|
|
|
|
Treffers 1,001 t/m 1,050 van 88,655
# |
Aantekeningen |
Verbonden met |
1001 |
1727-02-24: Doctor Hejn als gevolmachtigde van de Edele Thomass Kosters en Jan ten Kaathe Henricksoon tot Almelo, zeggende hoe dat comparant principaelen van Engeltien Hinnevent als getrouwd aan Michael Bernardt Krijger en derzelver zuster
Jaspertien Hinnevent, wegens verkochte en geleverde linnen schuldig te zijn een som van 877 guldens en 18 stuivers, dat voor gelibolleerde soasigh (?) als borg ten principaale op de 20 dezer hebben ingelaten derzelver ouders Henrik Janssen
Hinnevent en zijn vrouw Jennigien Klaassen, mietsgaders derzelver zuster Jenneken Hinnevendt blijkelijk uit derzelver afgegeven handschrifte alhier in orginali vertoont, etc, etc, etc [T0079_INV4_p417]. | Krijger, Michael Bernard (I66521)
|
1002 |
1727-02-24: Doctor Hejn als gevolmachtigde van de Edele Thomass Kosters en Jan ten Kaathe Henricksoon tot Almelo, zeggende hoe dat comparant principaelen van Engeltien Hinnevent als getrouwd aan Michael Bernardt Krijger en derzelver zuster
Jaspertien Hinnevent, wegens verkochte en geleverde linnen schuldig te zijn een som van 877 guldens en 18 stuivers, dat voor gelibolleerde soasigh (?) als borg ten principaale op de 20 dezer hebben ingelaten derzelver ouders Henrik Janssen
Hinnevent en zijn vrouw Jennigien Klaassen, mietsgaders derzelver zuster Jenneken Hinnevendt blijkelijk uit derzelver afgegeven handschrifte alhier in orginali vertoont, etc, etc, etc [T0079_INV4_p417]. | Hendriks, Jenneken (I66522)
|
1003 |
1727-02-26: Luicas Berendsen en zijn vrouw Jennigien Janssen, welke verklaarden verkocht te hebben een koeweide van deze nieuwen kerkweg tot aan de Oldenweg, liggende in de landerijen van verkopers en kopers, nog 2 akker land, nemende zijn
aanvang van de zgn Oldenweg en eindigende tot aan de dijk of de Aa, gelimiteerd oostwaarts Henrik Henriksen Braamhaar, westwaarts Jan ten Kaathe, cs, wijders hebben verkopers bescheiden uit deze verkoste 2 akker land beginnende van deze zgn
Oldenweg om voor de tijd van 25 jaren 5 koebeesten nevens kopers zijn 7 koebeesten te mogen weiden na het hooien naberlijk en bourlijk mits conditie bij aldien koper het hooi 14 dagen langer wilde laten staan als zijn naburen of met het weiden 14
dagen wilde wachten als zijn naburen dan hem vrij staan zonder tegezegginge van verkopers en na verloop van de 25 jaren voorndt dan zal het weiden van de 5 beesten dood zijn en zal dan koper het zelve weiden na zijn welgevallen, voor een som van
813 guldens, aan handen van koper Derck Harmsen en zijn vrouw Trijntien Luicas [T0079_INV4_p421].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 31, nr. 4:
Man : Henderik Hinderixen.
Vrouw : Hinderikjen Engberts.
Kinderen >10 jaar : Aeltjen Henderix, Engberdina Henderix, Henderine Henderix.
Kinderen <10 jaar : Henderikjen Hinder., Hermannus Hinder.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1756-06-19: Hoe dat Jan Fangharsen en zijn vrouw Femmina Zegerink, ingevolge opgerichten koopbrief van 16 april 1756 en daar haar eigenhandig benevens getuigen betekend, bekende verkocht te hebben haar eigen toebehorende 1,5 dagwerk hooiland,
liggende in de Geen (?) alhier, onverscheiden met Jan Jansen, en Hendrik Hendriks Braamer, aan handen van Garrijt Schipper en zijn vrouw, voor een som van 150 guldens [T0079_INV5_p574].
1761-06-26: Hendrik Hendriks Braamer, welke verklaarde in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een half dagwerk hooiland in de Oostere Gedu (?), onverscheiden met Jan Jansen, cs, ten profijte van Gerrijt Schipper en zijn vrouw, voor een
som van 83 guldens. [T0079_INV6_p138]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Bramer, Hendrik (I10905)
|
1004 |
1727-03-20: Testament, opgemaakt van ten huize van Jasper Braamhaer van Henrikien Freriken, van Henrikien Freriksen {is zij dit?}, ziek van lichaam en bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- aan de oudste dochter van Jasper Braamhaar, genaamd Maria, 200 guldens;
- aan de dochter van Jasper Braamhaar, genaamd Grietien, 100 guldens;
- aan Frerik Timmer, zo hij langer leeft als testatrice, 10 guldens;
- aan Geert Harmssen Hols, 1 ducaton,
- aan Geurts Jenne, 1 ducaton;
- aan de wedw van Luicas Braamhaar, 1 ducaton;
- aan Godsarmen alhier, 25 guldens;
- aan Jasper Braamhaar en zijn vrouw Geesien Jansen Telgenkamp, enig en universeel erfgenaam [T0079_INV4_p430].
Woonde te Vriezenveen (05-08-1714). | Fredriks, Hendrikjen (I58781)
|
1005 |
1727-05-06: Trijntien Klaassen, weduwe van wijlen Henrick Jansen Post, bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan Jan Klaassen Kruis, een som van 70 guldens wegens een obligatie met 8 jaren verlopen
interest, tegen 4 procent, uitmakende tezamen 92 guldens en 9 stuivers, voorts aan Godsarmen alhier in loco 85 guldens tegen 4 procent, en dan nog aan de weduwe van Jan Berendsen Berckhoff, 125 guldens, te verrenten tegen 3 guldens en 10
stuivers, voorts aan Jan Hinrixen Post, 22 guldens, mitsgaders aan Henrikjen Jansen Snijder, 20 guldens, zo ook aan Berend Janssen Berckhoff, 20 guldens, voorts aan Gerrit Janssen Faaijer, 100 guldens, te verrenten tegen 4 vaerd honderd, en an
verlopen interest 10 guldens, zo ook aan Henrik en Jan Evertman, 25 guldens, en dan nog aan haar maget (?) Geertien Freriksen Voss, wegens verdient 106 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land met daarop staande huis
en schuur, gelimiteerd oostwaarts Berendt Janssen Braamhaar, westwaarts Engbert Hinrixen en een gedeelte met dezelve onverscheiden [T0079_INV4_p434].
1748-03-27: Testament van Trijntjen Engbers, enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Ad Hendr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- haar beide zussen Geertjen Fredrix en Armken Fredrix, al haar na te latene goederen;
- haar zus Jennegien Engbers, 75 guldens;
- haar zus Armken Freriks, haar kast met hetgeen dat op de sterfdag daarin wordt bevonden [T0079_INV5_p225].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).
Na overlijden (?):
1762-11-13: Procurator WH Naber, in qualiteit als door ... Ed Mogende de Heeren Ordinaris Geduputeerden, etc, etc, op 20 februari 1762 provinciaal aangekocht, en bij hem zijnde be... en bezeten erve, met daarop staande huis en verdere timmeragie,
te doen landelijk cessie, transport en overdracht, en vermits gezeijde Albert Jansen Santboer, etc, etc, dat het door hem op 20 februari jongstleden aangekocht provinciale erve en timmeragie daarop staande hier voren gemeld, ten vollen hadden
voldaan en betaald. [T0079_INV6_p215] | Vos, Geertjen (I10586)
|
1006 |
1727-05-24: Rutger Berendsen, voor hem zelf en Jan Berendsen Hoffman en Jan Gerritsen als voogden over de 3 onmondige kinderen van haar overleden moeder Grietien Klaasen, volgens gerechtelijke voorwaarden en condities van 29 7ber 1726 verkocht te
hebben de goorden met de huisplaatse daar Spijker Berendshuis op staat, rekkende tot aan de dam, voor een som van 246 guldens, en verders dan nog het goordentien hen buijten daaraan volgende tot aan de dwarssloot, voor een som van 55 guldens,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de stege van verkoper, aan handen van de koper Berendt Koops en zijn vrouw Kunne Egberts Spijker [T0079_INV4_p439].
1727-05-24: Berendt Koops en zijn vrouw Cunne Egberts Spijker, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Egbert Kosters, koopman tot Almelo, en zijn vrouw Judith Kosters, een som van 310 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op
de huisplaatse met de goorden daar Spijker Berendtshuis op staat, rekkende tot aan de dam, en wijders nog een goordentien hen buijten daaraan volgende tot aan de dwarssloot [T0079_INV4_p443].
1746-04-02: Egbert Berens Spijker en zijn vrouw Henderina Bolck, voorts Hendrik en Waander Berens Spijker, tezamen kinderen van wijlen Berent Spijker, welke verkocht hebben een huis met de goorden daarachter gelegen, staande en liggende in het
zgn Rotgert Berensland, gelimiteerd oostwaarts Huismansland, westwaarts de stege, zo en als het tegenwoordig door Hendrik en Waander Berens Spijker wordt bewoond en gebruikt, ten profijte van de Ed Egbert Costers en zijn vrouw Judith Costers,
voor een som van 751 guldens [T0079_INV5_p162].
NA OVERLIJDEN:
1749-04-04: Pr Nicol Harwig als gevolmachtigde van de E Egbert Costers en zijn vrouw Judith Costers, luid volmacht van de rigter van Almelo van 2 april 1749 gepasseerd, welke verklaarde over te dragen het huis en goorden alhier op het
Vriezenveen, in het zgn Rutgersland gelegen, gelimiteerd oostwaarts de goorden van Gerrijt de Ruiter, westwaarts de steeg, zo en als compt principalen hetzelve huis en goorden van de kinder van wijlen Berent Koops hebben aangekocht, ten profijte
van Henrikus Henriks Clompemaker en erfgenamen, voor een som van 505 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p252]. | Spijker, Berend (I10253)
|
1007 |
1727-05-24: Rutger Berendsen, voor hem zelf en Jan Berendsen Hoffman en Jan Gerritsen als voogden over de 3 onmondige kinderen van haar overleden moeder Grietien Klaasen, volgens gerechtelijke voorwaarden en condities van 29 7ber 1726 verkocht te
hebben de goorden met de huisplaatse daar Spijker Berendshuis op staat, rekkende tot aan de dam, voor een som van 246 guldens, en verders dan nog het goordentien hen buijten daaraan volgende tot aan de dwarssloot, voor een som van 55 guldens,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de stege van verkoper, aan handen van de koper Berendt Koops en zijn vrouw Kunne Egberts Spijker [T0079_INV4_p439].
1728-01-13: Jannes Janssen Bolthaser en zijn vrouw Henrikien Harmssen Hospis, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Jan Smelt, een som van 200 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met de grond, gelegen op Rutgers
Berendtland, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de wedw van wijlen Luicas Harmssen Hospis, mitsgaders een koeweide in Roeleff Smitsland, oostwaarts Roeleff Willemsen, westwaarts Koord Hinriksen van Olde, met een wand
bouwland, boven op hetzelfde land of na het noorden liggende, gelimiteerd Gerrit Harmsen en hen buijten of na het zuiden Egbert Roeleffsen Smit [T0079_INV4_p459].
1729-03-05: Rutger Berendsen, voor hem zelf, alsmede Jan Gerritsen en Jan Berendsen Hoffman als voogden over de 3 nagelaten dochters van haar overleden moeder Grietien Claasen, nevens Henrikien Engberts, weduwe van wijlen Luicas Hospis,
bijgestaan met secretaris Joan Derck Ritter, en Derck Koops en Berend Engberts Klooster als voogden over de nagelaten onmondige kinderen van wijlen haar vader Luicas Harms Hospis, welke verklaarden verkocht te hebben een hooiland, de 1e Rutger
Berends zijn hooiland, begint van de Oldenweg tot aan de dijk of Aa, maar het broekland behoud verkoper voor hem, met een opweg daaruit, om zijn hooi daaruit op een bekwame tijd vrij te halen, zonder de minste verhindering van kopers en mag
verkoper Rutger Berends een maal in het jaar zijn beesten daardoor drijven en wederom halen, de 2e verkoopster de weduwe van wijlen Luicas Hospis haar hooiland, bestaande samen in 5 akker, begint van de Oldenweg tot aan de Oldengraaven,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de weduwe van Berendt Claasen, tezamen voor een som van 700 guldens, en dat de kopers naar woestenland gerechtigd mogen drijven, varen en halen, ten profijte van kopers, met namen Jan
Cruis, Gerrit Feijer en Roeleff Willemsen, derzelver vrouwen [T0079_INV4_p500].
1741-04-15: Henrik Roelofs Huisman, heeft in 1737 verkocht een half huis met zijn aanpart van de brink, staande en gelegen in het zgn Jan Teunis Geesenland, onverscheiden met de weduwe Harmen de Grave en de weduwe Henrik Winter, ten profijte van
Wicher Braamhar en zijn vrouw, voor een som van 195 guldens [T0079_INV5_p026].
1741-11-11: Geertjen Berens, weduwe van wijlen Jan Broertjen, voor haar zelf, mede als boedelhoudster van haar wijlen mans nalatenschap, voorts als moeder en voogd van haar beide kinderen bij haar man voornoemd geprocureert, bijgestaan met Pr
Nicol Harwig als haar voogd, welke wegens gekochte linnens schuldig is aan de Ed Oothmar ten Caate, koopman tot Almelo, de som van 231 guldens en 15 stuivers, en aan de Ed Egbert Costers, de som van 155 guldens, voorts aan de Ed Garrit Costers,
de som van 55 guldens en 7 stuivers, comparanten stellen hypotheek met onderpand op aan de 1e te weten de Ed Oothmar ten Caate een halve akker woestenland, gelegen in de wester woesten, onverscheiden met Jan Geurs, gelimiteerd oostwaarts Jan
Smeld en westwaarts Hendrik Winter, en dan nog een vierendeel akker woestenland, onverscheiden met Berent Gerrits, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Jan Geers, westwaarts Hendrik Roelofs Huisman, voorts een halve grasgoorden gelegen in het zgn
Piksensland, onverscheiden met Berent Gerrits, oostwaarts Wicher Roelof, westwaarts de stege, en aan de 2e de Ed Egbert Costers, haar 400 treden roede maat bouwland gelegen in Albert Raphuisland, oostwaarts Jan Bartelsland, westwaarts St Cruis
Viccarie, en aan de 3e de Ed Garrit Costers, haar koeweide mede in Albert Raphuisland gelegen, beginnende van deze weg tot aan de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Engbert Smid, westwaarts St Crucen Vicarie [T0079_INV5_p040].
1744-08-11: Egbert Jansen en zijn vrouw Berentjen Rotgers, welke verklaarden verkocht te hebben 2,5 wand roede maat bouwland met een koeweide, beginnende van deze kerkweg tot aan de oldenweg, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Roelofsen Huisman,
westwaarts Jan Berents Hoff, ten profijte van Jannes Harms Schoemacker en zijn vrouw, voor een som van 272 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p121].
1744-08-11: Egbert Jansen en zijn vrouw Berentjen Rotgers, welke verklaarden verkocht te hebben een wand land van 100 treden roede maat bouwland, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roelofsen Huisman, westwaarts de weduwe van Lukas Hospes, ten profijte
van Hindrikjen Harms, weduwe van wijlen Jannes Balthazer en zijn kinderen en erfgenamen, voor een som van 52 guldens en 3 stuivers [T0079_INV5_p123].
1744-08-11: Egbert Jansen en zijn vrouw Berentjen Rotgers, welke verklaarden verkocht te hebben een wand van 100 treden roede maat bouwland, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roelofsen Huisman, westwaarts de weduwe Lukas Hospes, alsmede het broekland
beginnende van de dijk of de Aa tot aan of met de Hollandsen Graaven, oostwaarts Henr Roelofsen Huisman, westwaarts Jan Berens Hoff, ten profijte van Hindrik Jansen Hoffman en zijn vrouw, voor een som tezamen van 127 guldens en 10 stuivers
[T0079_INV5_p124].
1744-08-11: Egbert Jansen en zijn vrouw Berentjen Rotgers, welke verklaarden verkocht te hebben 1,5 wand roede maat bouwland, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roelofsen Huisman, westwaarts de weduwe Lukas Hospes, alsmede een hoekjen goorden, aan
handen van Klaas Jansen de Jonge en zijn vrouw, samen voor een som van 117 guldens [T0079_INV5_p126].
1744-08-11: Egbert Jansen en zijn vrouw Berentjen Rotgers, welke verklaarden verkocht te hebben 3 koeweiden, beginnende van deze kerkweg tot aan de zgn Oldenweg, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roelofsen Huisman, westwaarts de koper Jan Berens
Hoff, ten profijte van Jan Berents Hoff en zijn vrouw, een som tezamen van 297 guldens [T0079_INV5_p128].
1744-08-21: Aaltjen Feijer, weduwe van wijlen Klaas Wolters, bijgestaan met Garrijt van Olde als haar voogd, voorts Lukas Feijer en Lukas Geersen Hols als voogden over Berendina Feijer, en de rato caverende voor Jan Freriks, als getrouwd aan
Cunnera Feijer, welke op 24 februari 1744 gerechtelijk verkocht te hebben een 3e part van het hooiland, zo van wijlen Rotgert Berens, en de weduwe Lukas Hospers door wijlen Garrijt Feijer aangekocht, onverscheiden met Jan Kruis en Roeloff
Willems, aanvang nemende van de Oldenweg, met het anpart van het broekland van de weduwe Lukas Hospes aangekocht, gelimiteerd oostwaarts Henrik Roelofs Huisman, westwaarts Jan Berens Hoff, zo en als het wijlen Garrijt Feijer heeft aangekocht, ten
profijte van Jan Hendriks Hols, en Jan Jansen Onweer, derzelver vrouwen en erfgenamen, voor een som van 464 guldens [T0079_INV5_p130].
1746-02-19: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harmsen de Graaff als haar voogd, voorts Gerrijt Winter, Hendrik Braamer en Jan Freriks de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen,
weduwe van Hendrik Winter, tezamen respective erfgenamen van wijlen Henrik Roelofsen Huisman, welke verkocht hebben de aangeerfde 5 koeweiden, tot aan de zgn Oldenweg, maar het houtgewas daarop staande behouden verkopers voor haar en zullen het
zo lange mogen laten staan als het haar zal gelieven, alsmede de halfscheid van het maken van de steegendeele, en ruimen van de waterstromen, en de sloot half bij de stege en half bij de goordens, voorts 500 treden roede maat bouwland en de halve
opslag, en gezaai daarop liggende met het maken van deze nieuwe kerkweg na contingen te verdelen, voorts patorijen koorn, kosters koorn, haver aan de Huize Almelo Jufferen haver armenjagers koorn, bur (?) en bollen houden en maken van de
leijdink, gelimiteerd oostwaarts Koort Hendrik van Olde, westwaarts wijlen Rotgert Berensland, ten profijte van de E Garrijt de Ruiter en zijn vrouw, en zulks alles voor een som van haar verkopers door de koper ten vollen de eersten met de
laatsten kooppenning te danke te wezen voldaan en betaalt [T0079_INV5_p157].
1746-05-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkocht hebben 200 treden roede maat bouwland, gelegen in het land van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, gelimiteerd oostwaarts Koort van Olde, westwaarts Rotgert
Berensland, en gezaai daarop liggende, met het maken van deze nieuwe kerkweg na contingent te verdelen, voorts Pastorijen koorne, Kosters koorn, haver aan de Huize Almelo Jufferen haver, armenjagers koorn, beer en bollen houden en maken van de
lijdick, voorts de halve opslag achter gemelde bouwland liggende, en dan nog een akker turf of hoevenland, op de oostere hoeve liggende, en dat mede met zijn raad en onraad, ten profijte van de E Jan Kruis en zijn vrouw, alles voor een som van
304 guldens, 17 stuivers en 8 penningen [T0079_INV5_p172].
1746-08-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen 200 treden roede maat bouwland, gelegen in het land van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, gelimiteerd oostwaarts Koert van Olde, westwaarts Rotgert
Berensland, met het maken van deze nieuwe Kerkweg na contingent te verdelen, voorts Pastorijen koorn, Kosters koorn, haver aan de Huize Almelo, Jufferen haver, armenjagers koorn, beer en bollen houden, en maken van de Leijdick, voorts de halve
opslag achter gemelde bouwland liggende, en dan nog een akker turf of hoevenland, op de oostere hoeve liggende, ten profijte van de E Jan Kruijs en zijn vrouw, voor een som van 304 guldens, 17 stuivers en 8 penningen [T0079_INV5_p174].
1746-08-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen de aangeerfde bouwgoorden, beginnende van deze Kerkweg tot aan de dwarssloot, gelegen in het land van wijlen Henrick Roelofs Huisman, gelimiteerd oostwaarts
de stege, westwaarts de goorden van wijlen Berent Koops, ten profijte van de E Garrijt de Ruijter en zijn vrouw, voor een som van 201 guldens en 13 stuivers [T0079_INV5_p176].
1746-08-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen de aangeerfde goorden, beginnende van de huisstede tot aan de Waterleijdick, gelegein het land van wijlen Hendrik Roelofs Huisman, ten profijte van Trijntjen
Engbers en haar erfgenamen, voor een som van 100 guldens [T0079_INV5_p178].
1746-08-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen de aangeerfde 3 akker land, beginnende van de zgn Oldenweg, tot aan de Dijk of Aa, alsmede het broekland daarachter liggende, tot aan de Oldengraven, gelegen
in het land van wijlen Henrik Roelofs Huisman, gelimiteerd oostwaarts Koort van Olde, westwaarts het zgn Rotgers Berensland, met de halfscheid van het maken van de stegen deele, en ruimen van de wwaterstromen, voorts een vrijen opweg over het
binnere land, te varen wat zij te vader hebben, ten profijte van de E Garrijt Berens Winter en zijn vrouw, voor een som van 805 guldens en 18 stuivers [T0079_INV5_p179].
1746-08-07: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen 200 treden roede maat bouwland, gelegen in het land van wijlen Henrik Roelofs Huisman, gelimiteerd oostwaarts Koert van Olde, westwaarts Rotgert Berensland,
en gezaai daarop liggende, met ht maken van deze nieuwe Kerkweg an contingent te verdelen, ten profijte van Hindrikjen Harms Hospes, wedw van Jannes Jansen, voor een som van 90 guldens en 11 stuivers [T0079_INV5_p182].
1775-11-16: Gerrit Hinderix Braemer, voor zichzelfs, ende de rato caverende voor zijn mede consorten, namelijk Jan Freriks, de kinderen en erfgenamen van wijlen Gerrit Winter, Jan Berents Brouwer, en de verdere consorten, erfgenamen van wijlen
Henrik Roelofs Huijsman, welke verklaarden in het jaar 1775 verkocht te hebben, de halve brink, zgn Huijsmans Brink, beginnende van den weg sloot van dezen Kerkweg, en eindigende hen boven toe aan het land van Hermen Otten Boer, gelimiteerd
oostwaarts de weduwe Koert van Olde, ende westwaarts Esse Jansen, Hermen Otten en Jan Jannessen, op het zgn Rutgersland wonende, ten profijte van Harmen Winter, voor een som van 125 guldens [T0079_INV8_p040vo].
1727-07-11: Koert Hinriksen van Olde en zijn vrouw Jennigien Janssen Smit, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Schultes Klaas Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 914 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op 3 akker landop en daale te vene, te velde, met daarop staande huis en schuur, en het houtgewas, gelimiteerd oostwaarts de landerijen van Roeleff Engbertsen Smidt, westwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, en dan nog met een turfakker, gelegen op
de oosterhoeve en onverscheiden met zijn broer Gerrit Hinrixen van Olde [T0079_INV4_p446].
Woonde te Vriezenveen. | Huisman, Hendrik (I73320)
|
1008 |
1727-05-24: Rutger Berendsen, voor hem zelf en Jan Berendsen Hoffman en Jan Gerritsen als voogden over de 3 onmondige kinderen van haar overleden moeder Grietien Klaasen, volgens gerechtelijke voorwaarden en condities van 29 7ber 1726 verkocht te
hebben de goorden met de huisplaatse daar Spijker Berendshuis op staat, rekkende tot aan de dam, voor een som van 246 guldens, en verders dan nog het goordentien hen buijten daaraan volgende tot aan de dwarssloot, voor een som van 55 guldens,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de stege van verkoper, aan handen van de koper Berendt Koops en zijn vrouw Kunne Egberts Spijker [T0079_INV4_p439].
1729-03-05: Rutger Berendsen, voor hem zelf, alsmede Jan Gerritsen en Jan Berendsen Hoffman als voogden over de 3 nagelaten dochters van haar overleden moeder Grietien Claasen, nevens Henrikien Engberts, weduwe van wijlen Luicas Hospis,
bijgestaan met secretaris Joan Derck Ritter, en Derck Koops en Berend Engberts Klooster als voogden over de nagelaten onmondige kinderen van wijlen haar vader Luicas Harms Hospis, welke verklaarden verkocht te hebben een hooiland, de 1e Rutger
Berends zijn hooiland, begint van de Oldenweg tot aan de dijk of Aa, maar het broekland behoud verkoper voor hem, met een opweg daaruit, om zijn hooi daaruit op een bekwame tijd vrij te halen, zonder de minste verhindering van kopers en mag
verkoper Rutger Berends een maal in het jaar zijn beesten daardoor drijven en wederom halen, de 2e verkoopster de weduwe van wijlen Luicas Hospis haar hooiland, bestaande samen in 5 akker, begint van de Oldenweg tot aan de Oldengraaven,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de weduwe van Berendt Claasen, tezamen voor een som van 700 guldens, en dat de kopers naar woestenland gerechtigd mogen drijven, varen en halen, ten profijte van kopers, met namen Jan
Cruis, Gerrit Feijer en Roeleff Willemsen, derzelver vrouwen [T0079_INV4_p500].
1756-08-19: Egbert Jansen Hoff en zijn vrouw Berentjen Rutgers, welke verklaarde wegens opgenomen en ontvangen penningen, schuldig te zijn aan Jan Hendriks Brink en zijn vrouw, een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op 2 en een vierendeel akkerland, met daarop staande huis en timmeragie, te vene, te velde, met top en twijg daarop staande, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Scheeper, westwaarts Berent Jansen Enten.
Kantlijn akte: Deze 700 guldens met de interest zijn op 20 januari 1762 volgens vertoonde kwitantie aan Janna Berens Berkhoff door Berentjen Rugters en de voogden voldaan en betaald, derhalven wordt dezelve geroyeerd en vernietigd
[T0079_INV5_p582].
1762-01-16: Berentjen Rutgers, wedw van Egbert Jansen Dekker, bijgestaan met Hindrik Albers en Hendrikus Clumper als haar voogd, voorts Klaas Jansen de Jonge, en Hendrik Berens Barkhoff als voogd over de 2 onmondige kinderen, zo Berentjen Rutgers
bij wijlen haar eheman Egbert Jansen Dekker heeft verwekt, welke verklaarden op 25 juli 1761 verkocht te hebben het erve en goed, zijnde 2 akkers en een vierendeel lands opgaans, met daarop staande huis en timmeragie, alhier op 't Vriezenveen,
ten profijte van Janna Berens Barkhoff, weduwe van Jan Hendrik Brink, voor een som van 1405 guldens. [T0079_INV6_p185]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Rutgers, Berendjen (I13778)
|
1009 |
1727-05-24: Rutger Berendsen, voor hem zelf en Jan Berendsen Hoffman en Jan Gerritsen als voogden over de 3 onmondige kinderen van haar overleden moeder Grietien Klaasen, volgens gerechtelijke voorwaarden en condities van 29 7ber 1726 verkocht te
hebben de goorden met de huisplaatse daar Spijker Berendshuis op staat, rekkende tot aan de dam, voor een som van 246 guldens, en verders dan nog het goordentien hen buijten daaraan volgende tot aan de dwarssloot, voor een som van 55 guldens,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de stege van verkoper, aan handen van de koper Berendt Koops en zijn vrouw Kunne Egberts Spijker [T0079_INV4_p439].
1729-03-05: Rutger Berendsen, voor hem zelf, alsmede Jan Gerritsen en Jan Berendsen Hoffman als voogden over de 3 nagelaten dochters van haar overleden moeder Grietien Claasen, nevens Henrikien Engberts, weduwe van wijlen Luicas Hospis,
bijgestaan met secretaris Joan Derck Ritter, en Derck Koops en Berend Engberts Klooster als voogden over de nagelaten onmondige kinderen van wijlen haar vader Luicas Harms Hospis, welke verklaarden verkocht te hebben een hooiland, de 1e Rutger
Berends zijn hooiland, begint van de Oldenweg tot aan de dijk of Aa, maar het broekland behoud verkoper voor hem, met een opweg daaruit, om zijn hooi daaruit op een bekwame tijd vrij te halen, zonder de minste verhindering van kopers en mag
verkoper Rutger Berends een maal in het jaar zijn beesten daardoor drijven en wederom halen, de 2e verkoopster de weduwe van wijlen Luicas Hospis haar hooiland, bestaande samen in 5 akker, begint van de Oldenweg tot aan de Oldengraaven,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de weduwe van Berendt Claasen, tezamen voor een som van 700 guldens, en dat de kopers naar woestenland gerechtigd mogen drijven, varen en halen, ten profijte van kopers, met namen Jan
Cruis, Gerrit Feijer en Roeleff Willemsen, derzelver vrouwen [T0079_INV4_p500].
1742-04-07: Hindrik Gerrits Koors en zijn vrouw Janna Engbers, en hij Hendrik Gerrits Koors mede voor de kinderen van Derk Hobbelink bij Margarita Koors verwekt, voorts Hindrik Jansen en zijn vrouw Hindrikkjen Rotgers, Grietjen Aarens, weduwe
Berent Jansen, bijgestaan met Garrit Brink als haar voogd, en Grietjen Jansen, bijgestaan met Hendrik Garrits als haar voogd, samen erfgenamen van wijlen Harmen Koors, welke hebben verkocht een halve akker woestenland, gelegen in de wester
woesten, onverscheiden met de weduwe Berent Otten en de weduwe Jan Geers, oostwaarts Jan de Ruiter, westwaarts Jan de Ruiter, ten profijte van Garrijt Jansen en zijn vrouw Mettjen Egbers, voor een som van 115 guldens [T0079_INV5_p055].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Rutgers, Hendrikjen (I21336)
|
1010 |
1727-05-24: Rutger Berendsen, voor hem zelf en Jan Berendsen Hoffman en Jan Gerritsen als voogden over de 3 onmondige kinderen van haar overleden moeder Grietien Klaasen, volgens gerechtelijke voorwaarden en condities van 29 7ber 1726 verkocht te
hebben de goorden met de huisplaatse daar Spijker Berendshuis op staat, rekkende tot aan de dam, voor een som van 246 guldens, en verders dan nog het goordentien hen buijten daaraan volgende tot aan de dwarssloot, voor een som van 55 guldens,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de stege van verkoper, aan handen van de koper Berendt Koops en zijn vrouw Kunne Egberts Spijker [T0079_INV4_p439].
1729-03-05: Rutger Berendsen, voor hem zelf, alsmede Jan Gerritsen en Jan Berendsen Hoffman als voogden over de 3 nagelaten dochters van haar overleden moeder Grietien Claasen, nevens Henrikien Engberts, weduwe van wijlen Luicas Hospis,
bijgestaan met secretaris Joan Derck Ritter, en Derck Koops en Berend Engberts Klooster als voogden over de nagelaten onmondige kinderen van wijlen haar vader Luicas Harms Hospis, welke verklaarden verkocht te hebben een hooiland, de 1e Rutger
Berends zijn hooiland, begint van de Oldenweg tot aan de dijk of Aa, maar het broekland behoud verkoper voor hem, met een opweg daaruit, om zijn hooi daaruit op een bekwame tijd vrij te halen, zonder de minste verhindering van kopers en mag
verkoper Rutger Berends een maal in het jaar zijn beesten daardoor drijven en wederom halen, de 2e verkoopster de weduwe van wijlen Luicas Hospis haar hooiland, bestaande samen in 5 akker, begint van de Oldenweg tot aan de Oldengraaven,
gelimiteerd oostwaarts Henrik Roeleffsen Huijsman, westwaarts de weduwe van Berendt Claasen, tezamen voor een som van 700 guldens, en dat de kopers naar woestenland gerechtigd mogen drijven, varen en halen, ten profijte van kopers, met namen Jan
Cruis, Gerrit Feijer en Roeleff Willemsen, derzelver vrouwen [T0079_INV4_p500]. | Rutgers, Kunnigje (I33646)
|
1011 |
1727-08-31: Foppe Jans, woont te Haskerhorne, is verloofd.
1727-09-07: Foppe Jans, woont te Haskerhorne, is bruidegom.
1733-03-22: Foppe Jans, woont te Haskerhorne, is vader. | Jans, Foppe (I30203)
|
1012 |
1727-08-31: Sibbeltje Rinkes, woont te Ouwsterhaule, is verloofd.
1727-09-07: Sibbeltje Rinckes, woont te Ouwsterhaule, is bruid.
1733-03-22: Sibbeltje Rinckes, woont te Haskerhorne, is moeder. | Rinkes, Sibbeltje (I30204)
|
1013 |
1727-09-07: Jan Brouwer en Arent Bartels als door de Hooch Graafflijk Excellentie aangestelde voogden van Jan Wolters Smidt, en Jan Hinriksen van Olde en Koort Hinrixen van Olde als voogden van Henrikien Berendsen, vrouw van gemelde Jan Wolters
Smidt, welke verklaarden verkocht te hebben een akker hooiland in Voss Willemsland gelegen, met het houtgewas daarop is staande, beginnende van de waterleijdik en eindigende tot aan de dijk of Aa, onverscheiden met Jan Grobben, Henrik Gerridts en
Leennart Wolters, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van Engbert Smelt, westwaarts de weduwe van Jan Harmssen Kluppels, ten profijte van Egbert ten Kaathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 583 guldens en 3 stuivers [T0079_INV4_p450].
1730-08-12: Willem Klaassen Voss en zijn vrouw Jenneken Janssen, welke verklaarden verkocht te hebben het huis en landerijen, zo en als zij hetzelve in gerustelijke possessie (?) hebben gehad, alles ingevolge koopcedel van 5 juni 1730 te weten
ten 1e het land zo zijn begin neemt van deze nieuwe kerkweg en eindigende tot aan zgn waterleijdik met de brink, en dan nog ongeveer 300 tret goordenland, met de stege, zo lang zij is, met ongeveer 300 tret roede maat bouwland met de opslag van
een stuk en dan nog 1/4 part van het andere stuk, alsmede de opslag, wijders met top en twijg, zijnde gelimiteerd aan de oostzijde de wede Engbert Smelt en aan westzijde de weduwe van Jan Harmsen Kluppels, cs, aan handen van Mettien Harmsen, in
deze bijgestaan met Jan Derck de Ritter als haar voogd, voor een som van 150 guldens, alsmede de inboedel voor een som van 150 keizersguldens, tezamen 300 guldens [T0079_INV4_p565].
Woonde te Vriezenveen. | ten Cate, Metjen (I11435)
|
1014 |
1727-09-07: Jan Brouwer en Arent Bartels als door de Hooch Graafflijk Excellentie aangestelde voogden van Jan Wolters Smidt, en Jan Hinriksen van Olde en Koort Hinrixen van Olde als voogden van Henrikien Berendsen, vrouw van gemelde Jan Wolters
Smidt, welke verklaarden verkocht te hebben een akker hooiland in Voss Willemsland gelegen, met het houtgewas daarop is staande, beginnende van de waterleijdik en eindigende tot aan de dijk of Aa, onverscheiden met Jan Grobben, Henrik Gerridts en
Leennart Wolters, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van Engbert Smelt, westwaarts de weduwe van Jan Harmssen Kluppels, ten profijte van Egbert ten Kaathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 583 guldens en 3 stuivers [T0079_INV4_p450].
1730-08-12: Willem Klaassen Voss en zijn vrouw Jenneken Janssen, welke verklaarden verkocht te hebben het huis en landerijen, zo en als zij hetzelve in gerustelijke possessie (?) hebben gehad, alles ingevolge koopcedel van 5 juni 1730 te weten
ten 1e het land zo zijn begin neemt van deze nieuwe kerkweg en eindigende tot aan zgn waterleijdik met de brink, en dan nog ongeveer 300 tret goordenland, met de stege, zo lang zij is, met ongeveer 300 tret roede maat bouwland met de opslag van
een stuk en dan nog 1/4 part van het andere stuk, alsmede de opslag, wijders met top en twijg, zijnde gelimiteerd aan de oostzijde de wede Engbert Smelt en aan westzijde de weduwe van Jan Harmsen Kluppels, cs, aan handen van Mettien Harmsen, in
deze bijgestaan met Jan Derck de Ritter als haar voogd, voor een som van 150 guldens, alsmede de inboedel voor een som van 150 keizersguldens, tezamen 300 guldens [T0079_INV4_p565].
Woonde te Vriezenveen. | Jansen, Metjen (I16437)
|
1015 |
1727-10-08: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berendt Janssen Reuvekamp en zijn vrouw Kunnigien Janssen, [de laatste] ziek van lichaam en bijgestaan met secretaris Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar man Berend Jansen Reuvekamp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Jan Grobben, een halve ducaton;
- zij haar zus Jennigien Janssen, een halve ducaton;
- zij haar overledene broers kinderen tot Groningen woonachtig, een halve ducaton;
- zij aan Godsarmen, een halve ducaton;
- hij zijn vrouw, enige en universeel erfgenaam;
- hij zijn broer Henrik Janssen Reuvekamp, een gouden ducaat;
- hij aan Godsarmen alhier, en halve ducaton [T0079_INV4_p453].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 19, nr. 15:
Man : Berent Ruevecamp.
Vrouw : Kunne Jansen.
Kinderen >10 jaar : -.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1756-12-04: De tegenwoordige kerkmeesters op het Vriezenveen, met namen Jannes Prinsen, Roelof Wijchers en Engbert Hindriks, welke verklaarden op 21 februari 1756 in erfkoop verkocht te hebben het halve huis, zijnde de westkante, toebehoord
hebbende wijlen Berent Ruvekamp, alhier op Pastorien Erve staande en gelegen, zo en als het wijlen Berent Ruvekamp heeft bewoond en bezeten, ten profijte van Falina Raphuis, weduwe van wijlen Barent de Vries, en haar kinderen, voor een som van
124 guldens [T0079_INV5_p593].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Reuvekamp, Berend (I21532)
|
1016 |
1727-10-08: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berendt Janssen Reuvekamp en zijn vrouw Kunnigien Janssen, [de laatste] ziek van lichaam en bijgestaan met secretaris Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar man Berend Jansen Reuvekamp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Jan Grobben, een halve ducaton;
- zij haar zus Jennigien Janssen, een halve ducaton;
- zij haar overledene broers kinderen tot Groningen woonachtig, een halve ducaton;
- zij aan Godsarmen, een halve ducaton;
- hij zijn vrouw, enige en universeel erfgenaam;
- hij zijn broer Henrik Janssen Reuvekamp, een gouden ducaat;
- hij aan Godsarmen alhier, en halve ducaton [T0079_INV4_p453].
Woonde te Groningen. | Jansen (I5730)
|
1017 |
1727-10-08: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berendt Janssen Reuvekamp en zijn vrouw Kunnigien Janssen, [de laatste] ziek van lichaam en bijgestaan met secretaris Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar man Berend Jansen Reuvekamp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Jan Grobben, een halve ducaton;
- zij haar zus Jennigien Janssen, een halve ducaton;
- zij haar overledene broers kinderen tot Groningen woonachtig, een halve ducaton;
- zij aan Godsarmen, een halve ducaton;
- hij zijn vrouw, enige en universeel erfgenaam;
- hij zijn broer Henrik Janssen Reuvekamp, een gouden ducaat;
- hij aan Godsarmen alhier, en halve ducaton [T0079_INV4_p453].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Jansen, Cunnegjen (I21533)
|
1018 |
1727-10-08: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berendt Janssen Reuvekamp en zijn vrouw Kunnigien Janssen, [de laatste] ziek van lichaam en bijgestaan met secretaris Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar man Berend Jansen Reuvekamp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Jan Grobben, een halve ducaton;
- zij haar zus Jennigien Janssen, een halve ducaton;
- zij haar overledene broers kinderen tot Groningen woonachtig, een halve ducaton;
- zij aan Godsarmen, een halve ducaton;
- hij zijn vrouw, enige en universeel erfgenaam;
- hij zijn broer Henrik Janssen Reuvekamp, een gouden ducaat;
- hij aan Godsarmen alhier, en halve ducaton [T0079_INV4_p453]. | Reuvekamp, Hendrik (I5726)
|
1019 |
1727-10-08: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berendt Janssen Reuvekamp en zijn vrouw Kunnigien Janssen, [de laatste] ziek van lichaam en bijgestaan met secretaris Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar man Berend Jansen Reuvekamp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Jan Grobben, een halve ducaton;
- zij haar zus Jennigien Janssen, een halve ducaton;
- zij haar overledene broers kinderen tot Groningen woonachtig, een halve ducaton;
- zij aan Godsarmen, een halve ducaton;
- hij zijn vrouw, enige en universeel erfgenaam;
- hij zijn broer Henrik Janssen Reuvekamp, een gouden ducaat;
- hij aan Godsarmen alhier, en halve ducaton [T0079_INV4_p453]. | Grobben, Jan (I5728)
|
1020 |
1727-10-08: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berendt Janssen Reuvekamp en zijn vrouw Kunnigien Janssen, [de laatste] ziek van lichaam en bijgestaan met secretaris Joan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar man Berend Jansen Reuvekamp, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar broer Jan Grobben, een halve ducaton;
- zij haar zus Jennigien Janssen, een halve ducaton;
- zij haar overledene broers kinderen tot Groningen woonachtig, een halve ducaton;
- zij aan Godsarmen, een halve ducaton;
- hij zijn vrouw, enige en universeel erfgenaam;
- hij zijn broer Henrik Janssen Reuvekamp, een gouden ducaat;
- hij aan Godsarmen alhier, en halve ducaton [T0079_INV4_p453]. | Jansen, Jennegjen (I5729)
|
1021 |
1728-09-10: Testament van Jan Egberts en zijn vrouw Cunneken Janssen, de laatste bijgestaan met Jan Derck Ritter als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Cunneken Janssen, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Jan Egberts, enig en universeel erfgenaam;
- beide aan Jenneken Derks {is zij dit?}, universele erfgenaam, om daarmede te doen na haren welgevallen, mits da ze moet uitkeren aan testators overleden zusters kind 50 guldens als hij in het leven is;
- mocht Jenneken Derks komen over te schieten zullen erven aan haar vader Derck Janssen zijn kinderen tot enig en universele erfgenamen om daarmede en van wegens te doen naar haren welgevallen [T0079_INV4_p471]. | Derks, Jenne (I11734)
|
1022 |
1728-09-10: Testament van Jan Egberts en zijn vrouw Cunneken Janssen, de laatste bijgestaan met Jan Derck Ritter als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Cunneken Janssen, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Jan Egberts, enig en universeel erfgenaam;
- beide aan Jenneken Derks, universele erfgenaam, om daarmede te doen na haren welgevallen, mits da ze moet uitkeren aan testators overleden zusters kind 50 guldens als hij in het leven is;
- mocht Jenneken Derks komen over te schieten zullen erven aan haar vader Derck Janssen zijn kinderen tot enig en universele erfgenamen om daarmede en van wegens te doen naar haren welgevallen [T0079_INV4_p471].
Woonde te Vriezenveen. | Jansen, Cunnegjen (I73303)
|
1023 |
1728-10-24: Jacob, woont te Haskerhorne, is gedoopt. | Minnes, Jacob (I30200)
|
1024 |
1729-01-16: Jan Hinrixen Rijken en zijn vrouw Jennigien Hinriksen, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker land, met daarop staande huis, gelimiteerd oostwaarts Berendt Hollander, westwaarts Luttjan, verders een Vossmaathe genaamd, liggende
oostwaarts de Geesterse delen en aan de westzijde de oever, onverscheiden met Harmen Schippers, nevens de gehelen inboedel, voor een som van 400 goudguldens, ten profijte van Henrikien Janssen haar zusters dochter over zulks bekanden verkoperen
door Gerrit Janssen Fronten en zijn vrouw Henrikien Janssen de volle kooppenningen, mits dat verkoperen behoud de inboedel tot leven lang, mede tot haar gebruikt, doch blijft volgens koopcedel de metinge daar buijten volkomenlijk en te danke
voldaan en betaald te zijn [T0079_INV4_p483].
1730-08-12: Testament van Jennigien Hinriksen {is zij dit?}, bijgestaan met Joan Derck de Ritter als haar voogd, enigszins ziek van lichaam, waarin genoemd:
- aan de kinderen van Gerrit Janssen Fronten, genaamd Jan Gerritsen en Brendien Gerritsen, enig en universeel erfgenaam;
- aan Godsarmen, 50 guldens;
- aan Schott Geert, 10 keizersguldens [T0079_INV4_p558]. | Hendriks, Jennegjen (I5732)
|
1025 |
1729-01-16: Jan Hinrixen Rijken en zijn vrouw Jennigien Hinriksen, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker land, met daarop staande huis, gelimiteerd oostwaarts Berendt Hollander, westwaarts Luttjan, verders een Vossmaathe genaamd, liggende
oostwaarts de Geesterse delen en aan de westzijde de oever, onverscheiden met Harmen Schippers, nevens de gehelen inboedel, voor een som van 400 goudguldens, ten profijte van Henrikien Janssen haar zusters dochter over zulks bekanden verkoperen
door Gerrit Janssen Fronten en zijn vrouw Henrikien Janssen de volle kooppenningen, mits dat verkoperen behoud de inboedel tot leven lang, mede tot haar gebruikt, doch blijft volgens koopcedel de metinge daar buijten volkomenlijk en te danke
voldaan en betaald te zijn [T0079_INV4_p483].
Woonde te Vriezenveen. | Jansen, Hendrikjen (I34058)
|
1026 |
1729-01-16: Jan Hinrixen Rijken en zijn vrouw Jennigien Hinriksen, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker land, met daarop staande huis, gelimiteerd oostwaarts Berendt Hollander, westwaarts Luttjan, verders een Vossmaathe genaamd, liggende
oostwaarts de Geesterse delen en aan de westzijde de oever, onverscheiden met Harmen Schippers, nevens de gehelen inboedel, voor een som van 400 goudguldens, ten profijte van Henrikien Janssen haar zusters dochter over zulks bekanden verkoperen
door Gerrit Janssen Fronten en zijn vrouw Henrikien Janssen de volle kooppenningen, mits dat verkoperen behoud de inboedel tot leven lang, mede tot haar gebruikt, doch blijft volgens koopcedel de metinge daar buijten volkomenlijk en te danke
voldaan en betaald te zijn [T0079_INV4_p483]. | Rijken, Jan (I5731)
|
1027 |
1729-01-21: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berend Gerritsen Schoemaker, ziek van lichaam, waarin genoemd:
- aan zijn zus Grietien Gerritsen Schoemaaker, 5 wand bouwland op Geesenland en 2 wand op Henrik Gerritsenland, en een koeweide in Olde Jan Klaassensland, en in alle verdere nalatenschap stelle haar tot universele erfgenamen, mits dat de broer
Frerik Gerritsen en de Jan Gerritsen daarmede zullen hebben van te leven en doen alles wat er komt voor te vallen, helpen, arbeiden en de haren lasten helpen dragen [T0079_INV4_p487]. | Schoenmaker, Berend (I5733)
|
1028 |
1729-01-21: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berend Gerritsen Schoemaker, ziek van lichaam, waarin genoemd:
- aan zijn zus Grietien Gerritsen Schoemaaker, 5 wand bouwland op Geesenland en 2 wand op Henrik Gerritsenland, en een koeweide in Olde Jan Klaassensland, en in alle verdere nalatenschap stelle haar tot universele erfgenamen, mits dat de broer
Frerik Gerritsen en de Jan Gerritsen daarmede zullen hebben van te leven en doen alles wat er komt voor te vallen, helpen, arbeiden en de haren lasten helpen dragen [T0079_INV4_p487]. | Schoenmaker, Grietjen (I5735)
|
1029 |
1729-01-21: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berend Gerritsen Schoemaker, ziek van lichaam, waarin genoemd:
- aan zijn zus Grietien Gerritsen Schoemaaker, 5 wand bouwland op Geesenland en 2 wand op Henrik Gerritsenland, en een koeweide in Olde Jan Klaassensland, en in alle verdere nalatenschap stelle haar tot universele erfgenamen, mits dat de broer
Frerik Gerritsen en de Jan Gerritsen daarmede zullen hebben van te leven en doen alles wat er komt voor te vallen, helpen, arbeiden en de haren lasten helpen dragen [T0079_INV4_p487]. | Gerrits, Frerik (I5736)
|
1030 |
1729-01-21: Testament, opgemaakt ten huize van, van Berend Gerritsen Schoemaker, ziek van lichaam, waarin genoemd:
- aan zijn zus Grietien Gerritsen Schoemaaker, 5 wand bouwland op Geesenland en 2 wand op Henrik Gerritsenland, en een koeweide in Olde Jan Klaassensland, en in alle verdere nalatenschap stelle haar tot universele erfgenamen, mits dat de broer
Frerik Gerritsen en de Jan Gerritsen daarmede zullen hebben van te leven en doen alles wat er komt voor te vallen, helpen, arbeiden en de haren lasten helpen dragen [T0079_INV4_p487]. | Gerrits, Jan (I5737)
|
1031 |
1729-03-02: Testament van Jan Luicas Kamp en zijn vrouw Henrickien Wijchers, de laatste ziek van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Henrikien Wijgers, universeel erfgenaam;
- hij zijn vader Luicas Berendsen Kamp, legitieme portie;
- hij zijn broers en zusters, zijn kleren, zo wollen als linnen;
- zij haar zussen Berendien Wijchers en Jennigien Wijchers, haar kleren, zo wollen als linnen, wat tot haar lichaam is gehoren;
- zij haar man Jan Luicas Kamp, universele erfgenaam [T0079_INV4_p491].
Woonde te Vriezenveen. | Wichers, Berendjen (I21393)
|
1032 |
1729-03-02: Testament van Jan Luicas Kamp en zijn vrouw Henrickien Wijchers, de laatste ziek van lichaam en bijgestaan met Jan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vrouw Henrikien Wijgers, universeel erfgenaam;
- hij zijn vader Luicas Berendsen Kamp, legitieme portie;
- hij zijn broers en zusters, zijn kleren, zo wollen als linnen;
- zij haar zussen Berendien Wijchers en Jennigien Wijchers, haar kleren, zo wollen als linnen, wat tot haar lichaam is gehoren;
- zij haar man Jan Luicas Kamp, universele erfgenaam [T0079_INV4_p491].
Woonde te Vriezenveen. | Wichers, Jennegjen (I36312)
|
1033 |
1729-03-05: Albert Vrijlinck en zijn vrouw Harmtien Gerridtsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Scholtus Klaass Kruis en zijn vrouw Geertien Luicas Scholl, een som van 160 guldens, 14 stuivers en 14 penningen, wegens geleverde en
gehaalde winkelwaren en doodschulden, mits dat dan de Scholtus Cruis betalen aan de erfgenamen van wijlen kerkmeesters Jan Scholl van resterende kooppenningen 111 guldens, 6 stuivers en 10 penningen, maakt dan een som van 160 guldens, 14 stuivers
en 14 penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, gelimiteerd aan de oostzijde Pastoorijenstege of st (?) aan de westzijde Roeleff Gerritsen Smelt [T0079_INV4_p497].
1731-03-05: Testament, opgemaakt ten huize van, van Luicas Janssen Everts en zijn vrouw Fenneken Egberts, de laatste ziek van lichaam en bijgestaan met Jan Derck Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- testament op langslevende;
- hij zijn vrouw Fenneken Egberts, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Luicas Janssen Everts, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar nicht Harmtien Gerrits, vrouw van Albert Vrijlinck, alle de zwarte kleren zo aan haar lichaam heeft gehoord;
- beide aan wijlen haren zoons kind, genaamd Jan Janssen, alle hare goederen, doch en voorbehoudens nog thans zo wanneer het voornde kind, genaamd Jan Janssen, in zijn onmondige jaren kwam te overlijden zo zullen alle de nagelatene gereede en
ongereede goederen zo en als hierboven vermeldt, wederom keren en aansterven aan de nagelatene vrienden van testator Luicas Janssen Everts voornt en bij aldien het voornde kind eerder kwam te sterven als de langst levende zo zal de langstlevende
met alle de goederen zo boven vermeld te hebben te keren en te wenden aan haar lust en welgevallen [T0079_INV4_p587].
1741-10-07: Roelof Gerrits Smeld en zijn vrouw Jenneken Arens, hebben op 24 januari 1741 verkocht een grasgoorden en des verkopers landerijen tegens de Weeme gelegen, gelimiteerd oostwaarts de stege, westwaarts Egbert ten Caate, ten profijte van
Albert Frijlink en zijn vrouw Hartjen Garrits, voor een som van 136 guldens [T0079_INV5_p034].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 20, nr. 2:
Man : Alb. Frilink, weduwenaer.
Vrouw : -.
Kinderen >10 jaar : Aaltjen Vrilink.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1748-09-28: Albert Vrijlink en zijn dochter Aaltjen Berens Vrijlink, bijgestaan met kerkm Hindrik Eevertman als haren voogd, welke wenges genegotieerde penningen en geleverde winkelwaren schuldig te zijn aan de Ed Jan Thoms Schimmelpennink en
zijn vrouw, een som van 75 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 200 treden roedemaat bouwland, gelegen in de landerijen van de wedw wijlen Roeloff Gerrits Smelt, gelimiteerd oostwaarts Pastorienland, westwaarts Lubbert Smit.
Kantlijn akte: Deze ... is aan de rentheffer voldaan, waardoor de akte wordt doorgehaald [T0079_INV5_p235].
1749-07-12: Mr Ad Henr Harwig en Bernaruds Spijker, als door de crediteuren aangestelde curatoren over in geabandonneerde boedelvan Albert Vrijlink en zijn stiefdochter Aaltjen Berens Vrijlink, welke verkopen het huis en verdere getimmerde,
staande op het Pastorienland, alsmede 2 wand land op een stuk in de landerijen van Piksens Derksland gelegen, voor dezen Albert Vrijlink en zijn stiefdochter voornd toebehoord hebbende, en daar de wedw Scholtinne Kruis op 8 februari 1749
gerechtelijk aangekocht, aan handen van Geertjen Schol, wedw van wijlen de Hr Scholtus Claas Cruis en haar kinderen, voor een som van 263 guldens en 2 stuivers [T0079_INV5_p261].
1749-07-19: Mr Ad Henr Harwig en Bernaruds Spijker, als door de crediteuren aangestelde curatoren over in geabandonneerde boedelvan Albert Vrijlink en zijn stiefdochter Aaltjen Berens Vrijlink, welke verkopen 200 treden roede maat bouwland in de
landerijen van de wedw Roelof Gerrits Smelt gelegen, voor dezen Albert Vrijlink en zijn stiefdochter toebehoord hebbende, en daar de wedw Roelof Gerrits Smelt op 8 februari 1749 gerechtelijk aangekocht, aan handen van gezegde Roelof Gerrits Smelt
en kinderen, voor een som van 100 guldens [T0079_INV5_p262].
1749-07-19: Jenneken Aarens, wedw van Roeloff Gerrits Smelt en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henrik Harwig als haar voogd, welke wegen genegotieerde penningen schuldig te zijn aan de Ed Jan Thomas
Schimmelpennink en zijn vrouw, een som van 25 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op, uit de geabandoneerde boelel van Albert Vrijlink, gerechtelijk aangekochte 200 treden roede maat bouwland, in de landerijen van haar comparante
gelegen, gelimiteerd oostwaarts Pastorienland, westwaarts Lubbert Smit [T0079_INV5_p264].
1749-07-19: Mr Ad Henr Harwig en Bernaruds Spijker, als door de crediteuren aangestelde curatoren over in geabandonneerde boedelvan Albert Vrijlink en zijn stiefdochter Aaltjen Berens Vrijlink, welke verkopen een bouwgoorden, beginnende van deze
Kerkweg, en dan nog een goorden tegen de Weeme gelegen, alles gelegen in de landerijen van de weduwe Roeloff Gerrits Smelt, zo en als Albert Vrijlijk dezelve in het gebruik heeft gehad, en door Jan Muller op 8 februari 1749 gerechtelijk
aangekocht, aan handen van genoemde Jan Muller en zijn vrouw, voor een som van 319 guldens en 1 stuiver [T0079_INV5_p265].
1763-02-08: Testament, opgemaakt ten huize, van Albert Vrijlink en zijn vrouw Lutgert Berents Coster, de eerste gezond van lichaam, de laatste enigszins zwak van lichaam en bijgestaan met Berent Lubberts Smit als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar als erfgenaam, met testament op langst levende;
- beide aan Gods armen alhier de som van 5 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p235]
1779-04-26: Testement, opgemaakt ten huize van, Albt Vrijlink en zijn vrouw Trijntie Gerrits, de 1e enigszins ziek van lichaam en de 2e gezond van lichaam en bijgestaan met A H Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij het kind van zijn aangenomen dochter, genaamd Gesina Jansen, legitieme portie [T0079_INV8_p124vo].
Woonde te Almelo (12-03-1718); Vriezenveen (27-08-1748, 30-07-1763). | Frielink, Albert (I19900)
|
1034 |
1729-03-15: Testament, opgemaakt ten huize van Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Grerik Pauwels van der Aa, van Jan Janssen Graave, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn zus Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Frerik Pauwels van der Aa, bijgestaan met Berend Hinrixen Schuijrman en Luicas Jansen Schoemaaker als haar voogden, enig en universele erfgenaam, met beging dat zij haar broer zal verplegen zijn
leven lang, in linnen en wollen kost en drank, en met alle nooddrifte van wat aard of natuur het ook nodig was zelfs vrij te houden in toe back (?), en bij aldien zij nalatig van te blijven zal gehouden zijn jaarlijks aan hem uit te keren 15
guldens in ziekten en alle behulpzame handreikingen te doen, en of het kwam te gebeuren dat zij eerder kwam te sterven als testator, zo zullen voornoemde erfgenamen van Eesse Jansen Graave verplicht zijn het bovengenoemde uit lieft te volbrengen,
en degene daar testator het alderliefs te wilde bij wonen van hare kinderen zal testator vijr staan zijn keur daarin te hebben, en die andere 3 zullen elk verplicht zijn 15 guldens aan testator alle jaren uitkeren tot zijn testators onderhoud,
alsmede de 4e daar hij dan bij woont ook 15 guldens uitmakende dan een som van 60 guldens;
- aan zijn overleden broer Jan Jansen Graave zijn zoon, genaamd Jan Janssen Graave, 10 guldens, aan de 2 nagelaten onmondige kinderen van wijlen Harmen Jansen Graave, ook elke 10 guldens, en bij aldien deze bovenstaande kinderen ene van alle
eerder kwam te sterven als testator zo zal de 10 guldens wederom komen aan handen van Eessse Jansen Graave of deszelfs erfgenamen;
- aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV4_p505].
Woonde te Vriezenveen. | Grave, Jan (I5738)
|
1035 |
1729-03-15: Testament, opgemaakt ten huize van Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Grerik Pauwels van der Aa, van Jan Janssen Graave, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn zus Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Frerik Pauwels van der Aa, bijgestaan met Berend Hinrixen Schuijrman en Luicas Jansen Schoemaaker als haar voogden, enig en universele erfgenaam, met beging dat zij haar broer zal verplegen zijn
leven lang, in linnen en wollen kost en drank, en met alle nooddrifte van wat aard of natuur het ook nodig was zelfs vrij te houden in toe back (?), en bij aldien zij nalatig van te blijven zal gehouden zijn jaarlijks aan hem uit te keren 15
guldens in ziekten en alle behulpzame handreikingen te doen, en of het kwam te gebeuren dat zij eerder kwam te sterven als testator, zo zullen voornoemde erfgenamen van Eesse Jansen Graave verplicht zijn het bovengenoemde uit lieft te volbrengen,
en degene daar testator het alderliefs te wilde bij wonen van hare kinderen zal testator vijr staan zijn keur daarin te hebben, en die andere 3 zullen elk verplicht zijn 15 guldens aan testator alle jaren uitkeren tot zijn testators onderhoud,
alsmede de 4e daar hij dan bij woont ook 15 guldens uitmakende dan een som van 60 guldens;
- aan zijn overleden broer Jan Jansen Graave zijn zoon, genaamd Jan Janssen Graave, 10 guldens, aan de 2 nagelaten onmondige kinderen van wijlen Harmen Jansen Graave, ook elke 10 guldens, en bij aldien deze bovenstaande kinderen ene van alle
eerder kwam te sterven als testator zo zal de 10 guldens wederom komen aan handen van Eessse Jansen Graave of deszelfs erfgenamen;
- aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV4_p505].
1746-02-19: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harmsen de Graaff als haar voogd, voorts Gerrijt Winter, Hendrik Braamer en Jan Freriks de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen,
weduwe van Hendrik Winter, tezamen respective erfgenamen van wijlen Henrik Roelofsen Huisman, welke verkocht hebben de aangeerfde 5 koeweiden, tot aan de zgn Oldenweg, maar het houtgewas daarop staande behouden verkopers voor haar en zullen het
zo lange mogen laten staan als het haar zal gelieven, alsmede de halfscheid van het maken van de steegendeele, en ruimen van de waterstromen, en de sloot half bij de stege en half bij de goordens, voorts 500 treden roede maat bouwland en de halve
opslag, en gezaai daarop liggende met het maken van deze nieuwe kerkweg na contingen te verdelen, voorts patorijen koorn, kosters koorn, haver aan de Huize Almelo Jufferen haver armenjagers koorn, bur (?0 en bollen houden en maken van de
leijdink, gelimiteerd oostwaarts Koort Hendrik van Olde, westwaarts wijlen Rotgert Berensland, ten profijte van de E Garrijt de Ruiter en zijn vrouw, en zulks alles voor een som van haar verkopers door de koper ten vollen de eersten met de
laatsten kooppenning te danke te wezen voldaan en betaalt [T0079_INV5_p157].
1746-08-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen 200 treden roede maat bouwland, gelegen in het land van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, gelimiteerd oostwaarts Koert van Olde, westwaarts Rotgert
Berensland, met het maken van deze nieuwe Kerkweg na contingent te verdelen, voorts Pastorijen koorn, Kosters koorn, haver aan de Huize Almelo, Jufferen haver, armenjagers koorn, beer en bollen houden, en maken van de Leijdick, voorts de halve
opslag achter gemelde bouwland liggende, en dan nog een akker turf of hoevenland, op de oostere hoeve liggende, ten profijte van de E Jan Kruijs en zijn vrouw, voor een som van 304 guldens, 17 stuivers en 8 penningen [T0079_INV5_p174].
1746-08-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen de aangeerfde bouwgoorden, beginnende van deze Kerkweg tot aan de dwarssloot, gelegen in het land van wijlen Henrick Roelofs Huisman, gelimiteerd oostwaarts
de stege, westwaarts de goorden van wijlen Berent Koops, ten profijte van de E Garrijt de Ruijter en zijn vrouw, voor een som van 201 guldens en 13 stuivers [T0079_INV5_p176].
1749-02-05: Jan Gerritsen Schuirman, welke verklaarde verkocht te hebben, gelijk verkast heeft kragt dezes 4 van zijn eigendommelijke koeweiden, beginnende van deze Kerkweg hen buiten, met het broekland daarbij, onverscheiden met gttr (?) Jan
Gerritsen Schuirman, nog heeft d... verkocht 2 wand bouwland, nog heeft d... verkocht een stuk goordenland, liggende aan deze Kerkweg, alle welke percelen verkocht zijn aan handen van Jannes Harms Graeff en Berent Engbers, en dat verdere met de
last van de stegen deele, voor een som van 480 guldens en 19 stuivers [T0079_INV5_p248].
1756-05-08: Gerrijt Winter en zijn vrouw Janna van Olde, welke verklaarden op 21 januari 1756 verkocht te hebben 2,5 akker land, beginnende van deze Kerkweg, tot aan of met de Oldengraven, gelimiteerd oostwaarts het zgn Hospes en Rutgersland,
westwaarts de wedw van Hindrik Hofman, zo na contingent zal verdeeld worden, met degene zou het bovere land zij toekomende, en zo het Jan Berens Hoff in het gebruik heeft gehad, ten profijte van Jannes de Graaff en erfgenamen, voor een som van
1030 guldens [T0079_INV5_p549].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij zijn zuster Trijntjen Harmsen]). | Grave, Jannes (I10451)
|
1036 |
1729-03-15: Testament, opgemaakt ten huize van Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Grerik Pauwels van der Aa, van Jan Janssen Graave, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn zus Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Frerik Pauwels van der Aa, bijgestaan met Berend Hinrixen Schuijrman en Luicas Jansen Schoemaaker als haar voogden, enig en universele erfgenaam, met beging dat zij haar broer zal verplegen zijn
leven lang, in linnen en wollen kost en drank, en met alle nooddrifte van wat aard of natuur het ook nodig was zelfs vrij te houden in toe back (?), en bij aldien zij nalatig van te blijven zal gehouden zijn jaarlijks aan hem uit te keren 15
guldens in ziekten en alle behulpzame handreikingen te doen, en of het kwam te gebeuren dat zij eerder kwam te sterven als testator, zo zullen voornoemde erfgenamen van Eesse Jansen Graave verplicht zijn het bovengenoemde uit lieft te volbrengen,
en degene daar testator het alderliefs te wilde bij wonen van hare kinderen zal testator vijr staan zijn keur daarin te hebben, en die andere 3 zullen elk verplicht zijn 15 guldens aan testator alle jaren uitkeren tot zijn testators onderhoud,
alsmede de 4e daar hij dan bij woont ook 15 guldens uitmakende dan een som van 60 guldens;
- aan zijn overleden broer Jan Jansen Graave zijn zoon, genaamd Jan Janssen Graave, 10 guldens, aan de 2 nagelaten onmondige kinderen van wijlen Harmen Jansen Graave, ook elke 10 guldens, en bij aldien deze bovenstaande kinderen ene van alle
eerder kwam te sterven als testator zo zal de 10 guldens wederom komen aan handen van Eessse Jansen Graave of deszelfs erfgenamen;
- aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV4_p505].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 27, nr. 10:
Man : Luicas Schoemaker.
Vrouw : Jenneken Berents.
Kinderen >10 jaar : Berent Luicas, Zwenne Luicas.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1756-10-02: Henrikus Schuirman en zijn vrouw Aaltjen Jansen Geurs, welke wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Hoeck en zijn vrouw Mettjen Feijer, een som van 400 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker
land, met daarop staande huis en timmeragie, alhier op het Vriezenveen gelegen, uitgezonderd 3 koeweiden zo Hendrik ten Caate zijn toebehorende, en een goorden door wijlen de wedw Frerick van der Aa uit gezegde landerijen ge..., beginnende van de
paal, of daar Lukas Schoemakers goorden ophoudt, en dat tot aan de waterleijdick [T0079_INV5_p585].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Schoenmaker, Lucas (I15473)
|
1037 |
1729-03-15: Testament, opgemaakt ten huize van Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Grerik Pauwels van der Aa, van Jan Janssen Graave, gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn zus Eesse Jansen Graave, wedw van wijlen Frerik Pauwels van der Aa, bijgestaan met Berend Hinrixen Schuijrman en Luicas Jansen Schoemaaker als haar voogden, enig en universele erfgenaam, met beging dat zij haar broer zal verplegen zijn
leven lang, in linnen en wollen kost en drank, en met alle nooddrifte van wat aard of natuur het ook nodig was zelfs vrij te houden in toe back (?), en bij aldien zij nalatig van te blijven zal gehouden zijn jaarlijks aan hem uit te keren 15
guldens in ziekten en alle behulpzame handreikingen te doen, en of het kwam te gebeuren dat zij eerder kwam te sterven als testator, zo zullen voornoemde erfgenamen van Eesse Jansen Graave verplicht zijn het bovengenoemde uit lieft te volbrengen,
en degene daar testator het alderliefs te wilde bij wonen van hare kinderen zal testator vijr staan zijn keur daarin te hebben, en die andere 3 zullen elk verplicht zijn 15 guldens aan testator alle jaren uitkeren tot zijn testators onderhoud,
alsmede de 4e daar hij dan bij woont ook 15 guldens uitmakende dan een som van 60 guldens;
- aan zijn overleden broer Jan Jansen Graave zijn zoon, genaamd Jan Janssen Graave, 10 guldens, aan de 2 nagelaten onmondige kinderen van wijlen Harmen Jansen Graave, ook elke 10 guldens, en bij aldien deze bovenstaande kinderen ene van alle
eerder kwam te sterven als testator zo zal de 10 guldens wederom komen aan handen van Eessse Jansen Graave of deszelfs erfgenamen;
- aan Godsarmen alhier, 25 guldens [T0079_INV4_p505].
Woonde te Vriezenveen. | Grave, Jan (I25909)
|
1038 |
1729-04-11: Jenneken Dercks, weduwe van Gerrit Hinriksen [klopt zijn naam wel?], bijgestaan met Albert Jonker als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Scholtus CLaas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 400
guldens, wegens boekschulden en verlopen Heren lasten, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts Frederick Henriks van Olde, westwaarts Henrik Braamhaar, mitsgaders 2
akker Superplusland, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Berendt Winter, westwaarts Henrik Janssen Boeschen [T0079_INV4_p513]. | Hendriks, Gerrit (I5903)
|
1039 |
1729-04-11: Jenneken Dercks, weduwe van Gerrit Hinriksen, bijgestaan met Albert Jonker als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de E Scholtus CLaas Cruis en zijn vrouw Geertien Luicas Schol, een som van 400 guldens, wegens
boekschulden en verlopen Heren lasten, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis en schuur, gelimiteerd oostwaarts Frederick Henriks van Olde, westwaarts Henrik Braamhaar, mitsgaders 2 akker
Superplusland, gelimiteerd oostwaarts de weduwe Berendt Winter, westwaarts Henrik Janssen Boeschen [T0079_INV4_p513]. | Derks, Jenneken (I5902)
|
1040 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten {is hij dit?}, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517].
1741-01-27: Jan Scholten, bekende op 23 juli 1735 verkocht te hebben een halve akker hooiland, gelegen in de woesten in de wester Schipperie, onverscheiden met Jan Hendriks Post, cs, gelimiteerd oostwaarts de wedw Scholtinne Cruis, westwaarts
Garrit Jansen, cs, en dan nog op 2 augustus 1740 2 akker boverwegesland op de westere hoeve gelegen, oostwaarts Pastorijenland, westwaarts Lukas Jansen en Claas Hendriks alles ingevole koopcedel van 23 juli 1735 en 2 augustus 1740, aan Otto
Jansen en zijn vrouw Aaltjen Scholten, voor een som van penningen zo aan hem door de koper ten vollen en te danke waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p012]. | Scholten, Jan (I34121)
|
1041 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517].
1743-01-10: Ad Henr Harwig en zijn vrouw Berentjen Waanders, tutore marito en als vader en voogd van zijn minderjarige dochter Stientjen, voorts Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, Grietjen Jansen, wed Nicol Harwig, bijgestaan met Ad
Henr Harwig als haar voogd, Egbert Harms en zijn vrouw Hindrikjen Jansen Kleijne, Berent Harms zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms zijn vrouw Hindrikjen Hindriks Bramer, en mede voor haar broer Hindrik Harms, voorts Klaas Hindriks
Braamer zijn vrouw Harmtjen Jansen, Hindrik Hindriks Braamer zijn vrouw Hindrikjen Engbers, Wolter Hendriks Bramer zijn vrouw Janna Eevers Costers, en Frerick Scholten zijn vrouw Jaspertjen Crol, en Luicas Crol voor zijn broer Hendrik Crol, alles
bijgestaan met haar man als hare voogden, en erfgenamen van wijlen Jan Crol en Mettjen Jans Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker boverwegesland alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wed Jan Brouwer, cs, westwaarts
Leenart Wolters, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff en zijn vrouw, voor een som van 416 guldens [T0079_INV5_p075].
Woonde te Vriezenveen (25-09-1692). | Crol, Jan (I20800)
|
1042 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517].
1743-01-10: Ad Henr Harwig en zijn vrouw Berentjen Waanders, tutore marito en als vader en voogd van zijn minderjarige dochter Stientjen, voorts Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, Grietjen Jansen, wed Nicol Harwig, bijgestaan met Ad
Henr Harwig als haar voogd, Egbert Harms en zijn vrouw Hindrikjen Jansen Kleijne, Berent Harms zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms zijn vrouw Hindrikjen Hindriks Bramer, en mede voor haar broer Hindrik Harms, voorts Klaas Hindriks
Braamer zijn vrouw Harmtjen Jansen, Hindrik Hindriks Braamer zijn vrouw Hindrikjen Engbers, Wolter Hendriks Bramer zijn vrouw Janna Eevers Costers, en Frerick Scholten zijn vrouw Jaspertjen Crol, en Luicas Crol voor zijn broer Hendrik Crol, alles
bijgestaan met haar man als hare voogden, en erfgenamen van wijlen Jan Crol en Mettjen Jans Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker boverwegesland alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wed Jan Brouwer, cs, westwaarts
Leenart Wolters, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff en zijn vrouw, voor een som van 416 guldens [T0079_INV5_p075].
1758-12-02: Berent Harms en zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, voorts Jannes Egbers, alle de rato caverende voor haar broer Hindrik Harms, welke verklaarden op 21 februari 1756 te hebben verkocht
een akker hoevenland, gelegen op de westere hoeve, KNOL JANS AKKER, genaamd, beginnende van de buiterenweg, en dat bovenwaarts in, ten profijte van Berent Hendriks, en Klaas Jansen, dezelven vrouwen, voor een som van 90 guldens [T0079_INV5_p723].
1758-12-02: Berent Harms en zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, voorts Jannes Egbers, alle de rato caverende voor haar broer Hindrik Harms, welke verklaarden op 21 februari 1756 verkocht hebben een
goorden met de huisplaatse, beginnende van deze Nieuwe Kerkweg, bovenwaarts in, zover hij omgraven is, alsmede de opwerp (?) van de gehelen sloot, alhier gelegen, ten profijte van Jan Gerrits en zijn vrouw Magdalena Harwig, voor een som van 50
guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p725].
1766-06-09: De onderscholtus Ad Henr Bartelink, als volmachtiger van de Wel Eerw Heer J G Schultz, pastoor tot Velthuijsen en de burgemeester Henrik Bruina tot Velthuijsen, als voogden van de minderjarigen zoon van wijlen Henrik Harmsen,
Hermannus Harmsen genaamd, wonende tot Velthuijsen, welke verklaarden op 28 februari 1765 verkocht te hebben 2 koeweiden, gelegen in het zgn Fransmansland, beginnende van deze Kerkweg, en gaande buitenwaarts in, in diervoegen als wijlen Henrik
Harmsen, dezelve in eigendom heeft gepossideerd en bezeten, ten profijte van Henricus Schoemaeker en zijn vrouw, voor een som van 142 guldens [T0079_INV7_p014].
1766-06-09: De onderscholtus Ad Henr Bartelink, als volmachtiger van de Wel Eerw Heer J G Schultz, pastoor tot Velthuijsen en de burgemeester Henrik Bruina tot Velthuijsen, als voogden van de minderjarigen zoon van wijlen Henrik Harmsen,
Hermannus Harmsen genaamd, wonende tot Velthuijsen, welke verklaarden op 28 februari 1765 verkocht te hebben een wand roede maat bouwland, gelegen op het zgn Pixsents Derksland, als wijlen Henrik Harmsen het zelve heeft gepossideerd en bezeten,
ten profijte van Jannes Harmsen en vrouw, voor een som van 68 guldens [T0079_INV7_p015]. | Cromneuse, Hendrik (I34050)
|
1043 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517].
1757-09-03: Egbert Harms, weduwenaar van wijlen Hendrikjen Jansen Kleijne, welke verklaarde verkocht te hebben de gerechten halfscheid van de 2 akkers land opgaans, met het halve huis en verdere timmeragie, door haar thans worden bewoond en
bezeten alhier op het Vriezenveen gelegen, alsmede de gerechten halfscheiden van de inboedel des huizes, zo paard als beesten, kisten en kasten, uitgezonderd hetgeen hierna zal genoemd worden, ten profijte van Jannes Egbers en erfgenamen, voor
een som van penningen, zod de verkoper bekend, dat aan hem gedeeltelijk zijn voldaan en betaald, en gedeeltelijk zal en moet de koper Jannes Egbers voornd, de halfscheid van alle uitstaande schulden tot laste deze boedels (?) en deszelfs worden
Egbert Harms zijnde, op liggen en betalen, vervolgens behoud de verkoper in het huis een stede bij de haard, licht en brandvrij, en een bekwame slaapplaats, en zal de koper bij aldien de verkoper zijn kost aldien kwam te nemen jaarlijks in alle
jaar op St Martini aan dezelven geven 3 schepel haver in de zak, en een wand rogge en haver als de rogge aan garsten staat of te nemen waar het hem belieft, alsmede een koeweide om met kopers koene (?) de tijd zijn levens geweijdet (?) te worden,
voorts behoud de dochter Jenneken Egbers in het huis een stede bij de haard, licht en brandvrij, en haar slaapplaats met de beddingen zo zij die tot dusver gehad heeft, voorts zal hij Jannes Egbers verplicht wezen voor de halfscheid zijn zuster
Jenneken Egbers te onderhouden in kost, zo kleren, zo linnen als wollen kleren, mits zij Jenneken Egbers hem Jannes Egbers tot huis beste helpen arbeiden, zoveel in haar vermogen zal zijn, voorts zal Jan Egbers en Janna Egbers zolang zij
ongetrouwd zijn in het huis hebben een stede bij de haard, lich ten brandvrij, alsmede een bekwame slaapplaats, en aan Jan en Janna Egbers ieder een koe op een na de beste te mogen afnemen, alsmede aan Janna 2 tinnen schotels en 2 tinnen telders,
voorts bekend hij Egbert Harms aan zijn dochter Jenneken Egbers verkocht te hebben de halve goorden, gelegen in de landerijen van Jan Berens Brouwer, voor een som van penningen, waarvan bekende van voldaan te wezen, maar de vader Egbert Harms wil
dezelven den tijd zijnes levens hooien en gebruiken, en zal na dood (?) van Jenneken Egbers aan Jannes Egbers voor het onderhoud, zo hij aan dezelve te doen verplicht is, in eigendom overgaan, zijn en blijven, verklarende hij verkoper deze koop
ten allen tijden te zullen staan mogen en waren (?) voor alle ...ctie en ... .. als landrechten is [T0079_INV5_p654].
1764-07-28: Guert Wolters Schuirman en Geertjen Egbers, en als volmachtiger van zijn schoonzus of zus Janna Egbers, voorts Jannes Jansen en Jannes Harms, als voogden over de onnosele Jenneken Egbers, en Jan Egbers, welke verklaarden op 10 maart
1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Jannes Jansen Vetteker, met daarop staande huis en timmeragie, uitgezonderd de schuur, zo Jan Egbers voor hem zal hebben en behouden, maar zal dezelve niet mogen
vertimmeren tot een huis, voorts behoud Jan Egbers in het huis, zo lang hij ongetrouwd is, een stede bij de haard, licht en brand vrij, en een bekwame slaapplaats, ten profijte van Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Caate, voor een som
van 1610 guldens. [T0079_INV6_p349]
1772-11-14: Geertjen Egberts, weduwe van wijlen Guert Wolters Schuirman, voor haar zelfs en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met haar voogd Jannes Hinderix, benevens Albertus Schuirman en zijn vrouw Janna
Egberts, welke verklaarden in 1772 verkocht te hebben een goorden, zelven omgraven leijd, liggende in de landerijen van Henderik Spijker, tussen de Waterleijdink en de Buteren doorgegravenen weg, ten profijte van haar broer Jan Egberts en zijn
erfgenamen, voor een som van 205 guldens [T0079_INV7_p183vo].
1776-11-15: Hendr van Olde, voor zichzelf, en voor zijn innocente vrouw Freedrica ten Caete, welke verklaarde schuldig te zijn aan Jan Egbers Cromnuese (?), wegens bij hem comparant van dezelve ontvangen penningen, een som van 334 guldens,
comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands met daarop staande huis en verdere timmeragie, gedeeltelijk overscheiden met Jannes Jansen Vetteker, gelimiteerd oostwaarts Graeven Jenenland, ende westwaarts de zgn Kerksteege in
diervoegen hij dezelve bezit, en alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p050vo].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Cromneuse, Jan (I34042)
|
1044 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517].
1757-09-03: Egbert Harms, weduwenaar van wijlen Hendrikjen Jansen Kleijne, welke verklaarde verkocht te hebben de gerechten halfscheid van de 2 akkers land opgaans, met het halve huis en verdere timmeragie, door haar thans worden bewoond en
bezeten alhier op het Vriezenveen gelegen, alsmede de gerechten halfscheiden van de inboedel des huizes, zo paard als beesten, kisten en kasten, uitgezonderd hetgeen hierna zal genoemd worden, ten profijte van Jannes Egbers en erfgenamen, voor
een som van penningen, zod de verkoper bekend, dat aan hem gedeeltelijk zijn voldaan en betaald, en gedeeltelijk zal en moet de koper Jannes Egbers voornd, de halfscheid van alle uitstaande schulden tot laste deze boedels (?) en deszelfs worden
Egbert Harms zijnde, op liggen en betalen, vervolgens behoud de verkoper in het huis een stede bij de haard, licht en brandvrij, en een bekwame slaapplaats, en zal de koper bij aldien de verkoper zijn kost aldien kwam te nemen jaarlijks in alle
jaar op St Martini aan dezelven geven 3 schepel haver in de zak, en een wand rogge en haver als de rogge aan garsten staat of te nemen waar het hem belieft, alsmede een koeweide om met kopers koene (?) de tijd zijn levens geweijdet (?) te worden,
voorts behoud de dochter Jenneken Egbers in het huis een stede bij de haard, licht en brandvrij, en haar slaapplaats met de beddingen zo zij die tot dusver gehad heeft, voorts zal hij Jannes Egbers verplicht wezen voor de halfscheid zijn zuster
Jenneken Egbers te onderhouden in kost, zo kleren, zo linnen als wollen kleren, mits zij Jenneken Egbers hem Jannes Egbers tot huis beste helpen arbeiden, zoveel in haar vermogen zal zijn, voorts zal Jan Egbers en Janna Egbers zolang zij
ongetrouwd zijn in het huis hebben een stede bij de haard, lich ten brandvrij, alsmede een bekwame slaapplaats, en aan Jan en Janna Egbers ieder een koe op een na de beste te mogen afnemen, alsmede aan Janna 2 tinnen schotels en 2 tinnen telders,
voorts bekend hij Egbert Harms aan zijn dochter Jenneken Egbers verkocht te hebben de halve goorden, gelegen in de landerijen van Jan Berens Brouwer, voor een som van penningen, waarvan bekende van voldaan te wezen, maar de vader Egbert Harms wil
dezelven den tijd zijnes levens hooien en gebruiken, en zal na dood (?) van Jenneken Egbers aan Jannes Egbers voor het onderhoud, zo hij aan dezelve te doen verplicht is, in eigendom overgaan, zijn en blijven, verklarende hij verkoper deze koop
ten allen tijden te zullen staan mogen en waren (?) voor alle ...ctie en ... .. als landrechten is [T0079_INV5_p654].
1764-07-28: Guert Wolters Schuirman en Geertjen Egbers, en als volmachtiger van zijn schoonzus of zus Janna Egbers, voorts Jannes Jansen en Jannes Harms, als voogden over de onnosele Jenneken Egbers, en Jan Egbers, welke verklaarden op 10 maart
1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Jannes Jansen Vetteker, met daarop staande huis en timmeragie, uitgezonderd de schuur, zo Jan Egbers voor hem zal hebben en behouden, maar zal dezelve niet mogen
vertimmeren tot een huis, voorts behoud Jan Egbers in het huis, zo lang hij ongetrouwd is, een stede bij de haard, licht en brand vrij, en een bekwame slaapplaats, ten profijte van Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Caate, voor een som
van 1610 guldens. [T0079_INV6_p349]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Cromneuse, Janna (I34048)
|
1045 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517].
1758-12-02: Berent Harms en zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, voorts Jannes Egbers {is hij dit?}, alle de rato caverende voor haar broer Hindrik Harms, welke verklaarden op 21 februari 1756 te
hebben verkocht een akker hoevenland, gelegen op de westere hoeve, KNOL JANS AKKER, genaamd, beginnende van de buiterenweg, en dat bovenwaarts in, ten profijte van Berent Hendriks, en Klaas Jansen, dezelven vrouwen, voor een som van 90 guldens
[T0079_INV5_p723].
1758-12-02: Berent Harms en zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms en zijn vrouw Hindrikjen Braamer, voorts Jannes Egbers {is hij dit?}, alle de rato caverende voor haar broer Hindrik Harms, welke verklaarden op 21 februari 1756
verkocht hebben een goorden met de huisplaatse, beginnende van deze Nieuwe Kerkweg, bovenwaarts in, zover hij omgraven is, alsmede de opwerp (?) van de gehelen sloot, alhier gelegen, ten profijte van Jan Gerrits en zijn vrouw Magdalena Harwig,
voor een som van 50 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p725].
1764-07-28: Guert Wolters Schuirman en Geertjen Egbers, en als volmachtiger van zijn schoonzus of zus Janna Egbers, voorts Jannes Jansen en Jannes Harms, als voogden over de onnosele Jenneken Egbers, en Jan Egbers, welke verklaarden op 10 maart
1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Jannes Jansen Vetteker, met daarop staande huis en timmeragie, uitgezonderd de schuur, zo Jan Egbers voor hem zal hebben en behouden, maar zal dezelve niet mogen
vertimmeren tot een huis, voorts behoud Jan Egbers in het huis, zo lang hij ongetrouwd is, een stede bij de haard, licht en brand vrij, en een bekwame slaapplaats, ten profijte van Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Caate, voor een som
van 1610 guldens. [T0079_INV6_p349]
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Cromneuse, Jannes (I34047)
|
1046 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517].
1764-07-28: Guert Wolters Schuirman en Geertjen Egbers, en als volmachtiger van zijn schoonzus of zus Janna Egbers, voorts Jannes Jansen en Jannes Harms, als voogden over de onnosele Jenneken Egbers, en Jan Egbers, welke verklaarden op 10 maart
1764 verkocht te hebben 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Jannes Jansen Vetteker, met daarop staande huis en timmeragie, uitgezonderd de schuur, zo Jan Egbers voor hem zal hebben en behouden, maar zal dezelve niet mogen
vertimmeren tot een huis, voorts behoud Jan Egbers in het huis, zo lang hij ongetrouwd is, een stede bij de haard, licht en brand vrij, en een bekwame slaapplaats, ten profijte van Hendrik van Olde en zijn vrouw Frederika ten Caate, voor een som
van 1610 guldens. [T0079_INV6_p349]
1766-06-10: Guert Wolters Schuirman en zijn vrouw Geertien Egberts Cromnuese, welke verklaarden in maart 1766 verkocht te hebben een halve akker woestenland, gelegen in de westere woestene, gelimiteerd oostwaarts Jan Jansen, cs, en westwaarts de
weed Jasper Braemer, cs, ten profijte van Albert Jansen Scheeper en zijn vrouw, voor een som van 60 guldens [T0079_INV7_p020].
Woonde te Vriezenveen. | Schuurman, Gerrit (I34046)
|
1047 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517].
1766-06-09: De onderscholtus Ad Henr Bartelink, als volmachtiger van de Wel Eerw Heer J G Schultz, pastoor tot Velthuijsen en de burgemeester Henrik Bruina tot Velthuijsen, als voogden van de minderjarigen zoon van wijlen Henrik Harmsen,
Hermannus Harmsen genaamd, wonende tot Velthuijsen, welke verklaarden op 28 februari 1765 verkocht te hebben 2 koeweiden, gelegen in het zgn Fransmansland, beginnende van deze Kerkweg, en gaande buitenwaarts in, in diervoegen als wijlen Henrik
Harmsen, dezelve in eigendom heeft gepossideerd en bezeten, ten profijte van Henricus Schoemaeker en zijn vrouw, voor een som van 142 guldens [T0079_INV7_p014].
1766-06-09: De onderscholtus Ad Henr Bartelink, als volmachtiger van de Wel Eerw Heer J G Schultz, pastoor tot Velthuijsen en de burgemeester Henrik Bruina tot Velthuijsen, als voogden van de minderjarigen zoon van wijlen Henrik Harmsen,
Hermannus Harmsen genaamd, wonende tot Velthuijsen, welke verklaarden op 28 februari 1765 verkocht te hebben een wand roede maat bouwland, gelegen op het zgn Pixsents Derksland, als wijlen Henrik Harmsen het zelve heeft gepossideerd en bezeten,
ten profijte van Jannes Harmsen en vrouw, voor een som van 68 guldens [T0079_INV7_p015]. | Crol, Hermannus (I34051)
|
1048 |
1729-04-25: Klaas Hinrixen Braamhaar en zijn vrouw Fenneken Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Wolter Harmssen en Berend Harmssen en Henrik Harmsen, een som van 900 guldens, wegens verstrekte en geleende penningen, comparanten
stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land, met daarop staande huis op en daale, te vene, te velde, te heide, te weide met top en twijg, met de eikenbomen op voornde land, nevens de inboedel des huizes en gewas op het land, gelimiteerd
oostwaarts Jan Kroll, westwaarts Frerik Janssen, mitsgaders een akker boovenwegesland, gelimiteerd oostwaarts Jan Scholten, westwaarts Krikken Berend.
Kantlijn akte: Op 7 en 18 mei 1767 hebben Jannes Harms, Egbert Berents, Harmannus Harmsen, alsmede Jannes Egberts en Jan Egberts en de namens zijn zus Janna Egberts, Guert Wolters Schuurman, daarvoor mede, verklaard dat deze akte geroyeerd wordt
[T0079_INV4_p517]. | Cromneuse, Wolter (I21309)
|
1049 |
1729-05-02: Testament, opgemaakt ten huize van, van Claas Hinriksen Faaijer en zijn vrouw Geertien Luicas Fronten, de 1e enigszins ziek van lichaam, de laatste bijgestaan met Joan Derck Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enige en universeel erfgenaam;
- de langstelevende haar nicht Grietien Jansen {wie is dit?}, enig en universeel erfgenaam;
- en bij aldien zo der mocht komen wat over te schieten zo zal Grietien Jansen hebben te geven aan de zoon van Jan Berendsen Berckhoff, genaamd Jan {wie is dit?}, 20 guldens, zo hij dan nog in leven is;
- en aan de dochter van Harmen Fronten, genaamd Jenne, 5 guldens;
- en aan Godsarmen alhier, 20 guldens [T0079_INV4_p521].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij de weduwe van Roelof Jansen [19735]]). | Faijer, Claas (I34057)
|
1050 |
1729-05-02: Testament, opgemaakt ten huize van, van Claas Hinriksen Faaijer en zijn vrouw Geertien Luicas Fronten, de 1e enigszins ziek van lichaam, de laatste bijgestaan met Joan Derck Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- beide elkaar, enige en universeel erfgenaam;
- de langstelevende haar nicht Grietien Jansen {wie is dit?}, enig en universeel erfgenaam;
- en bij aldien zo der mocht komen wat over te schieten zo zal Grietien Jansen hebben te geven aan de zoon van Jan Berendsen Berckhoff, genaamd Jan, 20 guldens, zo hij dan nog in leven is;
- en aan de dochter van Harmen Fronten, genaamd Jenne, 5 guldens;
- en aan Godsarmen alhier, 20 guldens [T0079_INV4_p521].
Woonde te Vriezenveen. | Fronten, Geertjen (I34056)
|
|
|
|