Aantekeningen


Treffers 1,201 t/m 1,250 van 87,707

      «Vorige «1 ... 21 22 23 24 25 26 27 28 29 ... 1755» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1201 1747-08-28: Testament van Jenneken Hendriks, weduwe van wijlen Frerik Jansen Tutertjen, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Braamer als haar voogd, voorts haar zoon Jan Freriks Tutertjen, waarin genoemd:
- beide aan haar kinderen, met namen Mettjen Freriks, Jannes Freriks, Grietjen Freriks en Hindrikjen Freriks, alsmede het kind van wijlen Jan Freriks, Jenneken genaamd, legitieme portie;
- beide maken elkaar erfgenaam;
- beide aan de armen alhier, 35 guldens [T0079_INV5_p208].

1752-02-05: Frerick Jansen en zijn vrouw Harmina Luikassen, welke verklaarden op 28 december 1751 verkocht te hebben 2 akker land, gelegen op de Superplus, gelimiteerd oostwaarts Jan Feriks Tuitertjen, westwaarts de wedw van Albert Barkhoff, aan
handen van Harmannes Boeschen en Henrikes Boeschen, derzelver vrouwen, voor een som van 255 guldens [T0079_INV5_p357].

Na overlijden:

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in
dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw,
voor een som van 130 guldens. [T0079_INV6_p101]

1760-10-11: Gerrijt Hendriks Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, Garrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan
Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick,
westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Jan Bramer en zijn vrouw, voor een som van 117 guldens. [T0079_INV6_p103]

Woonde te Vriezenveen. 
Tutertjen, Jan (I11694)
 
1202 1747-08-28: Testament van Jenneken Hendriks, weduwe van wijlen Frerik Jansen Tutertjen, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Braamer als haar voogd, voorts haar zoon Jan Freriks Tutertjen, waarin genoemd:
- beide aan haar kinderen, met namen Mettjen Freriks, Jannes Freriks, Grietjen Freriks en Hindrikjen Freriks, alsmede het kind van wijlen Jan Freriks, Jenneken genaamd, legitieme portie;
- beide maken elkaar erfgenaam;
- beide aan de armen alhier, 35 guldens [T0079_INV5_p208].

1755-03-28: Testament van Jan Jansen en zijn vrouw Jennegjen Jansen Tuitertjen, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met de secretaris Nicol Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p457].

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in
dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw,
voor een som van 130 guldens. [T0079_INV6_p101]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, Garrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan
Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick,
westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Jan Bramer en zijn vrouw, voor een som van 117 guldens. [T0079_INV6_p103]

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks,
welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Hindrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, voor een som van 124 guldens en 10 stuivers.
[T0079_INV6_p105]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd
in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Garrijt Hindriks
en zijn vrouw, voor een som van 115 guldens. [T0079_INV6_p106]

1788-07-07: Koopakte [T0079_INV_p036].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij grootvader Jan Grobben], 08-07-1754). 
Tutertjen, Jenneken (I11680)
 
1203 1747-08-28: Testament van Jenneken Hendriks, weduwe van wijlen Frerik Jansen Tutertjen, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Braamer als haar voogd, voorts haar zoon Jan Freriks Tutertjen, waarin genoemd:
- beide aan haar kinderen, met namen Mettjen Freriks, Jannes Freriks, Grietjen Freriks en Hindrikjen Freriks, alsmede het kind van wijlen Jan Freriks, Jenneken genaamd, legitieme portie;
- beide maken elkaar erfgenaam;
- beide aan de armen alhier, 35 guldens [T0079_INV5_p208].

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in
dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw,
voor een som van 130 guldens. [T0079_INV6_p101]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, Garrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan
Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick,
westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Jan Bramer en zijn vrouw, voor een som van 117 guldens. [T0079_INV6_p103]

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks,
welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Hindrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, voor een som van 124 guldens en 10 stuivers.
[T0079_INV6_p105]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd
in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Garrijt Hindriks
en zijn vrouw, voor een som van 115 guldens. [T0079_INV6_p106]

1764-06-30: Henrik Braamer en zijn vrouw Grietjen Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker, en een half vierendeel akker hoevenland, op de westere hoeve gelegen, onverscheiden met de weduwe van Lubbert Hulshoff, gelimiteerd
oostwaarts Jannes Tutertjen, westwaarts Hindrik Arens, ten profijte van Hindrikjen van Uijttert, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p334]

1767-02-28: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Luicas Brouwer, welke verklaarden schuldig te zijn wegens verstrekte penningen met interest aan d E Jan Coster en zijn erfgenamen, een som van 84 guldens, en en uit dien voors hoofde met de interest
van dien aan d E Gerrit Coster Egbtz en zijn vrouw een som van 124 guldens en 1 stuiver, alsmede uit de voorschreven hoofde met de interest dien aan d E Gerrit Coster Gerritz en zijn vrouw een som van 152 guldens en 15 stuivers, dus tezamen een
som van 360 guldens en 6 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met daarop staande huis en verdere timmeragie, zo en als zij hetzelve in het gebruik hebben, voor een gedeelte onverscheiden met Henr Spijker,
gelimiteerd oostwaarts Gerrit Jan Elshof, cs, en westwaarts de weedw Jan Berents, cs. Kantlijk akte: Op 27 juli 1768 zijn verschenen Gerrit Costers Egbertszoon, mede namens zijn vrouw, alsmede Jannes Costers, namens zijn vader Jan Coster, mede
voor Gerrit Costers Gerritz, welke verklaarden dat Jannes Joost genoemd bedrag met interest voldaan heeft en deze akte geroyeerd wordt [T0079_INV7_p051].

1768-07-04: Henderikjen Frederix Tuitertien, weduwe van wijlen Jan Berents, als voogd en boedelhoudster zo van haar als haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Berent Jansen als haar voogd, welke verklaarden in 1768 verkocht te hebben een halve
akker boverweegesland, beginnende van de buiteren of wuestenweg, en zo bovenwaarts in, onverscheiden met Jan Jansen, gelimiteerd oostwaarts Roelof Jansen en westwaarts Berent Schipper, ten profijte van Roelof Hinderiks en zijn vrouw, voor een som
van 116 guldens en 10 stuivers [T0079_INV7_p083].

Woonde te Vriezenveen (30-01-1735, 15-09-1737, 24-06-1740, 14-06-1744, 25-06-1747, 27-08-1748). 
Tutertjen, Hendrikjen (I9352)
 
1204 1747-08-28: Testament van Jenneken Hendriks, weduwe van wijlen Frerik Jansen Tutertjen, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Braamer als haar voogd, voorts haar zoon Jan Freriks Tutertjen, waarin genoemd:
- beide aan haar kinderen, met namen Mettjen Freriks, Jannes Freriks, Grietjen Freriks en Hindrikjen Freriks, alsmede het kind van wijlen Jan Freriks, Jenneken genaamd, legitieme portie;
- beide maken elkaar erfgenaam;
- beide aan de armen alhier, 35 guldens [T0079_INV5_p208].

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in
dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw,
voor een som van 130 guldens. [T0079_INV6_p101]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, Garrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan
Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick,
westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Jan Bramer en zijn vrouw, voor een som van 117 guldens. [T0079_INV6_p103]

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks,
welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Hindrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, voor een som van 124 guldens en 10 stuivers.
[T0079_INV6_p105]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd
in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Garrijt Hindriks
en zijn vrouw, voor een som van 115 guldens. [T0079_INV6_p106]

1763-10-22: Jannes Freriks en zijn vrouw Metjen Hendriks, welke verklaarden verkocht te hebben een dagwerk hooiland, gelegen in het zgn Bagijnenland, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw Janna Gerrits Otten, voor een som van 118 guldens.
[T0079_INV6_p268]

1764-06-30: Henrik Braamer en zijn vrouw Grietjen Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker, en een half vierendeel akker hoevenland, op de westere hoeve gelegen, onverscheiden met de weduwe van Lubbert Hulshoff, gelimiteerd
oostwaarts Jannes Tutertjen, westwaarts Hindrik Arens, ten profijte van Hindrikjen van Uijttert, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p334]

1769-07-21: Jannes Frederiks Tuitertien, welke op 11 januari 1769 verkocht heeft ruim 4 wanden roede maat bouwland, met de vrijen opslag daaraan volgende, mits nochtans zal de koper en zijn erfgenamen de vrijheid hebben om achter het huis een
brug over de sloot na het gekochte land te mogen varen, met ene opweg in bekwame tijden, voor een som van 347 guldens, ten profijte van Henderik Henderixen en zijn vrouw [T0079_INV7_p108].

1769-07-21: Jannes Frederixs Tuitertien, welke op 11 januari 1769 verkocht een wand bouwland of meerde na advenant te betalen, gelegen op het zgn Smittiesland, alsmede een opweg in bekwame tijden, voor een som van penningen als hem verkoper door
de koper ten vollen en ten genoegen betaald is, ten profijte van Jan Henderix Pleij en zijn vrouw [T0079_INV7_p109].

1769-07-21: Jannes Frederixs Tuitertien, welke op 11 januari 1769 verkocht 5 vierendeel akkers boverweegesland opgaans, zijnde hooi en turfland, gelegen op de westere hoeve, voor een som van 195 guldens en 11 stuivers, ten profijte van Jan Jansen
Junior en erfgenamen [T0079_INV7_p110].

1769-07-22: Jannes Frederixs Tuitertien, welke op 11 januari 1769 verkocht 14 wanden bouw of hooiland, waarvan 8 wanden roede maat gelegen zijn op het wester stuk of land, naast dat van de weedw van wijlen Henderik Gerrits Coster, cs, beginnende
achter de goorden van verkoper, daar Smittiesland begint, en zo bovenwaarts in, vervolgens destijds mede verkocht 6 wanden roede maat gelegen op het zgn Jan Wolters Smitsland, alias Smittiesland, met een bekwame opweg en dat alle 14 wanden
tezamen voor een som van 475 guldens, ten handen van de Weledele Heer Jan Henderik Dikkers, scholtus van het Vriezenveen, en zijn vrouw Geertien Brouwer [T0079_INV7_p111].

1769-08-14: Jannes Frederix Tuitertien, welke verklaarde op 11 januari 1769 verkocht te hebben 2 wanden bouwland roede maat, na contingent te verdelen met de weg, en opweg daartoe behorende, voor een som van 101 guldens en 10 stuivers, ten
profijte van Roelof Otten, alias Smelt, en zijn vrouw [T0079_INV7_p114].

1771-08-05: Jannes Frederixen Tuitertien, welke verklaarde op 11 januari 1769 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouw of boverland en 2 roeden, voor een som van 56 guldens en 1 stuiver, ten profijte van Henrik Gerritsen, Henricus Gerritsen en
Jenneken Gerritsen Gijseler [T0079_INV7_p162].

1771-08-05: Jannes Frederixen Tuitertien, welke verklaarde in 1769 verkocht te hebben aan de Heer Scholtus Jan Hinderik Dikkers en zijn vrouw Geertjen Brouwer, een goorden, beginnende van het hek achter de brink van de verkoper boverwaarts
ingaande zover dezelven omgraven is, gelimiteerd aan de westkant Hnrik Henrixen en de weeduwe van wijlen Henr Costers, daar benevens heeft geseijd Jannes Tuitertien an wel gemelde Scholtus verkocht de stege zo aan de oostzijde van gemelde goorden
daartegen leijd, tezamen voor een som van 225 guldens, in gevolgen daarvan opgerichte condities van 11 januari 1769, vervolgens verklaart verkoper verkocht te hebben de schuur, zo voor de goorden op de brink is staande, met die conditie dat het
de koper zal vrij staan om ges schuur of schapenschot, waartoe dezelve thans gebruikt wordt, daarop te mogen laten staan, na de kopers goedvinden, met het recht om de schapen of vee over de brink heen en weder te mogen drijven, en die schuur en
die schuur of schapenschot, verkocht voor een som van 65 guldens, dus tezamen 290 guldens [T0079_INV7_p163].

1772-06-23: Jannes Frederixen Tuitertien, welke verklaarde in 1772 verkocht te hebben een goorden, beginnende achter Coopmans goorden, zover als dezelve omgraven leijd, daar benevens nog een goordentien, liggende achter de Waterleijdink, in zover
als omgraven leijd, alsmede nog een goordentjen, gelegen achter die van de erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, met een vrije op welke daar heen, en van dan, te varen en te drijven, tussen de landerijen van de wedw Henrik Gerrits Coster en
Henderik Hinderixen, en Derk Arens d Smit, cs, ten profijte van Frederik Gerritsen en zijn erfgenamen, voor een som van 75 guldens [T0079_INV7_p179].

1777-01-20: Berend Gerrits Pijper, welke verklaarde in 1776 verkocht te hebben zijn gras of hooigoorden, gelegen en beginnende aan deze kant van de Waterleijdink achter of voor het grooste (?) gedeelte in de landerijen van Derk Aerentsen Smit, zo
verre aldien om graevin (?), alhier op het Vriezenveen gelegen, en dat vrij van verpondinge en contributien, en aangaande den op weg daarin en met hooi uit te varen zal moeten en kunnen geschieden ingevolge decreet van het Scholtengericht van
Vriezenveen op authorisatie en approbatie van wijlen zijn Excellentie, den Heere Ad P Z Graeff van Rechteren, etc, Hoog Zalr gedachtenisse op 24 en 27 meij 1740 afgegeven, dat 3 jaren den opweg zal gaan op en over het land van de wed Jan Evertman
ofte nu Lutgerdina Eevertman ende 2 jaren op en over het land van wijlen Jan Wolters Smit en dat van Jannes Freederiks Tuitertien, zgn cs en dat aan handen en ten profijte van Gerrit Schipper en zijn vrouw, voor een som van 170 guldens
[T0079_INV8_p064].

1788-07-07: Koopakte van erfgenamen wijlen Jannes Freriks Tutertjen met de Heer J H Dikkers [T0079_INV10_p036].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 35, nr. 7:
Man : Jannes Freriks.
Vrouw : Mettjen Henderiks.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : Hend. Gerrits en vrouw Stijntjen Berentsen en Hinderik Hinriksen.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Tutertjen, Jannes (I15193)
 
1205 1747-08-28: Testament van Jenneken Hendriks, weduwe van wijlen Frerik Jansen Tutertjen, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Braamer als haar voogd, voorts haar zoon Jan Freriks Tutertjen, waarin genoemd:
- beide aan haar kinderen, met namen Mettjen Freriks, Jannes Freriks, Grietjen Freriks en Hindrikjen Freriks, alsmede het kind van wijlen Jan Freriks, Jenneken genaamd, legitieme portie;
- beide maken elkaar erfgenaam;
- beide aan de armen alhier, 35 guldens [T0079_INV5_p208].

1766-11-19: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berent Lubberts Smit en zijn vrouw Jenneken Gerritsen Smelt, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Roelof Wolters als haar voogd, waarin genoemd:
- zij aan haar vader Gerrit Harmsen Smelt en haar moeder Mettjen Frederix Tuitertien, legitieme portie;
- beide aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV7_p043].

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, Garrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan
Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick,
westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Jan Bramer en zijn vrouw, voor een som van 117 guldens. [T0079_INV6_p103]

1760-10-11: Gerrijt Hendriks en zijn vrouw Grietjen Freriks, Garrijt Harms Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks,
welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Jan Jansen, aan handen van Hindrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, voor een som van 124 guldens en 10 stuivers.
[T0079_INV6_p105]

1760-10-11: Gerrijt Harmsen Smelt en zijn vrouw Mettjen Freriks, Jannes Freriks en zijn vrouw Mettjen Hendriks, Jan Jansen en zijn vrouw Jennigjen Jansen en Hendrikjen Freriks, wedw van Jan Berens, bijgestaan met Jannes Barkhoff als haren voogd
in dezen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Freriks, welke verklaarden op 8 mei 1760 verkocht te hebben de aangeerfde ongeveer een akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts Egbert Fick, westwaarts Esse Egbers, ten profijte van Garrijt Hindriks
en zijn vrouw, voor een som van 115 guldens. [T0079_INV6_p106]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Tutertjen, Metjen (I11863)
 
1206 1747-12-09: Frederica Gerrits Smelt, weduwe van Henricus Hendriks, zo voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Pr Nicol Harwig als haar voogd, welke wegens ontvangen penningen schuldig is aan
Berent Kenkhuis en zijn vrouw, een som van 100 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de goorden daarachter gelegen, staande en liggende in het land van de weduwe Jannes Geerding, gelimiteerd oostwaarts de stege,
westwaarts Henricus Graave [T0079_INV5_p215].

1747-12-10: Frederica Gerrits Smelt, weduwe van Henricus Hendriks, zo voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde op 30 september 1747 verkocht
heeft een dagwerk hooiland, gelegen in het zgn Bagijnenland, gelimiteerd oostwaarts de Rigterije, westwaarts Willem Braamer, ten profijte van Otto Harwig en zijn vrouw, voor een som van 106 guldens [T0079_INV5_p217].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 17, nr. 5:
Man : -.
Vrouw : Weed. Nices Smit.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Harmanus Hinder. en Janna Hinderiks.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Smelt, Fredrika (I16457)
 
1207 1747-12-09: Frederica Gerrits Smelt, weduwe van Henricus Hendriks, zo voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Pr Nicol Harwig als haar voogd, welke wegens ontvangen penningen schuldig is aan
Berent Kenkhuis en zijn vrouw, een som van 100 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de goorden daarachter gelegen, staande en liggende in het land van de weduwe Jannes Geerding, gelimiteerd oostwaarts de stege,
westwaarts Henricus Graave [T0079_INV5_p215].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 17, nr. 3:
Man : -.
Vrouw : Weed. Jannes Geerdink.
Kinderen >10 jaar : Gerrit Geerdink, Janna Geerdink.
Kinderen <10 jaar : Mette Geerdink, Henderica Geerdink, Maria Geerdink.
Dienstboden : Gerrit Gerritsen.
Inwonenden : -.

1751-08-13: Garrijt Harms en zijn vrouw Janna Derks, voorts Jan Hendriks Hols als voogd over de 2 onmondige kinderen door wijlen Derk Huls nagelaten met namen Marrigjen en Jenneken Derks, en vervolgens Lambert ten Caate en Hindrikjen Jansen,
welke verklaarden verkocht te hebben, te weten de 1e haar een haar pupillen eigen toebehorende koeweide en de 2e hare eigendomelijke halve koeweide, alles gelegen in de landerijen van wijlen Derk Jansen Hols, gelimiteerd oostwaarts Jasper
Braamer, westwaarts de wedw van Jannes Geerdink, zo en als zij verkopers dezelve in het gebruik hebben gehad, ten profijte van de E Bernardus Spijker en zijn vrouw Gesina Cruis, en dat voor een som de ene koeweide voor 75 guldens en de halve voor
25 guldens [T0079_INV5_p337].

1752-09-21: Berent van der Aa en Gerrijt Berens Winter, als voogden over de onmondige kinderen van wijlen Jannes Geerdink en Harmina van der Aa nagelaten, voorts Berent van der Aa en zijn vrouw Hindrikjen Berens Grubben, Garrijt van der Aa en
zijn vrouw Janna Jansen de Ruijter, en Hermannes ten Monsel (?), tezamen erfgenamen van wijlen Pauwel van der Aa en de rato caverende van de mede absente erfgenamen, welke verklaarden op 29 juni 1752 verkocht te hebben 2 stukjes goordenland,
gelegen in het zgn Piksens Derksland, het ene gelegen aan de buitere kant van deze kerkweg op de oude huisplaatse, beginnende van Berent Egbers Snijder zijn goorden, tot aan de goorden van wedw Jannes Geerdink, en een grasgoordentjen, aanvang
nemende van de Waterleijdik tot aan de goorden van de wedw Jannes Geerdink, gelimiteerd oostwaarts Jasper Braamer, westwaarts de wedw Jannes Geerdink, ten profijte van Jan Klump en zijn vrouw Jenneken Jansen Telgenkamp, voor een som van 90
guldens [T0079_INV5_p380].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
van Weerselo, Johanna (I12826)
 
1208 1747-12-09: Frederica Gerrits Smelt, weduwe van Henricus Hendriks, zo voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Pr Nicol Harwig als haar voogd, welke wegens ontvangen penningen schuldig is aan
Berent Kenkhuis en zijn vrouw, een som van 100 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de goorden daarachter gelegen, staande en liggende in het land van de weduwe Jannes Geerding, gelimiteerd oostwaarts de stege,
westwaarts Henricus Graave [T0079_INV5_p215].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 18, nr. 3:
Man : Berent Kenkhuis.
Vrouw : Aeltien Gerrits.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : Geertjen Kenkhuis, Jan Kenkhuis en Henderikjen Kenkhuis.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.

1756-05-08: Frerick Feijer, de rato mede caverende voor zijn mede voogd Jan ten Caate, tezamen voogden van Albertus Braamer, nagelaten zoon van Henrikus Braamer, welke verklaarde op 11 februari 1755 verkocht te hebben haar pupillen eigen
toebehorende halve huis, met het 4e part van de brink, staande en gelegen in het zgn Jan Teunis Geesenland, ten profijte van Berent Kenkhuis en zijn vrouw, voor een som van 151 guldens [T0079_INV5_p559].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Kenkhuis, Berend (I10489)
 
1209 1748-02-03: Jan Prinsen, Garrijt Barkhoff, Jan Hendriks Schuirman, Hendirk Heijneman en Jan Hendriks Glas, de rato caverende voor hare vrouwens, en de andere absente erfgenamen, voorts Klaas Krol en Jan Harms {wie is dit?}, als erfgenamen van
wijlen Jan Egbers, welke verklaarden verkocht te hebben het aangeerfde huis, met de halve brink, verdere timmeragie en houtgewas daarop staande, voorts ruim 300 treden roede maat bouwland, 2 koeweiden, en een stukken goordenland aan deze zijde
van de Waterleijdink gelegen, alles staande en liggende in de landerijen van wijlen Jan Egbers, gelimiteerd oostwaarts Jan Berens Teur (?), westwaarts de weduwe Teur Jenne, ten profijte van Engbert Lukas en zijn vrouw, voor een som van 405
guldens en 5 sutivers [T0079_INV5_p224]. 
Egberts, Jan (I65367)
 
1210 1748-03-27: Testament van Trijntjen Engbers, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Hendr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar beide zussen Geertjen Fredrix en Armken Fredrix, al haar na te latene goederen;
- haar zus Jennegien Engbers, 75 guldens;
- haar zus Armken Freriks, haar kast met hetgeen dat op de sterfdag daarin wordt bevonden [T0079_INV5_p225].

Woonde te Vriezenveen [inwonend bij Jan Gerritsen Smelt en Hendrikjen Jansen van der Aa]; Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar zuster Geertjen]). 
Fredriks, Armken (I36469)
 
1211 1748-03-27: Testament van Trijntjen Engbers, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Hendr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar beide zussen Geertjen Fredrix en Armken Fredrix, al haar na te latene goederen;
- haar zus Jennegien Engbers, 75 guldens;
- haar zus Armken Freriks, haar kast met hetgeen dat op de sterfdag daarin wordt bevonden [T0079_INV5_p225]. 
Engberts, Jennegjen (I66666)
 
1212 1748-08-27: Jannes Gerritsen, scheper bij gezin Jan Jonkman en Jenneken Smelt, woont te Vriezenveen.

1771-08-01: Woont te Sibculo. 
Bakhuis, Jannes (I15685)
 
1213 1748-09-28: Albert Vrijlink en zijn dochter Aaltjen Berens Vrijlink, bijgestaan met kerkm Hindrik Eevertman als haren voogd, welke wenges genegotieerde penningen en geleverde winkelwaren schuldig te zijn aan de Ed Jan Thoms Schimmelpennink en
zijn vrouw, een som van 75 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 200 treden roedemaat bouwland, gelegen in de landerijen van de wedw wijlen Roeloff Gerrits Smelt, gelimiteerd oostwaarts Pastorienland, westwaarts Lubbert Smit.
Kantlijn akte: Deze ... is aan de rentheffer voldaan, waardoor de akte wordt doorgehaald [T0079_INV5_p235].

1749-07-12: Mr Ad Henr Harwig en Bernaruds Spijker, als door de crediteuren aangestelde curatoren over in geabandonneerde boedelvan Albert Vrijlink en zijn stiefdochter Aaltjen Berens Vrijlink, welke verkopen het huis en verdere getimmerde,
staande op het Pastorienland, alsmede 2 wand land op een stuk in de landerijen van Piksens Derksland gelegen, voor dezen Albert Vrijlink en zijn stiefdochter voornd toebehoord hebbende, en daar de wedw Scholtinne Kruis op 8 februari 1749
gerechtelijk aangekocht, aan handen van Geertjen Schol, wedw van wijlen de Hr Scholtus Claas Cruis en haar kinderen, voor een som van 263 guldens en 2 stuivers [T0079_INV5_p261].

1749-07-19: Mr Ad Henr Harwig en Bernaruds Spijker, als door de crediteuren aangestelde curatoren over in geabandonneerde boedelvan Albert Vrijlink en zijn stiefdochter Aaltjen Berens Vrijlink, welke verkopen 200 treden roede maat bouwland in de
landerijen van de wedw Roelof Gerrits Smelt gelegen, voor dezen Albert Vrijlink en zijn stiefdochter toebehoord hebbende, en daar de wedw Roelof Gerrits Smelt op 8 februari 1749 gerechtelijk aangekocht, aan handen van gezegde Roelof Gerrits Smelt
en kinderen, voor een som van 100 guldens [T0079_INV5_p262].

1749-07-19: Mr Ad Henr Harwig en Bernaruds Spijker, als door de crediteuren aangestelde curatoren over in geabandonneerde boedelvan Albert Vrijlink en zijn stiefdochter Aaltjen Berens Vrijlink, welke verkopen een bouwgoorden, beginnende van deze
Kerkweg, en dan nog een goorden tegen de Weeme gelegen, alles gelegen in de landerijen van de weduwe Roeloff Gerrits Smelt, zo en als Albert Vrijlijk dezelve in het gebruik heeft gehad, en door Jan Muller op 8 februari 1749 gerechtelijk
aangekocht, aan handen van genoemde Jan Muller en zijn vrouw, voor een som van 319 guldens en 1 stuiver [T0079_INV5_p265].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748. 19-08-1753). 
Frielink, Aaltjen (I34326)
 
1214 1749-03-19: Jasper ten Caate, Jan, Jannes, Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Hendrik ten Caate als haren voogd, welke verklaarden op 9 februari 1749 aan Hindrik Gerrits en zijn vrouw verkocht te hebben
een akker hooiland, gelegen in het zgn Voss Wilmsland (?), beginnende van de Waterleijdick, en eindigende met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Jan Smelt, westwaarts Klaas Berens, cs, zo en als comparanten wijlen vader Egbert ten Caate in het
gebruik heeft gehad, voor een som van 537 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p250].

1750-02-19: Jasper ten Caate, Jan en Jannes ten Cate, voorts Berentjen, Frederika en Janna ten Caate, zijnde de 3 laatste bijgestaan met Henrik ten Caate en Engbert Henriks als haren voogden, welke verklaarden op 9 februari 1749 verkocht te
hebben het halve land, opgaans te vene, te velde met top en twijg daarop staande, zijnde het oostere stukke bouwland, blijvende het verdere land in gemeenschap, maar de goordens zullen kunnen en mogen verdeeld worden, en de brink in gemeenschap
blijven, met het houtgewas daarop staande, maar de timmeragie behouden verkopers voor haar, zijnde het land bezwaard boven de ordinairis lasten met 2 ...nt rogge jaarlijks aan de tijdelijke predikant tot Almelo, en behouden de verkopers het recht
om een brug te mogen leggen van de gemeenschappelijke brink achter verkopers schuur om na of op het zgn Glase Klaas Hindriksland te mogen varen en drijven, wat zij te vader hebben, ten profijte van Wijcher Jansen en zijn vrouw, voor een som van
810 guldens en 11 stuivers [T0079_INV5_p279].

1750-11-26: Testament van Frederika ten Caate, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Engbert Timmerman als haar voogd, waarin genoemd:
- haar broer Jannes ten Caate en haar 2 zussen, met namen Berentjen en Janna ten Caate, enig en universele erfgenamen;
- aan de armen alhier op het Vriezenveen, 15 guldens [T0079_INV5_p311].

1758-12-18: De E Jan ten Caate en zijn vrouw Judith Costers, voorts Jan Harmen Costers en zijn vrouw Aaltjen Costers, en doen bij dezen in kwalitiet als verkopers van de bij sententie verwonnen en executabel verklaarde vaste goederen van Jasper
ten Caate, gerechtelijk cessie, transport en overdracht aan Jannes ten Caate, Berentjen ten Caate, Frederika en Janna ten Caate, en haar erfgenamen van het huis, schuur, varkensschot, met de halve brink, en houtgewas daarop staande, alsmede de
halve goorden achter het huis, met nog 4 wanden bouwland en de opslag, zo en als zij verkopers hetzelve gerechtelijk op 30 oktober 1751 ingevolge condities en voorwaarden uit de boedel van Jasper ten Caate hebben aan haar gekocht, voor een som
van penningen, zo de verkopers bekennen dat aan haar door de kopers ten vollen waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p734].

1762-07-31: Testament van Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Kaate, de eerste enigszins zwak van lichaam, de laatste gaande en staande, waarin genoemd:
- hij de legiNOTE Tijd: portie aan zijn dochter Berendina genaamd, zo bij wijlen zijn eerste vrouw Jennegjen van Olde heeft verwekt;
- beide elkaar erfgenaam met testament op langst levende;
- beide tot enig en universeel erfgenaam het kind Berendina enaamd, zo testator bij zijn eerste vrouw Jenneken van Olde heeft verwekt;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen een mudde rogge. [T0079_INV6_p207]

1764-05-02: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Cate, welke verklaarden op 19 maart 1764 verkocht te hebben een akker buiterland, onverscheiden met Gerrijt Gerrits, beginnende van de zgn buiterenweg, dog met het recht van de weijden der
kome (?) tot aan de nieuwen Kerkweg, gelegen in de landerijen van het zgn Fuit Harmsland, gelimiteerd oostwaarts Jan Prinsen, westwaarts Egbert Schuirman, ten profijte van Jannes Prinsen en zijn vrouw, voor een som van 230 guldens.
[T0079_INV6_p289]

1764-05-02: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Cate, welke verklaarden op 19 maart 1764 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, op het land van Jan Harms Schoemaker gelegen, gelimiteerd oostwaarts Jan Prinsen, westwaarts de Toeterie, doch
de rogge zo op het bouwland staat en dit jaar komt te wassen, behouden verkopers voor haar, om dezelve vrij en zonder lasten te mogen afhalen, ten profijte van Jan Prinsen en Egbert Raphuis, dezelfs vrouwen, voor een som van 180 guldens.
[T0079_INV6_p291]

1764-05-02: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Cate, welke verklaarden op 19 maart 1764 verkocht te hebben ongeveer 3 wanden bouwland, met nog een bouwgoorden, in het zgn Toeterie gelegen, gelimiteerd oostwaarts Jan harms Schoemaker en
westwaarts Berent Hindriks, doch de rogge op het bouwland staat, en dit jaar komt te wassen, behouden verkopers voor haar, om dezelve vrij en zonder lasten te mogen afhalen alsmede het beste eiken boomtjen daarop staande, ten profijte van Jannes
Berens en zijn vrouw, voor een som van 260 guldens. [T0079_INV6_p293]

1764-05-02: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Cate, welke verklaarden op 19 maart 1764 verkocht te hebben een halve akker woestenland, in de wester woeste, onverscheiden met Bernardus Spijker en Jan Smelt, ten profijte van de E
Bernardus Spijker en zijn vrouw, voor een som van 112 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p295]

1764-05-02: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Cate, welke verklaarden op 19 maart 1764 verkocht te hebben de halfscheid van de landerijen Glaese Klaasland genaamd, beginnende van deze Kerkweg, tot aan de waterleiding, gelimiteerd
oostwaarts Wicher Jansen, westwaarts Haalovers Flege, doch behouden de verkopers de besten eiken bomen daarop staande voro haar, ten profijte van Ad Henr Bartelink en zijn vrouw, voor een som van 201 guldens. [T0079_INV6_p296]

1764-07-25: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederica ten Cate, welke verklaarden op 9 mei 1764 verkocht te hebben een huis en goorden daar achter gelegen, beginnende van deze Kerkweg, en eindigende de goorden tot aan de dwarssloot, zo en als zij
verkopers hetzelve hebben bewoond en bezeten, gelimiteerd oostwaarts de goorden van Egbert Raphuis, westwaarts de Steege of land van het zgn Fuit Harmensland, ten profijte van Abram Mokkelenkate en zijn vrouw Maria Keppelink, haar kinderen, voor
een som van 290 guldens. [T0079_INV6_p347]

1764-07-25: Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederica ten Cate, welke verklaarden verkocht te hebben een ROSMOLEN, staande en gelegen op het zgn Weijde Bartelsland, aan handen van Berent Hendriks, Garrijt Derks, Albert Gerrits, Roelof Wijchers,
Henrikus Schoemaker, Hindrik Brouwer, de wedw Garrijt Brink, Jan Hulshoff, Lukas Lukassen, de weduwe van Lukas Fronten, Garrijt Egbers, Garrijt Kenkhuis, de wedw van Harmen Egbers Meijer, voor een som van 87 guldens en 10 stuivers.
[T0079_INV6_p348]

1764-07-28: Guert Wolters Schuirman en Geertjen Egbers, en als volmachtiger van zijn schoonzus of zus Janna Egbers, voorts Jannes Jansen en Jannes Harms, als voogden over de onnosele Jenneken Egbers, en Jan Egbers, welke verklaarden op 10 maart
1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Jannes Jansen Vetteker, met daarop staande huis en timmeragie, uitgezonderd de schuur, zo Jan Egbers voor hem zal hebben en behouden, maar zal dezelve niet mogen
vertimmeren tot een huis, voorts behoud Jan Egbers in het huis, zo lang hij ongetrouwd is, een stede bij de haard, licht en brand vrij, en een bekwame slaapplaats, ten profijte van Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Caate, voor een som
van 1610 guldens. [T0079_INV6_p349]

1777-02-28: Henderik van Olde, zo voor zichzelfs en voor zijn innocente vrouw Fredrica ten Caete, welke verklaarde schuldig te zijn, wegens ontvangen penningen, ingevolge handschrift daarvan gemaakt aan Aaltien Berents, een som van 125 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 2 akkeren lands met het daarop staande huizen, verdere timmeragie, gedeeltelijk onverscheiden met Jannes Jansen Vetteker, gelimiteerd oostwaarts Graeven Jennenland en westwaarts de Kerksteege,
alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p065vo].

1780-01-01: Hendrica ten Caete, ev Henderik van Olde, zus testator, benoemd tot legataris van 200 en 300 gulden (Testament Jannes ten Caete en Fenneken Jansen). [Toeg0079_Inv8]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [dienstbode bij Lenart Woltens en Geertjen Jansen], 29-01-1755). 
ten Cate, Fredrika (I19872)
 
1215 1749-04-04: Pr Nicol Harwig als gevolmachtigde van de E Egbert Costers en zijn vrouw Judith Costers, luid volmacht van de rigter van Almelo van 2 april 1749 gepasseerd, welke verklaarde over te dragen het huis en goorden alhier op het
Vriezenveen, in het zgn Rutgersland gelegen, gelimiteerd oostwaarts de goorden van Gerrijt de Ruiter, westwaarts de steeg, zo en als compt principalen hetzelve huis en goorden van de kinder van wijlen Berent Koops hebben aangekocht, ten profijte
van Henrikus Henriks Clompemaker en erfgenamen, voor een som van 505 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p252].

1752-03-24: Frerick Berens, welke verklaarde schuldig te zijn aan Henrikus Hendriks Klompmaker, een som van 1020 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op ruim 3 akker land, met daarop staande huis en verdere timmeragie, zo en als
het tegenwoordig door hem wordt bewoond en gebruikt alhier op het Vriezenveen [T0079_INV5_p363].

1756-03-27: Henrikus Hendriks Klompemaker, als aangestelde voogd van zijn broer Rutgert Hendriks Klompemaker, en doet bij dezen gerechtelijke cessie, transport en overdracht van assudaenen (?) halve akker hoevenland, onverscheiden met Egbert
Berens de Groote, als Willem Jansen Post, op 15 februari 1753 van Rutgert Hendriks Klompemaker heeft aangekocht, voor een som van 89 guldens, van welke volle kooppenningen bij Henrikus Henriks, in zijn voornoemde kwaliteit, bekend dat door de
kooper Willem Jansen Post (en zijn vrouw) zijn voldaan en betaald [T0079_INV5_p544].

1756-05-08: Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden op 21 januari 1756 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, alhier op het Vriezenveen, in het zgn Hoff Jansland gelegen, en zo het Jan Berens Hoff in het gebruik heeft gehad,
aan handen van Henrikus Hendriks Klompemaker en erfgenamen, voor een som van 114 guldens [T0079_INV5_p554].

1766-05-10: Frederik Claesen en Jan Coerts, als voogden van het minderjarige meisje van wijlen Harmen Bom en wijlen zijn vrouw, voorts de onderscholtus Ad Henr Bartelink, Frederik Claesen en Jan Coerts, namens en als volmachtigers van de
meerderjarige zoon Luicas Harmsen Bom, beide kinderen en erfgenamen van wijlen voorn Hermen Bom, welke verklaarden op 18 januari 1766 verkocht te hebben 2 grasgoordenties, tegen en naast melkander, beginnende van de Waterleijdink heen buten, ter
zo verre dezelve omgraven zijn, oostwaarts de gaarden van Frederik Derksen en westwaarts de Steege, gelegen in het zgn Hospes en Rutgersland, ten profijte van Henricus Clumper en zijn erfgenamen, voor een som van 171 guldens [T0079_INV7_p008].

1773-06-15: Jan Henderik Wiegers, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijn kinderen, de rato caverende, welke verklaarde schuldig te zijn aan Henricus Clumper, wegens verstrekte penningen, een som van 1000 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2,5 akker lands opgaans met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd aan de oostzijde Albert Menderink en aan de westkant, voor een gedeelte gesepareerd en gelegen met
Egbert Berents, mitsgaders een halve akker woestenland, alsmede de achtermate zijnde hooiland, beginnende van de Weeteringe tot aan de dijk of de Aa, gelegen in de landerijen van het zgn Jan d Ruiters en Weversland, een grasgoorden bij de
buiterenweg in het zgn Hols Jans Derksland, benevens zijn 2 akkeren Superplusland, gelegen naast die van de weedw wijlen Berent Engbers, en een halve akker hoevenland op de oosterhoeve [T0079_INV7_p217].

1775-10-12: Jan Hend Wiegers, voor zichzelfs ende als vader en wettige voogd van zijn kinderen, ende boedelhouder daar voor caverende, welke verklaarde schuldig te zijn, wegens ontvangen penningen, aan Henricus Clumper, een som van 200 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 2,5 akker lands opgaans met het daarop staande huis, schuur en andere timmeragie, voor een gedeelte gesepareert, onverscheiden met Egbert Berents, mits gaders een halven woesten akker, alsmede
de achtermaat in de landerijen van het zgn Jan d Ruiters en Weversland, een grasgoorden bij den Buterenweg en Hols Jans d Esland, benevens zijn 2 akkeren Superplusland, en een halve akker hoevenland op de oosterhoeve [T0079_INV8_p039vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn schoonzuster Aeltjen Broertjen]). 
Klompemaker, Hendrikus (I21230)
 
1216 1749-04-10: Testament van Berent Jansen Ueben en zijn vrouw Grietjen ten Cate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Adolph Henrick Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Grietjen ten Cate, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn vader en moeder, met namen Jan Jansen Ueben en Grietjen Jansen, legitieme portie;
- hij aan zijn naaste vrienden, al zijn kleren, zo linnen als wollen, wat tot zijn lichaam behoort;
- zij haar man Berent Jansen Ueben, enig en universeel erfgenaam;
- zij aan haar broer Henderik ten Cate, haar kleren, dewelke tot haar lichaam behoren, zo linnen als wollen, met har kist an derzelven overlijden, alsmede haar kerkboek met zilveren krappen;
- beide aan de armen alhier, 50 guldens [T0079_INV5_p254].

1759-04-01: Testament van Grietjen Jansen, weduwe van Jan Jansen Euben, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, gezond van lichaam bevonden, waarin genoemd:
- aan haar 3 kinderen, met namen Berent Jansen, Albert Jansen en Hindrikjen Jansen, weduwe van Berent Koers, alsmede het kind door wijlen haar dochter Jenneken Jansen bij Roeloff Otten verwekt nagelaten, Hermine genaamd, als enige en universele
erfgenamen;
- aan haar zoons kind van Albert Jansen, Grietjen genaamd, de som van 100 car guldens;
- aan het kind van haar wijlen dochter Jenneken Jansen, Harmine genaamd, de som van 50 guldens;
- aan haar wijlen dochters kind Harmine genaamd heeft gelegateerd en gemaakt in het lnad van Albert Jansen ...blijven staan tot de tijd toe het zelve komt te trouwen, en zo hetzelfde kind ongetrouwd komt te ... zullen de ... 50 gulden, devolveren
vervalt .. versterven op het kidn van Albert Jansen, Grietjen genaamd. [T0079_INV6_p013]

1759-07-26: Grietjen Jansen, wedw van Jan Jansen Euben, bijgestaan met Derk Derksen als haar voogd, welke verklaarde bij deze te vernietigen het testament op 1 april 1759 opgemaakt. [T0079_INV6_p039]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jansen, Grietjen (I34366)
 
1217 1749-09-15: Testament van Janna ten Caate, vrouw van Lukas Feijer, bijgestaan met de schoolmr Ad Henr Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- haar stiefzoon Jan Lukas Feijer, enig en universeel erfgenaam;
- haar zuster Fenne ten Caate haar dochter, Janna genaamd, alle haar kleren, zo wollen als linnen, met haar kist en haar boek met zilveren veslag;
- aan de armen alhier, 50 guldens, door haar efgenaam Jan Lukas Feijer te zullen worden uitgekeerd en betaald [T0079_INV5_p267].

1757-02-19: Berent Gerrits Kreemer en zijn vrouw Janna Lubbers, welke verklaarden op 19 januari 1756 in erfkoop verkocht te hebben een halve akker hooiland in het westen vierendeel gelegen, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de dijk of
Aa, onverscheiden met Garrijt Schipper, cs, ten profijte van Jan Lukas Feijer en erfgenamen, voor een som van 151 guldens [T0079_INV5_p623].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Faijer, Jan (I15477)
 
1218 1749-09-15: Testament van Janna ten Caate, vrouw van Lukas Feijer, bijgestaan met de schoolmr Ad Henr Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- haar stiefzoon Jan Lukas Feijer, enig en universeel erfgenaam;
- haar zuster Fenne ten Caate haar dochter, Janna genaamd, alle haar kleren, zo wollen als linnen, met haar kist en haar boek met zilveren veslag;
- aan de armen alhier, 50 guldens, door haar efgenaam Jan Lukas Feijer te zullen worden uitgekeerd en betaald [T0079_INV5_p267].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jonker, Janna (I21417)
 
1219 1750-01-15: Jenneken Henriks, wedw van Jan Wilms, bijgestaan met Ad Henr Harwig als haar voogd, welke op 11 januari 1750 verkocht te hebben, een huis met de goorden, en de plaatse daar het huis op staat, gaande tot aan de dwarssloot, part zijne
bru..t, liggende in zijne bekende bepalinge, met de melkspinde, en de v van en het huisjen, en de balken ... met nog een 8e part van het zgn Kintmansland, beginnende van deze nieuwe Kerkweg en eindigende to aan de Oldengravene, aan handen van
Harmannus Berents en zijn vrouw Hindrikjen Jansen, voor een som van 442 guldens en 10 stuivers, vervolgens is voor de verkoper in het verkochte huis de tijd hare levens beschijden een stede bij de haard, licht en brand vrij, voorts hare
slaapplaatse te behouden, daar zij die tot dusver gehad heeft, te weten de voorste bedstede of daar Brinkman in slaapt, voorts zich of suchtig wordende haar goede handreikinge te doen, nog is beschrijden, dat zo wanner die beide kopers het huis
in 2 delen kwamen te bewonen, zij verkopers haar k...e houdt hij wien van beide zij blijven wil in .. een geval zal diegene daar verkopers hij blijft van de andere bezitter hebben te ...schen zoveel als 2 onpartijdige mannen oordelen daarvan
behoude te trekken [T0079_INV5_p274].

1750-01-15: Harmannus Berents en zijn vrouw Hinrikjen Jansen, welke verklaarden wegens bij haar opgenomen en ontvangen penningen schuldig te zijn aan Henrikus Hendriks Feijer en erfgenamen een som van 300 guldens, comparanten stellen hypotheek
met onderpand op het huis met de goorden en plaatse daar het huis op staat, tot aan de dwarssloot, en dan een 8e part op Kintmansland, beginnende van deze nieuwe Kerkweg to aan de Olden Graven, zo en als zij genoemde huis en landerijen van
Jenneken Hindriks, wedw van Jan Wilms hebben aangekocht [T0079_INV5_p277].

1772-12-02: Mannes Berentsen Bodde en zijn vrouw Berentjen Willemsen Camp, welke verklaarden in 1872 verkocht te hebben het halve huis, gedeeltelijk onverscheiden met Jan Coops annex met de halve brink, zijnde het voors halve huis de oostkant,
oostwaarts het land van Jan Freriksen, staande en gelegen ophet zgn Geerinkmansland, voor een som van 100 guldens, ten profijte van Frerik Jansen en erfgenamen [T0079_INV7_p186].

1772-12-19: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemakers, welke verklaarden op 31 januari 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, op het wester stuk, beginnende naast dat van Derk Jansen, boverwaarts in, voor een
som van 76 guldens, ten profijte van Frederik Jansen en Mannes Berendsen {is hij dit?}, doch het eerste wand Frederik Jansen, en het 2e wand Mannes Berents en hare erfgenamen [T0079_INV7_p190].

1772-12-19: Berent Jannessen Hollander en zijn vrouw Jenneken Schoemakers, welke verklaarden op 31 januari 1772 verkocht te hebben 2 wanden roede maat bouwland, op het wester stuk, beginnende naast dat van Mannes Berents en Frederik Jansen,
bovenwaarts in, voor een som van 67 guldens en 10 stuivers, ten profijte van Hermen Vrilink en Henderik Lohuijs, doch het 1e wand aan Hermen Vrilink en het 2e aan Henrik Lohuijs, en derzelver erfgenamen [T0079_INV7_p191].

Woonde te Vriezenveen (23-11-1771). 
Bolde, Hermen (I13870)
 
1220 1750-01-15: Koopakte huis, aankoop door Harmannus Brendts en sijn vrouw Hindrikjen Jansen, samen met Cobes Esse en sijn ankomende vrou.


Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonende bij zijn vader Esse], 01-01-1751, 30-04-1752, 24-03-1754, 13-07-1755, 10-10-1756, 11-12-1757, 19-08-1759, 01-03-1761, 10-10-1762, 22-04-1764, 12-04-1767). 
Essen, Cobus (I9097)
 
1221 1750-02-17: Testament, opgemaakt ten huize van, van Arent Henriks en zijn vrouw Fenneken Berens, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Hindrik Roelofs als haar voogd, waarin genoemd:
- dat de huwelijke voorwaarde, tussen haar, en de voogd over de danmatige (?) 2 kinderen, zo hij testator bij wijlen zijn 1e vrouw Hindrikjen Jansen verwerkt, op 19 maart 1726 opgericht en betekent, in zijn vaste waarde en kracht zal blijven,
zonder dat dezelve voor dit ons testament ot uiterste wil zal worden vernietigd of benadeeld.
- beide benoemen als enig en universeel erfgenaam zoon Henrik Arends, zo testator bij wijlen zijn 1e vrouw Henrikjen Jansen had verwekt, en door testatrice als haar eigen kind aangenomen, en bij vooraf livigheid (?0 van hem Henrik Arens deszelfs
kind Jan Berents bij wijlen zijn vrouw Geertruit Kruis heeft verwekt;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 150 guldens [T0079_INV5_p281].

1753-10-29: Testament van Jan Luicas Camp en zijn vrouw Aaltjen Berents, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Cruis als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers Berent Lucas Camp, Willem Lucas Camp en zijn zus Geertjen Lucas Camp, alle zijn na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- zij haar man Jan Lucas Camp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Frerick Berents en haar zussen, met namen Aeltjen Berents, Jenneken Berents en Fenneken Berens, alle haar na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- beide aan Godsarmen alhier, 4 guldens [T0079_INV5_p406].

Ca. 1760-06 [tussen 1760-05-21 en 1760-06-28]: Jan Freriks en Jan Egbers Smijt, als voogden van Jenneken Berens, voorts Jan Lukas Kamp en zijn vrouw Aaltjen Berens, en Hendrik Arens namens deszelfs moeder Fenneken Berens, tezamen erfgenamen van
wijlen Frerick Berens, welke verklaarden op 26 januari 1759 verkocht te hebben de aangeerfde 3 akkers en 1,5 vierendeel akker lands opgaans, met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Fredrick Bramer, westwaarts
Berent Harms, zo als wijlen Frerick Berens hetzelve in het gebruik heeft gehad, ten profijte van Albert Meijnerink, voor een som van 2225 guldens. [T0079_INV6_p085]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar stiefzoon Henrick]). 
Berends, Fenneken (I12362)
 
1222 1750-02-17: Testament, opgemaakt ten huize van, van Arent Henriks en zijn vrouw Fenneken Berens, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Hindrik Roelofs als haar voogd, waarin genoemd:
- dat de huwelijke voorwaarde, tussen haar, en de voogd over de danmatige (?) 2 kinderen, zo hij testator bij wijlen zijn 1e vrouw Hindrikjen Jansen verwerkt, op 19 maart 1726 opgericht en betekent, in zijn vaste waarde en kracht zal blijven,
zonder dat dezelve voor dit ons testament ot uiterste wil zal worden vernietigd of benadeeld.
- beide benoemen als enig en universeel erfgenaam zoon Henrik Arends, zo testator bij wijlen zijn 1e vrouw Henrikjen Jansen had verwekt, en door testatrice als haar eigen kind aangenomen, en bij vooraf livigheid (?0 van hem Henrik Arens deszelfs
kind Jan Berents bij wijlen zijn vrouw Geertruit Kruis heeft verwekt;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 150 guldens [T0079_INV5_p281]. 
Arends, Albert (I15516)
 
1223 1750-07-11: Roeloff Jaspers Smelt, zo voor hem zelf en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, welke verklaarde gerechtelijk verkocht te hebben 200 treden roede maat bouwland, in verkopers landerijen gelegen, aan handen van Berentjen
en Geertruit Harms en derzelver erfgenamen, voor een som van 72 guldens [T0079_INV5_p295].

1758-12-18: Roeloff Waanders, bijgestaan met Waander Berens als zijn voogd, welke verklaarde in erfkoop verkocht te hebben een bouwgoorden, lang ruim 100 treden, met het halve grasgoordentjen daarachter gelegen, zijnde hetzelve onverscheiden met
Pieter Wilh Harwig en Gerrijt freriks, alles in het zgn Haaloversland, aan handen van Berentjen en Geertruit Harmsen, en dezelver erfgenamen, voor een som van 130 guldens [T0079_INV5_p732].

1762-06-21: Mettjen Jansen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Wolter Leenart als haar voogd in deze, welke verklaarde verkocht te hebben een halve grasgoorden, onverscheiden met Garrijt Jansen, cs, beginnende van de
waterleiding, binnenwaarts in, en dan nog een klein goordentjen, aan de westkant daar tegenover liggende, alles in de landerijen van wijlen Jan de Ruiter, ten profijte van Berentjen Harms en Geertruit Harms, voor een som van 195 guldens.
[T0079_INV6_p201]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Hermsen, Berendjen (I12642)
 
1224 1750-11-21: Willem Braamer en zijn vrouw Kunnera Geers, welke verklaarden verkocht te hebben een stuk land, de Horst genaamd, zo als dezelve omgraven ligt, liggende in verkopers landerijen, naast aan het Koojenland, ten profijte van Berent
Geerligs Kooijker en zijn vrouw Jenneken Grutters, voor een som van 190 guldens [T0079_INV5_p309].

1776-03-18: Berent Geerligs en zijn vrouw Jenneken Grutters, welke verklaarden schuldig te wezen aan de Hr Jan Henderik Dikkers, scholtus alhier en zijn vrouw een som van 50 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grond of stukken
zaailand, de Horst genaamd, gelegen in de landerijen van het zgn Gurten Willemsland, nu behorende de Scholtus Dikkers, en diervoegen zoals het zelve voorheen van wijlen Willem Braemer en zijn vrouw hebben of aangekocht is [T0079_INV8_p047]. 
Kooiker, Berend (I5642)
 
1225 1751-01-24: Janna Glas, [stief]nictje [Testament Trientjen Hendriks, wv Albert Grubben]. Glas, Janna (I21607)
 
1226 1751-01-24: Testament van Trientjen Hendriks, weduwe van wijlen Albert Grubben, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Pr Nicol Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- haar vader Hinrick Klaassen, legitieme portie;
- haar schoondochters 2 kinderen, zo bij Garrijt Witvoet heeft verwekt, met namen Jan en Janna Witvoet, enig en universele erfgenamen;
- aan het meisje Janna vernoemd, haar zwarte kleed, en het zoontje Jan het Jansien (?) kleed door wijlen haar man j..ijen Albert Grubben nagelaten, en aan haar schoonzoon Garrijt Witvoet en zijn vrouw Maria Albers haar anpart van de beide hoekjes
bouwland met de opslag op het zzgn Haaloversland gelegen, om hetzelve voor haar overlijden te zullen en mogen aanvaarden, kunnen wenden na haar welgevallen;
- aan het kind van wijlen Jan Hindriks Glas, Albert genaamd, een bruin lakensen (?) rok, en aan het meisje Janna haar zilveren oorijzer, voorts aan Maria Albers en haar kind Janna alle haar verdere linnen en wollen kleren [T0079_INV5_p314].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Glas, Albert (I21605)
 
1227 1751-01-24: Testament van Trientjen Hendriks, weduwe van wijlen Albert Grubben, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Pr Nicol Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- haar vader Hinrick Klaassen, legitieme portie;
- haar schoondochters 2 kinderen, zo bij Garrijt Witvoet heeft verwekt, met namen Jan en Janna Witvoet, enig en universele erfgenamen;
- aan het meisje Janna vernoemd, haar zwarte kleed, en het zoontje Jan het Jansien (?) kleed door wijlen haar man j..ijen Albert Grubben nagelaten, en aan haar schoonzoon Garrijt Witvoet en zijn vrouw Maria Albers haar anpart van de beide hoekjes
bouwland met de opslag op het zzgn Haaloversland gelegen, om hetzelve voor haar overlijden te zullen en mogen aanvaarden, kunnen wenden na haar welgevallen;
- aan het kind van wijlen Jan Hindriks Glas, Albert genaamd, een bruin lakensen (?) rok, en aan het meisje Janna haar zilveren oorijzer, voorts aan Maria Albers en haar kind Janna alle haar verdere linnen en wollen kleren [T0079_INV5_p314].

Woonde te Vriezenveen (22-06-1690). 
Glas, Hendrik (I64933)
 
1228 1751-01-24: Testament van Trientjen Hendriks, weduwe van wijlen Albert Grubben, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Pr Nicol Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- haar vader Hinrick Klaassen, legitieme portie;
- haar schoondochters 2 kinderen, zo bij Garrijt Witvoet heeft verwekt, met namen Jan en Janna Witvoet, enig en universele erfgenamen;
- aan het meisje Janna vernoemd, haar zwarte kleed, en het zoontje Jan het Jansien (?) kleed door wijlen haar man j..ijen Albert Grubben nagelaten, en aan haar schoonzoon Garrijt Witvoet en zijn vrouw Maria Albers haar anpart van de beide hoekjes
bouwland met de opslag op het zzgn Haaloversland gelegen, om hetzelve voor haar overlijden te zullen en mogen aanvaarden, kunnen wenden na haar welgevallen;
- aan het kind van wijlen Jan Hindriks Glas, Albert genaamd, een bruin lakensen (?) rok, en aan het meisje Janna haar zilveren oorijzer, voorts aan Maria Albers en haar kind Janna alle haar verdere linnen en wollen kleren [T0079_INV5_p314]. 
Witvoet, Jan (I21551)
 
1229 1751-03-13: Testament van Hermannes Boesschen en zijn vrouw Janna ten Caate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar vader Jan ten Cate en haar moeder Aaltjen Jansen Schol, legitieme portie;
- maken elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers en zussen, Jan, Henrikus en Janna Boeschen, alle zijn metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zussen Hindrikjen, Grietjen en Frederika ten Caate, alle haar metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- beide aand e armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p322].

1766-04-09: Jannes Joost en zijn vrouw Aaltjen Brouwer, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan Harmannes Boeschen en zijn vrouw Janna ten Caate een som van 260 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een
akker woestenland, onverscheiden met de kinderen van Lukas Brouwer, en dan nog een akker turfland op de oostere hoeve, onverscheiden met Jan Brouwer, alles alhier op het Vriezenveen gelegen. [T0079_INV6_p467]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
ten Cate, Janna (I15243)
 
1230 1751-03-13: Testament van Hermannes Boesschen en zijn vrouw Janna ten Caate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar vader Jan ten Cate en haar moeder Aaltjen Jansen Schol, legitieme portie;
- maken elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers en zussen, Jan, Henrikus en Janna Boeschen, alle zijn metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zussen Hindrikjen, Grietjen en Frederika ten Caate, alle haar metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- beide aand e armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p322].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwoonster bij haar broer Hermen], 07-06-1755). 
Boeschen, Janna (I11966)
 
1231 1751-08-09: Testament van Hindrik Jansen Koster en zijn vrouw Frederika Jansen, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Harmtjen Henriks Schuirman, wedw van Jan Lucas Koster, legitieme portie;
- zij haar vader Jan Freriks en haar moeder Janna Henriks Winter, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 25 guldens [T0079_INV5_p333].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Winter, Janna (I21609)
 
1232 1751-08-13: Garrijt Harms en zijn vrouw Janna Derks, voorts Jan Hendriks Hols als voogd over de 2 onmondige kinderen door wijlen Derk Huls nagelaten met namen Marrigjen en Jenneken Derks, en vervolgens Lambert ten Caate en Hindrikjen Jansen,
welke verklaarden verkocht te hebben, te weten de 1e haar een haar pupillen eigen toebehorende koeweide en de 2e hare eigendomelijke halve koeweide, alles gelegen in de landerijen van wijlen Derk Jansen Hols, gelimiteerd oostwaarts Jasper
Braamer, westwaarts de wedw van Jannes Geerdink, zo en als zij verkopers dezelve in het gebruik hebben gehad, ten profijte van de E Bernardus Spijker en zijn vrouw Gesina Cruis, en dat voor een som de ene koeweide voor 75 guldens en de halve voor
25 guldens [T0079_INV5_p337].

1756-06-11: Testament, opgemaakt ten huize van, van Lambert ten Caate en zijn vrouw Hindrikjen Jansen, de 1e gezond van lichaam, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn kind, zo bij wijlen zijn 1e vrouw Berentjen Hendriks heeft verwekt, met namen Hindrik ten Caate, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam [T0079_INV5_p575].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij Jan Berents Smelt]). 
ten Cate, Lambert (I36357)
 
1233 1751-08-13: Garrijt Harms en zijn vrouw Janna Derks, voorts Jan Hendriks Hols als voogd over de 2 onmondige kinderen door wijlen Derk Huls nagelaten met namen Marrigjen en Jenneken Derks, en vervolgens Lambert ten Caate en Hindrikjen Jansen,
welke verklaarden verkocht te hebben, te weten de 1e haar een haar pupillen eigen toebehorende koeweide en de 2e hare eigendomelijke halve koeweide, alles gelegen in de landerijen van wijlen Derk Jansen Hols, gelimiteerd oostwaarts Jasper
Braamer, westwaarts de wedw van Jannes Geerdink, zo en als zij verkopers dezelve in het gebruik hebben gehad, ten profijte van de E Bernardus Spijker en zijn vrouw Gesina Cruis, en dat voor een som de ene koeweide voor 75 guldens en de halve voor
25 guldens [T0079_INV5_p337].

1761-09-05: Jan Jansen ten Caate en zijn vrouw Jenneken Derks Hols, welke verklaarden in de maand augustus van 1761 verkocht te hebben een bouwgoorden, beginnende voorst (?) van het hekke hen boven in, tot aan Harmen Egbers Meijer zijnen goorden,
zo en als dezelven omgraven is met de halve sloot, in de verkoperen landerijen, ten profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 80 guldens. [T0079_INV6_p156]

Woonde te Vriezenveen (11-02-1753). 
Huls, Jennegjen (I12712)
 
1234 1751-08-13: Garrijt Harms en zijn vrouw Janna Derks, voorts Jan Hendriks Hols als voogd over de 2 onmondige kinderen door wijlen Derk Huls nagelaten met namen Marrigjen en Jenneken Derks, en vervolgens Lambert ten Caate en Hindrikjen Jansen,
welke verklaarden verkocht te hebben, te weten de 1e haar een haar pupillen eigen toebehorende koeweide en de 2e hare eigendomelijke halve koeweide, alles gelegen in de landerijen van wijlen Derk Jansen Hols, gelimiteerd oostwaarts Jasper
Braamer, westwaarts de wedw van Jannes Geerdink, zo en als zij verkopers dezelve in het gebruik hebben gehad, ten profijte van de E Bernardus Spijker en zijn vrouw Gesina Cruis, en dat voor een som de ene koeweide voor 75 guldens en de halve voor
25 guldens [T0079_INV5_p337].

Woonde te Vriezenveen (11-1753). 
Huls, Marietjen (I66585)
 
1235 1751-08-18: Berent Gerrits Koster en Willem Post, als voogden over het onmondige kind van wijlen Garrijt Garritsen Koster en Aaltjen Jansen Snijder nagelaten, met namen Jan Garrits, voor Jan Hulshoff en Hindrik Gerrits als voogden over de 2
onmondige door wijlen Harmen Berens en Geertjen Gerrits nagelaten, welke verklaarden op 1 mei 1751 gerechtelijk verkocht te hebben haar pupillen eigen toebehorende 2 wanden bouwland in het land van wijlen Jan Egbers, alsmede een koeweide in het
zgn Jan Spikkes Hamenland (?) gelegen, aan handen van Albert Feijer en zijn vrouw, voor een som van 127 guldens, 13 stuivers en 12 penningen [T0079_INV5_p339].

1751-08-18: Berent Gerrits Koster en Willem Post, als voogden over het onmondige kind van wijlen Gerrijt Gerritsen Koster en Aaltjen Jansen Snijder nagelaten, met namen Jan Gerrits, voorts Jan Hulshoff en Hindrik Gerrits als voogden over de 2
onmondige door wijlen Harmen Berens en Geertjen Gerrits nagelaten, welke verklaarden op 1 mei 1751 gerechtelijk verkocht te hebben haar pupillen eigen toebehorende wand bouwland in zgn Jan Spikkes Hamenland (?), aan handen van Maria Jasper
Braamer en erfgenamen, voor een som van 61 guldens en 8 penningen [T0079_INV5_p341].

1752-10-28: Berent Gerrits Koster en Willem Post, als voogden over het onmondige kind van wijlen Gerrijt Gerritsen Koster en Aaltjen Jansen Snijder nagelaten, met namen Jan Gerrits, voorts Jan Hulshoff en Hindrik Gerrits, als voogden over het
onmondige kind van wijlen Harmen Berens en Geertjen Gerrits nagelaten, en Janna Derks, weduwe van Garrijt Harms, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke op 22 april 1752 verkocht hebben een huis met een goorden en houtgewas daarop
staande, staande en gelegen in de landerijen van de koper Berent Jansen Berkhoff, voorts haar anpart van de Barkoven, zijnde het goordentjen in de huisplaatse, ten profijte van Berent Jansen Berkhoff en zijn vrouw, voor een som van 108 guldens
[T0079_INV5_p382].

1752-10-28: Berent Gerrits Koster en Willem Post, als voogden over het onmondige kind van wijlen Gerrijt Gerritsen Koster en Aaltjen Jansen Snijder nagelaten, met namen Jan Gerrits, voorts Jan Hulshoff en Hindrik Gerrits, als voogden over het
onmondige kind van wijlen Harmen Berens en Geertjen Gerrits nagelaten, en Janna Derks, weduwe van Garrijt Harms, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke op 22 april 1752 verkocht hebben een bouwgoorden in de landerijen van Jan
Harms Tutertjesland gelegen, lang omtrent 160 treden, ten profijte van Jan Gerrits Hospes en zijn vrouw, voor een som van 130 guldens [T0079_INV5_p383]. 
Koster, Jan (I34017)
 
1236 1751-09-16: Berent Albers Grubbe, welke verklaarde verkocht te hebben een halve akker boverweges land op de westere hoeve gelegen, onverscheiden met Henrikus Boer, gelimiteerd oostwaarts Jan Grubben, westwaarts de kinderen van Egbert Jonckman,
ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 125 guldens [T0079_INV5_p343].

1751-11-16: Jannes Harms Kromneuse en zijn vrouw Hendrikjen Hendriks Braamer, welke wegen opgenomen en ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Koert Harms en zijn vrouw, een som van 300 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op een akker land, opgaans te vene, te veld, te heide, te weide, met top en twijg daarop staande, onverscheiden met de voogden over de onmondige kinderen door Egbert Jonkman nagelaten, gelimiteerd oostwaarts Derk Hulsland, westwaarts Jan Hoek
[T0079_INV5_p351].

1765-03-30: Testament, opgemaakt ten huize, van Egbert Jonkman en zijn vrouw Jenneken Smelt, de eerste enigszins zwak van lichaam, de tweede gezond en bijgestaan met Berent Creemer als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Henrikjen Braamhaer als enig en universele erfgenaam;
- hij zijn vrouw Jenneken Smelt de som van 1500 guldens, welke alsdan door zijn moeder of erfgenamen aan zijn vrouw zal worden uitgekeerd en betaald;
- zij haar vader Jan Smelt als enig en universele erfgenaam;
- zij haar man een som van 1500 guldens, welke alsdan door haar vader of erfgenamen aan zijn vrouw zal worden uitgekeerd en betaald;
- beide maken elkaar erfgenaam voor alle hare onverscheiden linnen en servetten, laken, bedden en daar toebehorende, alsmede het onverscheiden wollen;
- beide aan de kerk van Vriezenveen de som van 50 guldens. [T0079_INV6_p389]

1773-02-16: Koert Heijdeman en zijn vrouw Aleijda ten Cate, welke verklaarde schuldig te zijn aan Claas Cruijs en zijn vrouw, eens deels wegens restante penningen, zo hij Koert Heijdeman voornt van de West Indische reijse tot Almelo schuldig was,
welke penningen hij Claes Cruijs aanneemt, als zijn eigen schuld te zullen voldoen, de som van 957 guldens, alsmed dat hij Claas Cruijs aanneemt, voor rekeningen van voors Coert Heijdeman en zijn vrouw aan de Scholtus Dikkers wegens verschuldigde
's landsmiddelen en geleverde bieren, een som van 143 guldens, tezamen een som van 1100 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op een akker lands opgaans met het daarop staande huis, voor een gedeelte onverscheiden met Albert
Wolters Costers en Egbert Jonkman, gelimiteerd oostwaarts het zgn Jan Luijerinksland en westwaarts Gerrit Heethuijs, mitsgaders een halve akker land in Croemenland westert, met een akker woestenland in de westere woestene, alsmede in Scholten
Harmsland, het bovereland een akker, en daar benevens in het zelve land heen buiten 2 koeweiden, en 2 goordenties [T0079_INV7_p205].

1776-12-26: Gerrit Geerdink, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijne kinderen, verklaarde schuldig te zijn aan zijn zwager Brenardus d Boer een som van 1135 guldens, herkomstig en uit hoofde van de ouderlijken boedel en
voor hem comparant verschotene penningen, voorts aan Jan de Graeff, wegens van de zelve genegotieerde en ontvangen penningen een som van 600 guldens, en dan aan comparants beide zusters, genaamd Frederica en Maria Geerdink, een som van 200
guldens, ...tende uit hoofde van hunnen ouderlijken boedel, alsmede aan Egbert Jonkman een som van 100 guldens, wegens aan hem compt verstrekte penningen en aan Aaltjen Berents een som van 200 guldens, en dan ook nog aan Jannes Claesen een som
van 200 guldens, en aan de kinderen van wijlen Gerrit de Ruijter een som van 350 guldens, alsmede aan dezelfs knecht Bartus Heethuijs wegens verdient loon een som van 150 guldens, en aan de Pastoor Meijer te Geesteren een som van 48 guldens, en
aan de weedw Jasper Bramer een som van 80 guldens, alsmede aan Jan Boerman, wegens gehaalde winkelwaren een som van 70 guldens, alsmede aan Gerrit van der Aa, wegens geleend geld, een som van 60 guldens, dus tezamen een som van 3193 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 4 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, alsmede 1,5 akker woestenland in de wester woesten, mitsgaders een akker boverweegesland, een goorden op het zgn Hols Jans
Derksland, 1,5 wand bouwland op 't voorschr Hols Jans Derksland, en dan nog een akker turfland op de oosterhoeve, alles alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p062].

Egbert heeft niet getekend bij het huwelijk tusen Gerhardus Smelt en Hendrika Jonkman (zijn dochter).

Koopman en landbouwer in 1812.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 13-02-1763, 25-06-1812); Vriezenveen, Wsteinde 202 (tot 28-01-1816). 
Jonkman, Egbert (I10436)
 
1237 1751-09-16: Berent Albers Grubbe, welke verklaarde verkocht te hebben een halve akker boverweges land op de westere hoeve gelegen, onverscheiden met Henrikus Boer, gelimiteerd oostwaarts Jan Grubben, westwaarts de kinderen van Egbert Jonckman,
ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 125 guldens [T0079_INV5_p343].

1751-11-16: Jannes Harms Kromneuse en zijn vrouw Hendrikjen Hendriks Braamer, welke wegen opgenomen en ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Koert Harms en zijn vrouw, een som van 300 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op een akker land, opgaans te vene, te veld, te heide, te weide, met top en twijg daarop staande, onverscheiden met de voogden over de onmondige kinderen door Egbert Jonkman nagelaten, gelimiteerd oostwaarts Derk Hulsland, westwaarts Jan Hoek
[T0079_INV5_p351].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Jonkman, Fredrik (I19805)
 
1238 1751-09-16: Berent Albers Grubbe, welke verklaarde verkocht te hebben een halve akker boverweges land op de westere hoeve gelegen, onverscheiden met Henrikus Boer, gelimiteerd oostwaarts Jan Grubben, westwaarts de kinderen van Egbert Jonckman,
ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 125 guldens [T0079_INV5_p343].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Grobben, Berend (I36308)
 
1239 1751-12-18: Jenneken Berens Dodde, wedw van Frerick van Olde, bijgestaan met Jan Berens Dodde als haar voogd, voorts Hindrik van Olde en Derk van Olde als voogden over het onmondige kind van Jenneken Berens Dodde bij wijlen haar man Frerick van
Olde heeft verwekt, verklarende op 9 januari 1751 heeft verkocht 3 akker land opgaans, met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie daarop staande, zo en als zij verkoopster benevens haar kind hetzelve in het gebruik hebben gehad en
bezeten, gelimiteerd oostwaarts het zgn Kat Garritsland, westwaarts Hindrik Braamer, cs, nog hebben verkopers aan de koper daarbij verkocht enige inboedel als uit de koopbrief kan gefim (?) worden, en zij verkopers wederom enige voorrechten voor
haar bedongen, en is dit alles verkocht aan handen van Hindrik Jansen Koster en zijn vrouw Frederika Jansen, voor een som van 1700 guldens [T0079_INV5_p352].

1778-01-22: Berent Frerik van Olde en zijn vrouw Janna Egberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Scholtus Dikkers als ontvanger van 's landsmiddelen alhier, een som van 263 guldens en 3 stuivers, wegens aan de zelven verschuldigen en
verlopen landsmiddelen en geleverd bieren, alsmede van een obligatie groot 124 guldens, met datm 4 januari 1743 met 5 jaren rente van dien en geleend geld, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkers land met het huis en verdere
timmeragie, daarop staande, welke landerijen voor een gedeelte onverscheiden zijn met Berent Bramer, mede 1,5 akker woestenland in de westere woesten, benevens 1,5 akker turfland op de oostere hoeve, mitsgaders alle dezelven inboedel, zo van
paarden en beesten en al wat voor inboedel kan gerekend worden daarvan niets uitgezonderd [T0079_INV8_p174].

1778-03-07: Berent Freederiks van Olde en zijn vrouw Janna Engberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerrit Derksen Schipper en zijn vrouw, wegens verstrekte goederen een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
hunne 2 akkeren lands met het huis en verder timmeragie daarop stande, welke landerijen voor een gedeelte onverscheiden zijn met Berent Braemer, en alhier op Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p094vo].

1779-02-03: Berend van Olde en zijn vrouw Janna Egbers, welke verklaarden schuldig te zijn aan Freedk Jonker, ingevolge bekende obligatie van 16 juli 1768, een som van 100 guldens met interest, alsmede de kosten daarover, te samen een som van 104
guldens en 16 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar 2 akkeren lands met het daarop staande huis en verdere timmeragie, voor een gedeelte onverscheiden met Berend Braemer, mitsgaders een en een halven akker turfland op de
ooster hoeve en een en een halve akker woestenland in de westere woesten, allen alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p116].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 06-02-1762). 
van Olde, Berend (I19847)
 
1240 1752-02-27: Testament van Jan Egbers en zijn vrouw Grietjen Gerrits, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Egbert Geers, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p359].

1756-03-21: Jan Clasen en zijn vrouw Jenneken Berens Cruis, welke verklaardn op 19 maart 1750 verkocht te hebben een huis, met 5 wand bouwland, met de goordens, met de stege, gelimiteerd aan de oostzijde Jan Brouwer, en aan de westzijde Jan Smit,
met een koeweide, met 1/3 part van 2 akker hoevenland, met een dagwerk hooiland bij Schut Jans Huis, alsmede de ROSMOLEN, ten profijte van Claas Jansen en zijn vrouw Grietjen Henriks, voor een som van 200 guldens [T0079_INV5_p539].

1756-07-03: Jannes Brouwer, welke verklaarde op 27 december 1753 verkocht te hebben een koeweide, in het zgn Olde Jan Claessensland gelegen, gelimiteerd aan de oostzijde Coert Claassen, en aan de westzijde het zgn Geesenland, ten profijte van Jan
Smit en zijn vrouw Grietjen Gerrits Scholten, voor een som van 75 guldens [T0079_INV5_p579].

1765-05-11: Pr Jan Willem Harwig, in qualiteit als gevolmachtigde van Jasper Leenders, luid volmacht alhier vertoond, gezien, gelezen en van waarden erkend, welke verklaarden hoe dat Jasper Leenders voor hem zelfs, en als vader en voogd van zijn
minderjarige meisjen op 29 januari 1765 na voorgane kerksprake en apprabatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer, heeft verkocht des comparants Principaals eigen toebehorende 2 koeweiden met het broekland in het zgn Olde
Jan Klaassensland gelegen, ten profijte van Jan Egbers Smit en zijn vrouw, voor een som van 150 gulden. [T0079_INV6_p419]

1780-06-24: Berent Smelt en zijn vrouw Janna Tijhoff, welke op 26 januari 1780 verkocht te hebben zodane land, de opslag met het zaai of bouwland dat daarbij anex leijd op de landerijen van Henderik Coersland, alhier gelegen, ten profijte van Jan
Egbers Smit en zijn vrouw Janna Hinderiks, voor een som van 100 guldens [T0079_INV8_p174vo].

1787-03-13: Ter gerechtelijk justantie geinventariseerd de meubilaire geoderen van wijlen Jan Smit {is hij dit?} nagelaten:
1e 2 stapelkisten;
2e 2 linnenkasten;
3e een bakke troch;
4e nog een stapel kist;
5e een spin wijl, een wegte, een lugte;
6e de paarde kribbe & snijtomp;
7e een koe en een kalver kribbe;
8e een wagen, met wagen boerk;
9e een voorstel van een wagen, het welke Jan Smit geleend heeft aan Janna en Cuniera Coers van Olde, en 2 raden staande aan het huijs van den overleden;
10e 4 melkvaten;
11e een melk bank;
12e een melk leupen;
13e 4 tinnen telders;
14e een tinnen mengelen;
15e drie koperen koffie of thee ketens;
16e een tinnen theepot;
17e een spiegel en een licht rokken;
18e 16 tinnen lepels;
19e 16 aarde schotels, waaronder beschadigde zijn;
20e een kopere ketel en aaker;
21e 3 ijzeren potten en nog een klein;
22e een bakke pan en lang ijzer;
23e 2 takelen en 2 emmers;
24e een ol hoofd, en een spint vat;
25e 5 stoelen en een bijl;
26e een onder en een over bedde, 2 pulen, 2 kussens met linnen slopen, en een laken, waar op den overledenen geslapen heeft, en 2 gordijnen voor de bedstee;
27e daar de kinder slapen, 2 bedden, een pulen, een kussen, met een sloop en 2 lakens;
28e een vlees gafvel, een een vlegel;
29e een seve, een vorken, een grepe en een harke;
30e een seelen, en een halster aan een paard;
Het bovenstaande heeft Jan Smit alleen toebehoord.
De navolgende goederen heeft Jan Smit met Bernardus Stenvers in compagne samen gebruikt en waarvan haar ieder even veel heeft toebehoord:
31e een root bonte koe;
32e 2 varkens;
33e een karne en vuurkorf;
34e een baalij.
Een der voorschreven stapel kisten waarin de klederen van Jan Smit en deszelfs huisvrouw zijn, als mede enig anderg goedk, is gerechtelijk verse geld [T0079_INV10_p016].

Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 15, nr. 4:
Man : Jan Smit.
Vrouw : Grietjen Schoemaker.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 25-04-1772). 
Smit, Jan (I11829)
 
1241 1752-02-27: Testament van Jan Egbers en zijn vrouw Grietjen Gerrits, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Egbert Geers, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p359].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Scholten, Grietjen (I9835)
 
1242 1752-04-23: Geertjen Lucas Schol, weduwe van wijlen de Scholtus Claas Cruis, bijgestaan met Bernardus Spijker als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben het huis en huisplaatse met de grond aan de oostkant van het huis, zo en als het
door wijlen Harmen Klaassen met een tuin is afgetuint (?) geweest, en achter het huis tot aan de dwarssloot, met de opweg aan de westkant, en dan nog 2 wanden bouwland, alles staande en gelegen in de landerijen van Lange Freriks Albersland,
partijen benuist (?), gelimiteerd oostwaarts de weduwe Derk Harms (?), westwaarts Wolter Freriks Scholten, aan handen van Trientjen Lucas, wedw van wijlen Derck Harms, voor een som van 240 guldens [T0079_INV5_p368].

1758-04-05: Berent Jansen en zijn vrouw Janna Hendriks, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Henrikus Schoemaker en zijn vrouw Stientjen Herwig, een som van 1100 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de brink,
goordens voor en achter het huis, met alle haar bouwland bovenwaarts in, gelimiteerd oostwaarts Wolter Krul, westwaarts Croemeneusenland, voorts een halve akker hooiland gelegen in Croemeneusenland, beginnende van de buiterenweg, tot aan of met
de dijk of Aa, een halve akker woestenland, onverscheiden met de wedw Harmen Berents, cs, een akker boverwegesland, onverscheiden met Wolter Freriks, en dan nog omtrent 305 treden roede maat hooi of weideland, in het zgn Krikkenberensland, alles
alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV5_p669].

1763-12-29: Wolter Freriks en zijn vrouw Swenneken Lamberts, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan Trientjen Lukas, wedw van wijlen Derk Harms een som van 350 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op 1,5
akker hooiland, zijnde de halfscheid van de Achtermaat, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de dijk of Aa, onverscheiden met haar comperanten, gelimiteerd oostwaarts Bongersland, westwaarts Strijkersland. [T0079_INV6_p275]

1765-04-22: Wolter Frederiksen Scholten en zijn vrouw Swenneken Lambers, welke verklaarden verkocht te hebben haar eigendomelijke en toebehorende zgn Strijkersland, groot 2,5 vierendeel akker, beginnende van de zgn Waterleiding, en eindigende tot
aan de Dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts de verkopers, en westwaarts het zgn Croemenland, ten profijte van haar zoon Berent ten Caate, met goedvinden van deszelfs oom Hendrik ten Caate als zijn voogd, en dat voor een som van 215 guldens, zijnde
dan dit voornoemde land tezamen met dat hem Berent ten Caate bij maagschrijdinge van 11 december 17948 (?) is of was toebedeeld, tezamen groot 1 akker. [T0079_INV6_p397]

1767-01-24: Wolter Frederiksen Scholten zijn vrouw Zwenneken Lamberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Henrik ten Cate en zijn vrouw, wegens verstrekte penningen, voor een som van 640 guldens en 20 stuivers, comparanten stellen
hypotheek met onderpand op 3 akkeren lands, beginnende van deze Kerkweg, heen buiten, met de gras en bouwgoordens daarin liggende, en eindigende tot aan de Dijk ofte Aa, exempt de halve achtermaat, gelimiteerd oostwaarts het zgn Papenland en
westwaarts het zgn Strijkersland. Kantlijn akte: Op 6 april 1773 zijn verschenen Henr ten Cate, dat heden door Wolter Fredriks Scholten en vrouw, deze akte geroyeerd is [T0079_INV7_p047].

1767-05-23: Gerhd Harwig en zijn vrouw Janna Barkhoff, benevens Procurator Jan Willem Harwig als volmachtiger van Jan Hermen Coster, cus, welke verklaarden op 7 februari 1767 te hebben verkocht een akker hooiland, gelegen in het zgn
Strijkersland, beginnende van de Waterleeijdink en gaande tot aan en met de Dijk en met de A, ovnerscheiden met Berent ten Cate, cs, gelimiteerd oostwaarts het land van Wolter Frederix en westwaarts het zgn Croemenland, voor een som van 281
guldens, ten profijte van Jannes Bramer en zijn vrouw [T0079_INV7_p056].

1769-01-28: Wolter Frederix Scholten en zijn vrouw Zwenneken Lamberts, welke verklaarden in 1768 verkocht te hebben een stuk land, 5 wand lank (?) roede maat, beginnende ongeveer 100 trat achter het hek, hen boven ingaande, gelimiteerd oostwaarts
het zgn Uepenland, en westwaarts het zgn Strijkersland, voorts heeft de koper daarbij bescheiden de halve sloot zo langs de goorden gaat en tussen de steeg en goorden gelegen is, met de steeg daartegen liggende vrij te mogen gebruiken met de
opweg daarheen om in en uit te mogen varen, alsmede heeft de koper daarbij bescheiden om zijn vee vrij en onverhinderd daarheen te mogen drijven en om de goorden ook te mogen weiden, voor een som van 225 guldens, ten profijte van Frederik Tijhoff
en zijn vrouw Aeltien Derks Schipper [T0079_INV7_p096].

1771-07-20: Gerrit Rhee en zijn vrouw Berentjen ten Cate, welke verklaarden op 14 september 1770 verkocht te hebben een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Strijkersland, beginnende van de Waterleijdink en eindigende met de Dijk en de Aa,
onverscheiden met Berent ten Cate, cs, gelimiteerd oostwaarts Wolter Frederix Scholten en westwaarts het zgn Croemenland, ten profijte van Berent ten Cate en zijn erfgenamen, voor een som van 100 guldens [T0079_INV7_p161].

1773-04-06: Wolter Frederixen Scholten en zijn vrouw Zwenneken Lamberts, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Henrik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, wegens ontvangen en verstrekte pennigen, een som van 640 guldens, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 3 akkeren lands, beginnende van deze Kerkweg heen buijten, met de gras en bouwgoordens daarin liggende, eindigende tot aan de Dijk of met de Aa, exempt de hlave achtermaat, gelimiteerd oostwaarts het zgn Uepen
of Bongersland, en westwaarts het zgn Strijkersland [T0079_INV7_p210vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Scholten, Wolter (I12440)
 
1243 1752-06-20: Rotgert Hindriks Klompmaker, welke verklaarde verkocht te hebben een gaarden, aanvang nemende van de Waterleijdick en dat buitenwaarts in, zover omgraven is, in de landerijen van wijlen Hendrik Roelofs Huismansland, ten profijte van
Frerick Derks en zijn vrouw, voor een som van 109 guldens [T0079_INV5_p378].

1756-03-27: Henrikus Hendriks Klompemaker, als aangestelde voogd van zijn broer Rutgert Hendriks Klompemaker, en doet bij dezen gerechtelijke cessie, transport en overdracht van assudaenen (?) halve akker hoevenland, onverscheiden met Egbert
Berens de Groote, als Willem Jansen Post, op 15 februari 1753 van Rutgert Hendriks Klompemaker heeft aangekocht, voor een som van 89 guldens, van welke volle kooppenningen bij Henrikus Henriks, in zijn voornoemde kwaliteit, bekend dat door de
kooper Willem Jansen Post (en zijn vrouw) zijn voldaan en betaald [T0079_INV5_p544].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [absent en inwonend bij zijn schoonzuster Aeltjen Broertjen]). 
Klompmaker, Rutger (I21228)
 
1244 1752-11-25: Jannes Lambers Tromp en zijn vrouw Berentjen Jansen Kuster, welke wegens opgenomen penningen schuldig is aan Janna Jansen Kuster {is zij dit?} en erfgenamen, een som van 333 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het
halve huis, thans door haar wordende bewoond, onverscheiden met de Rentheffer, alhier op het Pastorienland staande, alsmede de halve goorden, de M..kerije genaamd, tussen de Waterleijdick en buiterenweg gelegen, gelimiteerd oostwaarts Hindrik
Berens, westwaarts Jan Freriks [T0079_INV5_p387]. 
Koster, Janna (I20929)
 
1245 1753-07-01: Pijter Tijmens, woont te Rotstergaast, is bruidegom.
1754-09-08: Pijter Tijmens, woont te Rotstergaast, is vader.
1755-05-08: Pyter NOTE Tijd:ns, woont te Gaast, doet belijdens Hervormde Gemeente te Sint Johannesga.
1758-02-05: Pijter Tijmens, woont te Rotstergaast, is vader.
1760-01-14: Pyter NOTE Tijd:ns, is overleden. 
Tijmens, Pijter (I264)
 
1246 1753-07-01: Vroukjen Jans, woont te Rotstergaast, is bruid.
1754-09-08: Vroukjen Jans, woont te Rotstergaast, is moeder.
1755-05-08: Vroukje Jans, woont te Gaast, doet belijdens Hervormde Gemeente te Sint Johannesga.
1758-02-05: Vroukjen Jans, woont te Rotstergaast, is moeder.
1761-07-05: Froukjen Jans, woont te Rotstergaast, is bruid. 
Jans, Vroukjen (I265)
 
1247 1753-10-29: Testament van Jan Luicas Camp en zijn vrouw Aaltjen Berents, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Cruis als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers Berent Lucas Camp, Willem Lucas Camp en zijn zus Geertjen Lucas Camp, alle zijn na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- zij haar man Jan Lucas Camp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Frerick Berents en haar zussen, met namen Aeltjen Berents, Jenneken Berents en Fenneken Berens, alle haar na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- beide aan Godsarmen alhier, 4 guldens [T0079_INV5_p406].

Ca. 1760-06 [tussen 1760-05-21 en 1760-06-28]: Jan Freriks en Jan Egbers Smijt, als voogden van Jenneken Berens, voorts Jan Lukas Kamp en zijn vrouw Aaltjen Berens, en Hendrik Arens namens deszelfs moeder Fenneken Berens, tezamen erfgenamen van
wijlen Frerick Berens, welke verklaarden op 26 januari 1759 verkocht te hebben de aangeerfde 3 akkers en 1,5 vierendeel akker lands opgaans, met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Fredrick Bramer, westwaarts
Berent Harms, zo als wijlen Frerick Berens hetzelve in het gebruik heeft gehad, ten profijte van Albert Meijnerink, voor een som van 2225 guldens. [T0079_INV6_p085]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Berends, Aaltjen (I4566)
 
1248 1753-10-29: Testament van Jan Luicas Camp en zijn vrouw Aaltjen Berents, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Cruis als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers Berent Lucas Camp, Willem Lucas Camp en zijn zus Geertjen Lucas Camp, alle zijn na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- zij haar man Jan Lucas Camp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Frerick Berents en haar zussen, met namen Aeltjen Berents, Jenneken Berents en Fenneken Berens, alle haar na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- beide aan Godsarmen alhier, 4 guldens [T0079_INV5_p406].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).

Na overlijden:

Ca. 1760-06 [tussen 1760-05-21 en 1760-06-28]: Jan Freriks en Jan Egbers Smijt, als voogden van Jenneken Berens, voorts Jan Lukas Kamp en zijn vrouw Aaltjen Berens, en Hendrik Arens namens deszelfs moeder Fenneken Berens, tezamen erfgenamen van
wijlen Frerick Berens, welke verklaarden op 26 januari 1759 verkocht te hebben de aangeerfde 3 akkers en 1,5 vierendeel akker lands opgaans, met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Fredrick Bramer, westwaarts
Berent Harms, zo als wijlen Frerick Berens hetzelve in het gebruik heeft gehad, ten profijte van Albert Meijnerink, voor een som van 2225 guldens. [T0079_INV6_p085] 
Berends, Fredrik (I73310)
 
1249 1753-10-29: Testament van Jan Luicas Camp en zijn vrouw Aaltjen Berents, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Jan Cruis als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers Berent Lucas Camp, Willem Lucas Camp en zijn zus Geertjen Lucas Camp, alle zijn na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- zij haar man Jan Lucas Camp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Frerick Berents en haar zussen, met namen Aeltjen Berents, Jenneken Berents en Fenneken Berens, alle haar na te latene kleren, zo linnen als wollen;
- beide aan Godsarmen alhier, 4 guldens [T0079_INV5_p406]. 
Berends, Aaltjen (I4517)
 
1250 1753-12-25: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berent Albers Roelofs en zijn vrouw Trientjen Berentsen, de 1e gezond van lichaam, de laatste zwak van lichaam en bijgestaan met Pr Nicolaas Harwig als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Roeloff Wilms en zijn moeder Aaltjen Berentsen, legitieme portie;
- hij zijn vrouw, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Berent Albers Roelofs, enig en universeel erfgenaam;
- zij broers en zussen, met namen Berent Berentsen, Jan Berentsen, Jannes Berentsen en Janna Berentsen, haar kist met alle haar linnen en wollen kleren tot haar licham behorende;
- beide aan Godsarmen alhier, 25 guldens en een half mudde rogge [T0079_INV5_p410].

1759-12-08: Testament van Jannes Barkhof en zijn vrouw Kunnegjen Roelofs, hebbende hij Jannes Barkhoff vrij de voogij over zijn vrouw ontslagen en, zij Kunnegjen Roelofs bijgestaan met Secretaris Nicol Harwig als haar voogd, testator gezond van
lichaam, testatrice enigszins zwak van lichaam, waarin genoemd:
- hij aan zijn moeder Hindrikjen Jansen Smelt de legitieme portie;
- zij aan haar vader Roelof Wilms en haar moeder Aaltjen Berens tot enig en universeel erfgenaam, de legitieme portie;
- beide elkaar erfgenaam als langst levende;
- zij aan haar moeder Aaltjen Beens alle haar linenen en wollen kleren, tot haar lichaam behorende, uitgezonderd een zwarte sarfij (?) schort, zod door haar schoonmoeder Hindrikjen Jansen Smelt zal worden getrokken en genoten;
- hij aan zijn broer Jan Barkhoff alle zijn linnen en wollen kleren tot zijn lichaam behorende. [T0079_INV6_p045]

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). 
Berends, Aaltjen (I19821)
 

      «Vorige «1 ... 21 22 23 24 25 26 27 28 29 ... 1755» Volgende»