorden, lang ruim 100 treden, met het halve grasgoordentjen daarachter gelegen, zijnde hetzelve
onverscheiden met Pieter Wilh Harwig en Gerrijt freriks, alles in het zgn Haaloversland, aan handen van Berentjen en Geertruit Harmsen, en dezelver erfgenamen, voor een som van 130 guldens [T0079_INV5_p732].

1759-02-17: Roeloff Waanders, bijgestaan met Waander Berens als zijn voogd, welke verklaarden op 3 december 1759 verkocht te hebben een akker hooiland, gelegen inde Westerwoesten, beginnende met de Buiterenweg, tot aan of met de Adijkck of de Aa,
ten profijte van Johanna Harwig, weduwe van wijlen Jan Does, voor een som van 140 guldens. [T0079_INV6_p002]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [als dienstbode inwonend bij Lubbert Smit]). 
Werners, Roelof (I20954)
 
1313 1759-01-13: Testament van Berent Gerrijts Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbres, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn naaste bloedverwanten, alsdan in leven zijnde, alle zijn metterdaad na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zuster Lena Lukas 2 kinderen, zo heeft verwekt bij Wijcher Jansen, met namen Jan en Gerhardus Wijchers, haar bijbel met zilver beslag, alsmede haar kist, en aan het kind van haar halve zus Jenneken Harwig, vrouw van Waander Wijchers,
met namen Jennegjen Waanders, haar tuigdas (?), met alle haar mussen (?) en neusdoeken, en haar overige linnen en wollen kleren, zullen door haar broer Frerick en Leena Lukas [schrijffout], benevens haar halve zus Jenneken Harwig en haar
stiefmoeder Grietjen Jansen verdeeld en egalijk genoten worden;
- beide aan de armen alhier ophet Vriezenveen, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p736].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Lubberts, Fredrik (I14447)
 
1314 1759-01-13: Testament van Berent Gerrijts Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbres, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn naaste bloedverwanten, alsdan in leven zijnde, alle zijn metterdaad na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zuster Lena Lukas 2 kinderen, zo heeft verwekt bij Wijcher Jansen, met namen Jan en Gerhardus Wijchers, haar bijbel met zilver beslag, alsmede haar kist, en aan het kind van haar halve zus Jenneken Harwig, vrouw van Waander Wijchers,
met namen Jennegjen Waanders, haar tuigdas (?), met alle haar mussen (?) en neusdoeken, en haar overige linnen en wollen kleren, zullen door haar broer Frerick en Leena Lukas, benevens haar halve zus Jenneken Harwig en haar stiefmoeder Grietjen
Jansen verdeeld en egalijk genoten worden;
- beide aan de armen alhier ophet Vriezenveen, 5 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p736].

1775-04-27: Berent Gerrits Kremer en zijn vrouw Janna Lubbers, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- aan Jenneken Waenders, dochter van Waender Wiegers en Jenneken Harwig;
- de diaconie of armenstaat alhier, 4 ducaten;
- aan Jan Egbers Schoemaker en aan Aeltien Egbers schoemaker, beide 25 guldens [T0079_INV8_p024].

1797-10-05: Testament Janna Lubbers, wed. Beent Creemer.

1798-12-05: Op 5 december 1798 heeft Derk Harms in de 50sten penning aangegeven de erfenis van zijn moeie de wedw Berent Kremer, bestaande in 3 akker bouwland buiten de brink, een en een haf akker weideland, liggende op het land van wijlen Berent
Kremer, een en een vierde akker turfland op de wester hoeve, op hem gedevolveerd in het jaar 1797, deze past schoon in de voorleden jaar vervallen is thans volgens opgave van de aangeven buiten verpachtingen gebleven [T0079_INV45].

Op 5 december 1798 geeft Derk Harms de 50e penning aan i.v.m. de erfenis van zijn moeie (= tante) de weduwe Berent Cremer wijlen haar man, bestaande uit diverse landerijen, aan hem gelegateerd bij testament opgemaakt in op 5 oktober 1797 [bron:
HCO, toeg. 3.1, inv. 2668/Website Erik Berkhof].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Lubberts, Janna (I14448)
 
1315 1759-01-26: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Jansen Does en zijn vrouw Johanna Harwig, de 1e ziek van lichaam en te bedde liggende, de laatste gezond van lichaam en bijgestaan met Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader Pr Nicol Harwig, legitieme portie;
- hij zijn zus Gesiena Jansen, 50 guldens, bijbel met zilveren krappen, voorts aan zijn 2e zus Janna Jansen Does, getrouwd aan Baerent Claessen, hetgeen zij wegens koffiebonen aan hem testator verschuldigd is en laatstelijk aan Aa Jan hetgene
dezelven aan hem testator insgelijks volgens zijn boek nog debit is;
- zij aan haar broer Pr J W Harwig, en haar 3 zussen, met namen Jenneken, Magdalena en Dorotha, alle haar kleren, zo linnen als wollen, alsmedehaar goud en zilver, dat haren lijve behoord hebbende;
- beide aan de armen van het Vriezenveen, 25 guldens [T0079_INV5_p744].

1759-02-17: Roeloff Waanders, bijgestaan met Waander Berens als zijn voogd, welke verklaarden op 3 december 1759 verkocht te hebben een akker hooiland, gelegen inde Westerwoesten, beginnende met de Buiterenweg, tot aan of met de Adijkck of de Aa,
ten profijte van Johanna Harwig, weduwe van wijlen Jan Does, voor een som van 140 guldens. [T0079_INV6_p002]

1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]

1760-05-10: Hendrik Arens en haar zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd, welke verklaarden op 13 februari 1760 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans te veene, te velde, te heide en weide, met het
houtgewas daarop staande zijnde het bouwland de oostere 2 akkers, vervolgens onverscheiden met de verkoperen, alsmede een huisplaatse achter des verkoperen huis, en zo aldaar een nieuw huis mag te worden gezet, zal het zelve 14 treden achter het
oude huis getimmerd mogen (?) worden, en in zodanige geval zal de schuur moeten afgebroken worden, alhier op 't Vriezenveen, ten profijte van Willem Bonte en zijn vrouw, en aan Johanna Harwig, weduwe van Jan Does, voor een som van 1475 guldens.
Kantlijn akte: Compareert in dezen wel Ee Gerigte Albt Costers, de welke het recht van de hier in vermelde huisplaatse ontslaat en van het timmeren dezelve volkomen af ziet, blijvende de voor het overige het transport in zijn volle waarde, Actum
den 9 april 1781. [T0079_INV6_p081]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 03-05-1761). 
Harwig, Johanna (I11046)
 
1316 1759-01-26: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Jansen Does en zijn vrouw Johanna Harwig, de 1e ziek van lichaam en te bedde liggende, de laatste gezond van lichaam en bijgestaan met Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader Pr Nicol Harwig, legitieme portie;
- hij zijn zus Gesiena Jansen, 50 guldens, bijbel met zilveren krappen, voorts aan zijn 2e zus Janna Jansen Does, getrouwd aan Baerent Claessen, hetgeen zij wegens koffiebonen aan hem testator verschuldigd is en laatstelijk aan Aa Jan hetgene
dezelven aan hem testator insgelijks volgens zijn boek nog debit is;
- zij aan haar broer Pr J W Harwig, en haar 3 zussen, met namen Jenneken, Magdalena en Dorotha, alle haar kleren, zo linnen als wollen, alsmedehaar goud en zilver, dat haren lijve behoord hebbende;
- beide aan de armen van het Vriezenveen, 25 guldens [T0079_INV5_p744].

1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]

1765-03-16: Jasper Leenders, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige meisjen, welke verklaarde wegens ontvangen penningen, zo zonder (?) strekkene tot betalinge van zijne alsnog verschuldigde penningen zo aan Gerrijt Costers
Egbersz als aan Gerrijt Costers Gerritszoon, en verdere crediteuren, schuldig te zijn, aan Jan Willem Harwig, procureur tot Almelo en zijn vrouw Stientjen Boom, en kinderen, een som van 600 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op
het huis, schuur, met de goorden daarachter staande en gelegen in Oude Jan Klaassensland, met nog ruim 90 treden goorden land, in Jan Teunis Geesenland, 2 koeweiden in Hendrik Koors Hindriksland, en dan nog 5 wanden bouwland in Koort
Klaassensland, alles alhier op het Vriezenveen gelegen. [T0079_INV6_p386]

1765-05-11: Pr Jan Willem Harwig, in qualiteit als gevolmachtigde van Jasper Leenders, luid volmacht alhier vertoond, gezien, gelezen en van waarden erkend, welke verklaarden hoe dat Jasper Leenders voor hem zelfs, en als vader en voogd van zijn
minderjarige meisjen op 29 januari 1765 na voorgane kerksprake en apprabatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer, heeft verkocht des comparants Principaals eigen toebehorende 1,5 akker hooiland in het zgn Croemneusenland
westert gelegen, aanvang nemende van de Buiterenweg, tot aan en met de dijk of Aa, en onverscheiden met Wolter Leenders, cs, ten profijte van Willem van Dijck, zijn vrouw en kinderen, voor en som van 526 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p417]

1765-05-11: Pr Jan Willem Harwig, in qualiteit als gevolmachtigde van Jasper Leenders, luid volmacht alhier vertoond, gezien, gelezen en van waarden erkend, welke verklaarden hoe dat Jasper Leenders voor hem zelfs, en als vader en voogd van zijn
minderjarige meisjen op 29 januari 1765 na voorgane kerksprake en apprabatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer, heeft verkocht des comparants Principaals eigen toebehorende 2 koeweiden met het broekland in het zgn Olde
Jan Klaassensland gelegen, ten profijte van Jan Egbers Smit en zijn vrouw, voor een som van 150 gulden. [T0079_INV6_p419]

1765-05-11: Pr Jan Willem Harwig, in qualiteit als gevolmachtigde van Jasper Leenders, luid volmacht alhier vertoond, gezien, gelezen en van waarden erkend, welke verklaarden hoe dat Jasper Leenders voor hem zelfs, en als vader en voogd van zijn
minderjarige meisjen op 29 januari 1765 na voorgane kerksprake en apprabatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer, heeft verkocht des comparants Principaals eigen toebehorende akker turfland op de zgn Paterij gelegen en
onverscheiden met de secretaris Nicol Harwig, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 135 guldens. [T0079_INV6_p422]

Procureur in 1748.
Woonde te Almelo; Vriezenveen. 
Harwig, Mr. Jan Willem (I14468)
 
1317 1759-01-26: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Jansen Does en zijn vrouw Johanna Harwig, de 1e ziek van lichaam en te bedde liggende, de laatste gezond van lichaam en bijgestaan met Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar vader Pr Nicol Harwig, legitieme portie;
- hij zijn zus Gesiena Jansen, 50 guldens, bijbel met zilveren krappen, voorts aan zijn 2e zus Janna Jansen Does, getrouwd aan Baerent Claessen, hetgeen zij wegens koffiebonen aan hem testator verschuldigd is en laatstelijk aan Aa Jan hetgene
dezelven aan hem testator insgelijks volgens zijn boek nog debit is;
- zij aan haar broer Pr J W Harwig, en haar 3 zussen, met namen Jenneken, Magdalena en Dorotha, alle haar kleren, zo linnen als wollen, alsmedehaar goud en zilver, dat haren lijve behoord hebbende;
- beide aan de armen van het Vriezenveen, 25 guldens [T0079_INV5_p744].

1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]

1766-02-20: Garrijt Lukas en zijn vrouw Janna Arens, welke verklaarden in 1765 verkocht te hebben een wand land, met de gehele opslag daarachter veenewaarts in, gelegen in het zgn Jan Bartels Doddenland, gelimiteerd oostwaarts Mos Arensland,
westwaarts Jannes Schol, cs, ten profijte van Barent Wiggers en zijn vrouw Jennegjen Harwig, voor een som van 100 guldens. [T0079_INV6_p458]

1771-07-04: Frederik Scholten, voor zichzelf en deszelfs dochter Janna Frederixen, de laatste bijgestaan met haar vader Fred Scholten als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Dr en advocaat E Dull, wegens verdient salaris en
verschot in zake van hun comparanten op en tegens Berent Wieggers noe uxous Jenneken Harwig, een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende met de Waterleijdink, zo
en als dezelve omgraven zijn, gelimiteerd oostwaarts Jan Broen, cs, en westwaarts de stege zo Jannes en Jan Schol behoort. Kantlijn akte: Op 15 mei 1773 volgens vertoonde handtekening van d Hr Dr en advocaat E Dull, wordt deze akte doorgehaald
[T0079_INV7_p158].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 26-11-1758). 
Harwig, Jennigjen (I14541)
 
1318 1759-01-29: Testament van Lukas de Boer en zijn vrouw Mechtelt Hindriks, de 1e enigszins zwak van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam [T0079_INV5_p740].

1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].

1759-03-03: Jan Hendrik Timmerman, als volmachtigde van Jannes Dijks tot Enter (?), Hendrik Hendriks, Hendrik Jansen en Frerik Hendriks, tezamen erfgenamen van wijlen Machtelt Hendriks, wedw van Lukas de Boer, welke gerechtelijk verkocht te
hebben aan Hendrik Berens Braamer en zijn vrouw, een huis en goorden, staan en gelegen op en in de landerijen van voornoemde Hendrik Berens Braamer, en dat hij koper het zelve huis en goorden op 30 januari van wijlen Machtelt Hendriks voor een
som van 200 guldens heeft gekocht. [T0079_INV6_p006]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Hendriks, Magteld (I12966)
 
1319 1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van Willem Bonte, van Berent Jansen Braamer, ziek van lichaam en bijgestaan met Willem Bonte als zijn voogd, waarin genoemd:
- zijn vader Jan Berens Braamer, legitieme portie;
- zijn 2 broers en zus, met namen Jannes Jansen Braamer, Hindrik Jansen Braamer en Jenneken Jansen Braamer [schrijffout], enig en universele erfgenamen;
- de armen alhier op het Vriezenveen, 100 guldens [T0079_INV5_p752].

1774-04-23: Henderik Jansen Costers, als voogd van de minderjarige zoon van Jan Braemer en wijlen Jenneken Costers, genaamd Henderik Jansen Braemer, benevens Berent Jansen Hofman en zijn vrouw Janna Jansen Braemer, welke verklaarden in dezen jaar
1774 verkocht te hebben hare beide respectieve aandelen van het land of brink gelegen aan de buitere kante van dezen Kerkweg, zo groot als de brink en huisplaatse van Jan Braemer is, en beslaat gelegen aan de bovenkant, ingevolge koopconditie en
koopbrief van 20 janauri 1772 gepasseerd ende betekend is, daarbij verkocht haar aandelen van het houtgewas van de goorden en zulks voor een som van 200 guldens, ten profijte van Jannes Braemer en zijn vrouw Henderikjen Berkhoff
[T0079_INV8_p002].

1775-05-20: Jannes Braemer en zijn vrouw Henderikjen Berkhof, Berent Hofman en zijn vrouw Jenneken Braemer, benevens Henderik Jansen Costers als voogd van de minderjarige zoon van Jan Braemer, genaamd Henderik Jansen Braemer, tezamen kinderen en
erfgenamen van wijlen Jenneken Jansen Costers, in echte bij Jan Bramer verwekt, verklaarden op 20 januari 1772 verkocht te hebben haar halve huis, halve schuur, alsmede varkensschot en oven met het huijsje, zo dezelve in gemeenschap met haren
vader Jan Braemer voornt waren bezittende, staande en gelegen alhier op 't Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts Berent Costers en westwaarts Gerrit Henderiksen, aan de noordkant van dezen Kerkweg, mits conditie zo zullen de kinderen of een van
dezelven aan de buitere kante van dezen Kerkweg op 't land mogen timmeren een huis en de plaats zo groot daartoe nemen als het huis met de brink van Jan Braemer aan de bovenkant is, of beslaat ingevolge daar van opgerichten koopbrierf van 20
januari 1772, ten profijte van Jan Berents Braemer en zijn vrouw, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p035vo].

1779-12-20: Janna Braamer, ev Berent Jansen Hoff, benoemd tot legataris van 50 gulden (Testament Freedrikien Baramer). [Toeg0079_Inv8]

1780-05-08: Berent Jansen Hoffman en zijn vrouw Janna Jansen Bramer, welke verklaarden verkocht te hebben hunne eigendommelijke, gelijk doen in en vermits dezen (?), en toebehorende landerijen van Jan Berents Braamer, 2 koeweiden, beginnende van
het paaltjen tegen Berent Costers zijnen oever, en dat buitenwaarts ingaande, nevens het aanpart van het hout, zo hart als week, alsmede een 3e part van een dagwerk hooiland achter de Dijk en de gelegen het Broek genaamd, benevens de goorden in
Jan Braamersland gelegen, ter lengte van 75 tred met hetzelve recht als Jan Braamer als Jan Braamer in hetzelfe land is hebbende heen buiten het zij van varen, drijven of plaggen streker en hooten (?), ten profijte van Hendricus Boeschen en zijn
vrouw voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p171]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 17-06-1769, 11-11-1770, 28-11-1773, 24-11-1776, 15-11-1778). 
Bramer, Janna (I8985)
 
1320 1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van Willem Bonte, van Berent Jansen Braamer, ziek van lichaam en bijgestaan met Willem Bonte als zijn voogd, waarin genoemd:
- zijn vader Jan Berens Braamer, legitieme portie;
- zijn 2 broers en zus, met namen Jannes Jansen Braamer, Hindrik Jansen Braamer en Jenneken Jansen Braamer, enig en universele erfgenamen;
- de armen alhier op het Vriezenveen, 100 guldens [T0079_INV5_p752].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Bramer, Berend (I10663)
 
1321 1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].

1759-03-03: Jan Hendrik Timmerman, als volmachtigde van Jannes Dijks tot Enter (?), Hendrik Hendriks, Hendrik Jansen en Frerik Hendriks, tezamen erfgenamen van wijlen Machtelt Hendriks, wedw van Lukas de Boer, welke gerechtelijk verkocht te
hebben aan Hendrik Berens Braamer en zijn vrouw, een huis en goorden, staan en gelegen op en in de landerijen van voornoemde Hendrik Berens Braamer, en dat hij koper het zelve huis en goorden op 30 januari van wijlen Machtelt Hendriks voor een
som van 200 guldens heeft gekocht. [T0079_INV6_p006]

Woonde te Vriezenveen. 
Hendriks, Jannes (I4528)
 
1322 1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].

1759-03-03: Jan Hendrik Timmerman, als volmachtigde van Jannes Dijks tot Enter (?), Hendrik Hendriks, Hendrik Jansen en Frerik Hendriks, tezamen erfgenamen van wijlen Machtelt Hendriks, wedw van Lukas de Boer, welke gerechtelijk verkocht te
hebben aan Hendrik Berens Braamer en zijn vrouw, een huis en goorden, staan en gelegen op en in de landerijen van voornoemde Hendrik Berens Braamer, en dat hij koper het zelve huis en goorden op 30 januari van wijlen Machtelt Hendriks voor een
som van 200 guldens heeft gekocht. [T0079_INV6_p006]

Woonde te Vriezenveen. 
Hendriks, Hendrik (I4530)
 
1323 1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij het gezin Egbert Dekker en Berentjen Rutgers]). 
Boer, Berend (I66995)
 
1324 1759-01-30: Testament, opgemaakt ten huize van, van Machtelt Henderiks, weduwe van Lukas de Boer, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broers en zussen, met namen Jannes Hendriks, Hindrik Hindriks, Hinderina Henderiks, alsmede de kinderen van haar overledene zus, zo er nog van dezelve in leven mochten zijn, om dezelve in alle haar na te latene goederen te succederen,
erven en trekken en genieten, enig en universele erfgenamen;
- haar zwagers Berent Hendriks de Boer, en Albert Jansen Santboer, ieder de som van 50 guldens, makende samen 100 guldens [T0079_INV5_p749].

Woonde te Vriezenveen. 
Hendriks, Hendrina (I4531)
 
1325 1759-02-18: Foppe, woont te Haskerhorne, is gedoopt. Frankes, Foppe (I30184)
 
1326 1759-02-28: Testament, opgemaakt ten huize van, Jan Hendriks Schuirman en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, de eerste bevonden enigszins zwak van lichaam, de laatste gaande en staande en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- aan het kind van Hindrik Gerrits Smelt, zo heeft verwekt bij Hindrikjen Egbers, met namen Kunnegjen Hindriks Smelt, een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Henrikus Boeschen cs, westwaarts Jan Freriks cs. [T0079_INV6_p004]

1759-05-06: Hindrikjen Bramer, weduwe van wijlen Jan Hindriks Schuirman, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben een halve akker turfland op de Superplus, alsmede een vierendeel akker woestenland,
alles op 't Vriezenveen, aan de Hoog Welgeboren Heer van Bellinkhoff, en gevestigd in het Erve en gast (?) Hinsevelt, en de Heerlijkheid Almelo gelegen, zijnde comparantinnen anpart daarvan groot de som van 250 guldens, ten profijte van Kunnera
Jansen. [T0079_INV6_p034]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Bramer, Hendrikjen (I25473)
 
1327 1759-02-28: Testament, opgemaakt ten huize van, Jan Hendriks Schuirman en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, de eerste bevonden enigszins zwak van lichaam, de laatste gaande en staande en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin
genoemd:
- aan het kind van Hindrik Gerrits Smelt, zo heeft verwekt bij Hindrikjen Egbers, met namen Kunnegjen Hindriks Smelt, een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Henrikus Boeschen cs, westwaarts Jan Freriks cs. [T0079_INV6_p004]

Kunnigjen heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Gerrit Tutertjen en Gerritdina Oudendijk (haar dochter).

Woonde te Vriezenveen (01-12-1793, 02-05-1812, 13-04-1827); Vriezenveen, Oosteinde 181 (tot 09-07-1832). 
Smelt, Kunnegjen (I10266)
 
1328 1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008]


Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 29-04-1755). 
Wichers, Aaltjen (I12474)
 
1329 1759-03-03: Testament, opgemaakt ten huize van, Berent Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gaande en staande en bijgestaan met Adolph Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam en testament op langst levende;
- hij aan zijn vader Wicher Roelofs de legiNOTE Tijd: portie;
- zij aan haar vader Pr Nicol Harwig de legiNOTE Tijd: portie;
- hij aan zijn broers Roelof Wichers, Waander Wijchers, Berent Berens Barkhoff als getrouwd aan zijn zus Aaltjen Wichers en Grietjen Wijchers, wedw van Roelof Gerrits, alle zijn linnen en wollen kleren, tot zijn lichaam behorende;
- hij aan zijn broer Waander Wijchers het zilveren zakhorloge, gouden ketting;
- zij haar broer Pr Jan Willem Harwig en haar 3 zussen, met namen Magdalena, Dorothea en Johanna Harwig, alle hare kleren, zo linnen als wollen, alsmede alle haar goud en zilver tot haren lijf behoord hebbende;
- zij aan haar broers dochtertjen Johanna genoemd, een gouden ring;
- beide aan de armen van het Vriezenveen 25 guldens. [T0079_INV6_p008] 
Harwig, Johanna (I66252)
 
1330 1759-03-18: Aaltje, woont te Drachten, is gedoopt.
1794-06-22: Akke Pieters, is moeder.

Arbeidster in 1824.

Woonde te Oudega (Smallingerland) (15-05-1785, 29-05-1824); Oudega, nr.11 (Smallingerland) (11-05-1828, tot 04-03-1832). 
Pieters, Aaltje (I173)
 
1331 1759-04-01: Testament van Grietjen Jansen, weduwe van Jan Jansen Euben, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, gezond van lichaam bevonden, waarin genoemd:
- aan haar 3 kinderen, met namen Berent Jansen, Albert Jansen en Hindrikjen Jansen, weduwe van Berent Koers, alsmede het kind door wijlen haar dochter Jenneken Jansen bij Roeloff Otten verwekt nagelaten, Hermine genaamd, als enige en universele
erfgenamen;
- aan haar zoons kind van Albert Jansen, Grietjen genaamd, de som van 100 car guldens;
- aan het kind van haar wijlen dochter Jenneken Jansen, Harmine genaamd, de som van 50 guldens;
- aan haar wijlen dochters kind Harmine genaamd heeft gelegateerd en gemaakt in het lnad van Albert Jansen ...blijven staan tot de tijd toe het zelve komt te trouwen, en zo hetzelfde kind ongetrouwd komt te ... zullen de ... 50 gulden, devolveren
vervalt .. versterven op het kidn van Albert Jansen, Grietjen genaamd. [T0079_INV6_p013]

Woonde te Vriezenveen (28-06-1789). 
Scheper, Grietjen (I34389)
 
1332 1759-04-01: Testament van Grietjen Jansen, weduwe van Jan Jansen Euben, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, gezond van lichaam bevonden, waarin genoemd:
- aan haar 3 kinderen, met namen Berent Jansen, Albert Jansen en Hindrikjen Jansen, weduwe van Berent Koers, alsmede het kind door wijlen haar dochter Jenneken Jansen bij Roeloff Otten verwekt nagelaten, Hermine genaamd, als enige en universele
erfgenamen;
- aan haar zoons kind van Albert Jansen, Grietjen genaamd, de som van 100 car guldens;
- aan het kind van haar wijlen dochter Jenneken Jansen, Harmine genaamd, de som van 50 guldens;
- aan haar wijlen dochters kind Harmine genaamd heeft gelegateerd en gemaakt in het lnad van Albert Jansen ...blijven staan tot de tijd toe het zelve komt te trouwen, en zo hetzelfde kind ongetrouwd komt te ... zullen de ... 50 gulden, devolveren
vervalt .. versterven op het kidn van Albert Jansen, Grietjen genaamd. [T0079_INV6_p013] 
Roelofs, Harmina (I15502)
 
1333 1759-04-28: Jan Hoek en zijn vrouw Mettjen Feijer, welke verklaarden in de maand mei van 1756 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans, met daarop staande huis en timmerarije, gedeeltelijk onverscheiden met Berent van der Aa, gelimiteerd
oostwaarts Jan Jansen ten Caate, westwaarts Henrikus Schuirman, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 1400 guldens [T0079_INV6_p027]

1764-05-05: Berent van der Aa en zijn vrouw Hindrikjen Berens Grobbe, welke verklaarden in 1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gedeeltelijk onverscheiden met Waanders Berens,
gelimiteerd oostwaarts Weversland, westwaarts Henrikus Schuirman, ten profijte van Hindrik Klaassen en zijn vrouw, voor een som van 1275 guldens. [T0079_INV6_p317]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn vader]). 
Schuurman, Hendrik (I21512)
 
1334 1759-05-05: Hindrik Arens en zijn zus Hindrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen als hun voogd, welke verklaren wegens verkochte en geleverde linnen schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate de som van 495 guldens en 13 stuivers, aan de Ed
Jan Harmen Coster de som van 214 guldens, aan de Ed Jan Costers de som van 281 guldens en 15 stuivers, aan de erfgenamen van wijlen Egbert Coster de som van 191 guldens en 10 stuivers en aan de Ed Gerrijt Coster Egbertz de som van 755 guldens, 11
stuivers en 12 penningen. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akkers lands opgaans met daarop staande huis en timmerarije, alhier op het Vriezenveen. Kantlijn akte: Genoemde crediteurn op 10 mei 1760 verklaren dat aan haar door
Hindrik Arens en zijn zus Hende Arens haar schuld hierin gemeld is voldaan, waarmee de akte is doorgehaald. [T0079_INV6_p032]

1760-05-10: Henrik Arens en zijn zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd in dezen, en de bekenden uit hoofde van een voorgaande verzegelinge van 5 mei 1759 zo door deze wordt geannuleerd en
vernietigd, schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate Janz enzijn vrouw, een som van 350 guldens, waarbij comparanten een hypotheek met onderpand gesteld hebben op 2 akkers lands opgaans met daarop staande huis en timmereij, alier op het
Vriezenveen. Kantlijn akte: Volgens ontvangen handtekening van Jan ten Cate, bekende en verklaarde hem binnenstaande verzegelinge het kapitaal hier in de gemeld met interest op 28 april 1773 is voldaan en daarmee de akte wordt doorgehaald.
[T0079_INV6_p078]

1760-05-10: Hendrik Arens en haar zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd, welke verklaarden op 13 februari 1760 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans te veene, te velde, te heide en weide, met het
houtgewas daarop staande zijnde het bouwland de oostere 2 akkers, vervolgens onverscheiden met de verkoperen, alsmede een huisplaatse achter des verkoperen huis, en zo aldaar een nieuw huis mag te worden gezet, zal het zelve 14 treden achter het
oude huis getimmerd mogen (?) worden, en in zodanige geval zal de schuur moeten afgebroken worden, alhier op 't Vriezenveen, ten profijte van Willem Bonte en zijn vrouw, en aan Johanna Harwig, weduwe van Jan Does, voor een som van 1475 guldens.
Kantlijn akte: Compareert in dezen wel Ee Gerigte Albt Costers, de welke het recht van de hier in vermelde huisplaatse ontslaat en van het timmeren dezelve volkomen af ziet, blijvende de voor het overige het transport in zijn volle waarde, Actum
den 9 april 1781. [T0079_INV6_p081]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar broer Derk], Sibculo (27-08-1748). 
Arends, Hendrikje (I21826)
 
1335 1759-05-05: Hindrik Arens en zijn zus Hindrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen als hun voogd, welke verklaren wegens verkochte en geleverde linnen schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate de som van 495 guldens en 13 stuivers, aan de Ed
Jan Harmen Coster de som van 214 guldens, aan de Ed Jan Costers de som van 281 guldens en 15 stuivers, aan de erfgenamen van wijlen Egbert Coster de som van 191 guldens en 10 stuivers en aan de Ed Gerrijt Coster Egbertz de som van 755 guldens, 11
stuivers en 12 penningen. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 4 akkers lands opgaans met daarop staande huis en timmerarije, alhier op het Vriezenveen. Kantlijn akte: Genoemde crediteurn op 10 mei 1760 verklaren dat aan haar door
Hindrik Arens en zijn zus Hende Arens haar schuld hierin gemeld is voldaan, waarmee de akte is doorgehaald. [T0079_INV6_p032]

1760-05-10: Henrik Arens en zijn zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd in dezen, en de bekenden uit hoofde van een voorgaande verzegelinge van 5 mei 1759 zo door deze wordt geannuleerd en
vernietigd, schuldig te zijn aan de Ed Jan ten Caate Janz enzijn vrouw, een som van 350 guldens, waarbij comparanten een hypotheek met onderpand gesteld hebben op 2 akkers lands opgaans met daarop staande huis en timmereij, alier op het
Vriezenveen. Kantlijn akte: Volgens ontvangen handtekening van Jan ten Cate, bekende en verklaarde hem binnenstaande verzegelinge het kapitaal hier in de gemeld met interest op 28 april 1773 is voldaan en daarmee de akte wordt doorgehaald.
[T0079_INV6_p078]

1760-05-10: Hendrik Arens en haar zus Hendrikjen Arens, bijgestaan met Jannes Prinsen en Egbert Schuirman als hun voogd, welke verklaarden op 13 februari 1760 verkocht te hebben 2 akker lands opgaans te veene, te velde, te heide en weide, met het
houtgewas daarop staande zijnde het bouwland de oostere 2 akkers, vervolgens onverscheiden met de verkoperen, alsmede een huisplaatse achter des verkoperen huis, en zo aldaar een nieuw huis mag te worden gezet, zal het zelve 14 treden achter het
oude huis getimmerd mogen (?) worden, en in zodanige geval zal de schuur moeten afgebroken worden, alhier op 't Vriezenveen, ten profijte van Willem Bonte en zijn vrouw, en aan Johanna Harwig, weduwe van Jan Does, voor een som van 1475 guldens.
Kantlijn akte: Compareert in dezen wel Ee Gerigte Albt Costers, de welke het recht van de hier in vermelde huisplaatse ontslaat en van het timmeren dezelve volkomen af ziet, blijvende de voor het overige het transport in zijn volle waarde, Actum
den 9 april 1781. [T0079_INV6_p081]

1772-12-30: Henderik Arentsen {is hij dit?}, welke verklaarde op 10 januari 1772 verkocht te hebben 2 akkeren lands, met het daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts het zgn Jan Luijerinksland, en westwaarts Gerrit
Heethuijs, voor een gedeelte onverscheiden met Albert Wolters Costers en Coert Heijdeman, zijnde de voorschr 2 akkeren lands 's jaarlijks en alle jaren, bezwaard met een uitgang van een schepel rogge Viccarie, alsmede met een uitgang van 4,5
stuiver wasgeld, jaarlijks, benevens daarbij verkocht het anpart van de ROSMOLEN, staande thans op het zgn Graven Jennenland, voor een som van 1421 guldens, aan handen van Egbert Jonkman en zijn vrouw Jenneken Jansen Smeld [T0079_INV7_p196].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn broer Derk]). 
Arends, Hendrik (I36442)
 
1336 1759-05-12: Jannes Derks en zijn vrouw Aaltjen Berens, welke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Hoek en zijn huisvrouw Metjen Feijer een som van 500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het
huis, met een goordentjen in Uijters Jan Freriks Mansland, 3 wand bouwland op Fransmansland en een koeweide in Papenland tot aan de Wetering, en dan nog een derde part van 2 akkers boverwegesland, onverscheiden met Gerrijt Fronten en de wedw Jan
Derks, alles alhier op 't Vriezenveen. Kantlijk akte: Op 22 augustus 1777 verscheen Mettjen Feijer, huisvrouw van Jan Hulshoff, bij absentie van haar man, bijgestaan met haar zoon Henricus Hoek als haar voogd, dat zij comparante door Aaltien
Berens, wedw van wijlen Jannes Derksen, zo van kapitaal als interest ten vollen was voldaan, waarmee de akte werd doorgehaald. [T0079_INV6_p036]

1771-04-26: Testament van Geertjen Fronten, weduwe van wijlen Henrik Feijer, gezond van lichaam, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- kinderen van haar dochter Mettjen Feijer, bij wijlen haren 1e man Jan Hoek in echte verwekt, met namen Henderik, Hendericus en Maria Hoek, en de kinderen van gemelde hare dochter voornd bij haren eheman Jan Hulshof in echte verwekt, met namen
Jan en Gerhardus Hulshof, enige en universele erfgenamen;
- dochter Mettjen Feijer, legitieme portie;
- dochter Mettjen Feijer, vrouw van Jan Hulshof, gebruik of vruchtgebruik van alle hare na te laten goederen en effecten [T0079_INV7_p156].

1792-03-27: Pr Hendrikus Hoek verklaart schuldig te zijn aan zijn zwager en zuster Harmen Grobben en zijn vrouw, wegens opgenomen penningen, en voor hem aan de Scholte Dikkers aangenomen penningen te betalen een som van 420 guldens, alle te samen
berkeend, zijn dus 1800 guldens, hij comparant bij dezen komt te verhypotiseren, en te veronderpanden zijn persoon en geoderen, en wel in specie alle zijne vaste goederen onder dezen gerechte gelegen [T0079_INV10_p124vo].

1807-09-17: Op 17 september 1807 is verschenen Gerhardus Hulshoff, wonende te Veldhuizen, gevolmachtigd van deszelfs huisvrouw Gerritdiena Jansen, verklarende als erfgenaam van wijlen procureur Hendrikus Hoek voor enige tijd te hebben verkocht
aan Lucas Jansen en zijn vrouw Margraretha Winter de hof en huisplaats met de daarbij behordende brink met alle de daarop staande houtgewassen, gelegen op het zogenaamde Hendr Feijersland als door wijlen procureur HEndrikus Hoek in eigendeom is
bezeten, en dat voor een som van 255 guldesn [T0079_INV15].

Verwalter-scholtus te Vriezenveen in 1787. 
Hoek, Hendrikus (I14514)
 
1337 1759-05-12: Jannes Derks en zijn vrouw Aaltjen Berens, welke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Hoek en zijn huisvrouw Metjen Feijer een som van 500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op het
huis, met een goordentjen in Uijters Jan Freriks Mansland, 3 wand bouwland op Fransmansland en een koeweide in Papenland tot aan de Wetering, en dan nog een derde part van 2 akkers boverwegesland, onverscheiden met Gerrijt Fronten en de wedw Jan
Derks, alles alhier op 't Vriezenveen. Kantlijk akte: Op 22 augustus 1777 verscheen Mettjen Feijer, huisvrouw van Jan Hulshoff, bij absentie van haar man, bijgestaan met haar zoon Henricus Hoek als haar voogd, dat zij comparante door Aaltien
Berens, wedw van wijlen Jannes Derksen, zo van kapitaal als interest ten vollen was voldaan, waarmee de akte werd doorgehaald. [T0079_INV6_p036]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Berends, Aaltjen (I65307)
 
1338 1759-11-18: Gerke Yntses, woont te Noorderdrachten, is bruidegom. Klompsma, Gerke Yntses (I326)
 
1339 1759-11-18: Trijntje Klases, woont te Noorderdrachten, is bruid. Klazes, Trijntje (I327)
 
1340 1759-11-19: Jan Koers en zijn vrouw Aaltjen Jansen Bom [!], welke verklaarden verkocht te hebben een akker en een vierendeel akker woesten land, gelegen in de Westere woesten, onverscheiden met Garrijt Garrits, gelimiteerd oostwaarts Berent
Engbers Smit, westwaarts Roelof Warnink, ten profijte van Hindrik Koers van Olde en zijn vrouw, voor een som van 80 guldens. [T0079_INV6_p040]

1764-05-11: Waander Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hooiland, gelegen in Olde Scholsland, beginnende van de buiteren doorgravenen weg tot aan of met de dijk of Aa, onverscheiden met
Berent Engbers Smit, cs, gelimiteerd oostwaarts Jan Garrits, westwaarts Simensland, ten profijte van Jan Koers en zijn vrouw Geertjen Jansen Bom, voor een som van 132 guldens. [T0079_INV6_p323]

1764-10-06: Hermannus Gerrits en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden verkocht te hebben haar eigen toebehorende van Jan ten Caate en Lambertus ten Caate aangekochte koeweide, gelegen in het zgn Albert Raphuisland, beginnende van deze
Kerkweg, tot aan of met de dijk of Aa, gelimitereerd oostwaarts Berent Engbers Smit, westwaarts de Rigterie, ten profijte van Jan Koers en zijn vrouw Geertjen Jansen Bom, voor een som van 90 guldens. [T0079_INV6_p365]

Woonde te Vriezenveen (09-09-1742, 27-08-1748). 
Bom, Geertjen (I21556)
 
1341 1759-11-19: Lubbert Jansen, voor hem zelf, en als vader en wettige voogd van zijn minderjarige dochter, welke verklaarde in het jaar 1759 verkocht te hebben 2,5 wand roede maat bouwland op het westere stukke in de landerijen van Waander Berens,
en is geconditioneerd dat de opweg niet over het westere stukke over zijn land hen boven zal gaan, maar over het achtere stukke, ten profijte van Jan Koers en zijn vrouw, voor een som van 80 guldens. [T0079_INV6_p042] 
Hulshof, Jenne (I13013)
 
1342 1759-12-08: Testament van Jannes Barkhof en zijn vrouw Kunnegjen Roelofs, hebbende hij Jannes Barkhoff vrij de voogij over zijn vrouw ontslagen en, zij Kunnegjen Roelofs bijgestaan met Secretaris Nicol Harwig als haar voogd, testator gezond van
lichaam, testatrice enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- hij aan zijn moeder Hindrikjen Jansen Smelt de legitieme portie;
- zij aan haar vader Roelof Wilms en haar moeder Aaltjen Berens tot enig en universeel erfgenaam, de legitieme portie;
- beide elkaar erfgenaam als langst levende;
- zij aan haar moeder Aaltjen Beens alle haar linenen en wollen kleren, tot haar lichaam behorende, uitgezonderd een zwarte sarfij (?) schort, zod door haar schoonmoeder Hindrikjen Jansen Smelt zal worden getrokken en genoten;
- hij aan zijn broer Jan Barkhoff alle zijn linnen en wollen kleren tot zijn lichaam behorende. [T0079_INV6_p045]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Roelofs, Kunnigjen (I10646)
 
1343 1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]

1795-12-23: Den 23 december 1795 heeft de wedw van Hendrik Egberts de Groot aangegeven in den 50sten pennink de erfenissen van wijlen haar zuster, woonachtig te Deventer, bestaande in 4,5 akker woestenland, 1 goordentien, liggende op Gerrit van
Meijlderink zijn land [T0079_INV45/T0003.1_INV2668].

Woonde te Vriezenveen (16-06-1748, 27-08-1748, 26-04-1750, 05-03-1752, 28-07-1754, 19-12-1756, 11-03-1759, 06-12-1761, 24-02-1765), 
Smelt, Clasina (I9523)
 
1344 1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]

1767-03-28: Testament van Jan Hinderix Schoemaker, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn nicht Maria Wolters, thans getrouwd met Bernardus Stok, de halfscheid van zodane 200 guldens, als hij en wijlen zijn vrouw Henderikjen Claasen bij testament van 31 december 1759 daarbij uitgedrukt hadden, nog aan dezelve zijn bruinen rok,
zwarten rok en het zwart cammisool;
- zijn broer Derk Hinderix, 2 hemden;
- zijn neef Hinderik Gerrits, 2 hemden;
- zijn broer Derk Hinderix en zijn neef Hinderik Gerits, gezamenlijk de overige kleren [T0079_INV7_p053].

Woonde te Vriezenveen (07-04-1764). 
Wolters, Maria (I11658)
 
1345 1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]

1767-03-28: Testament van Jan Hinderix Schoemaker, enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- zijn nicht Maria Wolters, thans getrouwd met Bernardus Stok, de halfscheid van zodane 200 guldens, als hij en wijlen zijn vrouw Henderikjen Claasen bij testament van 31 december 1759 daarbij uitgedrukt hadden, nog aan dezelve zijn bruinen rok,
zwarten rok en het zwart cammisool;
- zijn broer Derk Hinderix, 2 hemden;
- zijn neef Hinderik Gerrits, 2 hemden;
- zijn broer Derk Hinderix en zijn neef Hinderik Gerits, gezamenlijk de overige kleren [T0079_INV7_p053].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 11, nr. 2:
Man : Jan Henderix Schoemaker.
Vrouw : Henderikjen Claesen.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : Een meijssien boven 10 jaeren Jennegien Jansen.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Schoenmaker, Jan (I33672)
 
1346 1759-12-31: Testament van Jan Hindriks Schoemaker en zijn vrouw Hindrikjen Klaessen, de eerste gezond van lichaam en de tweede enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink, waarin genoemd:
- beide elkaar als testament op langst levende;
- hij aan zijn nicht Marie Walters de som van 135 guldens, zo daar zijn vrouw Hindrikjen Klaassen bij aldien hij voor dezelve komt te overlijden zal wroden aan haar uitgekeerd en betaald;
- hij aan zijn broer Derk Hindriks en de jongste zoon van wijlen Garrijt Hindriks, Hendrik genaamd, alle zijn metterdaat nalatende linnen en wollen kleren;
- zij aan Gesiena Albers Smelt, vrouw van Hendrik Egbers de som van 125 guldens en 10 gulden aan Klaas Jansen, alsmede de 4 beste rokken aan de kinderen van Hendrik Egbers en aan de dochter van Garrijt Hendriks, Jenneken genaamd, het stoffen
jack, en zullen de overige kleren zo linnen als wollen gelijk verdeeld en getrokken worden, door de dochter van Jan Jansen ONweer, Hindrikjen genaamd, voorts de dochter van Jannes Jansen Onweer, mede Hindrikjen genaamd, en de dochtr van Hindrik
Ebbers, Janna genaamd, maar het zilveren oorijzer zal de dochter van Hendrik Egbers, Janna genaamd, vooraf trekken en genieten, en de vrouw van Hendrik Egbers, Gesina genaamd, het zwart jack, aan Jannes Jansen Onweer de som van 20 guldens, zo
daar hem testator Jan Hendriks Schoemaker bij aldien hij testatrice voor denzelven komt te overlijden aan bovengenoemde personen zullen worden uitgekeerd en betaald;
- beide in vallen eigendom zal hebben en behouden alle haar inmobilie en vaste goederen, alsmede alle inmobilien en inboedel des huizes, niets daar van uitgezonderd, om dezelve na dood van de langst levende daar mede te kunnen en mag en daar in
handelen na haar welgevallen, niets alsdan aan de naaste bloedverwanten en erfgenamen van hun testator en haar testatrice te zullen en ... uitkeren en betalen de som van 200 guldens, doch zal aan haar ... etc, etc;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen de som van 25 guldens. [T0079_INV6_p050]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Claassen, Hendrikjen (I33673)
 
1347 1759: Tjerk Fetses, vertrokken van Doopsgezinde Gemeente Het Oude Huis te Joure naar Sneek.
1779-03-05: Tierk Vetses, gekomen van Sneek naar Doopsgezinde Gemeente Het Oude Huis te Joure.

Woonde te Offingawier. 
Fetzes, Tjerk (I322)
 
1348 1759: Tjetsche Eeltyes, vertrokken van Doopsgezinde Gemeente Het Oude Huis te Joure naar Sneek.
1779-03-05: Tietske Eelties, gekomen van Sneek naar Doopsgezinde Gemeente Het Oude Huis te Joure. Woonde te Offingawier. 
Eeltjes, Tjitske (I323)
 
1349 1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben een koeweide, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Olden Graven, onverscheiden met de wedw Egbert Jansen
Dekker, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Berents, westwaarts Berent Jansen Euben, maar het hooi en de hooilanden wassende behouden de verkoper en voor haar, alsmede alle het eiken houtgewas, en om te mogen laten staan zo lange het haar beleift,
alsmede dezes beste elfen (?) bomen (?), oude zulks aan houden, mede ten profijte van Berentjen Gerrits Koster, wedw van wijlen Jan Engbers, voor een som van 97 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p062]

1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben een gaarden gelegen in de verkoperen landerijen, beginnende achter deze Waterleiding tot hen buiten in zoverre denzelven
aangraven ligt, ten profijte van Jan Boeschen en zijn vrouw, voor een som van 102 guldens. [T0079_INV6_p064]

1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden in de maand november 1759 [of 1739] verkocht te hebben een zgn Gloepe met het daarop stande houtgewas, met de goorden daar aan liggende, zich uitstrekkende
tot aan de Waterleiding, zo als dezelven omgraven is, gelegen in de verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Hindrik Berents, westwaarts de Steege van verkoperen, en een bekwamen opweg om te mogen varen en drijven in, ten profijte van de
onderscholte Ad Henr Bartelink en zijn vrouw, voor een som van 157 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p065]

1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden in de maand maart 1757 verkocht te hebben een koeiweide, beginnende van dezen Kerkweg, en eindigende met den Olden Graven, onverscheiden met de wedw Egbert
Jansen Decker, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Berents, westwaarts Berent Jansen Euben, ten profijte van de Albert Coers voor een som van 97 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p067]

1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben 7 wanden bouwland, gelegen in den verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Hindrik Berents, westwaarts de weduwe van
Egbert Jansen Decker, ten profijte van Jan Feijer en zijn vrouw voor een som van 245 guldens. [T0079_INV6_p069]

1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden in de maand maart 1757 verkocht te hebben 2 koeweiden, beginnende van dezen Kerkweg, en eindigende met de Olden Graven, en dan nog 2 wanden bouwland in de
maand november 1759, beginnende van Jan Feijer het zijne na binnen ingaande, zijnde de 2 koeweiden onverscheiden met de wedw Egbert Jansen Decker, maar de verkoperen behouden voor haar al het eiken houtgewas, en om te mogen laten staan, zo lange
het haar belieft, alsmede dezes beste elfen (?) ..., zijnde gelimiteerd oostwaarts Hindrik Berents, westwaarts Berent Jansen Euben, ten profijte van Jan Gerrits Hospes en zijn vrouw, voor een som van 247 guldens en 15 stuivers. [T0079_INV6_p070]

Woonde te Vriezenveen (05-08-1758). 
Scheper, Jenneken (I1603)
 
1350 1760-02-07: Gerrijt Willemsen Kamp en zijn vrouw Jenneken Hendriks Scheeper verklaarden op 19 maart 1757 verkocht te hebben een koeweide, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende met de Olden Graven, onverscheiden met de wedw Egbert Jansen
Dekker, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Berents, westwaarts Berent Jansen Euben, maar het hooi en de hooilanden wassende behouden de verkoper en voor haar, alsmede alle het eiken houtgewas, en om te mogen laten staan zo lange het haar beleift,
alsmede dezes beste elfen (?) bomen (?), oude zulks aan houden, mede ten profijte van Berentjen Gerrits Koster, wedw van wijlen Jan Engbers, voor een som van 97 guldens en 10 stuivers. [T0079_INV6_p062]

1775-06-27: Albert Lamberts, alias Pol, welke verklaarde verkocht te hebben in dezen jaar 1775, zijn brink, en 't land, beginnende van dezen nieuwen Kerkweg met het houtgewas daarop staande, bovenwaarts ingaande tot aan het bouwland van Frederik
Luicas zijn land en aldaar eindigende, gelimiterd en gelegen op het zgn Cort Gerritsland, oostwaarts de weduwe Jan Engbers en westwaarts Henderik Jansen Coster, zo en als hij Albert Lambers dezelve grond heeft in bezit gehad, ten profijte van
Henderik Jansen Coster en zijn vrouw, mitsgaders Berentjen Costers, weduwe van wijlen Jan Engberts, te samen, en zulks voor een som van 165 guldens [T0079_INV8_p036vo].

1779-02-09: Berend Coster en zijn vrouw Janna Jans, welke verklaarden in 1778 verkocht te hebben ongeveer een akker superplus land onverscheiden met de koperse, gelimiteerd oostzijde Freedk Jonker en westzijde Jannes Braemer, en alhier gelegen,
ten profijte van de weedw Jan Egbers {is zij dit?}, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p117].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar ouders]). 
Koster, Berendjen (I10742)
 

      «Vorige «1 ... 23 24 25 26 27 28 29 30 31 ... 1755» Volgende»